dal hel zulke
i morgen hel
Niet alleen in België, en vooral op onze
dorpen, tracht de geestelijkheid soms, van
de hoogte des preèkstoels de menschen met
alle slach van vodderijen en onnoozele
praat om den tuin leiden: dit gebeurd ook
in andere landen.
Wij hebben lestmaal dien kapelaan van
S.u Waudru van Bergen (Mons) aangebaald,
die in de hagelsteenen eene straf des hemels
zag, door de liberalen aangetrokken, ver
gelende dat het de kerken en kloosters
waren die meest door den bliksem en de
hagelbollen waren geteisterd geweest.
Wij hebben ook gesproken van den pas
tor van Marquain die op den preekstoel
zegde: dat hij liever zien zou, dat voor
de jongelingen en jonge meisjes, de pokken
in de gemeente kwamen, dan de liberale
len met welke de klerikalen hunne zaak
denken te doen zegepralen, de oorzaak van
deszelfs ondergang.
Om een bewijs temeer der trouwloos
heid dier heilige partij te geven, willen wij
hier nu nog eene daadzaak aanbalen.
Men weet dal hel ministerie onlangs de
herziening van het kadaster heeft bevolen.
De klerikalen nemen op nieuw* deze
maatregel te baat om, denken zij, het libe
raal ministerie verfoeijelijk te maken. De
belastingen zullen verhoogd worden, enz.
enz. Niettegenstaande de verklaringen en
verzekeringen van den minister, zullen de
belastingschuldigen jaarlijks meer moeten
betalen, ten minsten volgens de klerikale
dagbladeren die als het vervolg van het
Evangelie mogen aanzien worden.
Dat dit alles arme praat is, en een mid
del om het volk tegen de aanstaande kie-
zingen lol hunnen kant over te halen, be
hoeft niet gezegd te worden.
Maar het schoonste van het spel is, dat
over een paar jaar, juist die zelve brave
klerikalen vuur en vlam uitspouwden om
dat dit zelfde ministerie met de kadastrale
herziening zoo lang weg bleef. De Vlaan
deren, zoo zij zeiden, waren op eene aan
stootelijke wijze geëxploiteerd en betaal
den ik weet niet hoqveel honderd duizende
franks te veel aan de schatkist.
Zie hier zelfs een manifest dal de kleri
kale associatie van Brugge diesaangaandc,
op 17 december 1865 uitgaf:
Dank aan deze streken (van het gou-
vornement), niet eene nültige wel zal
kunnen gestemd avorden binst deze zittijd;
gij zult nochnoch de herziening der
wet die de pcrsonnele belasting moet ver
minderen verkrijgen, noch de wel die u moet
ontlasten v«n helgene gij te veel belaaldl voor
grondbelasting. De zittijd zal maar dienen
om de drukkende lasten te behouden met
welk het ministerie u belaad onder ver-
schilligc benamingen.
Ziedaar, kiezers, de gevolgen van het
ministerieel despolismus en van de ver
slaafdheid.
Ziet daar nog een bewijs van goede trouw,
van de loijauteit van onze tegenstrevers.
Over twee jaar was hel ministerie een
dwingeland van de ergste soort om dat het
lot de kadastrale herziening niet overging.
lieden dat die herziening bijna is geëin-
digt, schreeuwen zij hoog en leeg tegen
dezelve en zeggen dal de ministers daar
mede op nieuw het geld uit de zakken van
de belastingschuldigen zullen jagen.
Over twee jaren schreeuwden zij om die
wet; heden hebben zij ze en schreeuwen
er legen.
En noglhans denken zij met al zulke
loeren de menschen nog te verblinden.
Wat moeten zij zich tol een valsch denk
beeld van het volksgevoelen maken!
len het heden aanranden om
of zulke wel niet voorstelt, en
beknibbelen om dat het die zelfde wet
voorgesleld heeft, enz. enz.
Ja maar, antwoord men hun, de liberale
dagbladen zijn daar, om de feilen in hun
waar daglicht te stellen, om de daadzaken
aan te halen zoo als ze wezenlijk zijn, en
om de billijke maatregelen door de libe
ralen genomen te verdedigen; wal kunt gij
dus daarmede winnen?
Onnoozelaar, zegt de klerikaal, vergeet
gij dan dat wij de liberale dagbladeren
verbieden?.... Van de hoogte des preèk
stoels donderen wij er tegen; in den biecht
stoel komen wij er tegen op; de huisvrouw
hitsen wij aan tegen den man, opdat zij
hem lastig zou vallen lot dat hij zijne libe
rale gazet laat.
Denkt gij dan dat wij met zoo de propa
ganda voor onze logen- en laslerbladjes te
maken; met de liberale lezing te veroor-
deelen, niet ongestraft alles tegen de libe
ralen mogen schrijven wat wij willen en
hun alle slach van snoodheden mogen ten
laste leggen?
Zoo redeneeren de klerikalen, maar zij
reken zonder den woerd.
Eertijds ja, wanneer de menschen min
geleerd en nog onnoozel waren, konnen
(lie deklamalien elfekt op het volk maken.
Maar heden zijn zij slechts goed voor eenige
kwezels en dweepzuchtige!).
De menschen len minsten deze die
wat redeneeren, welen zeer wel, dat om
de waarheid te welen, men moet kennis
nemen van helgene voor en tegen eene
zaak geschreven of gezeid is;
Zij weten zeer wel wanneer de klerikalen
het meest schreeuwen, het is wanneer men
hunnen winkel aanraakt;
Daarom, niet tegenstaande degezegdens
en het verbod van M.r de pastor, lezen
die menschen ook de liberale dagbladen.
En zoo wordt hel volk meer en meer
overtuigd dat het recht en de rede langs
de kant der liberalen is; want het ziet alle
dagen dat de klerikalen om zich te verde
digen, laster en logen gebruiken moeten;
dat zij schelden en verwijten bij fout van
wederleggingen te vinden, en dat hun ge
schreeuw legen dcliberalen, slechts dienen
moet om hunne vijandschap tegen al wal
vrijheid, vooruitgangen geestontwikkeling
aangaat, lucht te geven.
Daardoor zijn juist die eerlooze midde-
gazetlen.
Onlangs was er een pater op een onze
omliggende dorpen die, sprekende over d
groote droogte die alsdan heerschtc, zei di
er vuur en vuiligheid uit de aarde zo
komen, om alles te verslinden en te vei
delgen die er bestond. Natuurlijk ware
hel die goddelooze liberalen die daarva
de schuld zouden wezen.
Welnu, lestmaal heeft Monseigneur de
aartsbisschop van Dublijn, hoofdstad va
Ierland, ook een staaltje van dergelijk
fijne uitvindingsgeest gegeven. Ziet bier:
Men weet dal de runderpest, die ook ii
ons land is gedrongen, eerst in Engelan*
is uitgeborsten, en daar met eene builen
gewoone woede heerscht.
Eli wel, Mons.' Gullen, aartsbisschop vai
Dublijn,ziet inde plaag die hel runderslacl
teistert, eene rechlveerdige straf voor d
vereenng in welke men, ter dezer eeuw
de beesten houdt, en vooral de loopslrijd
peerden, de prachlhonden, de ossen, d
schapen, de zwijnen, de prachtkiekens ei
andere pluim- en viervoetige dieren.
De slechte drukpers (de liberale natuur
lijk) de goedkoope dagbladen, en eindelijl
de twijfelleer der professoren der univer
sileit van Dublijn, moeten ook gerekent
worden onder de reden der hemelsein
gramschap, ten minsten volgens hetgem
Mgr. (adieu zegt.
Zoo dan landbouwkundige en veeteclers
scheidt er maar van uil van uwe veerzen o
ossen te trachten te verbeteren, want daar
mede trekt gij de hemélsche gramschap
op deze aarde.
De mannen die allen jare de peerden
loopslrijden Ie Waereghein en elders inrich
ten, zijn ook niet wit, en de vilploddert
zuilen ook niet weinig werk hebben om alk
de prachlhonden omlehrengen die mei:
hun zal toebrengen. Ja, iser wel nogiemami
die wetende dal, om dat hij een hondjen
houdt, Ons lieer de runderplaag op d(
wereld heeft gezonden, dal beest nog za
willen houden?....
liet is noglhans nogal aardig, vinden
wij, dat het juist hel runderras is die dooi
de ziekleis aangedaan, wanneer de peerden
en honden de plichlige zijn. Nog iels: (h
plaag die de beesten vertiend, welke vooi
de openbare voeding moeten dienen, vooi
uitslag hebbende van den prijs van hel
slagtersvleesch te doen rijzen, deze die hel
meest hierdoor te lijden zullen hebben, zijn
de arme menschen, die welke geen koer-
soupeerden noch geen prachlhonden be
zitten, en bijgevolg gansch vreemd zijn
aan het slacht van afgoderij van welke deze
dieren het voorwerp zouden kunnen wezen.
Mg.' Gullen had daar zeker niet op ge
dacht, wanneer hij zijne bevelbrief uitvond.
Men ziel het, het is hier niet alleen dat
men met dergelijke nesten voor den dag
komt; in andere streken tracht men ook
de menschen op die wijze voor den gek te
houden. Maar zij vergelen altijd, dielleeren,
dal wij in de 19/ eeuw zijn; dat hel onder
wijs en dc geleerdheid, die reeds eenen
reuzenstap gedaan hehben. zich meer en
meer uilbreiden en dal het hedendaags
onmogelijk is van, even als over 200 jaar.
de menschen appelen voor citroenen té
verkoopen.
EENE STRAF DES HEMELS.
scheen neer tenen. Een hunner kreeg den inval op
den ridder te schieten, hij schoot echter misde
soldaat, van wien wij zoo even spraken, lachte zijn
kameraad uit en beweerde beter te kunnen mikken,
hij legde zijn geweer op zijn makker aan en schoot
hem door zijn schako; deze verwoed vloog ijlings op
en er ontstond eene korte worsteling, waarbij de be-
le-digde spoedig het onderspit delfde. Het afgaan der
geweeren, waardoor het meisje in het bovenvertrek
hevig schrikte en beangstigd werd, was de oorzaak
harer redding.
De bandieten, want dat waren de soldaten gewor
den, besloten eindelijk hunne plundering elders
voort te zetten. Houbray’s hart werd ligter toen hij
zulks b’emerkte. Juist zouden zij vertrek ken, toen een
der lieden de kolf van zijn geweer met geweld tegen
den wand sloeg, waartegen de zwakke veer van de
ve rborgen deur niet was bestand; zij vloog open en
de schooue bewoonster van het geheime vertrek
stond voor hunne oogen. Onmiddelijk werd zij aan
gegrepen. Zij sprak geen woord, maar haar angstig
oog zocht hem, dien zij wel ter nauwernood had ge
zien, maar op wien zij als haren beschermer ver
trouwde.
Op de soldaten toe te vliegen, hen weg te stooten,
zijn gezag als hun overste te doen gelden, was het
werk van een oogenblik. Zijne gewoone bedaardheid
verliet hem, zijne blikken schoten vuur en de uit
werking van zijn gebiedend optreden was van dien
aart, dat de soldaten, ten spijt van hunne dronken
schap, door een duister besef van militaire tucht ge
dreven, eerst terugtraden; maar weldra keerde hun
ne woestheid weder en nu grepen zij met vereanigde
woede den officier aan.
Tc cei volgtn\.
HET LANDBOUWKREDIET.
Ziehier den laatsten brief van den grootsten kwak
zalver der wereld aankondigende dat de Interna
tionale Bank van Landbouwkrediet tot stand ge
bracht en te Londen geënregistreerd is.
Deze circulaire is toegezonden aan de oude slacht’
offers, aan dc karpels die al eens gebeten hebben,
zooals de tekst ons leert:
Aan de hoeren aktionnairs der JJ aatschappij van
Internationnaal grondkrediet; der Bank tan Gio nii
an IVijeerheidskredlet; der lïcderlandsche llijpo-