5 I Vervolg van het koninklylc besluit van den 16 september rakende de organisatie der administration. cj. Dc bevoegdheid by art. 4>,van ons meergemeld besluit aan de' gouverneurs gegevenoin de ambtenaren van den activen dienst door schorsing te straffen, wordt uitgestrekt tot den tyd van eene maand. De gouverneurs geven maandelyks aan het hoofdbestuur kennis van dc schorsingen, welke zy hebben opgelegd, of in liet geval van artikel 4° goedgekeurd, met korte vermelding van dc redenen. to. Dc benoeming der commiesen by de middelen, zoo als die by art. ^5 van ons voorz. besluit aan de gouverneurs is opgedragen, zal definitief zynwordende dezelve mitsdien ontslagen van dc vcrpligting, om telkens by het doen der benoeming kennis van dezelve te geven aan den administrateur. Deze kennisgeving zal mitsdien slechts eenmaal in de maand plaats hebben, cn het bewvs moeten oplevercn, dat de benoemde persoonen uc vcrcisclitcn bezitten, by onze besluiten daaromtrent voorgeschreven. it. By uitbreiding van de bepalingen by art.5a van dat be sluit gemaakt, omtrent dc behandeling van contentieusë zaken, ...1 Z._ 1 jeinhereerd eene beschikking van onzen minister van Staat, belast met dc generale directie der ontvangsten, van den 2~’Un augustus i823, n.°i, word alverder vastgestcld 1. " Dat de voorloopige magtiging van het hoofdbestuur by artikel i5,a. van voormelde beschikking voorbehouden, niet meer vereisclit wordt, tot de vervolging van alle bekeuringen, zonder onderscheid ten laste van vreemde of onbekende schippers voerlieden en andere personen, die krachtens artikel 224, en het eerste lid van artikel 225, der algcmccne wet, van den 26 augustus 1822 (staatsblad n.° 38), reeds in verzekerde bewaring zuilen zyn genomen, mits echter daarvan terstond kennis aan het hoofdbestuur worde gegeven. 2. ° Dat dezelve voorloopige magtiging by artikel i5, b. van voormelde beschikking voorbehouden, slechts dan zal worden vereisclit wanneer het vereenigd bedrag der boete en verbeurten, vyfhoudcrdguldcns 5oo) te bovengaat, of wanneer er twyfel bestaat omtrent dc toctcpassen artikelen der wetten, of omtrent dc uitlegging van den duidelyken letter derzelve; blyvende de gouverneurs in deze gevallen gehoudende autorisatie van het hoofdbestuur intcroepen, hoe gering het beloop der boete of der verbeurte wezen mogt. 3. ° Dat de gouverneurs insgelyks, zonder eeuigc magtiging van booger hand, de administratie in appel of cassatie zullen kunnen doen verdedigen in alle die gevallen, in welke zy bevoegd zyn, dc autorisatie tot het aanvangen der regtsvordering te geven. Zullende dc gouverneurs evenwel het hoofdbestuur moeten raadplegen, wanneer de door party in appel of cassatie voorge- By uitbreiding van cn •Waarby wel byzonder is sten

HISTORISCHE KRANTEN

Het Advertentieblad (1825-1914) | 1825 | | pagina 5