Nieuws- en Aankondigingsblad.
Onze Vaart en ons Belfort.
siDito-i.i:\io\aim:,
De Belgische ieesie van 1930
2Jaargang. N' 63.
Prijs per nummer 30 centiem
Zondag 11 Maart 1928.
Beheer en Opstel: Tuinwijk Ligv, 80, Yper
Rede door Kamerlid MEESTER BUTAYE op 29 Februari 1. 1.
in 't parlement uitgesproken, ter gelegenheid der bespreking
van de buitengewone begrooting.
Edgard LOUAGE
Overal, in laamhwrn, waar de vriTransehiiiii'
I doordring! «»aal de i>o<lsdieiist aelileruit.
België tegen Vlaanderen
Y PK II SC II LEY EX
ZO X D AG R L ST
De dienstdoende Apotheker op
Zondag 11 Maart is
Mr snoeck Groote Markt.
Abonnementsprijs
IC fr. 00per jaar.
9 fr. per half jaar.
5 fr. per drie maanden.
Buitenland 25 fr.
Men abonneert op alle postkantoren.
Aankondigingi-n bij overeenkomst.
Tarief op aanvraag.
Verschijnt Wekelijks.
Alle nieuws moet tegen den
Donderdag ten laatste inge
zonden worden.
Naamlooze artikels worden
niet opgenomen.
Postcheckrekening: 1886.79. (E Vanderghote.)
Op inijne beurt wil ik hier aandringen
opdat het kanaal van Yper naar den Ijzer
spoedig zou hersteld worden.
Reeds in de 12ceeuw was het bevaar
baar, en dan ook bewees het de noodzake
lijkheid tot den bloei der stad.
De heer Jaspar, beloofde kredieten op
nieuw te doen inschrijven, maar het schat-
kistkomiteit zou die weer uitgeschrapt heb
ben. Overal elders worden de noodige
werken gedaan.
De stad Yper aanziet dat als eene rechts
weigering, en met reden als een beleedi-
ging. Daarin zien we weer dat de Belgi
sche Staat Vlaanderen en de Vlamingen
steeds achteruit stelt. M. Missiaen gelooft
daar nog niet aan; hij deed immers ook den
oorlog niet mee.
Inderdaad, in zijne rede van 15 Februari
1928, zei mijn achtbare collega, sprekende
over het niet herstellen der Yperlee: De
geestesgesteldheid van de bevolking bij
extremisten (het achtbaar lid bedoelt hier
waarschijnlijk de Roomsch Katholieke
Vlaatnsch Nationalisten), den schijn hebben
de waarheid te zeggen, wanneer ze bewe
ren, dat België niets doet voorde Vlamin-
gen
Wij antwoorden aan den heer Missiaen
1) België behandelt de Vlamingen en
Vlaanderen niet als de Walen en 't Walen
land;
2) wij verwachten van denheerMissiaen
de bewijzen van het tegenovergestelde;
3) wij doen het achtbaar lid nog opmer
ken, dat hij in dezelfde rede zelf bekend,
datopeene begrootingvan 1 milliardslechts
4 millioen naar de verwoeste gewesten, dus
naar Vlaanderen komen.
In Juni 1.1., mijnheer de minister, heb ik
Ued, weer een schrijven gestuurd, uitgaan
de van de Handels- en Nijverheidskamer
van Yper om Ued. te vragen spoedig de
Yperlee te willen herstellen.
Ik wil u eerbiedig doen opmerken, dat
aanstonds na den oorlog, dit werk diende
uitgevoerd te worden, 't Zou aan de Staat
een of misschien twee coëfficiënten voor
heel Yper emomstreken hebben gespaard
en Yper in bloei in plaats van stervend ach
tergelaten hebben.
Reeds in 1920 werd die herstelling be
loofd, en dat bewijst, dat ze zeer noodig
was, want te dien tijde beloofde men enkel
de uitvoering der zeer noodige werken. M.
Anseele dan Minister v. openbare werken
verklaarde plechtig, dat vóór 1923 te Yper;
de schepen zouden binnenloopen.
We zijn nu in 1928 en nog de helft van
't beloofde werk is niet gedaan.
Mijn schuld is het in alle geval niet. want
van 't oogenblik dat ik hier gekomen ben,
en telkens de gelegenheid zich voordeed,
heb ik geloopen en hier helpen kloppen,
om het zóó noodig werk uitgevoerd te krij
gen.
Op 5 Mei 1924 en op 28 November van
hetzelfde jaar, vroeg ik ook om die herstel
ling. Op 30 Juni 1925 stelde ik eene parle
mentaire vraag dienaangaande en op 13 Juli
1926 vroeg ik weer per brief, de reiniging
van 't kanaal van Yper naar den Ijzer.
Nog onlangs, mijnheerdeMinister,vroeg
ik u en den heer minister Houtart, dit werk
niet meer uit te stellen. Telkens uwe be
grooting hier werd besproken, heb ik de
Yperlee bovengehaald, en nog altijd duurt
die erbarmelijke toestand voort.
Stillekens aan vermindert de bevolking
te Yper; van 18.500 in 1914 is zij gezon
ken tot 14.000 inwoners. Omtrent 2000
werklieden van Yper zijn verplicht dage
lijks hun brood te gaan verdienen in het
Noorden van Frankrijk, 't Is waar de her
opbouw is hier schier gedaan, maar dat is
geen reden om Yper voortaan aan zijn treu
rig lot over te laten.
Daarom durf ik opnieuw aandringen op
eene spoedige herstelling van 't kanaal, dat
met reden den levensader van Yper werd
genoemd.
Ik neem deze gelegenheid te baat, om u
te vragen ook het Belfort van Yper te laten
opbouwen. Ge zult me misschienantwoor-
- -tier*-, f trr -mee«•- «oy oiw moi;
dergelijke fantaisie te doen, ofwel dat net
Belfort in zijn vernielden toestand dient be
waart te blijven.
Met een noch het ander houdt stand, In
derdaad, te Leuven en elders werden de
historieke gebouwen hersteld gelijk als de
andere oorlogsschade. Yper heeftniet meer
schuld aan den oorlog dan Leuven, Luik
of Charleroi, en verdient ris ik't zoo mag
zeggen meer voldaan te worden dan
gelijk welke andere stad, omdat Yper, zoo
niet meest, een der meeste heeft geleden.
En aangezien de Yperlingen de eerste
belanghebbenden van hun Belfort, met re
den, aan die vernieling, inet welk recht zou
de Staat dan die toestand opdringen?
Niemand bij ons houdt van de oorlogs
herinneringen; zij zijn te droevig, en hoe
min men ons spreekt van den oorlog, hoe
beter. Dat is het standpunt der Yperlingen,
die rond Yper wonen, begeeren herstel van
dien Vlaamschen rijkdom, die steeds de
roem en de pracht van Yper uitmaakte. Als
wanneer er hier jaarlijks tusschen 7 en 800
millioen nutteloos wordt besteed aan een
veel te groot leger, dan kunnen er in het
Belgisch huishouden wel enkele millioen-
tjes gemist worden, om de stad Yper te ge
ven wat haar te rechte toekomt, te meer
daar zij er ook geen schuld aan heeft, dat
de eerste jaren hier en elders de helft te
veel oorlogsschade kwistig werd toege
staan en uitbetaald, zoodanig, dat nu het
hoogst noodige niet meer kan worden ge
geven. Om die redens, en nog veel andere,
durf ik den heer minister vragen, het Bel
fort van Yper in zijn vorigen staat te laten
herstellen.
Vraagt overal een
fijn, smakelijk en verfrisschend
Algemeen Vertegenwoordiger
Hoornwerk, 2, YPER
Voortrcrkoopers worden gevraagd voor d, streek.
L
De Vlamingen voor het gerecht
Op 18 November 1860 worden twee
Vlamingen, Jan Coucke en Pietei* Goet-
hals, op het schavot onthoofd onschul
dig omdat de rechters geen woordje
Vlaamsch en zij geen Fransch verstonden.
Na den oorlog wordt de Belg Coppée,
die uit winstbejag oorlogsmateriaal aan
den bezetter leverde, vrijgesproken. Maar
Vlamingen, die uit het reinste idealisme
voor hun volk gewerkt hebben, worden
onmeedoogend gestraft: in 1919 771, in
1920 1517 veroordeclingen voor e feiten
tegen de veiligheid van den Staat... (offi-
cieele Belgische statistieken).
Twee honderd studenten worden van hun
recht op hooger onderwijs beroofd omdat zij
aan de Vlaamsche Hoogeschool te Gent
1916 1918 te Gent gestudeerd hadden.
hun Vlaamsche overtuiging uitgedrukt te
hebben.
En in het leger We vermeldden
reeds het dekreet van 16 Oktober 1830
Dat geldt nu nog
Toen de Vlamingen vóór den oorlog,
Vlaamsche regimenten eischten, antwoord
den de Walen: Liever de aanhechting bij
Frankrijk...(uPlutót 1'annexion a ta Fran
ce...,) (Waalsche vergadering, Brussel, 24
Februari, 1913).
In 1914-1918 vormden de Vlamingen
bijna uitsluitend (85 °/o) het strijdend Bel
gisch leger. De Belgen-Walen werden zoo
veel mogelijk achter het front gebruikt.
Alleen de generaals en officieren waren
Walen.
Met Belgisch offensief moet in de eer
ste plaats ten doel hebben, zooveel Vla
mingen als mogelijk om te brengen. Er
moet naar gestreefd worden, het getal
evenwicht tusschen de beide rassen te
bewerkstelligen en dan alle elementen te
vernietigen, die na den oorlog verwarring
zouden kunnen stichten.
Zoo schrijft de Belg Neuray in 1916
(uitgever van de XXC Siècle Hfaut
que 1'offensive beige a it cornrne but princi
pal de faire rnassacrer le plus de Flarnands
possible, tl importe de rëtablir l'équilibre
quantitatif entre le deux races, et ensuite
d'éliminer tous ces elements de perturbation
pour apres la guerre....
De Vlaamsche soldaten worden aange
voerd in een taal die ze meestal niet ver
staan (de negers werden in hun taal
aangevoerd). In de officiersschool Gail-
lon (Rouen) verklaart de Waalsche officier
Losseaux, op de vraag Hoe kunt ge uw
Vlaamsche soldaten aanvoeren als ge hun
taal niet spreekt «Ik heb mijn revol
ver om mij te doen gehoorzamen, f*J'ai
mon revolver pour me faire obe'ir.„)
Vlaming zijn is een smet, tenzij men
Vlaanderen en al wat Vlaamsch is afzweert:
Vlaamschgezind zijn een misdaad die soms
met den dood wordt bestraft enkele fei
ten onder vele
De Vlaamsche jongen Ernst Saey (uit
Gent), herhaalde malen bestraft om Vlaam
sche liederen te hebben gezongen en op 't
appel in 't Vlaamsch te hebbengeantwoordt
wordt ten slotte tot 6 maanden boetkompa-
nie en 6 maanden opsluiting veroordeeld,
om geknakt uit de gevangenis te komen.
Mij sterft in April 1918.
Renaat de Rudder, (uit Oostakker) be
kend als Vlaamschgezinde, wordt op 12
December 1917 door een kogel uit de Bel
gische lijnen gedood, en sterft met de
woorden Voor Vlaanderen op de lip
pen.
Op de Vlaamsche grafzerkjes, waarvoor
de Vlaamsche soldaten hun laatste spaar
centengaven, werd het opschrift A. V. V. -
V.V.K. zelf door de Belgen geschonden, en
de zerkjes na den oorlogtot grint voor de
wegen verbrijzeld...
Dat is Vlaanderen in België Te Ha
vre, ver van 't gevaar, op 16 Ministers 12
Walen of Franschgezinden Aan 't front:
op 15 soldaten 12 Vlamingen. En onder
de aarde, op 15 dooden 13 Vlamingen.
Lr bestaan negentig kansen op honderd
dat de onbekende soldaat, op wiens graf
lijke komedie zullen spelen, een Vlaming
is, gevallen met Vlaanderen op de lip
pen en een vloek voor België in het hart.
En in 1924, den 6 September, heeft een
Belgisch korporaal te Kortrijk den Vlaam
schen soldaat Gust. van Meenen (Severen)
op vreeselijke wijze mishandeld, omdat
de Vlaamsche jongen de Fransche bevelen
niet verstond. (De pers o. a. de Belgische
Standaard 23 September 1924.)
Juicht Vlamingen, Leve '30!
Ingerekend Zondag namiddag om 4
uur werd een getrouwden man door de po
litieagenten opgeleid naar den amigo. Hij
miek het wat te bont op de kiekenmarkt. In
zijn nieuwen 't huis zal hij wat meer vrede
gevonden hebben.
Een Yptrling tragisch overleden in Ame
rika Te Detroit (Ver. S) overleed Au
gust Lanckrict, 87 j. afkomstig van Wyn-
ghene (West. VI.) echtgenoot van Sidonie
Van Hollebeke. Zijn dochter Herminiewas
gehuwd met Hector Bruneel afkomstig v.
Yper.
Bruneel had aan het sterfbed van zijn
schoonvader gestaan. 'S avonds ging hij
naai huis. Hij wilde in den kelder dalen en
viel zoo geweldig van de trap, dat hem het
hoofd verbrijzeld werd en hij bijna op den
slag dood bleef.
Dit zoo tragisch geval bracht onder de
Vlamingen veel ontroeringteweeg. Schoon
vader en schoonzoon hadden een gemeen
schappelijken dienst in de belgische Kerk,
waar Father Syoen v. Eessen rector is. Een
groote menigte was aanwezig. Hector Bru
neel was 51 jaar oud.