4
I
r
I
J
1
6
(69
4- In plaats
(c
i
z
i
1
I
2
Fi
C
I
1
I
I
7/
O
fl
e
o
ji
4- In plaats van directeurs, zullen voortaan aan de gouverneurs
worden toegevoegd een provinciale inspecteur voor de registratie en
en een provinciale inspecteur voor de directe belastingen in- en uit
gaande regten en accynsen. behoudens de uitzonderingen w< Ikc voor
sommige provinciën mogelyk zullen worden bevonden.
Deze provinciale inspecteurs zyn leden van den raad der gouverneurs.
De toepassing van liet bovengemeld beginsel zal in zulke provi: c en
alwaar thans nog directeurs aanwezig zyn, kunnen uitgesteld hlyve.i
indien het belang van den dienst zulks mogt toelaten of wenscliclyk
doen oordeelen, doch zal erin geen geval tot cenc nieuwe benoeming
van directeurs overige gaan worden.
5. In alle provinciën waar directeurs aanwezig hl yvenvoor beide
de vakken, zoo der registratie, als der directe belastingen, in- en
uitgaande regten en accynsen, of voor een van beiden, zullen de be
trekkingen van den directeur of de direelurenin alle opziglen op ge-
lyken vooitducrcn als zy by ons besluit van den t6 november i8'z3,
zyn geregeld.
Kan de betrekkingen der Gouverneurs tolde Hoofd-Administratie.
6. Ten einde de administrateurs in staat te stellen om een doelmatig
gebrnik te maken van de bevoegheid aan hun by artikel 16 van ons
besluit van den i6lI'n november i8a3n.° 88, gegevenen lien in het
algemeen in staat te stellen, de verdiensten der financiële ambtenaren
aan ieder
bestuur
alle
besluit van den 16d'
ÜJgVlUCCll iu Oldill IC 3LCX1UU UC VC1 UlVIM^v «vi uuauvaviv
te bcoordcelen, zullen de Gouverneurs gehouden jaarlyks
derzclvc, voor zooveel betreft het hem toevertrouwd vak van
staten in te zenden, houdende eenc personele beschryv’ng van
de in hunne provincie werkzame ambtenaren tot de Byks ontvangst en
behoorende ,|met naauwkeurige opgave van de hoedanighedenwelke
die ambtenarentot bevordering of tot verplaatsing meerder of minder
in aanmerking behooren te doen nemen.
7. By uitbreiding van artikel 3z van ons voorschreven besluit,
worden de Gouverneurs gemagtigd, opheffing van hypothecair ver
band te verlcencn, voor uitgestelde regten van successie, nadat deze
regten geheel zyn betaald.
8. De magt, by art. 35 van dat besluit tot kwytschelding, of ver
mindering van boete aan de Gouverneurs gegevenwordt uitgestrekt
a. Tot de boeten by de wet op het zegel vastgesteld en by voor
schreven artikel, ouder n.° 2 vermeld, wanneer dezelve minder
bedragen dan veertig guldens (4n)-
b. Tot alle overtredingen van art. i3 der wet op de succession van
den 27 december 1817 (staatsblad n.“ 37), begrepen onder de
bepalingen van artikel 33, n.° 3, van ons besluit van den 16
november i8a3, n.° 88, zonder uitzondering omtrent de hoe
grootheid van den boedel, wegens welke de boeten mogten zyn
verbeurd.
Zullende, dienvolgens, de gouverneurs in de liiervoren enjin art.
33 van ons voormeld besluit bepaalde gevallen mogen beschikken op
de aan hen onmidSelvk gerigte verzoeken, of op die, welke aan ons,
of aan de administratie ingediend zyude, aan hen ter dispositie worden
verzonden. ilf el vervolg in een ander nummer).