VAN VEI RN E. w o VEURNE 25 NOVEMBER. N.r 2083. JAAR. ZATERDAG 25 NOVEMBER 1865. I uo 1 00 7B De persoenen die zich voor een jaar op het Advertentie-blad laten inschrijven, zullen van heden af tol den eersten januari 1866 het hlad, met hel woensdags supplement, kosteloos ontvangen. Het nummer van den zaterdag bevat poli tieke lezingen, artikelen over algemeen nut en olgemeene lijdingen. Hel Supplement van den woensdag beval de voornaamste marktprijzen van Belgie alsook deze van llondschoole en Bergen (Frankrijk). Deze marktprijzen zijn Wet de meeste nauwkeurigheid aangegeven. De prijs van inschrijving blijft bepaald op 6 franks ’s jaars voor de stad, of 7 franks franco met de post. Men kan zich op alle postbureelen van hel rijk doen inschrijven. welke maar dienen om den lijd te verspil len, en te beletten dal de nuttige wellen gestemd worden. WelHoe men predikt den wederstand aan de wetten, men moedigt den opstand aan Welnu, Vooruit dan vooruit zonder hevig heid noch geweld, maar ook zonder zwak heid noch aarzeling Blad voor Annoncen, Landbouwnieuws, politieke en algemeene Tijdingen, Marktprijzen ett llandelzaken. Een Nummer, en een Supplement op half blad, per week. De Kamer der volksvertegenwoordigers heeft, in de zitting van den 17, bezig ge houden geweest met interpellation nopens de veepest, en dan ook nopens de Belgen welke in Méxiko krijgsgevangen zijn ge maakt geworden. De zitting van den 21 was weinig be langrijk. De zitting van 22 was belangrij ken in tegendeel en ook tamelijk hevig. De heer Voorzitter gaf eerst lezing van bet voorstel door den heer Guillery daags te voren op het bureel nedergelegd, en dat wij hier laten volgen: Artikel 7 der gemeentewet is gewij zigd als volgt: Art 1. r 2° en 5° In de schatkist van den staat, der provintie of der gemeente >n rechlstreeksche belastingen, patent in begrepen, de som van 15 fr. storten. 4.° Kunnen lezen en schrijven. Art 2. Artikel 5 der provinciale wet is vervangen door het volgend artikel: Art.' 5. Zijn kiezers al degene die de voorwaarden vereenigen door de gemeente wet voorgeschreven. De art. 6 en 7 der zelfde wet zijn afge schaft. 59/ Zoo als wij in ons vorig nummer zeiden, heeft de benoeming van den beer Bara tol minister van justitie, de woede van de kle rikale bladeren ten loppe doen stijgen. Hunne gramschap is des te grooter, om dat zij zien dat de Koning het eens is met zijne ministers om de nuttige hervormin gen te bewerkstelligen, welke aan de geestelijkheid eenige voorrechten afne men, welke zij zich toégeeigend had ten nadeele der andere burgers. De heer Bara is jong, vol talent en krachtdadigheid, en geheel en gansch voor bereid om die ontwerpen vastberaden uil- tewerken, zonder zich om het geschreeuw der klerikalen te bekreunen. Zij weten het wel, ook daarom sparen zij den minister de scheldwoorden en de lasteringen niet. Onder andere verwijlen zij aan den heer Bara, van zich ondankbaar te toonen je gens «die goede kanonikken» van Door- nyk, van welke, zeggen zij, hij de beurs zou gehad hebben met welke hij zijne stu diën gedaan heeft. Zie hier nu de waarheid over die zaak, welke wij uil de Vérilé van Doornyk over zetten. Eene beschuldiging, welke wij reeds in 1865 te niet hebben gebracht, wordt heden op nieuw voor den dag gebracht. Alle de katbolijke dagbladeren herhalen om het meest dat M.r Bara een oud-beursleerling van Doornyk is, en dat hij zijne geleerd heid aan de mildadigheid der kanonikken verschuldigt is. Vandaar den scheldnaam van ondankbaren. Hé wel 1 geen woord dier beschuldiging is waar: M.T Btara heeft nooit geen centiem van onze.milddadige kanonikken ontvangen. lletgcne waar is, bet is dal hij, gedu- repde zijne .schoolwetenschappelijke stu diën, van eene beurs van 95 franken heelt genóten, verleent door M.'Dumon, burge meester van Doornyk. De fundatiën Despars waarvan die beurs afhangt, was van het vergtinnings recht van den burgemeester van Doornyk en van den oudsten kanonik. De krachtdadigetus- schenkomst van onzen eersten magistraat alléén heeft eenige brokkelingen aan de gretigheid van het kapittel kunnen ont- log aan te doen, tot het uiterste gedreven. De beer Rogier zegt dat het ministerie het gematigd gedrag zal voortzelten dat het tot dan toe heeft gehouden, dat de benoe ming van den jeugdigen vertegenwoordiger van Doornyk voor uitslag zal hebben een reeds oud ministerie te verjongen. De heer Bara heeft op eene schitterende wijze de aanranding afgeweert, en de be schuldigingen wedergelegd welke men op hem deed wegen. Zie hier overigens zijne woorden: Ik bedank den heer Jacobs hier de aan vallen te hebben herhaald, diede katbolijke drukpers legen mij richt. De heer Jacobs is bedroefd, omdat een goddelooze, een solidair aan het gezag komt, een man, die zich bereidtom bet budjel der eerediensten af te schaffen. Ik zou gelooven aan waar digheid te ontbreken, indien ik op zulke ellendige beschuldigingen antwoordde. Dat de heer Jacobs mijn boek leze, en hij zal zien, dat ik er den eerbied voor den gods dienst in uilroepe. De heer Noteltiers. Van welke? (Gelach). Minister Bara. Ah! Ziel daar. Hel is de bescherming van uwen godsdienst, dat gij wilt, maar gij wilt de bescherming voor de anderen niet. De jeer der scheiding van kerk en slaat heb ik uitgelegd even als de heer Nothomb, in het verslag, dat hij over artikel 21 der grondwet in het congres heeft voorgedra gen. Er is, schrijft de heer Nothomb, niet meer betrekking lusschen den godsdienst en den staat, als lusschen den godsdienst en de landmeetkunde. Het is dezelfde lee ring, die priester de Haerne in het congres verdedigd heeft. Dus omdat ik denk als den heer de Haerne zou ik geen minister van juslicie kunnen zijn. De heer de Theux neemt na hem hel woord, en tracht te bewijzen dat, met de wet op de studiebeurzen en deze op het wereldlijke dei’ eerediensten, het ministe rie den oorlog aan de katbolijke geestelijk heid aandoet, beweering welke den heer Rogier gemakkelijk afslaat, mits zij zonder grond is. Antwoordende daarna aan den heer Nothomb, die het gedrag der bisschoppen welke tegen de wet opkomen tracht te ver- rechtveerdigen, zegt de heer Rogier dal de bisschoppen regeringsloozen anarchistes zijn, want allen die den wedérétand aan de wetten voorslaan zijn regeringsloozen. Zoo als men zien kan is de worsteling begonnenwij zullen nu zien wanneer zij zal eindigen. Al wat wij vragen is dat de liberalen zich nogmaals door alle die woordenkramerij niet laten ophouden, Onderleekend Gvillery. Daarna slaat de heer Jakobs op, en in hevige, laat ons zeggen onbetamelijke be woordingen, laakt hij de benoeming van den heer Bara, lot minister van justitie. De heer Bara, zegt de spreker, is voorstaander der volledige, der volstrekte afscheiding van kerk en staat. Die afscheiding zou voor gevolg hebben de afschaffing der krijgsaal- ’«oesèniers, de afschaffing der vrijstellin- gen ten voordeele der ministers van eere- di(msten in zake van militie, de vrijheid Predikstoel, enz. De katholijken heb- ben het recht te denken dat de heer Bara. )°lgens zijn vorig gedrag, aan het bewind 0,,1t om aan de geestelijkheid eenen oor- IOV. l(fV. Voör stad worden 00. T. V. I 50 00 p. Oü 25 50 00 00 00 23 00 10 32 12 00 9 00 5 25 5 75 1 58 3 00 18 00 ABVERTE1ÏTIE-BLAD blad Oosmirniit, van het rijk. 00 00 30 00 33 00 29 00 27 00 18 50 12 50 30 00 5 50 3 22 2 38 30 00 05 kil. 128 00 100 00 fr. Prijs van inschrijving, BETAALBAAR VOOROP; 6 franks ’s jaars. 3 fr. 25, 6 maanden. 1 fr. 75. 8 maanden. 7 franks 's jaars. Voor builen, vrachtvrij: 3 fr. 75 6 maanden. 2 fr. 25 3 maanden. Voor Frankrijk 16 fr. 50 ’«jaars. M. BARA EN DE KLERIKALEN. Men abonneert zich op hel bureel van het N.' 33, te Veurne, en op al tie póstkaiilooreu Insertien, 15 centiinen den drukregel. Een afzonderlijk nummer 20 e.‘, hel supplement 15 c.» Alle aüichen, bij de uitgevers van dit blad gedrukt, eKnuaal onvergeld in hetzelve geplaatst. Brieven en geld vrachtvrij toe te zenden.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Advertentieblad (1825-1914) | 1865 | | pagina 1