w.
Ingezonden -
houden aan
dezelve
volgen.
HOLLOW
Waarom stt
dere er van
redigend a
er menschel
ben om o'C
Welnu deie
gcmakkelijk
len, die all<*
zenuwgestel
king kan af'
aard ook, h*
«erk-ing va”
weldadige',
ver (jelijkcii?
Artikel.
ilen, welken
om in ons
I te wor-
l)e fiien public, de Patrie, de Journal de
liruxelles en na hun alle de kleine blaffer-
kens van de klerikale partij, hebben een
aantal arlikeisgeschreven op de voorloopige
gevangenis der gebroeders Delplancque,
die in de zaak van S? Genois gewikkeld
waren, en hebben aangekondigd dal een
verzoekschrift aan de Kamer zou gezonden
worden om eene geldelijke of eene andere
vergoeding te bekomen.
Dit is zeer wel! Maar geern zouden wij
zien dal bovengenoemde bladeren en hunne
kleine nablafferljes een aantal artikels
schreven op de volgende feiten:
Benoit Be Buck, die door de jcsuilen de
erfenis van zijn oom De Boey ontfutseld
was, werd door die brave menschen bij de
justicie aangeklaagd, als hebbende zich
plichtig gemaakt van doodsbedreigingen
jegens hen. Voor dit feit werd De Buck
aangehouden en bleef voorloopig gevangen
van den 15 October 1865 tot den 15 mei
1864, ’t is te zeggen gedurende zeven maan
den. Hij wierd den 16 mei in vrijheid ge
steld, na door den jurij vrijgesproken" te
zijn geweest. Door de aanklaging van de
jcsuilen, heeft De Buck dus eene voorloo
pige gevangenis van zeven maanden onder
gaan.
En vruchteloos zon men in den Uien
public, de Patrie, de Journal de liruxelles
en alle hunne nablafferljes van dien tijd
een woord zoeken om den ongelukkigen
De Buck te beklagen, de onderzoekrechter
te beschuldigen, de jesuieten-aanklagers
te brand merken en eene schadeloosstelling
voor hel slachtoffer te vragen.
En als men de Annalcs Parlementaires
van dien lijd onderzoekt, vindt men geen
Beynaert, noch geen Dumorlier, noch geen
Jacobs, noch niemand die over het ge- I
beurde geklaagd heeft.
Hel is te hopen dat Benoit De Buck die
vier maanden langer in ’l gevang heeft ge-
zelen dan de gebroeders Delplancque, ook
een verzoekschrift tol de kamer zal sturen;
dan zal men van beide verzoekschriften
slechts een en hetzelfde verslag maken, en
de heeren Dumorlier, Jacobs en Beynaert
in de Kamer, en baron d’Anelhan in het
Senaat zullen, er valt niet aan te twijfelen,
al hun talent bij een vergaderen om de
zelve te ondersteunen en genoegdoening
aan de verzoekers te doen geven. Amen.
alleenelijk in gansch Belgie, maar nog bij
den vreemden heeft vermaard gemaakt,
deed den achtbaren spreker de noodlot
tige gevolgen uilschijnen, die het te vroeg
werken der kinderen in de fabrieken na
zich sleept. Naden heer d’Elhoungne nam
minister Frère het woord, en alhoewel op
verscheidene punten eens zijnde met den
vorigen spreker, drukte hij hel gevoelen
uit dat den staal in de regeling van het
werk van de vrouwen en kinderen met
mag tusschenkomen. Dergelijke wel, zei
de heer minister, zou inbreuk maken op
de persoonlijke vrijheid; hel ware in mas
sa de huisvaders afzelten van de voogdij
over hunne kinderen, ze er onwaardig
voor verklaren en uilroepen dal de vaders
geen gevoel, de moeders geen hart hebben.
Die beweering van den heer minister
kunnen wij niet aannemen en de weder
legging er van kan men aanlreffen in ons
nummer van 2 januari
De wel straft een vader, zeiden wij,
die zijn kind kwetst of verminkt, en het
zou hem loegelalen zijn dcszelfs gezond
heid te vernietigen en zijne herssens onge
voelig te maken? De wetboek beschermd
de fortuin van hel kind tegen de verkwis
tingen van den vader; waarom beschermt
zij niet ook dcszelfs geest en lidmaten te
gen zijne gretigheid?
Wij bestaligen nochtans met genoegen
dal hel gouvernement insgelijks erkent
dat er iels te doen valt. Laat ons dan met
den heer Funck verhopen, dat de wetge
vende sessie niet zal voorbijgaan zonder
dat den heer minister van binnenlandsche
zaken eene wet zal voorgedragen hebben,
bestemd om een begin van voldoening
aan de reclamation te geven.
0NDERR1CHTIHGSB0ND.
AJg
Zie hier den brief uil den bui'
ons te laai was toegekomen om
nummer van zaterdag lest ingehjfd
den.
NIEUWS VAN DE WEEK.
roR-
Wij welen dat inderdaad de conferencic
van den heer Nihonl allerbest gehikt is, cn
wij hopen met De ware Vanlhtyses Vrienden,
wiens ontvangst zoo hartelijk geweest is,
dal de kring van Veurne, aangemoedigd
door dezen goeden uitval, zich niet zal
„„.i deze eerste conferencic, maar
van vcrscheide andere zal laten
1 'urne, 21 januari 1809
Ao/a der redaclii
«egt, is mat
alle admit
wenken van
/Vanvet
Do of dos
He of rate
Mi of mie
Fa of fat
Sol of sole
vernam
o
•lood van
Zaterdag
men een vc
rigling vat
aan een luc
vernam nit
door de ma
lokaal het
lig avondfe
Hij latere
bal dé gemi
men den zo
aldaar aan
Men schrijft ons uil Dixtuudc
Zondag laatst vereenigde eene waarlijke plechtig
heid de luien der maatschappij De ware l'an Duyses
Viiende», in hunne taal, ter gelegenheid van eene
Conferentie gegeven door den heer Nihoul, leeraar
in de middelbare school te Veurne, en lid van den
kring van den Onderrichlingbond deter stad. Wij
mogen zonder overdrevenheid leggen dal deze con
fereerde niets heeft te wenschee gelaten. Gedurende
driekwart uurs, heeft de spreker de aanhoorders
aan zijne lippen geboeid, en, al is ’t dal er eene ver
gadering was van hondei d persoenen, de stilte was
zou groot dal men eene muis had hooren loopen.
Gemak, sierlijkheid, netheid van uitdrukking, in
nemende spraak, de redevoerder had dit alles ver-
eenigd met eene diepe kennis, welke zijne begaafd
heid wist aantrekkelijk te maken voor lijne aan
hoorders; in een woord het was een volkomen zege
praal.
Wij kunnen den redenaar niet genoeg bedanken,
als ook den kring van Veurne, die zoo wel de wet
ten van menschelijke onderlinge verbintenis begrij
pen, en die niet te vrede met den lustlot onderricht
te Veurne zelf te trachten op lc wekken, geen enkel
middel verwaarloozeii om kennissen in de naburige
sledei. te verspreiden.
Eene afvaardiging, die de leden van den kring
van Veurne aan du statie was gaan al halen, heeft
ben wedergeleid naar het convoi, hen vuriglijk be
dankende, en den wensch uitende van deze plechtig
heid te zien vernieuwen zoo dikwijls als liet moge
lijk is.
Dixmude, 21 januari 1869.
Woensdt
stichting p
van den ht
ons verteld
schoven teg
in brand g
in den stal
doordien ze
ben kunne
lijken dadel
Het gt
te Leysele z
onderzoek.
In der
',el grondg
ll'd'leegd. E
tusschen v
onderwege
>nct een nu
»anmde I
wond’
^•'•ceskund
*Ocgedicnd,
^ad«r, Vero
darmeric v
mond ,,aar
geen deel f
<1'1 feil hen
Dezer
vi'rd lussch
luitenant vj
verwijt van
loegi bracht
lioold en <1
houwen.
De m
loopen j.iar
111 brons, n
H Re dltal
den erne w
«icht van 3
-— De sta
schoond w.
brand, is i
zulke ramp
Kenen scl
fotograaf C
magazijn vi
raadsheer. I
schade is bi
Een pi
André, te ji
13 jaar,- do
ophaalbak.
neder te da
het hoofd t<
do wanden
«ie» verbnji
Men hi
erts, eenen
op t oogen
gegolcno m
heid geeft.
La daar.
Si of sctc zaag.
Dat ware nu cn keer een kraam indien men dc
gamine alzoo moest zingen rug, rog, mie, zot, long,
daar, zaag, rug; rug, zaag, daar, long, zot, mie,
rog, rug. Laat ons hopen dat men in de antwerp-
scliescliool de vervlaaiusching van liet muiijk zoo
ver niet zal drijven.
Ik viude in een dagblad de volgende anekdoot dat
ik liever te gelooven licb, dan te gaan onderzoeken
of liet waar is.
De stad Stuttgart is dc vcrlcdone week in opschud
ding gebracht. Eene slang was uit de menagerie ge
broken, en alle pogingen om haar te ontdekken
bh ven vruchteloos. Een gansche dag verliep, ’s A-
vonds gingen vele, inwoners ongerust slapen, en
vroegen zich met schrik al of hel serpent niet in huis
was. Eensklaps midden in den nacht, wordt er een
ongewoon klokkengeluid gehoord; iedereen ontwaakt
cn loopt half gekleed naar de kerk, om te zien wat
daar gebeurde. Men ging naar den toren en vond
daar de slang die, rond de koord van eene der klok
ken gekronkeld, zich wiegelde en een deuntjo luide.
Als 't maar waar is, zei Ollo.
Te Veurne niets bijzonders '/.alerting avond, rond
7 1/2 ure, zag men eensklaps hoven onze stad een
licht drijven, dal van achter een wil pcerd opgerezen,
zich langzaam in de lucht verhefle, en zich noord
waarts richtte. De menschen die op de merkt stondeu
wisten niet wal denken, dc eene zeiden', hel is een
luchlverschijnsel; du andere het is eem: ster die op
voijagic gaal, enting elkeen zei het zijne, en een oud
wijvokeu die daar bij stond, w ierp haar op de I. uien
cn begon luidkeels te bidden, denkende dat dc
wereld zou vergaan. Wal later vernam men tint lu i
een luchtbal was dal de vrolijke gasten der maat
schappij Eendracht en rionidiik opgelaten hadden en
welkers opstijging zij aan de zorgen van den lucht-
vaarlkuudigcn, vriend J. II. toeverlrouwd hadden.
Een mannetje vroeg aan zijne mama, in een schouw
burg: Mama, waarom doet Papa zijnen hoed af, als
hel gordijn opgaat?
Om den heer, die achter hem zit, niet te beletten
lc zien.
Doe dan ook uw chignon af, mama, gij belet ook
dien lieer, die achter u zit, te zien.
MUNllEER RïCKEBOER,
Ik heb hel boek l’arronditsement administralif de
Furnes, étudié au point de vue de l'hygiène, ran den
Doktor H ewaeie, dal gij mij gezonden hebt over een
,r dagen, met aandacht en belangstelling gelezen.
Dal is een belangwekkend, een nuttig, ja, een
hoo 'sl nuttig "erk! Doktor W< maere loont dat hij
j een°pratisch man is, een zorgvuldige opmerker, die
zijnen tijd dubbel weel te besteden als hij te lande
I zijne zieken gaat bezoeken en gem zen. Mets is hem
ontsnapt; bij zegl "üurÓ ,lc ''Tsebillige ei-
j genschappen van de gronden van eurne-ambachls-
I bloote- en houlland; hij spreekt van den daring, van
I ’twatcr, van dc oorzaken die ’l water bederven; hij
j spreekt' van de versc.htllige ziekten die hier hit
meest heerschen-, waar hel beste sukrioen, de beste
tarwe weelderigst groeijem, hij spreekt van vaar
den. beken, rivieren, moerassen, liooge, lage lau-
I derijen; van regens, winden, zee-en landmisten; v an
1 straten’, openbare markten-, hij doet de gevaren nit-
I Schijneu van de ligging der kerkhoven te midden
I van' huizen; bij doet de noodzakelijkheid zien van
j reine woningen te bewonen, reine kleederen ledra-
I gen voor de gezondheid, bij zegt hoe de scholen
I moeten gebouwd en gehouden worden, om den leer-
1 lingen gezonde lucht te laten inademen; bij rept
I eenige woorden van bijgeloovighcden die te lande,
I hier en daar, nog bestaan, enz., i nz«, enz.
I Ja, dat is een hoogst nuttig boek; wij zouden hel
I in handen willen zien van velen, inzonderlijk van
I schoolmeesters, gemeente- en stadsbesturen, raads-
I leden burger en landbouwer, neeringdoencr en
werkman; elk een, zou er iets uit rapen; elk een
zonde er deze of gene intevoeren verbetering in
1 vinden.
j Alveringhem zon er in vinden hoe zeer de ligging
van zijn kerkhof en van zijn S.‘ Tliomaspulstraat na-
deelig zijn voor de gezondheid; Wulveringliciu,
l Leysele, lloogstade, Avecappelle, Slcenkerke, Buls-
camp, lloulhem en andere zouden er in vinden dat
I zij ook niet mogen boffen met hunne kerkhoven.
Hetgeen Doktor Wemaerc ontrent dc kerkhoven
Ik open mijne kronijk met eene treurige tijding
De koninklijke prins, die sedert eenigen tijd aan liet
beleren was, zoo dat men hoop op genezing begon te
hebben, is sedert den 14 zoodanig verergerd dat nu
de hoop op genezing verdwenen is. Zondag avond,
en zonder dal eenig uitwendig leeken zulks kon
doen vermoeden, verklaarde zich eensklaps een
hevige buikloop, welke niettegenstaande alle de
pogingen der geiieesheercn, tol nu loc nog niet kon
ges'ild worden, /.oo als men deuken kon heeft zulks
den prins zeer verzwakt en op de ziekte eenen zeer
verontrustenden invloed gehad. Nochtans mocht dc
prins aan deze nieuwe krisis niet bezwijken dan kon
men nog eene vastere hoop op eene volmaakte ge
nezing koesteren; want zulks ware een bew ijs, volgens
de bewering der geueeslieeren, dat de waterzucht
verdwijnen zou. Zoo als men ziet is er slechts nog
een staaltje hoop, en hel is toch zoo klein.
Door die langdurige ziekte van den kroonprins
lijdt de brusselsche handel sterk. Geen feesten wor
den gegeven cn de neiriugdoeners verkoopen bijna
niets.
Men weet dat Pieter Henoil director van hel muziek
conservatorium van Antwerpen is benoemd geworden.
Welnu Benoit wilt die school gansch vervlaamschcn
en de muziekale taal in liet vlaamsch overzeilen. W ij
verslaan dal men zijne moedertaal voorensla cn haar
zoo veel mogelijk op hare plaats tracht te brengen,
maar dit moet men niet overdrijven en tot hel be
lachelijk brengen. Zoo wil men in de Antwerpsche
muzijkschool van de itali iansche aanmerkingen niet
meer hooren: adagio, allegro, piano, enz. worden
onbermherlig verworpen, om plaats te maken voor;
traagzaam, vlug, zacht, enz. Cies van Gent lacht daar
mee en zegt dal men nog de noten: Do, re, mi, fa, sol,
la, si, die eerste syllaben van latijnsche woorden
zijn in hel vlaamsch vertalen. Zoo zou men hebben;
rug-
mag er blijven ’l is vlaamsch
zot.
grond of tong.
Dit was reeds gezel als de tijding der
den kroo' prins ons loekwam.