Nieuws van de week.
A Igenieene Tijdingen
Dal, integendeel, het sasje aldaar
is er geen sas, maar wel een aüosingsluis
t een-iedei
velen not
le hoeren
'ad, bewe-
Bertegat
Dixinude
>ij gevolg,
I bouwers,
zijn ont-
iet bewij-
dat Dix-
len Staal
i ijveraars
ezent lijkt
-legal op-
tkist.
le is het
zijn he
rn brom*
schip lei
blinkend
■.anonnen
behoudt men hoog water in den IJzer ten
voordeele der maaigrazen en dan zal het
IJzerwater lm7o a 2,n00 hooger zijn dan het
water der Noordwatering; daar integendeel
niet ge-
te uerïccn
2ii als ai
rier, noch
gemeen-
beslond.
iverk. Zal
i dat het
0 duizend
leele van
en dat
st van die
Dixinude
1 moeten
•or de ge
in be twist-
t hebben,
le Wate-
Ejmeenten
an de hoe-
l Weekblat
misgrijper
jven nocl
ide. Maar
dat ons be
groot be-
ebben wi
grondig t<
van inlicht
•wegingen
tregen da
et minste
it, en dat
jnnen zijn
nzer land-
die reder
plicht aan-
i, uitslui-
irambacht-
onder om
d.
agen ovei
as op het
jeds ticaal)
op de bin-
te kunnen
juist zijn.
pen maai’
i niet een
zijn er le
van Dix-
eden, der
i Eessen,
•eed, kun-
lizend ki-
ïre waren,
Jacht naar
ij pen dus
og klaagt
brommenWaarom gaal hel schip
niet voort, waarom blijft het in het sas lig
gen? Maar het kan niet voort. En
waarom? Maar de vaart is immers te on
diep en le nauw, de bruggen zijn te smal
en te laag. Er moeten dus werken uit
gevoerd worden om van het sas te kunnen
gebruik maken? O ja, groole werken
Kostelijke werken!Antwoordt heeren
korrespondenten van liet Weekblad, wie zal
er deze werken betalen Zal het de slad
Dixmude zijn? Zal hel de noordwatering
zijn
Wij betwijfelen de goede inzichten on
zer tegenstrevers niet en gaarne gelooven
wij dat zij niets dan het algemeen welzijn
van Dixinude en van Veurnambacht be
nogen; maar, hunne vooringenomenheid
voor het Bertegal sas is zoo groot, dat zij
er enkelijk de voordeelen van zien, onnoo-
dig achten er de gevolgen van de wikken
en te wegen en ten onrechte misnoegd zijn
op al wie zij verdenken in hun advies
niet mede te deelen. Overigens, wij ver
klaren het ronduit, de korrespondenten
hebben de zaak van de groote werken aan
den IJzer en van het sas aan het Bertegat
niet genoeg bestudeerd en het slot van
hunnen tweeden brief bewijst klaarlijk dat
zij er weinig van kennen.
Hel Adverlenlie-blad weel zoo wel als
wij, zeggen zij
Dat er nooit geene schipvaart in
de binnenwaters zal ingericht worden;
wat zouden de groole schepen daar ko-
men doen.
Inderdaad, zij hebben er niets le doen;
want, ten gevolge der nauwe en lage
bruggen kunnen de schepen die breeder
de Loovaari, wanneer men er geen gebruik gebreid, dat de giften der ingezetenen, hoe milddadig
zijn dan 2m75 (twee nieters vijf en zeventig
centimeters) slechts in het noordcrgcdeelle
van Veurnambacht varen. Waarom vraagt
men dan een sas van 5",75(!) aan hel
Bertegal?
2." Dal de Noordwatering eigenares
zal blijven van hare vaarten zoo als zij
thans bestaan en dat er aan deze noch
de aanpalende bandgebruikers geene
onkosten zullen veroorzaakt zijn.
Maar, om de Berlegalvaart, de Vlavaart,
de Groote Beverdijkvaart bevaarbaar te
maken voor schepen van 5"‘7a breed, zou
den er groote onkosten moeten worden
gedaan. Wie zal deze onkosten afdragen?
Indien het de Noordwatering niet is, hel
zal dan Dixinude zijn?... Arm Dixinude!
5.° Dat er door gatisch Veurnambacht
door het slichten van een sasje aan het
Bertegat, niet meer overstroomingen
zullen veroorzaakt zijn dan deze die he-
dendaags zouden kunnen beslaan, dewijl
men ingeval van hooge waters in de
Yzervaart, de waters aldaar zoo wel zal
kunnen tegenhouden als deze, bij voor-
beeld, der zee aan heisas van lleysl.
Hel voorbeeld is slecht gekozen: te lieyst
met draaideuren en valdeur die veel vromer
is en dichter kan gemaakt worden dan een
sas. Overigens, komt er door dit sluis zee
water door infiltration of door ongevallen,
dan is dit zeewater slechts in de vaart van
Zelzale en niet in de polders die van deze
vaart bij middel van sluiskens afgeschei
den zijn.
4.” Dat er niet meer water in Veurn-
Ambacht zaj infjltrerendoor hel versassen
aan het Bertegal dan door het versassen
in de Loo- en Veurnevaart.
Dit is weeral eene dwaling. In den winter
de IJzcrwalcrs bedorven zijn. God beware
ons van een sas aan het Bertegat om Veurn
ambacht tc spijzen
6." Dat de daarstelling van een sasje
aan het Bertegat de gemeenschap tusschen
Veurnambacht en het inwendige van het
land zal vergemakkelijken en merkelijk
de vervoerkosten der Veurnambachtsche
voortbrengsels verminderen.
Dit is gansch ongegrond. Welke zijn dan
onze prodnklen die men per schuil of per
schip naar het arrondissement Dixinude
vervoert. De beetwortelen alleen. Welnu,
het Bertegat-vaardeken paalt aan den IJzer,
bij de groole kalsijde en recht over de
suikerfabriek. Dus, zal het sas aan het
Bertegat onze prodnklen van geen duit in
waarde doen rijzen.
zal van maken voor hel voorkomen der nadee-
lige overstroomingen van den IJzer, slechts
0™50 hooger zal zijn dan de binnenwaters.
5." Dal, integendeel, het sasje aldaar
voordeel aan den landbouw zou kunnen
verschaffen, onder andere, om versch
water te geven aan Veurnambacht; ge
tuige het sluisken aan de landen van M.
Degrave te Stuyvekenskerke en het gene
gesticht door de Watering van Vladsloo
om Beerstbloote te spijzen.
Wij aanzien ook sluiskens in den IJzerdijk
om Veurnambacht met versch water te
spijzen als zeer voordcelig, en de Noord
watering heeft dikwijls met reden geklaagt
geene le hebben. Er zullen er nu gemaakt
worden: één aan de Platluis, een andere
aan het Bertegat en een derde aan den
Olifanlmolen. Maar welk verschil tusschen
een sluisken en een sas! Met een sluisken
neemt men water alshetgoed is enals men
het noodig heeft. Maar met een sas wordt
de landbouw de slaaf van de schipvaart.
Menzon dan water storten in Veurnambacht
tegen wil en dank der landbouwers, zelfs
wanneerzij overstroomd zijn,zelfs wanneer
den nood te kunnen
schroomlijk
den hals atge-
van den romp
van af zijn om
3)
3) aan
0)
Ik beu leker dat ecu groot getal mijner lezers
alreeds gezegd heeft: maar waar blijft onze kronijk-
schrijver? Is hij voor goed verdwenen? Is hij naar
Mexiuo om de gesneuvelde broeders te Tacambnro
te gaan vreken; of heeft hij zijne demissie van krnnijk-
schrijver gegeven?
Noch het een, noch het ander, mijne brave vrien
den. Ik ben niet verdwenen, ik ben naar Mexiko niet
gegaan en ik zou mij wel wachten mijne demissie
van kronijkschrijver te geven.
Wat, ik.ii verlaten hola, zoo niet geboerd. Ik ben
u te zeer genegen om u zoo los weg daar te laten;
ook verhoop ik van u hel zelve, en ware het anders
het zou mij vee! pijn aan doen, zoo als de konscrits
zeggen als zij naar hunne ouders schrijven.
l)e reden van mijne lange stilzwijgendheid zijn zeer
eenvoudig: Ik heb vele bezigheden gehad in deze
leste tijden; ik heb gereisd en indien ik het u al
zeggen moet, daar ik wat kleenmoedig van mijn
natuur ben. ik heb zoodanig verschrikt geweest van
de predikatiën van die twee paters, dat ik al op een
keer, geen pen op hel papier meer krijgen kon en
die soort van krachteloosheid bij mij tot heden toe
geduurd heeft.
Maar God zij gedankt, ik ben hersteld; de roe is
van.... ik wil zeggen die zwakheid is verdwenen en ik
ben op nieuw voor het nieuws ’t uwen dienste capabel.
Ik zal u niet spreken van al hetgene sedert mijne
leste kronijk is voorgevallen: ik zou geheel hel blad
vol steken. Ik zal mij voor lieden vergenoegen met u
van onze kermis te spreken.
’t Zal luisterrijk zijn, jongens, ’tzal luisterrijk zijn!
ook, er verre
lenigen.
Het is te Antwerpen, en niet te Oostende, vol
gens men verzekert, dat de koningin van Engeland
den 9 oogst aanslaande ontschepen zal, om koning
Leopold te komen bezoeken.
De donder is vrijdag Laatst in de statie van
Couillct op eenen meter en half afstand gevallen van
eene groep reizigers, die den- trein van Namen van 6
ure 30 minuten des avonds afwachtten. Hij is tegen
het huis van den baanwachter geslagen en deed een
gerucht ontstaan, gelijk aan dat van verscheidene
vuurpijlen, die men le gelijk zou afschieten.
Eenige minuten tevoren was hij op de voettrede
gevallen van een rijtuig van gemeiden trein, bij het
verlaten der static van Chatelineau.
Ziet hier eenige bijzondeheden over eene dub
bele moord, in den nacht van zaterdag tot zondag tc
Bavichove gepleegd.
Zondag morgendzijn de echtgenooten van Neste,
die den estaminct St. Eloy houden, te Bavichove ver
moord gevonden in hunne woning.
De herbergier lag in de plaats die tot estaminet
dient, hebbende aan het hoofd eene schroomlijke
wonde gemaakt met eenen steen en
sneden zijnde. Het hoofd was bijna
afgescheiden.
De vrouw van Neste lag in de kelder, vermoord
op de zelfde wijze als haar man Nevens het lijk der
vrouw lagen drie pintglazen, waarvan twee gebroken
waren en eenen cabaret, iels wat doet gelooven dal
de vrouw van Neste zal vermoord geweest zijn op bet
oogenblik dat zij uit den kelder ging komen met
drie glazen bier die zij voor de moordenaars was
gaan tappen.
Dit dubbel schelmstuk moet gepleegd geweest
zijn zaterdag rond 10 uur des avonds, want men ver
zekert. dat verscheidene personen der gemeente de
herberg ten 9 1/2 uur verlaten hebben en van Neste
en zijne vrouw van zin waren te gaan slapen. Toen de
ongelukkige slachtoffers vermoord gevonden zijn,
hadden zij nog dezelfde klecderen aan die zij zaterdag
avond droegen, iets wat te denken geeft dal zij zullen
getroffen geweest korts zijn na dat hunne kalanten
Verleden dijnsdag heelt de aanbesteding der wer
ken 'oor hel bouwen van een kapelaiins-huis te
A’dinkerke, binnen deze gemeente plaats gehad.
Verschelde aannemers woonden deze aanbesteding
bij, onder andere de heeren: Zants te Dixinude,
Knockaerl teZarren, Tavernier lelsenberghe, Francis
Leper te Steenkerke en Charles Leper te Veurne.
De werken zijn aangenomen door dezen laatsten
voor de som van fr.‘ 6050-00, dit is met eene ver-
hooging van fr.’ 427-60 op den begrootings prijs.
Maandag avond is tc Brugge in de Sl. Cathari-
nastraal een verschrikkelijk ongeluk gebeurd. Men
had over eenige dagen hel huis afgebroken van den
heer F. Seghers, zadelmaker, doch zoo onvoorzichtig
geweest een muur te laten staan, zonder denzelven te
schooren, terwijl men reeds volop aan’t metsen was.
Twee oude werklieden, Matlheus Pelvt, oud 60 jaren,
en Napoleon Fourrier, oud 156 jaren, zaten voor den
muur steenen te knischen, toen plotselings, de muur
meteen verschrikkelijk gedruisch omstortte. Toen
men de ongelnkkigen van onder het puin haalde,
bevond men dat béiden schrikkelijk verminkt waren.
Pelyl was den arm in verscheidene stukken afgebro
ken, het hoofd verbrijzelden andere zware wonden
bekomen; zijn gezel was ook zeer zwaar gewond; de
ongelnkkigen zijn naar St. Janshospitaal gedragen,
alwaar I’etyt reeds denzelfden nacht den geest gaf.
Fourrier verkeert steeds in bedenkelijken toestand.
De briefwisselaar van den Journal de l.iége
meldt, dat het gouvernement door den Belgischen
gezant te Mexico de ollieiëele lijst heeft doen aanvra
gen der Belgen bij het gevecht van Tacamburo ge
sneuveld, en dal zijne pogingen tot hiertoe, men weet
niet waarom, zonder uitslag gebleven zijn.
Men schrijft uil Tongeren, 22 juli
Een hartscheurend onheil heelt den 17 een uitge
strekt deel van Limburg getroffen de cantons Sint
Truiden, Loon, Tongeren en Sichem zijn door een
schrikwekkender! geessel geteisterd; de veldoogst is
op duizende hectaren letterlijk vernield, zoodat de
landbouwer noch brood voor zijn gezin, noch voeder
voor zijn vee over heeft. De ramp, door den hagel
witter tlCl’ LVOOlOWaïcring, naai imcyeilueCl s|ag van verleden maandag veroorzaakt, is zoo uit-
getroffen geweest korts zijn
het huis hadden verlaten.
De onderzoeks-rechtcrs van het parket van Kor-
tryk zijn zondag ter plaats geweest en hebben de
instructie begonnen. Maandag hehben zij zich op
nieuw naar Bavichove begeven, vergezeld van twee
wetsdokters, om tot de aanschouwing der lijken over
te gaan.
Men verzekert, dat, bijgevolg van de eerste navor-
schingen der justicie, vijf kerels zijn aangehouden
en dat er erge vermoedens wegen op eenen van hen,
die alleen de dader dier dubbele moord zou ge
weest zijn.
Te Pompeia heeft men den tempel van Juno
ontdekt waarin men meer dan 300 menschenge-
raamten heeft gevonden. Deze geraamten, welke in
stof vielen naarmate zij in aanraking met de lucht
kwamen, waren degene van vrouwen en kinderen,
die onder de brandende assche begraven waren ge
worden, die door den Vesuvius werd uitgebraakt op
het oogenblik dat in den tempel een offer werd ge
daan aan de koningin der góden, ongetwijfeld om de
afwering af te smeeken van de plaag die hun be
dreigde.
i„ Iii