Gazette van Yperen.
hebben grootelyks gelyk, want zy betalen
jaerlyks
Dusdat zy meer dan dry en vy ftig franken
betalen, om te leven met den wind.
Zullen de ministers dit regt vermin
deren? wy weten het niet. Maer hetgene
wy weten is dat de molenaers zoo veel als
zy zyn, moeten verzoekschriften tot de
Kamer zenden om die groote patent regten
af te schaffen. De ministers regten toch
niets uit! Zy doen door de Kamers budjet-
ten stemmen om geld te krygen, en zy zyn
voor het overige geheel gerust.
Molenaers! zendt wat petitien om te
reclameren tegen het onregt u aengedaen;
wy zullen uwe belangen voorenstaen, wy
zullen schreeuwen en schryven lot dat gy
verkryge hetgene met regt u toekomt.
Men denke niet dat, na de pogingen
gepleegd door de liberalen in de Kamer
der volksvertegenwoordigers, om de tegen
woordige militie wetten te behouden, alles
verloren is voor het toekomende. Duizend-
mael neen! de bloedwet is veroordeeld
door alle ouders, door alle burgers die het
meuschdom en de volksregten zyn aenge-
kleefd. Indien beer Rogier en de liberale
knapen onzer Kamer, verschrikt zyn over
de 70,000 handleekens hun toegestuerd
door zoo vele menschen, die belangen
hebben om de onregtveerdigste der wetten
te zien afschaffen, ze zal het niettemin zyn,
want het regt zegeviert altyd vroeg of laet.
Het Senaet heeft ook den weergalm ge
hoord van het petitionnement. MM. d'Hoop,
Neef, Forgeur en Desmanet de Biesme zien
in de 1,800 verzoekschriften die alreeds
ingediend zyn en in de andere die nog alle
dagen toekomen eenegevaerlykebeweging
die door het ministerie moet worden
wederhouden, door het voorstellen eener
wet op de militie dewelke aen de gemeene
eischen voldoen konne.
Wel is waer, de leden van het Senaet,
Op 23" september heeft Pieter-Joannes Van-
denbroele, schepen van Boesinghe, de plaeg onder
zyne beesten zien uitbersten. Tegen 2® october
waren aldaer reeds 12 koeijeo, 5 veerzen en dry
kalvers gedolven door bevel vau M. Tack. De
weerde van die beesten wierd geschat op i54 172
ponden grooten. Gemelden Tack deed op 26"
september delven, de beesten van Joannes-Baptiste
Dewaucker, landbouwer te Boesinghe, bestaende
die gesproken hebben tegen de militie
wenen dewelke nog in voege zyn, zyn het
niet eens over de middelen die moeten ge
bruikt worden om het leger te wervenzy
hebben zelve durven zeggen dat zy, met
den minister van 't inwendige, de loting
zouden behouden; doch hun voorloopig
gedacht is, dat men bestudeeredegebreken
van het tegenwoordig stelsel en dat men
beginne te veranderen hetgene mogelyk
is. Allengskens zullen de veranderingen
voldoen aen de eischen der belangheb
benden.
Alle dagen komen nog nieuwe verzoek
schriften in de Kamer toe; dat men niet
ophoude te klagen en te vragen tot dat
men ons toesta hetgene ons toekomt.
In de zitting van 4° dezer maend, heeft
men den president der Kamer ondervraegd
om te weten wanneer het verslag over de
verzoekschriften tegen de bloedwet zal ge
schieden. M. Coomans de verslaggever en
de voorslaender der afschaffing van ge
melde wet, heeft geantwoord dat hy het
verslag zal geëindigd hebben voor Paes-
schen. Die nog niet geteekend hebben
tegen de afschaffing der tegenwoordige
militie wetten, dat zy zich haesten om nog
wat duizende handleekens in te dienen
voor aleer dat de Kamer eene beslissing
geeft.
Dry verslagen worden nedergelegd,
door MM. d'Hoop en De Block over ver-
scheide inboorlingschappen en door M.
Michiels Loos over het traktaet met
Persien.
Men stemt het budjet van het inwendige
en dit der builenlandsche zaken.
De algemeene discussie wordt geopend
en gesloten op het crediet van fr. 300,000
voor de openbare werkenop de dotatien,
en op het overzigt van een deel van titel II
van het strafwetboek.
De Hertog van Brabant, die deze zitting
bywoont, heeft gesproken ten voordeele
der vermeerdering van de pensioenen
onzer afgezanten by de uitheemsche mo
gendheden.
De minister van het uitwendige heeft
geantwoord dat hy voor de toekomende
jaren zal voorzien om de pensioenen der
afgezanten te vermeerderen.
Het dagorde is betrekkelyk de wet op
de dotatien. Deszelfs artikels worden aen-
veerd, als ook het crediet van 500,000 fr.
gestemd door de Kamer der Volksverte
genwoordigers.
Na eenige woordenwisselingen, stemt
menook de wet betrekkelyk de verande
ringen te doen aen hel 2e boek der straf
wetboek. Hel senaet scheidt uit een voor
eenen onbepaelden tyd.
Negen verzoekschriften vragen de af
schaffingder militiewet en hare vervanging
door eene andere, gestoefd op de vrywillige
dienstneming.
Discussie op het wetsontwerp gevende
bezondere voorregten aen de consuls ver-
blyvende in de onbeschaefde streken. De
eenigste artikel dezer wet luidt al volgt
By uitbreiding der artikels II en 12 en
zonder vernietiging der artikels 16 en 20
der wet van 3ie° december 1851, op de
consulschappen en de consulaire voor-
geglen, mag de consul in de landen buiten
christendom, ontvangen alle akten en
overeenkomsten die door notarissen moe
ten geschreven of ontvangen werden,
mits zich te onderwerpen aen de wet op
het notariaet.
De wet wordt aenveerdt met eenparig
heid van stemmen der 70 aenwezige leden.
Acht verzoekschriften vragen de afschaf
fing der bloedwet en hare vervanging door
vrywillige dienstnemingen..
M. De Perceval vraegt aen M. den Pre
sident of de Kamer wel haest zal kunnen
zich bezig houdeu met het verslag over de
verzoekschriften betrekkelyk de militiewet.
M. Vander Donclit verzoekt M. Coomans
het werk van zyn verslag te spoeden.
M. Coomans zal zyn verslag aenbieden
voor de Paeschvacantie.
De Kamer onderzoekt verscheide ver
ambt. De putmakers ontvingen van de gemeenten
twee schellingen (een frank negen centiemen) voor
iederen put.
Voor patent als mulder w fr. lO-OO.
Voor olie stamper t 3 7-00*
yoor liutaëd koeken te breken, 3-50.
Voor malen van draef ètr geerstO-OO.
Voor bet verkoopeu van meel *-30.
53-20.
DE BLOEDWET GEHANDELD IN HET SENAET.
te Bixschote, ook inken van zyne zieke beesteo, die
aenstonds wierdeD gedood.
Gedurende den her ft van 1771, heeft de plaeg
haer wederom vertoond in het Brugsehe Vrye, in
het groot Noorden; de jointe zond er naer toe den
luitenant Jooris, die in de kasselery van Yperen
vervangen wierd door den beer De Cock, advokaet
fiscael by den Raed van Vlaenderen te Gent. Deze
was veel strenger dan Jooris in het uitoefenen
zyner pligt.
Op 5on september deed deze commissaris De
Cock te Renioghelst dooden al de beesten vaneen
kwartier uers iu het ronde eener hofstede waer de
plaeg kwam te verschyuen. Nochtans deed hy al de
beesten, volgens prysie hunner weerde, betalen.
SENAET.
Zitting van 4en Maertc.
in vier koeijen, twee veerzen en dry kalvers. De
nieuwe commissaris De Cock woonde de executie
by met de experten koeimeesters Bryon en Capelle.
De schatting beliep tot 58 ponden 18 schellingen
grooten vlaemsch.
Den 26° september deed Tack dooden zes
melkkoeijen en dry kalvers toebehoorende aen
Pieter Le Roy, brouwer te Steenstrate, gemeente
Zuydschote; een kalf alleen was door de ziekte
aengerand. De prisie dier beesten beliep tot 57
ponden 8 schellingen 6 deniers grooten vlaemsch.
Deze Le Roy zag de plaeg voor de tweede mael
onder zyne beesten uitbersten.
Op 3o° september wierden de beesten van
Joannes Beaupry, landbouwer te Zuydschote, ook
besmet en gedood.
Den i5n october borst de plaeg uit op de hof
stede bewoond door Jacobus Hosdey, te Boesinghe.
Tack deed 7 melkkoeijen, 3 veerzen en dry kalvers
om hals brengen door den dragonder dien hy met
zich leide. Wanneer de beesten wierden dood
geschoten, moest de landbouweraen wie de beesten
toebehoorden betalen 3 1/2 stuivers (32 centiemen)
voor iedere beest, aen den soldaet belast met dit
Zitting; van 5e" Maerte.
KAMER DER VOLKSVERTEGENWOORDIGERS.
Zitting van 3en SRaerte.
Zitting van 4en ftlacrte.
Den 20° october wierd er in al de gemeenten
gepubliceerd door order van het Hof dat men,
gedurende dezes winter maenden moest declaratie
doen van de beestialen, gelyk gedurende de zes
zomer maenden, maer geen hoorugeld betalen
gelyk in den zomer.
Den j2n november zyn dood gesmeten 17
hoornbeesten loopende in de garzingnn van
Emmanuel Ghyselen, bakker te Yperen, waervao
er vyf toebehoorden aen Ghyselen, 10 aen C.
Bonte, eene aen Karei Vanoverschelde en eene
aen Pieter Vandewynckele.
Op io° december Jan-Baptiste Leuridan
weide bewaerder by Luzerne, heeft inken gedaen
dat de beesten toebehoorende aen Karei Goddyn
met de plaeg aengedaen waren. De commissaris
De Cock is er uaer toe getrokken uit Yperen, en
heeft doen delven twee veerzen, weerd te zanten
18 ponden 5 schellingen grooten vlaemsch.
(wordt voortgezet.)