DE DOOD. VREUGDE-ZANG, J. M. J. lapgjwsB Vorsl! het lot ons toegewezen geliefden Met zoo 1’. Vienne, Be ll. Witteryck, De koningin Vergaderde ecus Geheel haer hof Ja, die gloricrykc vanen, Kwamen u een weg te banen IVa het vrucht’bre Belgenland Alwaer door de stem der volken, Wierd de gansche locht vervold Het weerkletterde in de wolken, VVy al wenschcn LEOPOLD lly alleen kan ons regeeren lly kan onzen roem vermeeren, Met een vast geëerd bestand II ij laten hier agter volgen, hel dichtstuk dat onzen stadsgenoot de heer I) EG ROÜ TE, ter gelegenheidvande 25.’ verjaringonzen koning hee/t opgedragen Der 25 jarige Jvbel-feest ran Zyne Majesteit onzen TorstLEOPOLIiUS de eersten Koning der Delgen. 'K neem ’t harptuig van de wand, om in verheven klanken Hel goddelyk Albesehik gulhertig te bedanken, Eer bly gelegendheid die heden zich aenbied Dat men voor onzen Vorst al ’t volk beyverd ziet, Om op zyn’ lofbre kruin een Jubel-kroon te hechten Ja, Belgen! ’lis een pligt, van eenen krans te vlechten Wier glans haer stralen schiet rond g’heel den aerden kring, En zoo van dit geval, voor den nakomeling T geheugen onzer vreugd te koenen stellen vooren. Het ontwerp lonkt my toe, die taek komt my bekoren! Terwyl ik melden kan van Vorst en Vaderland De roem, die my altoos vol liefde op ’t herte brand. nvu iVG Deedt de lukstar lang voordozen Ons toeschittren in ’t verschiet. Gy uit edelen stam gesproten Steunsels van der vorsten troon) ’Teerste licht door u genoten, Ter voorspelling van de kroon Die uw schedel moest versieren '^ag 8Ï reeds de wimpels zwieren, Waer voor dwang kreet, ’t land ontvlied. Het toeval scheen hem voor het oogenblik te begunstigen, want in de verte zag men cene nevelachtige wolk, die zich van het azuer des hemels afscheidde en nauwelyks •nerkbacr naderde; weldra echter kwam de wolk al digter en digter by en men hoorde een donderachlig geluid; de menigte sloeg in de handen...doch na verloop van eenigen ly<l loste zich het raedsel op... Hel was de rookwolk van eenen stoomboot, welke cene der naestbyzvnde rivieren afvoer, en wat men voorliet rollen van den donder had ge bonden, was 't getuid d< r machine geweest. De toovenaer beweerde niettemin, dat zyn middel onfeilbaer was, want hy had, zoo niet den regen, dan toch reeds een donder- boot (aldus worden de sloombooten door delndianen genoemt) tevoorschyn geroepen. Wak-a-da-ha-hu zag zyne voorspelling even wel volkomen bevestigd, want gedurende den nacht viel een overvloedige regen. Onge lukkiger wyze was die regen door een ver- •chrikkely ken storm vergezeld, en de blik- •cm trof mejufvrouw Ba-sti-va-na, do jonge bruid van Davidson. Men beschuldigde Wak-a-da-ha-hu de oorzaek van dit onge luk te zyn, en by was reed» voornemens zich der aerd’, de Dood, in ’t diep der hellen van klein tot groot Zy wilde aen ’t hoofd een ambt’naer stellen Die nog veel meer bevolkt haer ryk. En om dien beulenpost nu deden De Koorts, de Jicht, de Kryg te g’lyk, Gewis dry allersterkste leden Wier kundigheid een ieder prees. Vervolgens komt jouffrouw de Peste Die ook verspreidt en schrik en vrees, Ja, vry mag worst’len met de beste. Geneesheer Bras komt dan nog aen, En niemand koude nu beslissen Wie van de vyf had best gedacn Wie minst, wie meest zich zou vergissen. Edoch men had aldra bescheid De Ondeugden kwamen toegeloopen, En vrouw Dood koos de onmatigheid En sedert sneven er by hoopen. H. D. T.-ll. Men merkt op, dat sedert deinhulding van den koning, op july 1831, byna al de landen van vorst zyn veranderd, hetzy ten gevolge van het overljden der regerende prinsen, of door hunne afstand, of door omwentelingen. Men telt maer de koningen van Napels en Wurtenburg, olsook de groot hertog van Toscanen, dieop dat lydstip reeds regeerden. Te Ulm is onlangseen nog al zonderling huwelyk gesloten. De bruid, even als de bruidegom, waren alle twee stomdoof. De magistraat maekte er eerst zwarigheid in om de ongelukkigen tot het huwelyksgeiuk wet tig intewyden, en het is maer op de stellige verzekering van den besluerder van hel ge slicht der slomdooven, dat hunne nakome- Iingichap geen gevaer zou loopen, dat hy er heelt willen in toestemmen om tot de huwe- iyksluiting over te gaeu. Zie daer een koppel dat moi ijelyk veel lawyt met de tong zal kunnen maken, als er eens twist in het huishouden ontstaet. De beenhouwers van Geneve bevryden liet vleesch, welkzy te koop stellen Voor hnnne vensters, tegen de vliegen, met de muren en het houtwerk hunner winkels te bestryken met laurierolie. Antwerpen, 20 July. Heden morgend is de heer Johan van Rotterdam, letterkundige alhier, in huwelyk getreden met mejuffer Mertens, van onze stad. Bbdssei, 20 July. De pen waermedede koning in 1831 zynen eed aen de grondwet heeft geteekend, is in bezit van den heer Liedts, gouverneur van Braband, toenmaels sekrelaris van het kon- gres. De poerden van den landbouwer J. De Jonghe van Ramscappcle, waren zaterdag laetst aen eenen met hooi geladen wagen gespannen, waerop zich hel twaalfjarig zoontje van dezen laetslen zal. Eensklaps geraakten de dieren op den hol, en de la ding werd in eenen gracht omgcslagen waar onder het ongelukkig kind zien bevond. Toen men het na eenige minuten van onder trok,gal hel geen teeken van leven meer. Te Blankenberghe schynt men tegen woordig alléén van ouderdom te sterven en dan nog zoo laet mogelyk. Sedert 15 april (dat is dry maenden) heeft men maer een enkel sterfgeval aen te stippen gehad, dat van eem DOjarige vrouw Gelukkige stad waer de grafmaker zoolang mag gaen wan delen! Wy laten hier de namen volgen der aspiranten-schooloiider»yzers, uit de nor male school van Thouront, die hunne exa mens afgelegd hebben voorden jury welke in dieschool gezeteld heelïdcnB. <1, lOenll dezer mac.id: 11. Bionlrock en A. Debruyne, van Leke A. Depape, Beerncm; Ch. Dep >orler (>ent; A. Desutler, Ruysselede; P. Goeniaere en Ch. Janssens, Pervyse; L Retain, Moerkerke; P. Vannieuwenhuize, Illicit; H. Vanpetegem, KemiuelA Vermeersch, Steenkerke; E. Vermeersch. Den terg hem veren, by Rousbrugge, en Thouroul. son rigtten, verwyderdc de toovernaer zich, trots op den byval, welken zyne zoo even uitgesproken redevoering had erlangd, en gelukkig, zyne dry peerden te kunnen be houden. Een kreet van vervloeking ontglipte aller mond. Davidson besefte, dat hy van niemand meer genade had te verwachten, zelfs niet van hel opperhoofd, dat oogenblikkelyk zynen raed by elkander riep, om te beraad slagen over de wyze van doodstraf, welke de blanke gevangene zou ondergaan. Zelfs de vrouwen, die, toen by eene braid onder haer zoude kiezen, hem vriendelyk hadden toegelachen, ontvloden hem thans. De man wien de doop was beschoren, was in hare oogen geen inedelyden weerdig. Ofschoon Davidson in liet eerst lievig ont stelde over de opgewondenheid, welke zich by de Indianen openbaarde, trachtte hy echter, daer hy door de Indianen bespied werd, aen zyn gelaet de grootste ruogelyko uitdrukking van onverschilligheid te geven; dit gelukte hem echter niet zoo goed als hy wel gewenscht had, sommige Indianen be schouwden hem met een spottenden gl i mlach (Te vervolgen). door een geschenk van dry prachtige peer den met den vader van het meisje te ver zoenen, toen hy het veel gemakkelyker vond, de schuld op Davidson te schuiven, My is het gelukt, zeide hy, regen te voorschyn te brengen; ik sta dus by den grooten geest in gunst. En daer nu de groote geest my dit bewys van welwillenheid heeft gegeven, zou het dwaasheid zyn, te onder stellen, dat hy my dadelyk daerop wreed zou willen treffen. Die redenering was een lichtstraal voor de eenvoudige toehoorders van den too- venaerzy waren toch getuigen geweest van zyne magi over de wolken en hadden gezien in welke geheimvollo verbinding hy met den grooten geest stond. Dewczenlyke schuldige, dus voer hy voort, is het bleeke gezicht, dat gy herwaeris hebt medegebragl. Reeds heeft zyne aenwe- zigheid ondeT u den geest des vuers in dc prairiën verloorud, en nu heeft de bliksem juist zyne bruid getroffen, om u te bewyzen, dat hy niet onder uwen stam leven mag. Het slot der redenering van Wak-a-da- ha-hu scheen even logisch als de inleiding; terwyl aller oogen zich dreigend op David-

HISTORISCHE KRANTEN

Het Advertentieblad (1825-1914) | 1856 | | pagina 3