I
ll
1 tl
ii
1 ffl
II
1.
bil
ui
11
I
llll
|W
Ingezonden Artikel.
1 f 1
Besluiten en Benoemingen.
Nieuws van de week.
Frankrjk.
J V
niet heeft kunnen terugvinden.
het
zien hoe den hae», in de
meesteraehtige
Ziet
van
de bieitjc»
atigsligen
laten ze
lederen inulj
naer Woumen.
in woede
was hetzelve meester
schoton met hunne
te
Fr zyn, volgens het ichynt alhier menschen die
wenschen eene nieuwe functie te zien tot stand ko
men zy zouden dat, in't franseh, den naem geven
van monopoleur-général.
De bediender dezer functie zou zich zelven het
regt toeeigenen van, hy alléén, alle de vruglen op te
knopen welke 's woensdags op de merkt gesteld
worden.
Reeds zyn meer dan 15000 burgerwachten inge
schreven hui deal te nemen aen de schyfschieling te
Brusselen Pier Masson heeft besloten van, voor
dezen jnre, aen de pers van Bastiaen niet meer te
gaen schieten.
SCHREEUWEN EN ZINGEN.
i
1 SF I
I'
Ziende dat het pcerd al meer en meer
vermeerderde en liet onmogelyk
te worden, deinsden zy terug en
karabynen. Zy waren verpligt tot dryinael toe
schieten om het dier neer te vellen, en nog moest
met hetzelve met de bajonnet afmaken.
Men weet niet van waer dit peerd gekomen is; men
denkt dat hetzelve toebehoort aen den een of anderen
peerdenkoopman, dat het ontsnapt is en men hetzelve
Nicuport even als Oostende, in hare leste voor
spoedige dagen, was haer geluk, indien niet geheel,
ten minste gedeeltelyk, aen den Amerikaenschen
oorlog verschuldigd en aen de onzydigheid harer
haven gedurende die worsteling; de sluiting van
den vrede in 1782 ontnam haer die voordeelen. Van
dien tydstip af, verminderde haren voorspoed dagc-
lyks en de oorlogen des keizerryks hebben die ver-
vnllinjj voltrokken.
Kortom, zoo is het verledenc onzer oude vlaem-
sehe haven geweest. Heden ziet men wat er
hunnen ouden voorspoed overblyft.
Om dien glans te kunnen behouden, zou het
noödzakclyk geweest zyn dal de uitbersling der be
roerten van Brugge geen plaets greep, dat de zee-
vaert met roeischepen voortgezet wierd, dat de
landen gelegen over den Kaep der Goede Hoop, on
bekend bleven, dat den oorlog stand zou gehouden
liebben of op nieuw tusschen Engeland en’de Vcr-
cenigdc Staten zou lo»geberst hebben, dat de Schelde
zich weer sloot, dat Antwerpen van hare kapitalen,
hare merkt en hare ontelbare koopwaren beroofd
werd, die een aental ladingen aen de schepen van
alle landen aenbiedt.
Bykoninglyk besluit wordt benoemd tot ontvanger
van de registratie en der domeinen te Rousbrugghe-
Haringhe, de heer L. Deschodt.
Welaen schotters van groot Bastiaen en van klein
Bastiaen, spant uwe bogen, steekt de beste pylen in
de pylkas, trekt nankinnen vest en Iedere::
aen, gy moet woensdag aanstaande
Naer Woumon,cn wat is er daer te doen?
Hoor, verdord weet gy het niet? Wel het is
Woumen kermis.
Ja, wel, wat rackt ons dat
Dat rankt u zeer voel. Louis lllissu van by do
dorpplaels geeft op dien dageenegrootegaeischieting
op zyucn molen en gy moet er naer toe.
Ja nu heb ik halbeet. En wat zyn de kondilien
Hoor: inleg, 3, 50 fr.; voor iederen afgescho
ten vogel 3 Ir. terug; oppcrvogel 6 fr. en cellen
hazezydvogels, elk -i,5üfr. en eene koppel kiekens;
idem voor de eerstkomende. Inscliryving, om 2 ure
middag, ter herberg de Warande.
liens, dal is nieuws
Ja, en gy ziet wel als gy een beetje goeden uit
val hebt, en als er maer eenige kleine vogelen zyn
waarop eene goede parlie kolen, ajuins, aardappelen
ol iets zulks gesteld wordt, cr middel is om in de
Handboog ol in dc l'luitc, het beste buik vullingsken
te hebben, dat ooit schotter, by het wederkeeren
eener schieling, is te beurt gevallen.
Het is genoeg met te zeggen dat eene groote om
wenteling zich sedert de o|rening der zeehaven in
Vlaendcren heeft verwezcnllykt, en dat er geene
sterkte, gcene magt bestaet die met deze omworping
kan worstelen. Antwerpen, door bare gelegenheid,
was geroepen om er voordeel uil te trekken. Ziet
daer wat hare magt en hare koophandels heer-
schappy was; en wie zou het haer kunnen betwisten?
Brussel heeft geloofd dat met hare wat»; leidingen
te verdiepen, met eenen dok te graven, hel haer ge-
makkelyk zou vallen, een deel van Antwcrpens
koophandel in haren schoot te lokken. Yilele hoop!
geheel Brussels zeebeweging bestaet slechts uit
eenige ventjagers die soms van Bordeaux ol Nantes
ladingen wynen aenbrengen.
Later is Loven gekomen die zich in diezelfde
hoop geweigd heeft, die zich ook in gunstige standen
geloofde, voor den invoer der koopwaren uit de
volksplantingen en voor den uitvocr harer bieren.
Wat is er uit die begeerte gevolgd? Onlangs las
men in een nieuwsblad in de haven van Loven
ligt tegenwoordig ter ontlading het schip genaemd
de Wilde Boos, komende van Bordeaux.Is het daer
Bet is aendoenlyk om zien hoe den hae», in de
duinen van Coxydeen Oostduinkerke, den visschcr
genegenheid toedraegt.
Die innige vriendschap, dat den vierpooter voor
den ruwen duinenbewooner koestert, is een gevoel
uit do erkentenis voortspruitende en die door de
bandclwys van den visschcr ten opzichte van bet
dier, ten vollen verregtveerdigd wordt.
Men weet dat onzejagers, van dezen jare, het wild
cenen schrikkelyken oorlog aendoeu. De hazen on
der andere, worden zóódanig vervolgd, gedreven en
nlgcmaekt,dal het meestendeel der weinigoverbly-
vende, eene schuilplaets in de duinen van Coxyda
en Oostduinkerke zyn gaen zoeken.
Daér gaen de jagers maer zelden, en
zyn niet verpligt van gedurig in eenen
staet te verkeoren. De duinenbewooners laten ze ge
rust en builen bier en daer een die door hen ge
stroopt wordt, hebben cr de hazen, voor ’l alge
meen, een schoon leven.
Ook weet den haes zóó wel dat hy van den visschcr
niets te vreczen heeft, dat, ver van zich uit den weg
tc maken als er een voorby gael, hy hem zoo lod-
derlyk aenziet, als wilde hy hem zync erkentenis
ovcrzyne bescherming uitdrukken.
Helaas 1 die gerustheid, dat schoon leven voor don
haes, zal van geen langen duer meer zyn. De jager»,
die vreede, die onmecdoogende, die bloeddorstige
jagers, zullen hun welhaest op nieuw agtervolgeu en
de verwoesting in hun midden brengen.
Een onzer jonge Veurnschc Nemrods, de ver
kleefdheid vernomen hebbende dat den haes voor
den visscher en vice-versd toedraegt, heeft uitge
vonden van zich in visscber»gew.ied te kleeden en
zoo eenen ezel met korven geladen voor zich tc jagen.
Du haes niets vermoedende en een zyner beschermers
ziende opkomen, blyft zonder wantrouwen zitten;
de jager nadert stillekens en wanneer hy zich op
eenen voldoenden afstand bevindt, legt hy aen en
pan daer ligt den haes zieltogend in het zand.
Hier in Veurnambacht en overigens in gansch de
vlacmsche streek die aen de grenzen van Frankryk
paclt, hebben wy do gewoonte van, bj het spreken,
iransche uitdrukkingen tusschen het vlaemtch te
mengelt, en die gewotAite is by ons zoodanig inge
worteld dat het zeer moeijelyk, ja byna onmogelyk
zou zyn om ons daarvan te ontmaken.
Dit gebruik doet somtyds nerdige misgrepen ont
staan, als men met menschen tc doen heeft die de
franschc tael niet magtig zyn.
liet is zoo iels dat wy onze lezers vertellen willen.
Cisje, een brave, goede en regUinnige jongeling,
bedient by twee heeren gebroeders (wy hebben lie
ver niemand tc noemen), de bediening van stalknecht.
Alhoi wol Cifje zoo nog melzyne dor|iseenvoudig-
heid versierd en hy voor hi t minste niet deelheb
bend in de uitvinding der gegroefde kanonnen is,
niettemin is hy zekcrlyk wel een der beste stal
knechten die men vinden kan en worden zync
peerden op eene voorlreffelyke wyzo opgepast.
Nu, liet wai Rousbrugge kermis, en zync meesters,
die aldacr cenen grondeigendom bezitten, in een
prachtig rytuig gezeten, bespannen met twee heer-
lyke peerden welke Cisjc op oene r 1
wyze voerde, reedden er naer toe.
de lykrcde niet van Loven in hare hoedanigheid
van zeehaven?
nu Dendermonde verschynen, die ook har»
bewaarplaats, haren doorvoer, hare zeesche aan
landingen wilt bezitten, die zonder de tusschen-
komst van eenige andere haven, hare oliën wilt uit
voeren. Allyd en overal de zelfde begoocheling on»
tot evengelyke misrekening te komen
Gent had'langen’tyd voor Brussel, Loven en Den
dermonde, pogingen aangewend om een deel van
den Ajitwerpschen koophandel in hare muren to
trekken-, lir die gedachte'graéfde men dcschoone
vaert van Ter Neuzen, eenen breeden kom werd daer
gesteld, eenen stapel opende zich ter dier plaets.
Talryke-vaartuigen moesten boomwol ter verbrui-
king der spinneryen, suikers vopr <U' raffineer-
deryen, koffyen en tabakken voor het groot getal
verbruikers invoeren. Alle die schoone berekenin
gen mislukten men was genoodzaakt te bemerken
dat de boomwollen, suikers en tabakken, lang»
dien weg, duerder kostteden dan dezelve regtstreek»
van Antwerpen te ontvangen wat meer is, do
schepen in afvaert konden zelden hunne lading
volledig maken. Te vervolgen.)
God hteft dc niensch twee stemmen of tuigen in
de keel gegeven. ’T eene is om groot levengeraes,
gerucht te maken, vooral als men alleen en in groot
gevaer is. Men noemt dit schreeuwen. ’T andere, men
kan er zynen Schepper mede loven, by wylen zich
zelve verheugen, anderen vervrolyken en geheelo
gezelschappen vermaken. Dit noemt men zingen.
Dus, zingen en schreeuwen zyn twee vermogens dat
de menscli bezit, maer waervan hy ongelykerwyze
medegedeeld is.
Er zyn velé soorten van stemmen en vele wyzen
van schreeu w m en zingen. Maer men gaet dit hier
voorby. Men wilt hier maer zeggen dat er vele zvn,
heines, tot nadeel der goede oorendie zingen als zy
moeten schreeuwen, en die schreeuwen als z.y moeten
zingen. Legt dit uit, zegt men hier somtyds. Ziet
hier eenige Voorbeelden.
Eene jufl’er wandelt lot Oostende, op het strand.
Zy is gansch alleen, zy schynl in mymering te zyn
en is gansch vtln de andere wandelaar» afgowvderd.
Al met eens verstuikt zy zich den voel, of schynt
hem om te slaan en geeft daerby den engelachlig-
sten, den fynsten, den zuiverstee, den muzieknelslen,
den verrukkendsten schreeuw dat zy kan uitwerpen.
Dit grypt dezenuwen van allede wandelaars en dio
komen loegeloopen. Ik ken die vyftienjarige juffer en
het was dc eerste les van haer franseh pensionuaet
dat zy in pralyk stelde: de aendacht op zich trekken!
s avonds, met het laelste konvooi, zy vertrok, in
gezelschap van den graef Kiikkiinki, naer ii.uien-
Baden en is daer mej. de gravin Kri/ikinska Is een.
Eene vrouw, die op de merkt een hondje tegen
komt, geeft eenen dergelyken schreeuw, dat Mr.
Alfred van den anderen kant van de merkt boert.
Geen twyiel, iliyn vriend, het is eene overeengeko-
mene byeenkomst voor l'avond Is twee. En dat
moeten nogtaws twee schreeuwen zyn die een zeker
gevaer aenduidden
Men gaet naer een concert, ’t is wel om te booren
zingen, geloof ik. Een klein mager juffertje stelt zich
aen of by de piano. Men verwacht iets fyns, iets
zoets, iets zachts, iets dal het hert raekt, iels dat da
tranen uil do oogen trekt. Goede God men hoort
eene stem die roept om hulp; zy brand, 'l concert
brand,'t huis brand, of den donder is er op geval
len. De dames die slapen komen er van wakker. Do
doven komen by u geloopen en zeggenzy zingt
goed, niet waer!.... En dat noemt men hedendaegsch
zingen 1
Men is op het groot opera. De eerste zangster, de
tenor, do bas, hebben den besten iiaem ’t zyn da
uitgekozendsten arlisten van het land. Elk zingt eerst
een liedje alleen, en dat gaet nog al wel. Dan met
tweeën en dat gaet al wat luider. De derde springt er
by en nu moet gy hen hooren om het meest peper
geven. Zy gapen, zy schreeuwen, zy huilen! en hoe
meer gerucht zy maken hoe meer het volk toe-
juigt. Do actrice loopt weg al vliegen, <le tenor
draeit zyncarmen als molenhekkens, en vertrekt; du
bas doet u, met zyne donderende stem, beven en
gaet ook heen altyd, allyd, langsom meer schreeu
wende, en het volk langsom meer de handen plak
kende. De rol valt: bis, bis, bis, bis, bis! liiaer zy
durven niet meer; zy zyn er beschaamd van. En ditC
is zingen op hel groot opera
Ik hoor toch- lieverLouise; de naeister, al* zy
t’onzcnt werkt, of, Kobe, do kuiper als hy wel
gezind is. X. Y. Z.
180 zwitsorsche uitwykelingen, met hunnen pasthr
en den mcijer aen het hoofd, zyn naer Bordeaux ver
trokken, alwaer zy zich voor la Platazullen insehepën.
Na te Rousbrugge wat vertoefd te hebben, deden
de heeren aenspannen voor den terugkeer, en daer
zy nog ievers in hel dorp by naer moesten gaen
«Cisje zegt een van hen tot den knecht, gy zult
ryden lot aen ’t huis geteekend n.’ gy zult daer
stilhouden en vervolgen» de portière open doen.
Goed, menheere, zegt Cisje op den bok klim
mende.
Het rytuig vliegt door het dorp en houdt voor ge
zegd huis stil. Cisje stapt af, kykt eens rond, gaet de
straet op en neer zoekende naer eene koetspoortcr
was geen te vinden.
Juist op het oogenblik dat Cisje, die de duizend
en eenen nacht gelezen heeft, de woorden turksch
koórn opent u op de lippen had, denkende alsdan
plotselings eene opening in den mu r tc zien ver
schynen, hoort hy de stem van een zyner meesters,
die hem vraegt of hy de portière of portel van het
rytuig niet open zal doen.
Óch menheere, zegt Cisje, die aenstonds alles
begreep, wat dat het toch is van geen franseh te
kennen; ik meende dat portière wilde zeggen eene
koetspoort waer ik moest inryden, en ik keek
my de oogen uit, zonder er ergens eene te vinden.