Nieuws- en Aankondigingsblac. zoxdagklst. sidko-lkmoxade, v. o. s. b. v. o. s. kostllooze tooxeelyertooxixg 2* Jaargang. N' 55 Prijs per nummer 30 centiem rrxsr- aanammm Zondag 15 Januari 1928. Beheer en Opstel: Tuinwijk Ligy, 80, Yper. l il la.'iiiiii'i'i'iis /iMiii'lltock. De dienstdoende Apotheker op Zondag 15 Januari is M' weckesser, Diksmuidst'. Niet uit wrok om eeuwen smaad; Niet om den jubelzang der zege; Uitliefde, uit liefde alleen, Vlaanderen, heb ik uw strijd gestreên! R. De Clercq. Niet durven of... niet willen Edgard louage YPERSCH LEVEN Zondag 15 Januari, te 5 uur DE BOKSKAMPIOEN Abonnementsprijs IC Ir. 04 per jaar. 9fr. per hall jaar. 5 Ir. per drie maanden. Buitenland 25 Ir. Men abonneert op alle postkantoren. Aankondigingen bij overeenkomst. Tariel op aanvraag. Verschijnt Wekelijks. Alle nieuws moet tegen den Donderdag ten laatste inge zonden werden. Naamlooze artikels worden niet opgenomen. Postcheckrekening: 1886.79. (E Vanderghote.) Niemand as meer Belgisch gezind ge durende de eerste periode van den oorlog dan steller van deez artikel. Had er iemand t ongeluk een woord van afkeuring voor België over te hebben zeker zou hij het aangepakt hebben om 't bestookte vaderland, waarin hij toen ten dien tijde vol strekt al zijn geloof stelde te verdedigen. Doch nog maar amper had hij in '16 met het glorievol leger kennis gemaakt om da delijk tot het besluit te komen, wat goede vrijgezinde Vlamingen voor België zijn. Ik weet dat men tot 't beu wordens toe over oorlogsgebeurtenissen gesproken en geschreven heeft aarzelend dan ook disch ik den lezer spijts dat al, 't moege- kauwd gerecht weer voor. Twee scheutisten-brankardiers waren er in de negende k1* van mijn regiment. Edel moediger en heldhaftiger mannen liepen er onder üods zonne niet. Heel natuurlijk bevonden ze zich aan de zijde van de arme verlaten stakkers van Vlamingen die dan ook voor hun paters door 't vuur hadden geloopen. In en inet hun jongens leefden ze en in de vuurlijn waren ze hun een levend voorbeeld van of- tervaardigheid en grehzenloozen moea. Op 16 April 1918 lag ons opgeofferd bataljon over de Steenbeek bij 't stuk geschoten station van Langemarck- Enkel twee kanonnen stonden achter onze rug en men was haastig in de weer om iu aller ijl 't gros van 't Belgisch leger achteruit te brengen. DeDuitschers zaten immers reeds op den Kemmelberg en drtigden door te breken. Den 17 Aprfl vielen de Duitschers ons aan. De stoot was geweldig, 't Was al vuur en vlamtne dat men hoorde en aan den horizont rukten de grijze aanvalstroe- pen onweerstaanbaar vooruit. Doch wat ze ook poogden onze kompagnies weken niet. De twee paters waren druk in de weer. Onder de bommen en de hagel van kogels zochten ze de gekwetsten en dooden en verborgen ze in hun schuilplaats om ze dan later wanneer alles wat kalmer zou worden achteruitte brengen. Een der paters kreeg een bal door zijn dij maar werkte toch voort aan al zijn gekwetste dutsen. Ik zag de Duitschers naderen, de schuilplaats omsingelen. De validen verdedigden zich hardnekkig doch de overmacht was te groot. De Duitschers rukten den post bin nen en namen allen gevangen. Op vijftig meter afstand van mij zag ik den post ruimen. Joost, de gekwetste bran- kardier, hing aan den schouder van zijn nog gezonden makker, ze sukkelden put in put uit naar de Duitsche lijnen. Na twaalf dagen loopgracht kwamen we weer in de beschaafde wereld. 's Anderendaags viel ik bij gegradeerden van voornoemde kompagnie, die me het nieuwsje verteldenDat de twee bran- kardiers gansch den post hadden laten ge vangennemen dat ze in verstandhou ding met de Duitschers waren en al de mannen hadden opgemaakt Wie zulks uit gestrooid had, weet ik niet doch zeker is het dat de hoogere overheid niets deed om dat geruchte van den eersten keer den die perik in te helpen. Zichtbaar hadden ze er hun deugd in, dien vuigen laster te zien voortvaren. De mooiste Vlamingen in dis krediet brengen dat scheen hun motto te «'ezen Wanneer de beide paters na den oorlog gaaf en gezond uit Duitschland weerkwa- men blij van uit de handen van den vijand verlost te zijn mochten ze na weinigen tijd dien lasterpraat vernemen, üe kunt denken hoe dat het hen pijnigde. Nu zitten ze bei den in Congo. Dienzelfden 17» April 1918 werd een jongen van hier uit destreek die nauwelijks twintig jaar telde nevens mij neergeschoten bij den weg v. Langemarcknaar Bixschoote. Ik zat met twee doodelijk gekwetsten in een vooruitgeschoven voorpost en kon noch weg noch weer. Mijn makker, bran- kardier in 't 2lle peleton mijner k'f, kwam mij ter hulp en kreeg een bal dwars door het hoofd. Daags te voren had hij ten min ste vijf menschenlevens gered. Nu lagen zijn edele hersens vermengd met 't stinkende slijk. Dien mooien ster venden Vlaming droeg ik dus achteruit en wilde hem nog vooraleer hem verder te brengen aan de officieren van de kompa gnie laten zie^ Ik wist^wiljjoe ze^ie VJ mingen haatten "ÖÖCfi 'nu zoWfën ze toch eens vriendelijk naar mijn stukgeschoten makker opzien en een meewarigen blik op hem werpen. Neen, ze bekeken hem met oogen waarin een schuldige, cynieke onverschilligheid lag. Een ervan stond met zijn cigaret in zijn mond gaf er een trek of twee aan en keerde weer in zijn sterken abri Geen woord geen teeken Och dat er toch in geheel België niet één hooggezagvoerend geestelijk noch wereld lijk persoon opgesprongen is om na den oorlog voor gansch 't land het voor de Vlamingen kordaat op te nemen en om dat Eielgisch regiem in schande te brengen neen ter contrarie... Wanneer anderen aan den lijve gevoeld hebben en voelen hoe de Belgische macht hebbers met den vrijen Vlaming den aap hielden en houden, dan opspringen en het voor hem aanpakken op een ernstige ma nier dan worden ze bekampt en gebrood roofd. Aan de keten moeten we, gestaak- band, en allejare kunnen we dan eens bij gelegenheid hooren van «een gelijkheid in rechte en in feite», van de eenheid van dit en de eenheid van dat en wat weet ik al Maar onze Vlaamsche jongens gewroken zien.._ en Vlaanderen weer 't koninklijk Vlaanderen zien worden, dat nooit! Nooitzoolang niet al de onvoorwaar delijke Vlamingen zich losrukken uit de greep van de Belgische machthebbers, zoo lang we niet met vereende krachten ponen en klawieren om 't zand van onder de voetingen van 't huidig regiem te schar- telen, om het met blijden knal ineen te zien neerploffen. Dan zal boven de puinen Vlaanderens ster in vollen luister verrijzen. Ik durf niet voor die en die... of voor dat en dat... wordt ons nog al eens geant woord, wanneer we zoo hier en daar eens informeeren over Vlaamsche werking. En dan vragen we ons dikwijls af of deze niet- durvers soms bij de pakken zitten te wach ten tot wanneer Vlaanderen volledig recht zal hebben verkregen of tot wanneer het met Vlaanderen heelemaal zal gedaan zijn. Zullen ze dan ook komen en weeklagen dat het te laat is of wel in de handen wrij ven en denken dat zij ook medegeholpen hebben aan het optrekken van Vlaanderens grootsche en stevige gebouw. Ze zullen dan aan de vlieg uit de fabel gelijken, die meende dat ze den wagen op de hoogte geholpen had, maar in werkelijkheid de naarden en den voerman geplaagd en ■N'duiveld had, fn op riwj kap^'Joe nog tj-n'irriorfning durfde «ragen Onbegrijpelijk is het soms hoe velen den mond vol hebben over werken voor de zaak en er moet nog veel bereikt wor den en van de zuvere zijn, maar wan neer het er op aankomt te toonen dat men van de «zuvere» is, te moeten vaststellen, dat ze niet... durven bij de radikalen te behooren. 1 let zal altijd een bewijs zijn van laks heid te beweren dat men niet duift. Zeg me niet mijn bediening laat me niet toe te toonen dat ik van uwe meening ben, niet tegenstaande ik heelemaal uwe gedachten deel. Malligheid! Durf te willen! Niemand, hoor wel niemand, zal u kunnen beletten om in stilte te werken voor uw ideaal en uwe Vlaamsche gedachte de Vlaamsche strijd eischt al de krachten opde sterke even goed als de z« akke, dus ook de uwe. Dagelijks hebt ge de gelegenheid om dit te toonen. Maaktgedeel uit van een Vlaam- schen kring, steun dan degenen die zich wel om den groei en den bloei ervan be kommeren. Vooral: ontstem iedereen niet door gedachtenlooze en kleinzielige vitte rijen. Maak propaganda en werf leden voor al onze Vlaamsche instellingenonze VI. Ziekenbonden, onze VI. pensioengilden, onze VI. Studiekringen, onze VI. Syndica ten, erf abonnementen aan op degelijke Vlaamsche bladen. Laat geen enkele gele genheid, om een Vlaamsche daad te stel len, voorbij gaan. Daarom hoeft ge u niet in het openbaar te toonen. Dat kan dooreen stille, onverpoosde werking, zonder veel misbaar of leven te maken. Als de wil er maar is Onthoud «'at Multatuli eenssclireefGe hebt vermogens ten goede en elke pols slag van uw bestaan doet de verplichting aangroeien om die vermogens aan te wen den: En waartoe zouden wij, Vlamingen beter die vermogens, onze beste vermogens, kun nen aanwenden, dan om Vlaanderen op nieuw vrij en schoon te maken alsvroeger. Dan zullen wij geen valschezelfvoldoening smaken, maar een oprechte tevredenheid ondervinden, die ons zal steunen en opbeu ren in onzen harden maar toch niet hope- loozen strijd. Vraagt overal een fijn, smakelijk en verfrisschend Algemeen Vertegenwoordiger Hoornwerk, 2, YPER Voortverkoopers worden gevraagd voor de streek. Volksadel. Zondag 22 Januari te 6.30 uur 's avonds stipt in het Christen Volks huis, St JacobsstraatAlgemeene Vergade ring en feestavond voor al de aangesloten bonden en leden van Volksadel, of Bond van Verzedelijking. Belangrijke voordracht door den Heer Greffier Maurice Dehem, Voorzitter, van het aktiecomité van Volksadel. Verslag der werkzaamheden van het eer ste dienstjaar door Zeer Eerw. Heer Proost. Het koor van den Studiekring zal den feestavond opluisteren. Al de afgevaardigden en de besturen der katholieke bonden der stad zullen het hunne willen bijdragen opdat de leden zeer talrijk zouden aanwezig zijn. Kinderen beneden de 15 jaar zijn niet toe gelaten. Ingang vrij. in 't CHRISTEN VOLKSHUIS door de Tooneelafdeeling PU IN ENT ROOST Men zal opvoeren blijspel in 3 bedrijven. Ingang vrij voor alle LEDEN en FAMILIE op vertoon der lidkaart 1928. N B. De leden die nog niet in 't bezit zijn hunner lidkaart kunnen die bekomen in 't lokaal of aan den ingang der zaal.

HISTORISCHE KRANTEN

De Ypersche bode (1927-1928) | 1928 | | pagina 1