Algemeene Tijdingen.
VOOR DE LANDBOUWERS.
1
de gezondmaking
F
z
<1
d
paald volgens de breedte der vaartuigen
welke gewoonelijk de binnen waters bevaren,
en waaronder men er vindt die van .de
dertig tot de veertig duizend kilos kunnen
op de Slopgalvaart
op den Steengracht volkomen nutteloos
worden om, door de versassing, zoo weinig
De minister van binnenlandsche zaken
heelt, onder dagteekening van den 23 juni,
aan de gouverneurs der provinciën ecnen
omzendbrief gezonden betrekkelijk het
krediet van twee millioen, uitgestoken in
hel westontwerp der openbare werken en
namelijk bestemd om de verbetering der
buurtwegen en de gezondmakingswerken
te begunstigen. Deze zendbrief kondigt de
gouverneur aan dat het krediet waarschijn
lijk binnen kort ter beschikking des gou-
vernements zal worden gesteld en, in dit
vooruitzicht, dringt hij aan op de behoor
lijkheid van aan de provinciale en gemeen
telijke besturen de regels te herinneren
volgens welke de bedoeling ervan zal ge
maakt worden.
Deze regels zijn degene gevolgd voor de
bedecling der kredieten waarover het de
partement van binnenlandsche zaken jaar
lijks beschikt voor de buurtwegen en de
openbare gezondheid, ’t is te zeggen dat,
behalve de uitzonderlijke gevallen, de sub-
sidien die door den staat aan degemeenten
verleend worden, hel derde niet mogen te
boven gaan van de koslen der uit te voeren
werken. Zij zullen streng nagekomen wor
den. De gemeenten zullen dus dit punt tot
grondslag te nemen hebben.
De minister van binnenlandsche zaken,
de belangrijkheid doende inzien van het
krediet dat hij zal te gebruiken hebben,
aanzoekt de provinciale raden dat zij de
kredieten zouden vermeerderen welke in
hun budget gebracht staan voor het uit
voeren van werken van dit slach.
zij, volgens hen, de volkomenc vrijheid
van den predikstoel bezitten.
Maar wat zou er dan den burger over
blijven om zich legen die lasteringen te
beschutten? Wat zou hem dan kunnen be
vrijden tegen de smaadwoorden die nu
nog maar te dikwijls denstocl der waarheid
bezoedelen?
Hebben wij niet, in onze omstreken, in
deze leste tijden, een priester gezien, ver
plicht den smaad welken hij een persoon
van de gemeente in den preekstoel aange
daan bad, te herroepen wilde hij zich aan
geen vervolgingen blootstellen?
In hunne dagbladeren schelden zij bij
wijze van argumenten; in hunne predik
stoelen werpen zij hoon en laster op de
wereldlijke overheden, en zij klagen dat
men hun hunne vrijheid wil afnemen en
het woord in den predikstoel wiltboeijen!
O diebrave menschen!
SAS OP HET BERTEGAT.
Men weet dat de werken, die men ge
woonelijk noemt: de groote tverken van den
Yzer, en met de welke den heer ingenieur
Symon is gelast, voornamelijk voor doel
hebben i.“ de zomeroverslrooming dezer
rivier te voorkomen, 2." de waterloopen
der noordwatering of binnenwaters, van de
vaarten toebehoorende aan den Staat en
de provincie af te scheiden.
De waterloopen der noordwatering zijn
eigenlijk geene bevaarbare waters; zij zijn
van geene trekwegen voorzien, en wij ge-
looven dat de watering, en misschien ook
wel de aanpalende eigenaars er de schip
vaart kunnen in verbieden. Maar, de kleine
schipvaart bestaat er sedert eeuwen, zij
bewijst er wezenlijke diensten en het is
voordeelig er dezelve te behouden.
Om de gemeenschap tusschen de groote
vaarten en de binnenwaters niet te onder
breken, zullen er drie sasjes worden ge
maakt ter breedte van 5“ 30, te plaatsen:
één op het Oostwater, bij Nieuport; een
tweede op den Steengracht, bij Veurne; en
een derde op de Slopgatvaart, bij Loo.
De voornoemde breedte van 5® 50 is be-
I I
vervoeren.
Een grooter sas zou
en 1
zijn,en moest op het Oostwater vermeden
worden om, door de versassing, zoo weinig
als mogelijk zeltewater in de binnen waters
te storten.
Het sasje op het Oostwater werd gemaakt
inl865.Gedurendedeuitvoeringondervond
men dat het schip van een enkel schipper
van Veurne-Ambacht, van Alexander Van
Hille van Pervyse, er niet door kon. Het
schip was vier centimeters te wijd. Daar
op groot gerucht, groot rumoer. Verscheide
gemeenten van Veurne-Ambacht, Dixmude
en de suikerij en stokkerij van Eessen recla
meerden. De reclauiatien waren geweldig:
de schippers waren geruirieerd; de schip
vaart was te niet; het sas moest afgebroken
worden, en men vroeg er een nieuwe, vol
gens de eene van 5® 75 breed, volgens de
andere van 4“00 tot 4™50, zelfs er waren
er die zich beklaagden dat de koolbaquets,
dat de Schcldeschepen hunnen weg waren
afgesneden.
liet bestuur van bruggen en wegen gaf
niet toe, bleef in zijn eerste gedacht vol-
herden, en het sas op het Oostwater werd,
zoo als het aangeleid was, voltrokken.
De Veurne-Ambachtsche gemeente bestu
ren zwegen, Alexander Van Hille deed zijn
schip vernauwen en de schipvaart bleef in
wezen zoo als vroeger. Men had kunnen
denken dat deze zaak geëindigd was, maar
neen, een nieuw gedacht, een nieuw ont
werp was te Dixmude opgerezen: men
vroeg er een sas van 4®00 op het Bertegat
om alzoo den Yzer in gemeenschap te
brengen met de binnenwaters van Veurne-
Ambacht.
In don beginne wierd deze vraag als
weinig ernstig aanzien. Wélhoe, een sas
maken van 4lnÖ() breed op een ondiep vaar
dekenen dieslechts met kleine waterloopen
in communicatie is? dit scheen onmogelijk.
Maar Dixmude houdt aan; hare vraag is
ondersteunt in de kamer en inde perma
nente deputatie; men wil, ten nadeele van
den landbouw, de groote-schipvaart in de
binnenwaters tol stand brengen; men wil
de noordwatering, ten voordeele van eenige
nijveraars, tot zeer groole uitgaven ver
plichten! Wordt voortgezet).
DE VOLKSBIBLIOTHEKEN.
In den aanstaanden zittijd van den pro
vincialen raad van Weslvlaanderen zal er
eene belangrijke kwestie te beraadslagen
zijn de vraag indien de provincie het in
richten der volksbibliotheken geldelijk zal on
dersteunen? Wij durven hopen dat er
eenige edelmoedige mannen de zaak zul
len ter harte nemen en in den raad dat
voorstel ondersteunen, welk van zooveel
belang is en dat de inrichting der volks
bibliotheken in hel minste dorp mogelijk
moet maken. Ten anderen het zal te zien
zijn, indien onze provincieraad die liberale
instelling zal durven ondersteunen zoo als
het behoort, want al wat voor het onder
wijs en de verlichting van het volk strekt
kan niet genoegzaam ondersteund worden.
Inweêrwii dal de provincie raad reeds on
loochenbare bewijzen van klerikalismus
gegeven heelt, willen wij niet in twijfel
trekken, dat hij de kwestie van het onder
steunen der volksbibliotheken gunstig zal
oplossen en alzoo in Westvlaanderen eene
inrichting, die eilaas! hier zoo traagzaam
wortel vat, vooruitdrijven en overal tot
stand brengen. (Weekblad van Dixmude).
De doelmatige verluchting is de tweede
voorwaarde van de gezondheid der huizen.
In den builen, alwaar het zelden is dat
men zich moet beperken ten aanzien der
geringheid van de grondsgestrektheid, kan
men lichtelijk alles doen wat van noode
is. Het is voldoende een toereikend getal
vensters van de vereischte grootte daar te
stellen. Eiken kamer dient twee openingen
te hebben die tegenover elkander geplaatst
zijn.
Dan kan men gemakkelijk de bin
nenlucht ververschen door luchttoch-
ten, die men naar goeddunken daarslell.
De grootte der kamers verschilt noodzake
lijk naargelang van het getal der personen
die er zich moeten vestigen. De gemeen
schappelijke kamer, waar het huisgezin
vergadert, waar verscheidene huisgenoten
slapen, waar de huiswerken geschieden,
heeft in ’t algemeen eene voldoende opper
vlakte, doch schier altijd is ze te laag. De
best geschikte hoogte is 5 lot 3® 50. Eene
gewone slaapkamer dient minstens ook 4
meiers lengte op 4 meiers breedte te heb
ben. De landbouwer moet zich zorgvuldig
onthouden van te slapen in de duistere
kamerkens die aan de voorname plaatsen
palen: de in zulke plaatsen genoten rust
is niet heilzaam.
Als vollediging van de gezondmaking
der huizen zouden wij de grootste inner
lijke zuiverheid niet genoeg kunnen aan
bevelen. Het is pijnlijk om zien hoe
zekere muren zwart gerookt en met stof en
spinnewebben bedekt zijn. Een weinig
kalk jaarlijks op de muren gestreken is
nogtans genoeg om de nederigste woon
steden een opzicht van frischheid te geven,
dat aan elke schrandere huishoudster tot
hoogmoed kan strekken.
Soms bestaan er in de nabijheid der
woonsteden huizen, moerassen, vijvers of
stilstaande waterplassen. De inwooners
ontsnappen moeielijk aan de uitwasemin
gen die zich op den oogenblik tier zomer
warmte voordoen. Het beste hulpmiddel
bestaal in de droogtrekkingder moerassen;
doch dikwijls is het onmogelijk dal een
bijzondere zoo een werk op zich neme.
Men kan dan ook de uitwasemingen terug
houden door tusschen haar en de woon
steden eene gordijn van booincn op te
richten. De enkele zaaijing van zonnebloe
men of van andere gewassen met breede-
bladeren is toereikend geweest om eene
plaats gezond te maken. Het is goed de
opningen der huizen te maken in de rich
ting tegenover de moerassen.
De plassen van de mest- en buiswaters
voorlkomslig, bieden geen zoo groot ge
vaar aan, doch een gevaar dat van den
zelfden aard is als het vorige, als het ge
beurt dat ze gedurende de zomerhitte op-
droogen. Men moet ze verwijderen, ten
ware eene overvloedige bron dezelve aan
houdendlijk opdczelfde hoogte handhaafde.
(Revue agric. et hort, de Lot-et-Garonne).
i
I
I
ii
ii
n
v
b
k
d
d
Ii
d
b
Zondag achternoen is er brand ontstaan op de
hofstede van den landbouwer Welvaert te Oostvle-
teren. Alles is door de vlammen verslonden, bij uit
zondering van eenige koeijen. Hel was in den stal
begonnen. Men schat hel verlies op -4S00 Ir. Niets
was verzekerd.
Donderdag in den morgend is er een ongeluk
gebeurd in de manegie der Rijschool te Yperen.
Een soldaat, al zijne gijinnastieke werkingen te
doen, is gevallen en heeft zich de ruggraat gebroken
des namiddags bezweek hij aan zijn lijden.
Zaterdag is te Zandvoorde een droevig ongeluk
gebeurd. Het zoontje van den molenaar de Cloedl
rond den molen spelende, is door een der wieken
d ood geslagen.
z
(1
8
2
I
VERLUCHTING.