VA VEURNE. ERl. SF” I AAN HET KLE1NBLAD. id I VEURNE 1 MAART. Regterlyke Kronyk. WOENSDAG 1 MAART 1865. vischsloepen zakken en van 50,000 zakken ren van 1500 geweldig dat de scheepvaart was. i, oorBclgien. werken tot de seboone kunsten behoo- rende, die op de nijverheid toegepast worden. li'A ch kosten darniontste- piwellihgeiii en binst il'1 de stam- schei* Monier, en de jongen Pieter Wi t- j, hebben trock, zoon van den eerste, zijn gisteren eken, ioo- j,A P zoo ónmogelijk Een honderdtal onzer bevindt zich nog in zee. Tot heden toe hebben wij echter maar eene ramp aan te stippen, namelijk het verlies der vischsloep Jeanne Cécile n° 122, patroon P. Wittrock. Deze, alsmede vis- MYNHEER QUINT’S VERLOVING, (A’aer 'l Hoogduilsch van H. Zschokk»), Tot ons nummer van zaterdag verschui ven wij de beschrijving der voortreffelijke kavalkade die verleden zondag namiddag is uitgesteld geworden. Jammer dat de regen het feest te vroegtijdig is komen eindigen; de quêtetirs hebben ook geene moeite gespaard. Den opbrengst beloopt tol Ir.’644-98 centimen. Men schrijft uil Oostende, 21 februarij: Gedurende drij dagen heeft er op onze ,n kusten een schrikkelijke orkaan uit N. N. ichietiiict W. gewoed, vergezeld door sneeuwbuijen zyn vast, en hagel tmuntend er lang cn zoon van den eerste, zijn gisteren in onze stad aangekomen uit Duinkerke, waar zij afgezet waren door de vischsloep u’ “30, van Boulogne. Den 16, rond 10 uer ’s avonds, werd tie Jeanne Cécile overzeild door eene en- gelsche-brik naam ongekend), hebbende ■die zeilen op en voor den wind loopende, bij eene ferme N. W. bries. De schok was schrikkelijk, want, zoo- i reeds gemeld is, dc vischsloep werd ge heel ontredderd cn werd den boeg verbrij zeld en ingeslagen. Bij de aanzeiling droeg de sloep geene lichten, dewijl ze aan de vangst was. Volgens de verklaring van patroon Wittrockzij drij zijner mannen overgegaan aan boord van het overzeilend schip. Die mannen zullen misschien later den naam van dit schip en de haven waar het te huis behoort, bekend maken. De belgiscbe brik Jan van Eyclc, die voor 15 dagen gezien werd op de reede onzer haven, heeft niets meer van zich laten weten. Men begint te vreezen voor dit schip, maar vermits het aanhoudend slecht weder is geweest, hoopt men dat het de volle zee zal ingezeildzijn, vluchtende voor het tem peest,' en dat wij geene ramp zullen te be treuren hebben. Tweeooslendsche loodsen, de genaemde Fontaine en Helsmoortel, bevinden er zich aen boord. De echtgenoote van den werkman Felix Callewaert, te Kortryk, is zondag laest van eenen drijling bevallen bevallen; het zijn drij meisjes. De familie is arm; de man bevindt zich, uit hoofde van het streng jaergetijde, zonder werk. Een groot getal luiksche werklieden hebben aan de kamer eene petitie gezon den, waarby zy de verwerping vragen van het wetsontwerp op het eigendomrecht der fabriek-modellen en teekeningen en voor- narnentlijk derschikking,welke in het ont werp voorkomt cn den duur op 10 jaren bepaalt van het eigendomrecht op al de worden. Belgien is onder al de landen van Europa dat, hetwelk de talrijkste bevolking bevat, in betrekking met de ruimte, die hel beslaat. Zoo tellen wij op ons grondgebied 161 inwoners per vierkanten kilometer, terwijl Engeland er maar 91 telt, Frankrijk 69, Italië 85, Pruissen 66 cn Oostenrijk 54. Dat België het bevolkste land van Europa is en gevolgentlijk het rijkste, is reeds een titel, waarop het roem mag dragen. Doch is er in de wereld, niet ergens een land meerdat meer bevolktis dan hetonzeTChina ging langen tijd door als hel deel der wereld, waar de bevolking het meest opeen gehoopt is. Nu, België overtreft hierin nog China, want met zijne 415 milliöenen in woners, een maal en half de bevolking van geheel Europa, telt China maar 120 in woners per vierkanten kilometer, terwijl wij er 161 op dezelfde oppervlakte hebben. België is dus de brok grond het meest bevolkt der geheele wereld, en de statistiek bewijt daarbij, den noggedurigen aangroei der bevolking, In 1830 telde België maar 118 inwoners per vierkanten kilometer; op bijna het derde eener eeuw heeft het 161 bereikt. Daar, op den grond, waar vroeger maar drij persoonen leefden, zullen er weldra vijf beslaan. Het hof van kassalie heeft in zijn ver- SUPPLEMENT virilviis-b i I T CU S- ilat bij hier bo- kinder- oetekoek ikken. ntwerpen. rne. de Land- bewezen ïii slechte en, maer rs, die de- e streken Is geeft di schrael tol jaer ■ngaet, dc gen lange lie Guano hen den ;en, daer- r storlre- en. de rapei ;lang voor dit schiet ;n en geeft oogst door e geslagen hare droomen. 7,ij vouwde de handen te samen, sterkte ze met wee- moedigen blik naar de woonste des heeren Quint en sprak (want zij geloofde zich onbespied) met be vende stem Ach! mijnheer Quint.... Mijnheer Quint in zijne gelukzalige verborgenheid had, alhoewel ander duizend bekommeringen wegens zijnen slechten steun, met genoegen de geliefde tegen over hem gezien. Hij was verrukt. Maar als zij de schoone armen naar zijne wooning uitstrekte, en als over hare kleine purperen lippen de verraderlijke zuchtmijnheer Quint! hcenvloogdan ontsloot zich de hemel voor hem; dan wilde hij zich aan Betclij’s voeten werpen; nooit glimlachte hel geluk minzamer, hy strekte zyno armen tot haar en.... Met dof gerucht zakte onder hem het kiezelzand, de losse grond rolde scharrelend naar onder, mijn heer Quint rolde zonder te kunnen blyven staan met alles wat hem uit het delfstofTenrijk omringde, er wanhopig na. Hij'vloekte onderwege: te vergeefs. Het zou hem niet geholpen hebben, indien hij ook met de grootste godvruchtigheid hadde gebeden. Het gevaar werd erger dan ooit. Aarde en gruis rolden hem, dewijl de grondvesten geweken waren, van boven af ruischend na en dreigden hem te begraven. Hij zag ongerust om hoog, om laag. Er bleef geen andere maatregel over dan den wil des noodlots te volgen, en de reize in de diepte te voleinden. J. F. J. HERREMAN8. Te vervolgen), der kamers en vertrekken, der keuken en des kelders, der trappen en zalen. Daar, meende zij, is toch veel te poetsen en te tooijen; schoon were liet, s winters en ’s zomers sneeuwwitte gordijnen voorde venster te hebben, wantzij versieren ook van buiten hit huis. En des avonds in den zomer moet men in een helder zomerhuisje spijzen; cn des winters moet het kamer- ken, met uitzicht naar den grooten weg verwarmd wordendaar moet ook de piano slaan. Mijnheer Quint kan er voortreffelijk op spelen; de huisvrouw zou dan tevens het geel vlas spinnen. En aan wie denkt hij? dacht zy verder: o ik weet het wel,aan hem denkt menige. Hij is rijk, jong en be vallig. Dat mij, arm kind, toch altijd het ongeluk moet vervolgen Ware het maar het tafellaken niet geweest I Hoe was ik toch zoo onhandig? Het zal mij mijn leven lang schamen. Nooit durf ik weer dc oogen tot hem opslaan. Maar, het is toch waar, hij wierp somwijlen, eenen vriendelijken blik op my, eenen blik zoo wonderlijk, zoo helder en doordringend dat ik hem nauwelijks verdragen kon. En ik zou er veel om geven om te welen wat hij aan oom Pijk gezegd heeft. 0 mijn oom, ik ken u heel wel. Geloof hem in niets, arme Betely, hij heefi met u maar gespot. Kan een zoo rijk man, zoo een gelukkige, wien allen beminnen, aan u, arm onkundige meisje denken Hij moet een geleerd lieer zijn, hij zal zich eene ge leerde vrouw zoeken, welligteen meisje uit de stad. Want gij zijt hem niet weerdig. En hij kent u niet, hij heeft u sedert eergisteren zeker vergeten. Bij deze woorden viel een egijptische nacht over zesde vervolg, ziet ons nummer van is februarij 1865 cn i'insi tiv r» i i i 1*1 i stikvloed, .Uok 1G(lcr «"‘‘er zou men stil genoegen do kleine zucht wilti’p,Ie,,,le aanschouwd hebben, net, landelijk-eenvou- Itg cn toch ten voordeelc van do liefelijk-gevormdo de Bréhan,ee’1 gekleed, als zij daar stond voor Quints bloemen, vicrstracl, t<railci,kc"d o met een aangezicht, als het aangezicht n ons iios’pie.e?| e"gels in het morgendrood Mijnheer Quint len,. Zustr-",(!^du van liefde en angst. I. walgingen. zich, nam de bloemen op, en ging ter zijde >9,842, tnc»'"licl,oP een roststuk te zetten. De bloemen in den Minster, vnf'boot schikte zij tot eenen tuil, maarzonder haast Is, van een«ant kaar blik dwaalde in het tegenoverliggende uwverhilting"dsc,13P> al"aar in morgenddamp mijnheer Quints - N. 43,810’“dgoed en gebouwen naast zijnen hot rustten. Martin, vat’ 1 V.Ü keeftook bloemen in zijnen hof, dacht zij, ende opstop-*’” 8e'*jk n’*” ïeBl’ m°ct hel een schoone hof zijn. ispörighedc’1. aro handen daalden inden schoot op de koele de baron <Koeine" ”eèr. Een siddenrende zucht hief langzaam ie Parys, vniPri:n boezem op. ■t, the’ koffj u""111ekeurig, want wie stelt zich zulks voor? lukt hadt. --,lclltzij zich de huisvrouw ginds aan den overkant, Y ex C.ic, |ï^n'Pc"dedie moet dan ook voorde keuken plan- wa’.iteit, l/'j.,,' "c'’jk voor dc oogen. Dc plaats der huisdeur, der -'ii'-' h^’ lll's schoorsteens duidden haar phijsiogno- Zoon. "'l inwendige van ’t huis en de verhouding dc zelfde

HISTORISCHE KRANTEN

Het Advertentieblad (1825-1914) | 1865 | | pagina 1