Nieuws van de week.
Senact.
schirilplaets
Iff
J*
t'
K.
openba re
een
i
i
den heer minister jjeroepen
brug-
kan keeren. Durft gy met my
et»
i
i
lo
to
n
n
lf
it
i»
o
n
10*
et
cf
ie
ts
to
tt'
tt
f|
0
tl
O
0
1
|O
to
I
ld
Jf
d'
ondersteund door de heeren baron Mazeman en
Block. Dia eeno woordenwisseling tusschen boven;;
noemde heeren en den heer minister van
werken, wordt het cyfer van lo, 100 fr. voor verbete-
ringswerken aen de Nieuportschc haven, in stemmen
gelegd en aangenomen.
:tc
■r«
to»
■e1*
vremd, vergeleken met de herinneringen aen ’tgeen
ik tien laetsten tyd beleefd heb.
Het is maer jammer, mevrouw, dat torwyl uw
geheugen met betrekking tot myne daden zoo sterk
is, dit niet eveneens het geval is aengaende moe eigens
handelingen, hernam Eduard.
Myne daden, mynheer, zyn slechts ie (lauwe
wedervergelding van de uwe.
Ik moet leggen, gy speelt do rol van
slagtoffer
wonder wel.
Ik betwist u ten minste geenszins die van dwin
geland, mynheer.
Goede Hemel, als die dwingelandy zoo ondra-
gelyk is
Dan ontvlugt de slavin haer juk, wilt gy zeggen,
niet waer?
Niets gemakkelyker, hernam Eduard. Met al
hun gezag hebben de mannen geene Bastille om
hunne vrouwen op te sluiten.
Ik heb er reeds rypelyk over nagedacht, om uwe
hcimelyke wenschee te gemoet te komen,door u van
myne tegenwoordigheid te ontslacn.
Inderdaed, ik had nauwelyks zooveel nadenken
van u durven verwachten.
Myne moeder heeft my reeds eenc
aengeboden.
0, inderdaed, gy zyt eene vrouw van voorzorgen.
Maert heeft het schoon weder, dat ons sedert zoo
lang ontnomen was, wedergebragt.
Diu is het aengenaem, in het verkwikkend zonne-
schyn, eens deftig de stad rond te wandelen. Nu is
het aengenaem, te voet, een uitstapje naer de Panne
te doen, men heeft nu, ten minsten, dien feilen
zuidwesterschen wind niet die, wanneer gy zulke
wandeling aangaat, u den adem afsnydt, uwe oogen
vol zand doet vliegen, zóódanig, dat gy slechts by
bet te buis komen, gewaer zyt dat hy ook uwen
bril heeft medegenomen.
Gisteren worgend, kwamen twee persoonen, een
man en eene vrouw, al over het Sasje-brugsken
naer de statieplaets om met het eerste konvooi te
vertrekken. De man stapte den eersten, wanneer op
het einde der brug gekomen, deze niet wel op den
boord vastgelegd zynde, eensklaps basculeerde en
onzen man daer tol over de knien in het water deed
ploffen, terwyl op het ander einde de vrouw zich in
de locht verhief. Zy werden welhaest, uit hunnen
toestand verlost, ontstonden het met de vrees en met
het konvooi zonder hun te laten vertrekken.
Gelukkig!) k is alles wet afgeloopen, maer er had
den ernstige ongelukken kunnen gebeuren; daer-
om ware het te wenschen dat er, by het leggen der
brug, wat meer opgepast werd.
Ziet hier de redevoering, betreffende do haven van
Nieuport, door den achtbaren senateur van Veurne,
in de zitting van den 24 February uitgesproken.
Verleden jaer heb ik, ter gelegenheid der aan
bieding van een wetsontwerp op groole pnblyke
werken, du aandacht van den heer minister geroepen
op den staet van verlatenheid in welke zich de haven
van Nieuport sedert een groot aantal jaren bevind.
Ik heb alsdan gevraegd dat er eenc kommissie zou
benoemd worden om dit vraagpunt te onderzoeken.
M. du minister van openbare werken heeft my geant
woord dat dit in zyn departement hel gebruik niet
was; dal by, ten dezen einde over het personeel der
bruggen en we/en b schikte.
Ik vroeg de benoeming eener kommissie, om dat
ik geen oogenblik twytelde of het besluer van brug
gen en w gen zou op voldoenden tyd dc noodigo
studiën niet gueindigt hebben. Nogthans zyn do to
doene werken zooi aenzienlyk niet dan men wel zegt.
Hel is een feil d it door alle do aardkundigen be-
staligd is, dut de havens, op du oevers der Noordzee
gelegen, zich verslyken. Hel geldt hier niet alleenlyk
<ie belgisehe havens. Die van Amsterdam, Rotterdam
en Hamburg zj n in het zelfde geval.
Van eenen anderen kant, naer mate dat de gemak-
ïom geweest, dien had men zulk eenc vryposligheid
kunnen vergeven. Maer by Raton kon deze misdaad
niet zwaer genoeg gestraft worden. De ongelukkige
Angora by den nek gevat, door de hand van Eduard
voorlgeslingcrd, beschreef weldra eene kroome lyn
door de kamer die cindelyk in eeneschoone Sak
sische vies eindigde, welke op den schoorsteen stond,
met de kat naer beneden tuimelde en in duizend
stukken viel. Dn vacs was een verjaergesehenk
van Louise’s beste vriendin. Door dit leven ontrust,
kwiin zy de kamer binnen en ontdekte terstond den
schuldigen in haren echtgenoot, wiens woede legen
het dier ten top geslegen was.
-Ik leer langzamerhand my over niets moer te
verwonderen, zeide Louisa, bedaerd de stukken
opnemende.
Houd dat stomme dier dan voortaen uit den
weg voegde luard haer toe. Ik vond haer op myne
papieren liggen en wierp haer weg om een ander bed
te zoeken; dat zy stom genoeg is om tegen de vaes
teregl te komen is mynö schuld niet.
Dat stomme dier heeft u waerschynlyk slechts
dc moeite gespaard van eene verrassing, die gy reeds
lang in den zin hadt, en waerop ik anders ongc-
tw yield eersldaegs zon onthaald zyn geworden.
bewonder niet minder uwe schranderheid
dan de beminnelykheid dezer onderstelling, riep
Eduard, verbaesd over hare koelbloedigheid en zich
zelvcH bvna niet meer meester.
Hoe eer, hoe liever, mevrouw.
In dit gewigtig oogenblik kwam de meid den
doklor aendiencii. Louise was sedert eenige dagen
ongesteld geweest en had den doktor laten ontbieden.
Van al hunne twisten was deze de hevigste geweest,
beiden voelden dat zy wat ver gegaen waren. Eduard
groette den doklor die juist het vertrek binnen trad,
wierp eenen blik van trotschc verachting op zyne
vrouw, die van haren kant niet zeer ligt met zulke
wapens uil het veld te «Iaën was, en verwyderde zich.
Wat gebeurde er nu tussehen Louise en den doktor?
Niels byzonders. Deze, zyne iyderes den pols gevoeld
hebbende, vergenoegde zich naer haer eetlust, dieet,
zenuwen en zoo voorl te vragen, en in weinige bt w lor
dingen haer de kenteekenen barer ongesteldheid
verklaard hebbende, schreef hy haer een ligt genees
middel voor en vertrok. Nauwelyks had de goede
man zich verwyderd, of Louise zeeg neer op eenen
armstoel, bcweegloos en in gedachten verdiept, en
na eene poos begonnen hare tranen te vloeijen.
Ben ik nu ellendig genoeg? riep zy eindelyk in
eenen toon van wanhoop. Doch lang duerde deze toe
stand niet; zy werd allengs bedaerder, om harelippen
speelde een glimlachje hare wangen voor een oogenblik
zoo bleek, werden met eenen zachten blos gedekt en
een strael van vreugde giin-terde in hare oogen. «Ja,
riep zyr cindelyk met meerdere kalmte, het is een
heiliee oliirt dien ik moet en zal vervullen.
was uo irdschen wind is, gomakkelyk een bezoek in
de kelders van Mr. Borlier’s paviljoen, Ier Panne, zou
kunnen afleggen.
Wy uoxligeii allen Veurnaer, die ccnigzins lief
hebber is van alle groolschu en schoone tafercelen,
de gelegenthuid, die zich voordoel, niet te laten voor-
bjgaen. en op 9 maert, eens den overgro >leu plas, diu
men zee noemt, in zynen grootstee luister tu gaen
bewond eren.
Te Kaversyde twee uren ten westen van Oostende,
heeft men een mast gevonden die van een groot schip
scheen voort te komen. Hy was gebroken en niet
afgekapl, en nog voorzien van een gedeelte van
’l slaande want en zyne mars.
Dyusdag toekomende verwacht men te Ypcr den
grael v.m Vlae.ideren, algemueiien bevelhebber der
eerste brigade zware ruilery; Z. K. II. komt de twee
eskadrons kurassiers in oogcnschouw nemen, welke
in die stad in garnizoen liggen. De prins zal daarna
aihlerc.uvolgentlyk ook de vier andere eskadrons
van dit regemi ut in oogenschouw nemen.
Meer dan ooit, scliynl het, houdt men zich te
I) lornyk bezig mei de munlkwestie. De reeds nen-
groeijende omloop van ’t gouden geld valt iedereen
lastig, zelfs de p nonnen die buiten den handel zyn,
lol zoo verre dat men eene belooging vreest tydens
dc betaling van do aanstaande tienden der belasting.
Men berekend dat meer dan vier honderd werk
lieden van het k inton Eeckeren en Calmpthoul, thans
aldaer arbeiden aen het uildelven van kleum, hot
bouwen van steenbakkeryen, het uitdoen van hoo
rnen van alle grootte, voor de vergrootingswerken
van Antwerpen.
Hel schynt dat dc bosschcn al do kanten van
Luxemburg krielen van wolven. De heer gouverneur
der provincie heeft kloptjaglen to-gelatc i en reeds
zyn er eunige met goede gevolgen gedaan. Een wolf
en eenc wolvin zyn gedood, een derde gewond.
Ue vreemde gouvernementen nemen krachtige
maatregelen om dit onheil tegen le komen. Holland
bereid zich tot zeer groole werken. Te Scheveningeii
zal eene zeer belangryke zeehaven gemaekt worden
en verders heeft men nog hel inzicht om een groot
navigatiekanael te graven die Amsterdam met de
Noordzee verbinden zou.
Wanneer dat gouvernement zulke groole opoffe
ringen doel om aen zynen koophandel de faein te
behouden van welke hy in de wereld geniet, waerom
dan zou het gouvernement van Ons land niet eenige
kosten doen om de haven die wy op de kust hebben,
te bewaren Eerlyds hadden zy eenen zeer grooten
naem. Hunne haudelsbeirekkingen strekten zich zeer
ver uit. Gelegen evi igo dagen, heeft Monseigneur de
hertog van Brabant wr u zelfs over gesproken, myn-
hecreii, en dit in eene zeer merkwaardige redevoering.
Ik bezit geen aenleekening, geen de minste ofli-
cieelu inlichting, indien het my geoorloofd is my
dusdanig uit te drukken, op de haven van Nieuport,
zoo weinig houdt men er zich mede bezig.
Ik heb noglhans hare verslykitig aen die der haven
van Oostende vergeleken. Die haven bevinden zich
op dezelfde kust, op weinig afstand van elkander; ik
geloof, zonder overdrevenheid, d’eene aen d’andere te
mogen vergelyken.
Dc haven van Oostende ontvangt by elke ty 1
kubieke meters water. Dit water heeft, in veertien
jaren tyds, eeueslykla -g van 97 <;jnt. dikte afgelegd.
Deze opgaven voor basis nemende, zoo zal onze
haven van ongeveer tw iulf hektareu oppervlakte, in 3
jaren, 24,000 kub. met. zand ontvangen hebben, welke
moeten weggenomen worden. Persoonen in dit slach
van werk bedreven, zeggen dal een baggerschip van
het systeem fondès, door vier transporlschuiten ge
holpen, dit zand in twee maendeu tyds zoude weg
nemen. Laetons veronderstellendat er dry maendeu
noodig zouden zyn om de haven van Nieuport tu
verdiepen; zou den on kost dan zóó groot zyn, en zou
hel gouvernement voor dusdanig werk moeten ach
teruit deinzen
M. do minister van openbare werken heeft ons gc-
zeid dat hy eene kommissie had benoemd om dc
kweslien bclrekkelyk do verslyking der Anlwerpsche
haven te onderzoeken; hé wel, ik betreur het dal hy
niet eveneens eenc kommissie s. mengesteld heeft
voor de kwestie der Nienporlsche haven. Het pur-
sooneel der bruggen en wogen is samengesteld uit
bekwame mannen, maer voor"dergelyke zaken zoudu
men hen marine-ollicieren moeten toevoegen. In
Holland zyn het ingienienrs van don walcrslact en
booefende zeelieden die door hel gouvernement voor
dil slach vaii werk benoemd worden. Waerom by
ons helzelfdo niet gedaen? Wy hebben zeer onder
scheiden marinc-officieren, die veel ondervinding
der zee hebben, mits zy dikwyls op de Manche varen,
die misschien de gevaerlykste zee der ganschc
wereld is.
Ik betreur het, dat liberale ministers van hunne
aanwezigheid aen het bewsud geen gebruik maken
om denzeekoophandel van Nieuport op te beuren by
middel van het verbeteren der ze. haven ou het daer-
stcllen van yzeren wegen. Het is zoo veel te meer be-
treurensweerdig daar er twee leden van het kabinet
aen Vlaanderen loebehooren on dat de werken welke
door my voorgesteld worden, krachldadiglyk k t de
Peer wandelde maendag-avond, in gezelschap van
zynen gaenstok, eenen treffelyken riet waerinedo
men in de eerste smeet eenen boer tien stappen van
zyn peerd zou doen rollen, over en weerde merkt,
eenen cigaer rookende. Eensklaps wordt hy uit zyne
myinering getrokken, of liever gestooten, door
iemand die, buiten adem, hem byna omverloopt.
Let dan op, lomperd! zegt Peer vriendelyk.
Hoe Peer,-— ’t is gy? zegt den half ver
stikten.
Tiens, ’t is Jan zegt onzen wandelaar, wel wat
deert u jongen
Zwyg Peer ik ben byna dood
van schrik.
Ja, dat zie ik wel, maer wat is er tt gebeurd
spreekt.
Laet my eerst wat adem halenzooWel
vriend, ik kwam daer zoo even, al op niets den
kende, S.“ Walburga kerkhof over, wanneer hy den
groolcn citerne gekomen, ik eensklaps door twee
groote manskerels vervolgd werd. Gy kunt wel den
ken of ik bang werd, en ik stelde het op een loopen,
zoodanig op ecu loopen
Ja, dal ben ik gewaer geweest, zegt Peer zich
in de lenden wryvende. Nu Jan, jongen gy weel dat
ik niet bang ben, niet waer?
Ja, dat weet ik.
Daerby heb ik hier een rietjen waernicè ik ge-
makkelyk mynen man kan keeren. Durft gy met my
Te vei colgen').
Wanneer zal het u believen?
kclykheid der scheepvaart op de groote rivieren ver
minderd, wordt da lonmeting der koophandelvaer-
tuigen op eene zeer groote verhouding meerder.
hebben aengeduid. Maer waeit hy integendeel uit
zee, en met eene zekere kracht, dan kan de ty nog
veel hoOffer komen. Zoo dat liet water indien er
uitbreiding van den handel en den nationalen ar
beid in die provinciën moet bybrengen.
Deze opmerkingen van den heer Du Bus worden