snel als liet gaen wilde. Toen ik opstond waren al myn leden vcrstyfd, als of zy ver lamd waren; doch spoedig herkreeg myn bloed zynen snelleren loop en zoodra ik myn geweer had geladen, maeklcn wy ons op weg naer onze wagens. Apollo, die nog van angst beefde, liep voor my uil met een brandpan op het hoofd en een fakkel in do regterhanddaerby sprong en schreeuwde hy als een waanzinnige ten einde de wilde beesten te verjagen. VVy bereikten ten laetste onze wagens en nadat ik mynen honger had gestild, vraegde ik mynen redder wat er gedurende myne afwezigheid was gebeurd, en hoedanig hy het had aangelegd, om my uil hel gevaer te bcvryden. De arme drommel had den ganschen dag getracht myn volk te overreden, en gemeen- schappelyk met hem middelen tot myne redding in het werk te stellen. Zy hadden, gelyk reeds gezegdin den morgend cene pooging daertoe aengewend, maer de moed was hun alras ontzonken. In den avond be sloot eindelyk Apollo, om alleen te beproe ven my uit den bachelyken toestand te verlossen hy wendde een schrander uitge dacht middel daertoe aan hy nam een der grootste pannen, betrok den bodem met cene laeg bevochtigd buskruid, opdat het langzaem zou branden, legde,er strooi over schudde droog buskruid er op onbekroonde dit alles met eenige kransen boomtakken, Zoodanig toegerust, begaf hy zich met het begin van den nacht op weg. loen hy den halven afstand had doorloo- pen, vervolgde hy in gebogen, ja langzaem en voorzichtig kruipende houding, zynen weg tot dat hy ongeveer honderd passen van my was verwyderdzonder dat de leeuw zyue nadering bemerkte. Toen eerst had het wilde dier zich opgerigt en voor het eerst gebruld. Op het hooren van dit verschrik- kelyk geluid, zegde de arme man, stolde my het bloed in de aderen en was ik op het punt van bewusteloos neder te zygen. Apollo hield zich onbeweeglyk tot dat de leeuw weder wasbedaerd en kroop vervol gens voetje voor voetje nader, van tyd tot tyd een oogenblik ophoudende. Eindelyk toen hy dacht vergenoeg genadert te zyn, slak hy met een fosfoorken het strooi in brandhet welk terstond helder begon to vlammen, liet was gedurende deze operatie, dat de vorst der woesteny in zulke geduchte woede geraekte. Maer Apollo liet hém geen tyd tol bedenken, hy vloog met de brandende pan op het hoofd en de vlammende takken- kransen in de hand tusschen ons beiden in en dreef den vyand op de vlugt. De goede jongen had meer geesten moed tot myne red- dingaengewend dan hy misschien zou hebben getoond om zyn eigen leven te bewaren. Maer nu was nog met den schavuitdie my zulk eene onuitsprekelyke marteling had voet, die ten gevolge van den ramp van 8 july, ziek in het hospitaal van Hasselt getre den zyn, zyn er zaterdag laatst 25 gansch hersteld uitgekomen en hebben hun regi ment te Brussel vervoegd. De dry soldaten, die in het liospitael gebleven zyn, zyn op beter zyde. Het huwelyk in een vreemd land door cenen Belg aengegaen is uit volle regt nietig, indien hel in Belgien niet voorafgegaen is geweest door de publication, gevorderd door de art. 63 en 5 van het burgerlyk wetboek, vooral zoo dit huwelyk aengegaen is met het doel om te ontsnappen aen de voorschriften der belgischc wetten en inzonderheid aen de noodwendigheid van de voorafgaande toestemming der ouders. Dit vonnis, dat een gewigtge regtskwestic oplostis den 19 dezer, uitgesproken door de regtbank van eersten aenleg van Gent, op eensluitcnde konklusien van hetopenbaer ministerie. Stukken van 5 cenlimen, in lood en met eene metalieke laeg bekleed, onder alle opzichten gelyk aen de echte stukken, zyn tha s in omloop. Zoo gelykend zyn zy dat men ze inoeijelyk kan herkennen. Veurse, 23 July. Donderdag lestleden, verjaring der in komst van onzen geliefkoo-den koning, hebben zich alle de overheden van stad, voorgegaan van het korps-pompiers alsmede van het muzyk van S.“ Cecilia, ten 11 ure naer de kerk van St. Nicolaus begeven, al- waer den plegligen te deuin die ter dier oorzaek gezongen is geweest by te woonen. Te Meenen zyn verscheidene valsche vyffrankstukken aangeslagen, met de beeld- tenissen van Napoleon 1 en Karel X, en de jaartallen 1808 en 1823. Men leest in het Journal de Charleroi Het schoon weder, hetwelk wy sedert onge veer veertien dagen genieten, heeft aen de velden het grootste goed gedaan. Het maeijen der rogge is in onzen omtrek op verscheide plaetsen begonnen, en naer het eenparig gevoelen der landbouwers, is de opbrengst, welke men voor middenmatig verwachtte, die van een goed jacr. De tarwe belooft veel de airen zyn lang en wel gevuld. De haver-, boon- en snyboonvelden staen ook zeer schoon. Een gedeelte van de aangehoudene per sonen hebben alles bekend. Er zyn er zelfs ie berouw toonen. De meesten echter bly ven •ochencn of volharden in hunne stout igheid. Het gouvernement schynt niet voornemens et hoog geregtshof voor deze zaek bycen 'roepen. Ook tracht het zoo weinig rucht- lerheid mogelyk aen heel het gebeurde to BVeneen bewys, dat het iuderdaet deze dsgeen gemaektspel, maer weldegelyk een ‘nstig komplot geweest is. De administratie heeft van dc zuider- ’’efekten en namelyk van die der hoogere- dagere-Alpen, rapporten ontvangen welke ;rklaren, dat men op geen tydstip den ’ornoogsl zoo schoon heeft zien staen als la"». Al de aardvruchten, dc aardappelen, rilyven en olyven bieden het schoonste l'm, en indien de stormen den tegenwoor- 'gen toestand van de vruchten nietbescha- 'lïun, mag men, over het algemeen, op 'oen zeer voldoenden oogst rekenen. BELGIEN. Brussel, 20 July. De heer Geruzet, uitgever van het portret an U.K. en K. II. de aertsherlogin Maria- ei>drika van Oostenryk, geteckend door en heer Schubert, is gisteren toegelaten ewordenom hel merkweerdig werk van v» uitmuntenden portretteekenaer den t'ftug van Braband aen te bieden. De neer Geruzetdie ook het borstbeeld Ieraertsherlogin, door den heer Simonis erveerdigd, uitgeelï, doel thans te Parys en heer L. Swebach, onderscheiden artist, en tafereel schilderen voorstellende de ertsliertogin Maria-llendrika zelve, gelyk 1 dagelyks te Weenen doet, hare kleine dèche geleidende, door dry lieve poneys espannen. 11. 11. 11. heeft zich in die hon ing wel willen laten photographiërenen et is naer die photographic dat de schil dry gemaakt wordt. Gest, 21 July. Men is begonnen met de werken om het teren bovendeel op het Belfort te hysschen, !n einde het zelve definilievelyk te plaetsen n ineen tc zetten. Heiwerk moet tegen juny 854 voltrokken zyn. Van dc 28 soldaten van hel 3.’ jagers te Het vlas is volkomen goed gelukten men biedt reeds de landbouwers hooge pryze voor die plant aen. De eerste inoogsting van het voeder en hooi is geheel geëindigd, en de opbrengst heeft alle verwachting overtroffen. Het hooi is van de beste hoedanigheid. Al onzeaerdappelen bieden het schoonste zicht aen; geed teeken van ziekte heeft zich tot hiertoe vertoond In tegendeel ziet men overal den prachtigste» bloei. Van eenen anderen kantbegint men de rogge in de omstreken van Namen te maeijen. Aid er ook vertoont die vrucht den schoon- sten oogst, en zy belooft een overvloedige opbrengst. Te Madrid wordt tegenwoordig veel gesproken van eenen reus, gebortïg van Lachar, provincie van Grenada. Tot den ouderdom van 6 jarenwas hy niet groóter dan een ander kind, maer op zyn zevende jacr begon hy zoodanig te groeijen, dat hy, vooraleer de jongelingsjaren te hebben be reikt 5 voet 2 duim had en een zwaren dik ken baerd. Hy is nu 23 jarenouden 9 voet min eenige duimen lang. Hy is reeds twee malen gehuwd geweest; zyne vrouwen zyn niet blyven leven. Hy is lafhartig en zou zich door een kind laten mishandelen. Hy drinkt geerne wyneet voor vyf mannen en gaet zeer snel. Men zegt, dat hy naer Madrid is gekomen om met eene limonade-verkoopster te trouwen van eene uitstekende schoonheid Zékere van Ryckeghera, te Ichteghem, eene soort van wort, welke hy aen den voet had willende doen verdwynen, sneed die af en legde er verscheidene toppen van fosfo- rieke solferstekken op, met dat gevolg dat hy naer een hevig lyden er van gestorven is. Men leest in la Santé dc heer Rostan verhaalt, volgens Sinclair, het volgende feit, hetwelk bewyst dat de tyd welken men aen den slaep moet wyden, de nacht maer niet de dag is Twee kolonels die wenschten to weten ofgedurende de bovenmatige hitte van den zomer, hunne manschappen met minder opgemak lange tochten by nachto zouden verrigten, dan by dage, verkreegen van hunnen gcnerael oorlof om de proeve tc nemen welke een zeker belang heeft onder betrekking van de krygskunst. De te '■’er zouden zj den moed daertoe hebben "’lleend Dat my alle slaaplost verging ■tint gy denken. Dc leeuw knorde voort- ‘urend en bewoog zich heen en weder, als 'are hy ongerust wat te doen. Eindelyk Mieen hy een besluit te hebben genomen en Iag, dat hy aanstalten maekten om eenen ’prong te doen. Myn laetste uer had geslagen. Dpdit oogenblik werd eensklaps een ver- ‘a°rlyk gehuil achter my gehoord cn eene 'elderc vlam verlichte den geheelen omlrek. l Duikend geluid hield een of twee minu- tot dal een persoon, wiens hoofd en "'•'•ouders in vuer schenen te staen zich lt‘sschen my en den leeuw inwierp Hel dier s'"'t een versehrikkelyk gebrul uit, meer '“l angst dan toorn Vu zoo snel al» een blik- s' “isschichl verdween hel in het duister. Nu 0 rsl herkende ik mynen Apollo, die zoo to ri;8l«r tyd was opgedaegt. De vlam, welk hem l>el eerste oiugaf, was thans uilgedoofd; slingerde nog eenige brandende kransen j" het hoofd, sprong schreeuwde cn liep >''8 bezeten in het rond hy zag er uil als een '•'enden duivel, ofschoon hy een reddenden hnel voor my was. De arme drommel becide ’'"’danig over het geheelen lyf, dat hy "’“Welyk s een woord kon uitbrengen. Laadt geweer, laedt uw geweer I schreeuwde «nophoudelykhel groote beest zal erng komen, laedt toch spoedig. Dy raid was goedik volgde hem dus zo»

HISTORISCHE KRANTEN

Het Advertentieblad (1825-1914) | 1853 | | pagina 3