5 rey itact s/rj- {Geteekend) 'istus den urg, tank mnk lank na- •nu- isch oe- len 01- ord lieu ven sten we nts ond by lijks m te en ten et er Se~ ci p ,8i t en boner.di.n duisterheden en ver ''.wringen van vtxsehil- lenden. aard voorde registers van den burgerlyken stand moeten onleveren» Gezien de wet van den 6 maart i8t8 (Staatsblad n.° 18). Op het rapport van onzen minister van justitie ])n Raad van Stale gehoord Gezien het rapport van onzen minister van binnenlandsche zalen Hebben lesloten en besluiten Art. i. Voor die genen onzer onderdanenwelke tot hiertoe nalatig zyn geblevenom, overeenkomstig het decreet van den 18 aibmstig 1811, eenen vasten geslachtsnaam aan te nemen, en in^plaats daarvan eenen ve.randerlyken bynaam zyn blyven voerenwordt op nieuw een termyn. van zes maanden opengesteld, binnen welken zy gehoudet zullen zyn zich eenen vasten ge- slachtnaarn te kiezenen daarvan, by den ambtenaar van den burgerlykenstand van derzelvsr woonplaetsde vereischde ver- klaring af te leggninvoege als by hetzelve decreet van den 18 augustus 181 t^’en met byzondere inachtneming van het voor geschreven e by art. is bepaaldwaarvan de stipte nakoming 'mitsdien by deze op nieuw wordt aanbevolen, ■2. Na den afloop van den termyn, by het vorig art. gesteld, zullen de nalatige» t gen hetzelve te dier zake vervolgd en nestraft worden met. de straffen en boeten by de wet van den G maart :8i8 (Staatsblad n." 12) bepaald, met gelyke straffen en boeten zullen g straft worden elk en een iegelykdie zich, in slede van den. door hem aangtnomen oj gevoerden geslachtnaam in publieke of onderhandse he acten en geschriften, of in zyne openbare betrekking eenen virinderlyken bynaam mogt geven en zulks onverminderd de meerdere straffendaartoe termen zyndetegen de misdaad van valschheid of andere misdry ven by het wetboek van straffen voorgeschreven of naderhand verdek voor te schryven. 3. De ambtenaren van den burgerlyken stand en andereplaat- sclyke of administrative autoriteiten aan welke het mogt komen te blyken; dat de bepalingen, by het voorgaande eerste artikel vastgesteld niet mogten zyn in acht genomenof dat strydig met dezelve mogt zyn gehandeldzullen verpligt zyndaarvan aan de officieren by de regtbanken aangifte te doenten einde tegen de overtreders overeenkomstig art. 1teprocedeeren. Onze ministers van justitie en van binnenlandsche zaken zyn, ieder voor zoo veel hem aangaat, belast met de uitvoering van het tegenwoordig besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst. Gegeven te Amsterdamden 8 november des jaars 1825van onze regering het twaalfde. (Gefeektnl) WILLEM. Van wege den Koning, J. G. de Meu van Steeiereuk»

HISTORISCHE KRANTEN

Het Advertentieblad (1825-1914) | 1825 | | pagina 5