aw©;!2 UPUGMT Stadsnieuws. Ugenktvuur bij de gebroeders van Van Coillie, Ooststraat, Rousselare. leend. HewelBeste lezers, landbouwers en werklieden van Eessen, Clercken en Woumen, wat dunkt u? Is die spaar- en leengilde geen allerschoonst en volks lievend werk? Welnu, wij vragen het u, wie heeft er dit zoo nuttig werk tot stand gebracht, en wie doet het steeds groeien en bloeien? Zijn het de liberalen en de socialisten die zonder ophouden hunne zoogezeide volksgezindheid ophelderen? Neen, niet waar Zij leenen niet aan den redelijken en gematigden kroos van 4 maar wel aan den woekerkroos van 10 en trachten alzoo het onwe tende volk te bedriegen en hem zijne een ten af te doen om met zijne zuur gewon nen penningen hunnen eigen zak te vul len en den grooten Jan uit te hangen. Het zijn dus de katholieken, en de katholieken alleen die het volk waarlijk genegen zijn, en die rechtzinnige liefde bewijzen, niet door ijdele woorden en alle slach van valsche en onvervulbare beloften, maar wel door welsprekende daden. Onthoudt dat wel, geachte landbouwers en werk lieden van Eessen, Clercken en Woumen, en zonder moeite zult gij een onpartijdig oordeel kunnen vestigen, en weten voor wien gij in de aanstaande algemeene kie zingen behoort te stemmen, indien gij wilt, niet alleenlijk uw geestelijk welzijn, maar ook uw stoffelijk welvaren voren- staan en verzekeren. Een onpartijdige Kiezer. Zarren< Voordrachten met lichtbeelden over Congoland, door den Zeer Eerw. Vader Vanden Bosch der Witte Paters van Afrika, op Maandag 25 Maart 1912, om 6 uren namiddag, in de zaal op den Koordhoek. 1° deel. Wetenswaardigheden over Congoland en zijne bewoners. a) Uit zicht van Congoland; b) Over de bewoners van Congoland. 2" deel. Over de voortplanting van het geloof in Congoland. a) Toestand der Congolanders onder den last van het Heidendomb) Hoe ons heilig geloof en Christene beschaving langzaam binnen dringen bij die volkeren. Kaarten op voorhand te bekomen bij den Eerw. Heer Onderpastor te Zarren. Prijzen der plaatsen Voorbehoudene 1 fr. 1° plaats 75 c. 2® plaats 50 c. Merckem. Over 5 dagen leze ik in de Gazette van Diocmude, aangaande die letters die staan op den gevel van mijn huis en ik antwoord hier over in het nummer van heden Ja, hier hebben al veel brave liên Naar het einde van mijn huis staan zien Den eenen lacht, den anderen Is kwaad Omdat hij niet weet wat er staat. Groot en klein Slaan al een oogske fijn, Als zij hier passeeren, Om het al bijeen te leeren. Het zijn niet al ongeleerde llên, Die daarop staan te zien, Gendarmen en geestelijken Staan ook stil om te bekijken. Er stond nog maar een reke, Komt daar een uit de streke, 't Was nog geen grooten heer, 't Was Alois, op wandel met den beer, En hij zei het rechtuit, En daaameê schei ik uit. 'k Pelsde, dat de ander maar eens zoeken Nog geen heb ik hooren vloeken Moest er mij lomand uitleg vragen Ik zou het hem zeggen, met behagen. Vriend luister wel en goéd Wat die letters beduiden doet Ziet hoe het gaat Als gij de rechte weg in slaat. Lijfrentgilde. Weeral over de lijfrentgilde hoor ik u mij toeroepen, en ik zie, gij zijt genegen dit artikeltje te overschrijden... en gij zoudt ongelijk, groot ongelijk hebben. Ja, beste lezer, ik handel nogmaals over de lijfrent, en zoo de goede God mij 't leven verleent, hoop ik nog menigmaal met deze zoo nuttige instelling voor den dag te komen, ten gevare zelfs door velen van zagerij beschuldigd te worden. En waarom Om u te doen begrijpen, dat de wel stand voor den ouden dag; dat het heil van onzen ouderdom, gelegen is in de lijfrentgilde en dat niets zoo zoet, zoo aangenaam is als te genieten van iets wat men aan zijne eigene spaarzaamheid ver schuldigd is. Ware men doordrongen van deze waar heid, alles zou als op wielkens loopen. Maar ongelukkiglijk velen die het nogal goed meenen, begnjpen het niet, of ont zien het de eerste stappen te doen. Met innigen spijt bestatigt de lijfrent gilde de Coninck de Merckem, dat zoo weinige lieden aan haren oproep, met belofte van twee frank van over eenige weken beantwoord hebben. Velen zeggen; later!... Waarom in Gods naam, een nuttig werk uitstellen Weet gij dan niet, dat, hoe jonger men begint, hoe hooger de rent zal zijn Later wil den zij het voordeel beseffen dat hun NU aangeboden wordt, zij zouden LATER niet moeten beklagen den dooveman, ik wil niet zeggen den dommerik, gespeeld te hebben als het tijd was. Vrienden van allen stand en ouderdom, een reddende hand wordt u gereikt en gij grijpt haar niet Daarom zeg ik met hertzeer De menschheid is wel onbedacht, Dat zij de rent niet meer en acht. En nooit gedenkt den ouden man Dio sparen noch gewinnen kan. Men voert, men toert, men rijd in 't wild Zoo kwistig wordt het geld verspild. Maar voor "den ouden dag... 't is paf! Daar mag geen enkel centjen af C. C. Joncker shove. Och Heere Mijnheere Wat dat ze nu uitvinden om 't volk van 't ijs te leiden Ze zijn van 't goe jaar, geloof ik, te Dixmude, of elders, waar dat ze zulk brood in den oven steken Wat is dat nu Eene nieuwe bakkerij Ja als ge wiltmaar al dat ze bakken, smaakt geveinigd als 't maar versch uit den oven komt. Gij verstaat mij niet Ik zal 't gaan uiteendoen. Zondag laatst kwam er bier eene splin- ternagelnieuwe Gazet met eenen splin- ternagelnieuwen naam om een oud ver sleten blad te vervangen, waaruit de lezers nog al wat wit papier konden snij den; al hadde dat blad maar die gave: profijtig voor den drukker en profijtig voor den lezer, Maarwaarom daar langer van praten Dat blad en verschijnt toch niet meer. Jamaar, jamaar, is 't dat blad niet, daar komt eene andere gazet uit. Zeggen ze alzoo, te Dixmude of elders nog drie maanden, en 't is kiezing; 't is verloren, wij moeten hot bekennen, wij hebben ons verbrand met dat blad, en wij moeten nu op de blaren zitten. En ze sloegen raad, en ze vonden hetals het maar dat en is, wist een heer daar te zeggen, met geen hair op zijn hoofd, maar veel hair op zijne tanden, peisde hij, als 't maar dat en is, wij herbakken ons oud blad,en geven het eenen nieuwen naam. En daar, de toer is gespeeld. Wij zullen het allicht eenige maanden uit houden, tot na de kiezing. En dan, wel, wij zullen dan zien. En intusschentijd, veel kurieuze lezers zullen het algelijk gelezen hebben. Maar, nu zijn ze verbrand, met hunne nieuwe gazet, en ze gaan moeten eenen fermen plaaster leggen, en nog en zal het niet genezende wonde is te diep. Die tien reken in die gazet gelezen heeft, zegt foei't stinkt. Over acht dagen, ja die man Die dat, zoo dichten kan, Den dien heb ik weeral beet; Ik zeg dat hij het ook niet weet, Want de letters staan daar in, Groot en klaar In deze zin M. nke. rt. i. a. u. e. oen. B. e. ngt. z. e. e. r. H. bt. g. 1.1. a. d. r. t. d. e. r. a. g. li. t. a. p. 1. u. e. i. r. En omdat het gewis Voor iedereen leesbaar Is Maar nog eenige dagen Er zal dan niemand meer moeten vragen De letters die er ontbreken Zal Ik er tusschen steken Dan gaat alle man, groot en klein, Van mij te vreden zijn Want niemand zal meer moeten raan; Het volgende zal er dan staan Mankeert er iets aan uw schoen Brengt ze hier Hebt gij iets anders te doen Vraagt het aan Pol Cuvelier. Saint. .aAssaut Beerst. Geheel het voorenste blad der plaatse lijke geuzen gazette was ternauwernood groot genoeg voor het verslag dier grootsche betooging te Beerst. De schrijver heeftin 'tfijne willen gek ken met die dorpelijke manifestatie, en vooral met de redevoering van schepen Coene. Hij doet Men man daar dingen zeggen, die hem te fijn door de suiker trekken, vooral als hij schrijft dat bij den uitslag der gemeentekiezing, de libe ralen van Beerst weenden van vreugde, elkander in de armen vlogen en zich om helsden!! In wiens armen zijn die oudersche jonkheden zoo al gevlogen Wie toch hebben zij mogen omhelzen Maar de schrijver van het artikel weet weinig te vertellen van het typiekst van M. Buyls redevoering. Beerst heeft de eer gehad eerst en vooral het goede nieuws te vernemen van den verpletteren den kopslap, dien Buyl in de Kamers 'ing geven... Ik zal ze daar eens be schaamd maken, de "kaloten, om de ver kwistingen, die zij doen, zegde hij, en dat met sommen en cijfers bewijzen; het ministerie zal plat liggen gelijk eene zes; 'k mag u zeggen, dat men er zal van spreken, geheel het land door. Jammer toch dat al de Kamerheeren naar 't gelukkig Beerst niet gekomen waren Zij zouden zoolang niet moeten liankeren hebben, naar dat meesterstuk En veel andere schoone dingen zou den zij daar gehoord hebben, onder meer, dat al de rechters van 't arrondissement kaloten waren(M. Vansieleghem, bijge- voegdrechter, die nevens Buyl stond, grameelde)dat het advokaten waren zonder (M. Vansieleghem grameelde voort)dat al de kaloten vrijgesproken waren en de liberalen veroordeeld.... en veel andere wetenswaardige dingen. Ook dat hij, M. Buyl, in den loop der week, naar 't ministerie ging gaan, om M. Coene te doen burgmeester noe men en dat hij bij zes weken terug ging komen naar Beerst, om de instellatie van burgmeester Coene te vieren... En't zal een goede burgmeester zijn, ging hij voortals gij een pintje te veel op hebt hij zal gebaren het niet te zienals gij uwherbergete laat open laat, hij, hij zal zijne oogen toedoenen gij jonge dochters van Beerst, als gij bij hem komt, om te trouwen voor de wet, hij zal u zeggen 'i is wel aan eenen zuiverbloed liberaal, dat gij uw herte geeft Zwicht u wel van met eene kalote te trouwen?!!! (Droeve tongen zeiden, dat Buyl uitge kocht was, om hier reklaam te maken voor de oudersche liberale jonkheden, vooral voor sommigen van den Raad). Wie zou toch geen geld geven, en veel, om zulke schoone dingen te hooren, uit den mond van een man als den wak keren M. Buyl. Waarlijk hebben de intellectueele libe- beralen, die daar mêe waren, eenen on- vergelijken namiddag moeten beleven. Jammer dat er zoo weinig waren W oumen- J onckersho ve Janverdikke, zullen wij ons heden niet moeten verwachten aan de vernieuwing der straatjongensstreken, waarmede onze mannen eertijds zoo gretig ons Schepen- kollegie vereerden! Meester Buyl immers is weerom in zijne toeren geweest; alzoo van die toeren waarvoren zijne partij- genooten in de Kamers zelve als ver stomd, of voor 't minste bitterlijk neerd stonden. Oh ja, ingezien onze gasten dien groo ten man voor hunnen heer en meester houden, door wien zij zweeren, wiens woord en voorbeeld hun als een bevel voorkomt, aan wiens knien zij als oot moedige knechten zich zoo gewillig ver nederen, 't is wel te peizen en heel waar- schijnelijk dat wij ze ditmaal niet min als voortijds dit edel stieleke zullen zien vernieuwen. Ah wie herinnert zich niet meer den tijd der fameuse 13,000 geleende franken? 't Was dan, niet waar, bij onze mannen een huilen en een tieren, om hooren en zien te vergaan, 't Was al van scherre- weg en verbuischen welke ons Schepen- kollegie zou begaan hebben, dat er vloog en gehoord wierd. 't Scheen zelve Woumen al met eens te klein was worden om hun gehuil te bevatten, want zij moesten, benevens menig ander bunsel nog, van denzelfden aard, door de stem oei, aan 400 fr. gepensionneerd van meester Buyl, dit nog doen uitbellen in de Kamers der Volksvertegenwoordigers; dit zelve deden zij waarschijnelijk, opdat de snoodheid hunner werking des te beter zou uitkomen alhoewel al hunne uit vindsels reeds menigmaal door de stellig ste bewijzen waren geloochenstraft ge weest en dat men hun eene premie van 13,000 franken had beloofd, indien zij hunne beschuldigingen konnen verrecht- veerdigen! Welnu, al dat gerammelsel had geenen anderen oorsprong als de alsdan huidige werking van meester Buyl. Te voren kenden zij zulkdanige houding niet; vuilig heden van eenen ganschen anderen aard op hunne politieke tegenstrevers werpen, zoolang men hunne neus en hunne eigene vuilnissen niet had gesteken, ja, dit had den zij begaan, doch vermoedens zoeken te verwekken van gemeentegelden achter gehouden en gebruikt te hebben, aan zulke eerloosheid hadden zij tot dan nim mer geroerd. M. Buyl hadden zij nog aan 't werk niet gezien. Maar daar, die groote man komt op. Lijk dezer laatste dagen, hij schaamt zich niet en schept zijn ge noegen in al wie eene eerlijke naam draagt, in al wie katholiek en godsdien stig is, te bezwadderen en de ernstigste vermoedens op hunne eerlijkheid te smij ten. Verders, wie zal het zeggen, wellicht geeft hij aan zijne verslaafden 't gedacht van in hunnen strijd te doen lijk hij, muizennesten overal te zoeken en daar mee, t mag kwetsend zijn of niet, waar of geen waar, op de bres te springen en in den wind te slaan om meegedreven te worden en zoo, te mogen hopen, dat er iets van hunne uitvindsels overblijve. En ziet, 't was gepast en gedaan en hun ge rammelsel, stinkende van de vuigste on waarheden, ging aan den gang. Ook daarom is het dat wij peizen mo gen en ons verwachten van met deze om standigheid, hetzelfde "spelleke te hernemen. Dat het maar geschiede't Zal intus- schen ons de gelegenheid geven eens te meer de snelle gastjes te ontmaskeren, 't Zal ons d'occassie verschaffen, van met cijfers voor hunne oogen te leggen, wat zij en hunne goden, vermogen, ja, wat zij al voor 't welzijn en den voorspoed van 't land gedaan hebben, immers buiten beloften, en voor daden en werken buiten afmaken en afbreken, komt alles uit op Oh binst gansch den tijd dat zij de macht in handen hielden, wat hebben zij gedaan voor den landbouw! Niets voor den werkman, nietsBelof ten genoeg, maar daden, geene! Zij had den zelfs geen cent pensioen voor hem. En nochtans zag men dan de lasten jaar lijks genoeg opklimmen. Maar zij hadden liever die te verbruiken om Kerk en Godsdienst te duivelen en scholen zonder God te maken, vandaar hun jaarlijks te kort terwijl de katholieken, om nu maar van 't pensioen te spreken, meer dan 200 millioen eraan besteed hebben sedert 1901 tot 1912 en dat al zonder verhooging van zien lasten en daarbij nog een jaarlijks over schot hebbende. Ziet dan... en zoo is't ook voor al andere punten. Maar 't zij genoeg voor heden. Wij zullen nu eerst onze mannen aan 't werk zien IIOOGESCHOOL-UITBREIDING. Deze laatste voordracht van dezen winter is Zondag waarlijk prachtig ge weest en zet de kroon op het werk van dit jaar. Gedurende twee uren onderhield ons Z. E. H. Lemaire over de Schilderkunst der XV(,e eeuw. Na een korte inleiding over de geschiedenis der schilderkunst en hare studie, kwam geleerd spreker ten volle in zijn onderwerp 1° Wat de schilderschool der XV',e eeuw, t. t. z. beide Van Eycks met hunne volgelingen Vander Goes, Memlynck, Vander Weyden, Bouts, enz., hebben af gemaakt, welke hunne onderwerpen warenen 2° hoe ze die onderwerpen hebben op gevat en uitgewerkt. Eenige profane onderwerpen komen in die tijden voor, zooals portretten en landschappen doch veruit het meeste getal zijn godsdienstige onderwerpenhetgene zeker heel wel in overeenkomst is, met het tijdstip van godsdienstig leven der Middel-Eeuwen. Ze zijn ontleend, enkele aan het Oud Testament, zooals Elias door den Engel gesterkt, het grootste getal aan het Nieuwe Testament, en wel aan het leven van Onzen Heerze verbeelden twee groote tijdstippen de geboorte en zijn dood en verheerlijking; heiligen beelden ook treft men aan 't zijn onderwerpen die aan de legenden van die tijden hun ontstaan zoeken zoo een H. Barbara, een H. Christophorus, een H. Sebastiaan, enz., die gemakkelijk door de toen be staande gilden tot beschermers werden aangenomen, en als zulkdanigen hoogst vereerd. De eerste zijn alle geschiedkundige tafe- reelen. De laatste zijn devotiebeelden. Andere heiligen ook werden op het doek gebracht als geschiedkundige tafe- reelen, heiligen die verbeeld wierden als mirakeldoeners, of martelaars in de fol teringen die ze doorstaan hebben. Daaruit blijkt klaar het doel der kunst van die tijden onderwijzen en bewogen leeren en predikenZelfs de profane af beeldingen hadden immer een zedelijke strekking. Doch hoe kwamen de schilders er nu toe, zulke onderwerpen op te maken? Omdat die tijden van godsdienstigheid de mysteriespelen kenden, of opvoeringen binnen de kerk van een of ander tafereel uit de geschiedenis onzes Heeren, ofwel omdat de relikwiën van deze of gene heiligen dan vooral werden vereerd. Daaruit valt dan ook gemakkelijk te begrijpen hoe die voorstellingen alle, zelfs de grootste martelien, als de marteldood van den H. Erasmus, zelfs ook de leven digste, kalm en zonder beweging of actie werden afgeschilderd. I)e schilder immers nam zijn tafereel, zijn personnagen niet af van het mysteriespel, daar en op den oogenblik dat het werkelijk werd uit gevoerd, maar wel na afloop van het spel, als een levend beeld, als personen die vóór den schilder poseeren zooals men zegt, zonder gebaar of beweging. En daartegenover komt Rubens in de XVI<,( eeuw met zijn geweldig leven en bewe ging. Daarbij hadden de schilders voor doel decoratief werk te verrichten schilde rijen af te werken om een bepaalde plaats, huis of paleis, doch meestal kerken te versieren. Daaruit komt het dat do Ita- liaansche school grooter en breeder tafe- reelen heeft afgemaald daar ze de groote muren van de Italiaansche kerken en kapellen moesten mede bedekkenzoo de Pauzelijke kapel van Sixtus in het Vatikaan; terwijl onze Vlaamsche kun stenaars kleiner, en dan ook fijner werk verrichtten in onze gothieke kerken, vooral in 't versieren van altaren met retabels, gelijk er dan in groote hoeveel heid te vinden waren, dewijl elke gilde zijn autaar had, dat ze moest opschikken en versieren. Deze waren de algemeene princiepen die Hoogleeraar Lemaire op klare en leerrijke wijze wist uiteen te zetten, en met wel verlichte, juist gekozen beelden nog duidelijker te maken. Om te eindigen liet hij nog menig werk van onze zoo gewaardeerde schilders der XV<le eeuw zien, en wees op menige fijne détails, die slechts een kunstgeleerde tevens en min naar vermag na te sporen. Waarlijk, gelijk Z. E. H. Lemaire het verlangde, hij heeft ons weten te onder wijzen en te bewegen, ons te doen trillen van bewondering en liefde voor die hoog edele kunst, en onzen katholieken gods dienst die, hij alleen zulke opvattingen kan ingeven, en zulke kunstmeesters be zielen. Twintig kussen wil ik u wel geven Zeg wat is de beste zeep? SUNLIGHT is 't waar mede ik dweep. Beetre zeep vindt gij niet in uw leven. een aanstekelijke ziekte, aan de gozond- heidskommissie of bevoegde overheid kenbaar te maken2° de afzondering van het aangetaste lid der maatschappij, uit school, huis, in hospitaal, lazaret of andere daartoe geschikte afzonderings huizen 3° de ontsmetting binst den duur der ziekte, van de kamer en omgeving van den zieke, ontsmetting ook na de ziekte, met aanduiding van verschillende praktiekst te gebruiken ontreiniging- middclcn4° de gezondmaking. In dit punt stemde de geachte spreker vooral op het toevoeren van zuiver drinkwater in steden en dorpenop het goed aanleggen van een degelijk riolennet, en op het zuiveren van de stoffen die uit de riolen worden ontbloot, zooals het in grootere steden gelijk te Berlijn en te Parijs be staat en nu ook allernuttigst is tot stand gekomen in Oostende. Hier miek hij ons ook bekend met een serum dat met gansch gelukkige uitsla gen als behoedmiddel voor den typhus in verschillende landen in 't leger vooral wordt aangewend zoo in Duitschland, Frankrijk, Amerika. Eindelijk trad de lesgever nog in menige leerrijke bijzonderheid af, aangaande de meest aanstekelijke ziekten pest, chole ra, typhus. Iets dat in dit opzicht valt aan te stippen is wel dit hoe bedevaarten, vooral bedevaarten van een gansche natie zooals Muzulmanen, Indianen, enz. naar heilige steden,waar duizende samen vloeien en reinigingceremoniën plegen, een allergeschikst middel zijn om besmet telijke ziekten te laten ontstaan en uit te breiden. Vele pratieke lessen kan de leergierige toehoorder uit apotheker Ghyssaerts loering naar huis mede nemen, ten slotte in zijn laatste raadgevingen samengepakt: netheid en zindelijkheid in huishouden en op 't lichaam te behoudenovervloedig gebruik te maken „van .gezond water, frissche lucht, en helder lichtmaar met liet lichaam, tevens ook de ziel van geeste lijke ziekte vrij te houden. De heer Ars. Glorie stuurde den toege- wijden lesgever een hartelijk dankwoord, in naam van alle aanhoorders toe Wei verdiend voorwaar. Het Peest der K. J. W. Nog acht dagen, en wij zijn er!.... Op 31 Maart geven wij ons eerste avondfeest, en vol verlangen zien wij dien blijden stond te gemoet, immers wij zijn over tuigd dat dit puik feest lukken zal, gezien de kunstenaars die er optreden, gezien de beste aanmoedigingen die wij overal ge nieten. Wij wisten wel dat onze opgeblazene liberale farizeërs het feest niet zouden laten voorbij gaan zonder hunne afgunst te laten blijken Zij schijnen verontweer- digd omdat zulk feest gegeven wordt in den Heiligen tijd van den Vasten, wijl zij er voor hun eigen geen beletsels in vinden te maskeren op den eersten Zondag van den Vasten, en een gemaskerd bal te houden op Half-Vasten. Daarin ziet ge dus de valschheid onzer liberalen, maar wat kan ons dat maken iedereen weet geheel goed, dat de liberale partij de schijnheiligheid en de valschheid verpersoonlijkt, en dat zulk de oorzaak is van hare verdwijningimmers wat is zij nog anders dan het trekzotje der socialisten Gezondheidsleer. Dinsdag avond werd door den heer A. Ghyssaert, lid der provinciale commissie van openbare gezondheid, waarlijk een prachtige, nuttige, gansch leerrijke les gegeven, die ons volkomen bekend heeft gemaakt met den openbaren strijd tegen de besmettelijke ziekten. Eerst miek hij zijne toehoorders in korte woorden duidelijk hoe de ziekten, door de microben in 's menschen lichaam teweeggebracht, worden overgezet, 't zij door onmiddelijke, 't zij door middelijke besmetting, door tusschenkomst van vliegen, ratten, muizen, en andere dier gelijke, die de ziektekiem op zich rond dragen In een tweede punt wist hij de strijd wapenen aan te duiden waarmede de be smetting hoeft bakampt; 1° de plicht van Laat ons dus verders om dat liberaal gezwets niet bekommeren, en houden wij het oog op ons feest van 31 Maart ge richt; op dien kunstavond waarop de moeilijkste Muziek- en Tooneelliefhebbers ten vollen zullen voldaan wezen. Welaan dan Katholieke Leiders en Vrienden, die ons zoo goed ontvangen hebt, bepaalt u niet bij het nemen eener kaart, maar maakt er gebruik van, komt in ons midden u eenige uren verzetten en zoek vooral geene uitvluchtsels. Zoo zult gij toonen dat gij de Katholieke zaak met hert en ziel genegen zijt, gij zult zoo doende de Jongelingen aansporen des te verkleefder aan u gehecht te zijn, des te moediger te strijden voor den zegepraal der Katholieke Vlag, want vergeet im mers nooit het aloude Vlaamsche spreek woord dat zegtEendrachtig in alles en voor alles in een woord Een dracht maakt macht Leve de Kath. Jonge Wacht! Kaarten zijn ten alle tijde te verkrijgen bij de Bestuurleden alsook in de Gouden Balans plaats, 2,00 fr. - 3a plaats, 2® plaats 1,50 fr. 1,00 fr. Bericht. Alle mededeelingen moeten uiterlijk tegen den Donderdag noen in het Bureel beiteld worden. vtLOMAKERS vraagt AGENTSCHAP WIELRIJDERS vraagt GRATIS LUXECATALOGUS Mil THE ÜHTVERPIA CYCLE Cv Lid, M, PELIKAAIISTHAAT, HTBERPEN, TARIEF VRACHTVRIJ nu fi*fVh nnrrl -ariorrl qdat

HISTORISCHE KRANTEN

Gazette van Dixmude (1871-1914) | 1912 | | pagina 2