(7) Iccneti van den gestelden borgtogt voor binnenlandsche paspoorten, welke raogten zyn verloeren geraakt, mits blyke van het verblyf d. r goederen binnen ’s lands. 17. Zy zyn abnede gemagtigd, de teruggave te bevelen, welke bet gevolg kan zyn van verkeerde aangifte der regten volgens art. ia5 en 126 der algemecne wet van den 26 augustus 1822. 18. De by artikel 64 van ons besluit van den 16 november 1823, n.° 88, aan de gouverneurs verleende ntagt, tot bet ver anderen der kantoren van uitvoer, wordt in zooverre uitgebreid dat dezelve ook buiten zeer byzondere omstandigheden op ver zoek der belanghebbenden ter uitvoer zullen kunnen aanwyzeu een daartoe open kantoor in eene andere provincie. Fan de betrekkingen der Gouverneurs daar en waar geene Directeurs aanwezig zyn. tg. In alle die proviocieti in welke voor een der vakken, hetzy van de registratie, hetzy van de directe belastingen, in- en uitgaande regten en accynseu, hetzy van beide, geen afzonderlyke directeurs aanwezig zulleu zyn, gaan derzelver betrekkingen geheel over op deu gouverneur, welke mitsdien belast is met alle’die werkzaamheden, welke hetzy by de wet, hetzy by ons besluit van den 6 november 1813, n.°88aan de directeurs zyn opgedragen. 20. In die gevallen, in welke dc beslissing van den directeur aanleiding kan geven tot een beklag aan gedeputeerde Staten, is de gouverneur bevoegd dit gedeelte der werkzaamheden aan de hem loegevoegde provinciale inspecteurs optedragenen voorzoo verre hy verkiezen mogt dezelve in persoon uitteoellenen zal liy zich onttrekken aan de beraadslagingen op klagten, tegen de door hem genomen beschikking. 21. De provinciale inspecteurs aan de gouverneurs.toegevoegd, zyn gehouden hen de behulpzame hand te bieden, in al hetgeen betrekking heelt tot bet vak van bestuur waarvoor zy benoemd zyti, zy zyn deswege onmiddelyk met dc gouverneurs werkzaam c:i zorgen dat alle schrifturen daartoe betrekkelyk naar belmoren worden verjigt. 22. De gouverneurs zyn bevoegd de behandeling van de by- zonderheden der administratie aan de provinciale inspecteurs op tedraegen, met dien verstaande echter, dat alle eigenlyk gezegde orders alleen door dc gouverneurs kunnen worden gegeven. 23. In die provinciën alwacr geen directeurs der directe be lastingen in- en uitgaande regten en accynscn aanwezig zullen zy nzullen onder het onmiddelyk beheer en bevel van den gouverneur, de werkzaamheden voor bét kadaster aan den inspecteur van het kadaster worden opgedragenaan welke tot goedmaking der benoodigde kosten de gewoone schadeloosstelling zal worden toegekend. In de provinciën, alwaar de bovengemelde directeurs voor- ioopig worden behouden, zal alles op den tegenwoordigen voet blyven voortduren. {Tiet vervolg in een ander nummer.')

HISTORISCHE KRANTEN

Het Advertentieblad (1825-1914) | 1825 | | pagina 7