5>ia»E)a3 ammm Zes-en-twintigste Jaargang ZONDAG 19 APRIL 1896. Nr 16 GOD EN VADERLAND VRIJHEID EN MOEDERTAAL Hoogw. Mgr Waffelaert DE DOOD van dm GALEISLAAF Bericht aan de verschillige Twee Strekkingen. ZEILT "VA.2ST HET -A-Ï^E^OHSTIDISSElVCElNrT "Verschijnende eiken Zondag Bureel der Gazette WILGEN DIJKSTRA AT, 26. Gfcr3 TAVE BAECKEROOT-ALLEWEIRELDT, Drukker-Uitgerer. STAD DIXMUDE. van Zijne XXII* Bisschop van Brugge, OP ZONDAG 26,ten APRIL 1896, om 2 ure namiddag. Aan de bewoners van den buiten. Zondag aanstaande, den 26 April, doet ^Jonseigneur de Bisschop, om 2 ure namiddag, zijne plechtige intrede in Dixmude. Te dier gelegenheid, zou al dat beenen heeft in het omliggende, oud en jong, moeten in Dixmude zijn, om te zien, te hooren en te kunnen vertellen als zij t'huis komen. Menschen van den buiten, opdat gij niet en zoudt meenen dat wijmet een overdrevenen geestdrift, alles willen vergrooten en over schreeuwen, zeggen wij u eenvoudig weg dat het alleszins zal de moeite weerd zijn en onge twijfeld alles overtreffen wat gij tot hiertoe in Dixmude gezien hebt. Luistert en oordeelt er liever zelf over. G\j weet dat de stad verdeeld is in wijken. EüweC al do wijken Zijn van nu af reeds doende met gereedschepe te maken en alles te bereiden om huizen en straten ten schoonste mogelijk te behangen en te versieren. Ieder wijke wilt boven alle andere de kroon spannenzoodanig dat, dank aan de vlijtigheid van alle burgers, en aan de wedijvering der •wijken onder elkander, gansch de stad als in een prachtig lusthof zal herschapen zijn. Wat den stoet aangaat, wilt gij alles weten in twee woorden? Daar en zijn geene kosten en geene moeite gespaard, en dat zegt alles. JJemelsche tafereelen, tooneelen en beelden uit de geschiedenis zult gij daar smaakvol, luisterlijk en treffende voorgesteld zien. Ver scheidene muziekmaatschappijen komen de feest verheffen en aantrekkelijkheid bijdragen. Doch iets waarop wij bijzonderlijk de aandacht willen roepen, 't zijn de heerlijke Praalwagens (Vervolg van Rouüuit db Wildstroopbr) door SAINT-MARTIN. 28 Ziet ge nu wel, sprak de pastoor, Jean is,uit het huis ontvlucht. En met de grootste kalmte der wereld vouwde hjj zijn dagblad weêr op. Groote GodI riep de oude vrouw, wat zal er gebeuren I En wat zal men hem doen, indien hg wéér gevangen wordt! vroeg de vader met angst. Ja, vriend, dat weet God. Indien men hem eens op het sohavot bracht, hem onthoofde!eenen onschuldige! Kom, komsprak de pastoor, men onthoofdt niet voor eene ontsnapping. Dat is waar. Maar intussohen is hg nu in vrijheid. In vrijheid, groote Godzuchtte de arme moeder. Die arme jongen 1 Heb ik u niet gezegd dat mijn nieuws u veel belang zou inboezemen. En met wien is hg ontvlucht? Met Rouget, een wildstrooper uit Durtal, van welken ik dikwijls heb hooren spreken. Wie is dat? Een man, die maanden en jaren de gendar men en de soldaten heeft doen.loopen en de zon derlingste avonturen heeft gehad... Maar 't is geen schurk, geen bandiet, gelijk het blad be weert. Wat verder uw zoon betreft... Onze zoon, dat is een lam De pastoor nam zijnen hoed en stond op. Een ander denkbeeld kwam in hem op. Gaat nu in vrede, mgne vrienden, sprak hij, •O hebt geene vrees meer. Indien uw zoon vrij blijft, hij u spoedig tgdingen zenden. Mft*r dat moet u niet beletten steeds de bewgzen zijner die onder geene opzichten voor deze van grootere steden zullen moeten onderdoen. Kortom, gij hebt de inhalingen bijgewoond van twee achtereenvolgende Dekens, en gij hebt ze overschoon gevonden, niet waar? Ehwel, wij zullen niet veel boffen van te voren, maar als gij dit nu zult gezien hebben, gij zult zelf met volle meening getuigen dat het alles verre te boven gaat. Menschen van den buiten, hetgeen gij bovenal dient voor oogen te hebben, 't is dat gij hier te Dixmude, in 't midden van de streke, in 't herte van 't Boterland, moet komen een bewijs geven van uwen eerbied, van uwe genegenheid, van uwe eeuwige verkleefdheid aan onzen zoo jeugdigen, zoo vriendelijken, zoo geleerden en alleszins zoo eerbiedweerdigen Bisschop, Mgr Waffelaert. Menschen van den buiten, stroomt van alle kanten naar Dixmude om hulde te bieden aan dien Prinse der H. Kerke; sluit u aan meft al de treffelijke burgers van de stad, en dat gansch de Kerstenhede van Dixmude eenparig roepe met herte en mond LEVE DE BISSCHOP! LEVE MGR WAFFELAERT! wijken van De Leden der feestkömmissie geeft bericht dat de praalwagens die den stoet zullen opluisteren, de hoogte zullen hereiken van 6 meters. Bij het lezen der verschillende katholieke bladen wordt men al spoedig gewaar dat er, in onze partij, twee strekkingen bestaan, tegenover de volksgezinde denkbeelden, welke, sedert de uitbreiding van het stemrecht, meer en meer ondor de massa worden verspreid. Het meestedeel onzer konfraters zijn met ons van gevoelen dat er rekening moet gehouden worden met de groepeeringen, onder den drang der maatschappelijke toestanden ont- onschuld te zoeken. En die onschuld, daar twgfelt gg niet aan, niet waar, zoo min als ik. 01 dank, mgnheer; God zegene u voor uwe goedheid. Terwijl de arme ouders de deur uitgingen, vouwde de pastoor zijn dagblad op, stak het in den zak en zijn taaien wandelstok nemende, richtte hij zich met snelle stappen naar de straat, de kerk voorbg, naar een hollen weg, die voorbg de woning van Dugast liep. Reeds in de verte ontwaarde hg Frangoise die, in een prieel gezeten, daar treurig en verstrooid het boek waarin zij gelezen had, van de kniëen had laten vallen. De brave oude priester vaagde het zweet van zijn voorhoofd en bewonderde het deugdzame kind, dat zoo sterk beproefd, toch in den gods dienst nog moed genoeg putte om niet wanhopig te worden. God, murmelde hg, wees goedertieren spaar dit kind en verlioht de menschelgke gerech tigheid. Toen naderde hij het meisje dat, hem hoorende, haastig opstond. Goeden dag, eerweerde, sprak zij, ik vraag u verschooning omdat ik u niet zag komen: ik droomde Droom zoo veel niet, kind, antwoordde h(j; dat doet u geen goed en het is nutteloos. Gg moest integendeel werken en vooral veel bidden. Gij hebt gelijk, heer pastoor, ik moet sterker worden. Waar zgn uwe ouders? In den hof. Roep hen hierIk moet hen en ook u iets voorlezen, een groot nieuws! FranQoise beefde inwendig, maar durfde geene onbe8cbeidene vraag doen. Haastig snelde zij den hof door. Na eenige oogenblikken kwam zg met Dugast en zgne vrouw terug. De priester had, op de hof bank zittende, hunne staan, groepeeringen van landbouwers op den buiten, groepeeringen van werklieden in de nijverheids-centrums, welke voor doel hebben de belangen van hunnen stand, ook op politiek gebied te behartigen en te verdedigen. Alleenlijk stellen zij als voorwaarde, dat die groepeeringen eerst en vooral katholiek moeten zijn, dat zij de eenheid der katholieke partij niet mogen verbreken, maar bereid moeten zijn om den strijd mede te strijden, dien de katholieke partij van ouds af heeft gevoerd tegen de vijanden van onzen godsdienst en van onze gewetensvrijheid, tegen de ver wereld- lijkers van het onderwijs, tegen mannen die, toen zij de macht in handen hadden, de godde loosheid in alle openbare besturen hadden ingevoerd. Met reden heeft men doen opmerken dat, overal waar men, onder die geruststellende voorwaarde, met de verschillende groepen is overeengekomen, de katholieke partij een drachtig en eensgezind is gebleven en zonder moeite hare tegenstrevers in de kiezingen heeft overwonnendat zij er, thans nog, de toekomst met vertrouwen mag te gemoet zien, steunende op eene eendracht waarvan iedereen de nood zakelijkheid erkent en welke, daardoor, on verbreekbaar is geworden. Daarentegen heeft men, in de arrondis sementen waar dergelijke overeenkomst wij niet is kunnen gesloten worden, de betreurenswaardigste scheuring zien ontstaan. Men heeft er katholieken tegen elkander zien te velde trekken, elkander gedeeltelijk zien overwinnen en in de wetgevende Kamers, daar waar de katholieke eendracht vooral noodzake lijk is, de bespreking van 's lands zaken zien achteruitschuiven, om er, ten aanzien van het land, hunne persoonlijke twisten voort te zetten. Niettegenstaande dat zijn er nog, onder onze katholieke konfraters, die van gevoelen zijn dat niet alleen de groepen welke zich katholiek noemen, maar tot heden buiten de katholieke partij staan, maar zelfs de groepen die bij de katholieke partij zijn ingelijfd en onder hare vlag strijden, moeten bestreden worden en dat, zonder hare volkomene verdwijning, de komst afgewacht en stond eerbiedig en tezelfder tijd vriendschappelijk groetend, bg hunne nadering recht. Mgnheer pastoor, zegde vrouw Dugast, het is hier niet goed. Wij zullen binnen gaan. NeeD, neen 1 men mag ons hooren. Laat ons alle vier gaan zitten. Gij herinnert u, dus begon hg, Jean Beau regard? Zeker, antwoordde de vader; zouden wij die schrikkelijke geschiedenis vergeten hebben? Mijne dochter denkt nog onophoudelijk aan hem. Helaas, murmelde de moeder, die zaak heeft ons ongelukkig gemaakt. Ik weet niet of het gerecht wel helder in de *zaak gezien heeft, zegde de pastoor met de oogen ten hemel 't is altijd stellig dat die jongeling mij steeds zeer lief is geweest en dat zijne veroor deeling mijne achting voor hem niet hesft doen verminderen. Frangoise kon een snik niet weerhouden. Blijf nu kalm, mijn kind God heeft voor ieder van ons zgne geheimen en niemand weet wat hem te wachten staat. In elk geval, ziehier een ernstig groot nieuws, dat ik over Jeau Beau regard in het dagblad heb gevonden. Ik dacht dat gij ook reeds zoudt ingelicht zgn. Weet gij inder daad nog niets. Angstig stond Frangoise op. Groote God, wat is er vroegen vader en moeder Dugast op hetzelfde oogenblik. Ziehier, zegde de pastoor, wat ik zooeven aan de ouders van Jean heb voorgelezen. En de brave man ontvouwde alwéér zijn dag blad en las andermaal het reeds gekende nieuws. Naarmate die lezing vorderde, straalde het aangezicht van Franijoise van onverholen blijd schap; op het einde liet zij zich van de bank op de knieën neêrzakken en vouwde; de handen samen. O, Godriep zij uit, dankdankHij is vrij Blijf bedaard, mgn kind, hervatte de priester. H\j is daarom niet gered, kamera men kan hem eenheid der katholieke partij onmogelijk is. Deze konfrater3 kunnen gelijk hebben in dezen zin dat, wanneer aan al de groepeeringen van landbouwers en werklieden de toegang tot de katholieke partij zal ontzegd zijn en deze zelfstandig en afzonderlijk, in de politiek zullen optreden, hetgeen er alsdan van de katholieke partij nog zal overschieten ongetwijfeld eensgezind zal zijn. Maar welke macht zij dan nog hebben zal, en tegenover die afgescheidene groepen, en tegenover liberalen en socialisten, dat is eene andere vraag, waarop wij niet gaarne zouden genoodzaakt zijn het antwoord te geven. Wij zijn, met de konfraters die de groepeeringen bestrijden, van gevoelen dat de katholieke partij, één en onverdeeld, in staat is aan alle maatschappelijke moeilijkheden hare rechtmatige oplossing te geven, aangezien zij steunt op de goddelijke leering van den Zalig maker, die de ware oplossing der sociale vraagstukken in zich bevat. Doch wij beleven eenen tijd waarop de ver- eeniging in alle vakken en onder alle vormen aan de dagorde is. Werklieden en landbouwers hebben zich vereenigd en vereenigen zich dagelijks meer en meer. De eersten vooral, indien zij niet vereenigd zijn onder de leiding van katholieken, zijn het onder die der socia listische roode vlag. Ook de burgers en nering hunne stoffelijke belangen te verdedigen. Kan men tegen die wettige neiging tot ver- eeniging terugwerken? Ware het zelfs wenschelijk zulks te doen? Wij deuken het niet. Doch, sommige konfraters beweren dat die vereenigingen enkel zouden mogen voor doel hebben hunne vakbelangen te verdedigen, buiten de politiek. Wij achten zulks moeilijk, zooniet onmoge lijk. Immers, de politiek is juist het geschikte middel om de belangen der verschillige standen doelmatig te verdedigen en ze te brengen voor de wetgeving, daar waar zij, in de eerste plaats, te huis behooren. Ongelukkiglijk is de politiek, zooals zij in ons land verkeerdelijk verstaan wordt, juist hetgeen zij niet zou mogen zijn, namelijk de elk oogenblik op nieuw aanhouden. In alle geval moet men kalm de igebeurtenissen afwachten en God bidden, opdat,er niets afga gebeure. Ik zal u bg tijds al het nieuws mededeelen, dat ik verneem. -r- Wij danken u, M. Pastoor. Een kwartier later stapte de weerdige geeste lijke andermaal den hollen weg door om naar zijne pastorij terug te keeren, terwijl FranQoise Dugast in bare kamer voor een Lieve Vrouwbeeld neérknielde. Tegen den avond wisten de meeste inwoners van Chateaubriand reeds wat er gebeurd was on overal stak men de hoofden bijeen om het feit te bespreken Iedereen drukte luidop zijne tevreden heid uit en men ging zelfs zoo ver den ouden Beauregard geluk te wenschen. Men zag in het gebeurde eene werkiug der Hand Gods. M. Antone Tuloup werd door zijne oude meid van het feit onderricht. Zooals men kan denken toonde hij er zich hoogst ontevreden over. Wat? riep hij, vrij? Jean Beauregard vrg Zijn er dan geene gendarmen meer? Is er dan geen gerecht, geene gevangenis meer? Moet dat geheels spel dan opnieuw beginnen M. Tuloup kou dien avond niet eten en iu hevige opgewondenheid stapte hij naar den toekomenden schoonvader. Zoodra deze hem bemerkte, begon M. Damblé, zonder zijn somber wezen te zien, hem aanstonds van den bruidskorf te spreken. Het bestelde kleer- goed wilde maar niet aankomen, de papieren bleven achter, enz. M. Damblé, zegde hij woedend, er is geen spraak van bruidskorf of papieren en zwijg daar maar van tot nader orde. M. Damblé verbleekte jjzelijk en liet een doffen kreet hooren. Moest zgne schoone droom dan alwéér in duigen vallen? Moest zijne zoete Marguerite - dan toch eene oude doohter worden? Wordt voortgezet). Alle mededeelingen, artikels en brieven moeten uiterlijk tegen den Donderdag noen in het Bureel besteld worden; alwaar men ten allen tijde kan abonneeren aan 4 fr. 50 P«r Jaar of S fr. QO voor «es maanden. Ieder Inschrijver mag wegens zijn bedrijf eene bekendmaking van 10 regels gratis in twee nummers doen plaatsen. De afBchen gedrukt bij den Uitgever worden eens kostvrij ia ds Gazette overgenomen en de annoncenprijs ia 15 o. dsn drukregel; Rechterlijke bekendmakingen 30 c. den drukregel. De inschrijvingen eindigen met eiken 31 December. 10 centiemen het nummer. _ft O 2_ utOti VmUw» UUWi 'ïïCiiff-

HISTORISCHE KRANTEN

Gazette van Dixmude (1871-1914) | 1896 | | pagina 1