Alge Ja, de omdat de ko«- ztjne klee- Bl Ki.l.i;'1 ki laste legt? A. Ik heb nooit aan iemand voor eenen centiem kwaad gedaan. V. «Y- k reden heeft schubt ziit.r i u herinner Verleden 2 ure 3D uit I- ten dil lioU'l1 wijl inert et*’ wagon die «Ji»o j'iiil achter <1 weinige reiiij1 het »l<jomlui|J Dit voorval yiercn weg. 'I uien is neeM1 lusschcn Licit1 goede nieuwe* en <lo onderla* iliiiiiun ecni0« eurne voltroi bu twee l!"|,d vooruit 1 ‘*'daar zouden huilen te I ^•'l er op die f "orden. T Zoo hel ,l honings alhier, 6''tg, in vi ijlie'J lijnu twee*1 "t-’igden aanga*1 Gumpernullu g'l rou op bel rd' *“’"'tig» gegutf u« grond drr "•is van teki-re^ lijnde, heefl I"' bigden in vrijl' Dochter Cu)] laddoo te bi‘‘i prieiler ter gv'j hi'Chlvader «f" ‘le Verpletterd1^ k,,"d te niakei' i' 'i er bevond»" L ladsloo heel1 r priester er bie<* den 21. 'an Melanie Grl k den 20. Ca1"'1' dagen. nc den 23. EufJ'ei den 23. Ile'|f'> 3 'lagen. L-, den 24. Ce1'1’ j eene arme weduwe zijt, dal lijk te begrijpen is, waarom hij u onrechl- wu beschuldigen. A Hadde hij bij mij kunnen lijn, hij zou mij niet beschuldigd Ondervraging van Depoorter. Over verscheidene punten onderv raagd, loochent hij alles. Hij beweert met de gebroeders Delplancko geene andere betrekkingen te hebben gehad, dan die welke voortspinten uit hunne samenkomsten in de muiiekmaatschappij. Hij verklaart zich de artikelen van 'tjaar 30 niet meer te herinneren, die hij luidop gelei n heeft, en zegt geene spotpriuten le hebben gemaakt. Ondervraagd over de kwestie om le welen of de meid Julia Leersnyders van uit haar huis kon hooren wat hij, Depoorter, tot zijne vrouw legde, loo chent hij de mogelijkh dd van dit feit. De voorzatter doet hem opmerken dat de onderioeksrechter volko men de mogelijkheid heefl erkend, door eenc proef, ter plaatse genomen. Er ontstaat eene betwisting tusschen cenen der verdedigers, den heer Ilerreboudt, en den substituut van Maldegcm. Als deze laatste aan den beschuldigde een gezegde herinnert, van telfde meid rakende den outaar van llelchin, roept de Poorter ongeduldig uit, Ja maar, wacht eens Na verscheidene vragen, gesteld door de verdediging en die een kort maar levendig debat doen ontstaan, om te weten om welke redenen van de Putte voor eerst verklaard heeft de stichter te lijn van al de branden, en hoe hij eene ioo nauwkeurige beschrij ving heeft kunnen geven. Eene echte kleine ro man, legt de heer van Biervliet), wordt er een einde gesteld aan het verhoor der beschuldigden. M." de l.aey legt besluitselen neder, opdat hel aan het hof iou believen drie deskundigen le benoemen, om een geneeskundig wettig onderzoek te doen, over den geeslestoesl. nd van den beschuldigde van de Putte. De verdediger heeft ernstigen twijfel over de gezondheid van geest van lijnen cliënt. Het is vol doende, zegt hij, dien man met ingedrukt voorhoofd, verdwaasde blikken, beestig voorkomen, te bezien, om overtuigd le zijn dat men tegenover cenen idioot of krankzinnige staal. De houding van den beschul digde in hel verhoor, zijne antwoorden op de vragen, gesteld door den voorzitter, bevestigen de meaning die M" de Lacy van van de Putte had. Hij gelooft dat de leden der jurij, even als hij, twijfel moeten hebben aan hel oor maar men l>c ons kunnen M"can niet bij voor' De Foor** die vraag pi" M" can meester zorg dure patroud ware diëtist' waarschuwen De Voorsd die zegt dal J is, den heer J te keercu. 1101.1.0 VVAÏfJk welke men ,^;i in den rug S1' scheiding gi snellen voorljl".1 id del van deze j»!)<jc tonische en r i-ri I Sl’Ml de nppüuvru’jlo( tien ougerege'1 ilil nieren kenii'l'r U v deeltelijke of 'L «ie heeft bewcie?’ llc verkregen, •i,,*jpe ziekte werde" ,dei verligting te "l jk. ernstiger en drooge ^tg brengen eei»c. pn van de gcnei,llb heid. aan den getuige al de ge en verwoesting. Getuige bekent schrijft gij ze toe? A. Dit laat ik over gaan, en alles ging vereffend worden, toen na do dood van den heer Malou de oplossing der zaak ver tragingen onderging. De heer Glorieus, viel in do kiezingen, en de getuigd volgde hem op als burge meester. Hij deed op zijne beurt pogingen, met twee schepenen, Ziende dal alle pogingen schipbreuk leden legen de kwaadwilligheid, weigerde hij nog ondcrhandelingen melde geestelijke overheid aan te knoopen. Als men zooveel haal ontmoet in du ver vulling van den plicht; als men moeite van lichaam eu geest, om tot verzoening le geraken, ziet betalen door stelselmatige vervolging; als men rondom zich de ongenegenheid tiet ontslaan, in eene gemeente waar vroeger alles mogelijk was; als men de beleedi- ging in dc kerk uitkraamt >an op den predikstoel, de burgers ophitst en gestadig tweedracht zaait, dan zouden de geduldigste menschen gestoord in hunne rust, en hevig bedreigd door eene nangroeiendu on verdraagzaamheid, op den duur moede geraken. (Ontroering ouder het publiek.) Dan heeft getuige geen onderliandelingeii meer willen voortzeiten, die geen gevolg konden hebben, en liet besluit afgekon- digd, waarbij hel oud kerkhof afgeschaft, en bevolen werd dal de begravingen op hel nieuw kerkhof zou den gebeuren. Men schold ons uil voor slecht ge broed, voor lieden die de menschen wilden begraven als honden. Do onderpastor Verschuere deed cenen oproep tolde geloovigen,om zich te vereenigen tegen de leden van het gemeentebestuur, het was dus niet mogelijk slechter le worden, door de wel le volgen. Dc Voorzitter. Is dc pgewoïulenhéïd vermeer derd, tengevolge van dit sermoen? A. Stellig, en mijne pogingen om de eendracht te herstellen en reden te doen verslaan aan do verdwaalden, bleven vruchteloos. V. Wal gebeurde er, lijden» de eerste begraving, die van Aoloon Leueucre? A. Dc dochter van den overledene kwam mij vragen om haren vader le Laten begraven op het oud kershof. Ik bewees er haar de onmogelijkheid van, en zij vroeg mij dan wat er haar te doen bleef. Ik antwoordde haar dat tij liet wel wist; lij ging heen en ik zag haar niet meer weder. Ik was bang voor wanordelijkheden op deu dag der begraving, en bleet voorzichtigheidshalve in bel ge meentehuis. Hel lijk kwam in tie ktrk en de geeste lijkheid zelve gelaste eenen man «enen pul le graven op het oud kerkhof. Ik verzette mij daartegen co raadde dc lieden der kerk aan de kist niet zoo gewel dig te slingeren. Hel lijk werd op liet nieuw kerkhof begraven. Verscheidene kwezels rietien dal hel schan dalig was, maar dc betoogingen bleven daai Lij. De begravingen gebeurden sedert regelmatig, tenzij cenen enkelen dag dal er wanorders plaats hadden; tuaar de plicliligelt werden vervolgd vu door de rechtbank van Kortrijk veroordeeld. Y Hebt gij nooit liet bezoek van geestelijken gekre gen? A. De deken van Avelgem is mij komen v rag<-i» óm mijn besluit in lu trekken. Ik verkl.lardc lic't r mijne'bedieningen neder te leggen, dan dergelijke I tic daad le begaan. V. Heefl menu nooit bedreigd A. Een maal; maar hij die de bedreigingen deed is veroordeeld tot acht dagen g< vang. V. '/.ijl ge familie met de wed. Everaert? A. Ja, ’t is tr.ijuc tante. V. Kultdel gij de beschuldigden? A. Ja, Van de Putte kwam mij zekeren dag vinden, omdat de koe wachter der hoeve hem beschuldigd had zijne klce- dcron te hebben gestolen. Ik troostte van de Putte, die mij eenigen lijd nadien kwam zeggen dal men eene ondervest had gevonden, met 17 fr. in den tak. an de Putte gaf die voorwerpen aan den wachter, en eenigen tijd nadien kwam bij weder klagen over het gedrag van den koewachter jegens hetu. Hij wa* voornemens hem te vervolgen voor laster. V. Twijfelt gij aan de verstandelijke vermogens >au van de Putte. A. Neen, want hij was zeer beliundig in hel spel, berekende goeden spaarde om zijnu ouders le helpen. Dc lieer ran .llaldeyem, substituut.t kunnen zeggen in welke omstandigheden hel’gccs- telijk verbod door den bissclio1' - A. Bij het naderen der kiezingen. De kiezi waren eene eerste maal vernietigd. Men bracht v eerst een verzoekschrift aan hel bisdom in on men stuurde hel met 80 lol 100 haiidteekens bekleed op, en acht dagen nadien werd er aai vbortaan op nieuw dc lijkgebeden zouden worden. Op eene ondervraging nopens den afstand van Spie ren naar St. Denijs, worden door getuige ttilleg- gingen gegeven, op een plan, door den'voorzitter gegeven. M." Heneboudl. Heeft tic heer burgemeester de Mullic niet eenc wacht of wakers doen inrichten na de eerste brandrampen? A. In den beginne niet maar wel als wij zagen dal de gevallen menigvuldig werden. M" Ilerreboudt vraagt verscheidene inlichtingen nopens dc bijzondere nachtwacht, en dc getuige geeft hem die. De Voortiller herinnert aan den getuige al de vallen van den brand im verw«„».'--- er van te welen. V. Waaraan over de verstandelijke gesteldheid van dien ongeluk- k*llc- De heer tan Ualdegem, substituut. Hut incident door de verdediging opgedicht, is enkel de voortzet ting van hel stelsel dat zij gisteren heefl aangevangen, door een lid der jurij aan zijne bank te willen ont rukken, om hem in getuige le veranderen. Dil stelsel der verdediging is het stelsel van liet laatste uur, van de wanhopige zaak. Van de Putte zits. dert 6 maanden gevangen, en ’tiS’heden eerst dat men twijfelt over den geestestoestand van dien man. Het is niet dal ik aan dc verdediging dit middel wil ontnemen, maar het is niet noodig lot dc wetenschap toevlucht te nemen. Wij hebben om van dc Pulte te In oordeelen, alle nodige grondstoffen. Onder de getuigen, dooi mij aangehaald, bevindt zich een geneesheer die van de Putte kent sedert zijne kindsheid en hem ge durende zijne ziekte heefl verzorgd; tic verdediging heeft van haren kant, den heer Arthur Siemens doen komen, den geneesheer der gevangenis van Kortrijk. Er zijn daarenboven een aantal parsonen uit Sint Denijs, die met hem geleefd hebben. Wij hebben ein delijk van dc Putte zelf, en do jurét zullen, na hem verscheidene dagen gezien te hebben, kunnen oor- declen of hij al zijne geestvermogens bezit. Ik verzet mij dus formeel tegen du besluitselen der verdediging. Do heer llerrebuudt. Moet er een onderzoek ge beuren, wij vragen dat het dadelijk geschiede. Dc Voorzitter. Gij vraagt dus niet dc zaak uil te stellen De heer Ilerreboudt. Stellig niet. De Voorzitter. Het hof zal bij de herneming van liet verhoor beslissen. Het verhoor wordt kwart na drie uur hernomen. M" de Laey bestrijdt de tegenwerpingen, in hel ver hoor van dezen morgend gemaakt door het openbaar ministerie, tegen dc vraag tol onderzoek van den geestestoestand van den beschuldigde van dc Putte, gedaan door zijnen verdediger. Du heer tan ilaldigom, substituut, houdt zich aan zijne besluitselen. Het bof gaat in beraadslaging cn komt een kwarl- uurs later terug, met een gemotiveerd arrest, waar van de voorzitter lezing houdt en dat de vraag des verdedigers van van de Putte verwerpt. Verhoor der getuigen. Do heer .irthur Symoene, geneesheer der gevan genis van Kortrijk, gevraagd door de verdediging. Hij verklaart nooit van de Putte bezocht te hebbe dan alt deze ziek was. Zich grondende op de ant woorden die hij uil den beschuldigde verkregen heeft, moet getuige erkennen, op zijne ziel en zijn ge weten, dat niets hem toelaat om een enkel oogenblik te twijfelen aan dc verstandelijke vermogens van van dc Putte. Hij gelooft dat deze laatste bij zijn volle versland is. De heer Simoens erkent dat dc beschul digde ecu zonderling uitzicht heeft, maar hij vindt daar hoegenaamd niet de teekunen eener geeslver- bijstering in. Hij weel niet of zijne houding veinzerij is, maar kan in allo geval verzekeren dat beschuldigde iu hel bezit der nodige vermogens is, om liet kwaad van het goed te onderscheiden. M" de l.aey stelt vast dat 'ie beer Simoons aan Van dc Putte cenen staal van veinzerij erkent; dus is er twijfel. Üe* heer Simoent protesteert tegen die wijze om zijne woorden uit lu leggen; hij heeft nooit gezegd wat M" de Laey hem wil in den mond leggen. De Voorzitter stelt de dwaling des verdedigers vast. De heer Simoens, doet aan het hof opmerken dat, zoo de beschuldigde thans min verstand toont dan tijdens zijn verblijf in de gevangenis van Korlrijk,de al/ondenng eenigen invloed op zijnen geest zou heb ben kunnen uitoefenen, zonder daarom zijn verstand te krenken. M" de l.aey. Zoodus vindt de heer Simoens niets vreemds iu den geestestoestand van van de Putte? Die bekrompenheid van voorhoofd, die kleinheid van hel schedelbeen, de weifelende blikken, dit alles schijnt hem niet buitengewoon? De heer Simoens. Geenszins. De lichamelijke ge steldheid van den beschuldigde biedt niets onrust barends op voor zijn verstand. Dc Voorzitter staat den heer Simoens toe om heen te gaan, op voorwaarde dat hij zich verbinde naar Brugge te komen, op de eerste vraag van het hof of de verdedigers. 1’ Getuige. De heer J. de Mullie, 39 jaar, burge meester van Sl. Denijs. Getuige kan niet veel om standigheden over de branden zelve verhalen. Hij heefl enkel deu brand bij de wed. Everaert gezien. De moeilijkheden uitgelokt, nopens het maken van het nieuw kerkhof, schijnen hetn niet vreemd aan de brandstichtingen. Getuige geeft volledige inlichtin gen over helgene gebeurd is, naar aanleiding dezer kerkhofkwestie. In 1862 had zijn voorganger, dc heer Glorieux, reeds stappen aangewend bij de hoogere geestelijke overheid, om de verplaatsing van hel oud kerkhof te bekomen. Het bisdom scheen het eens te zijn met het gemeentebestuur. Dan was er kwestie van het maken eener nieuwe kerk, en bel was ieders belang de verplaatsing te zien beslissen van hel kerk hof, dat reeds ongemakken opleverde en door aller hande bouwstoffen zou belemmerd worden. De heer Glorieux was bij den gouverneur en den bisschop ge- van de Putte om u te be- i. De reden.... de reden.... Dc voor- i du beschuldigde zich van van de Putte te verwijderen ’t Is omdat hel voor hem gemak- keiijk is, eene arme weduwe le beschuldigen, die ni is bezit. V 't Is juist omdat gij Int moeil”’ vaardig meester hebben. V. Hij heefl u vrijwillig verlaten. Wat verstaat gij daardoor, dat hij bij u meester hadde willen zijn Heeft hij met u willen trouwen? A Hij beeft schoon ijenoeg gesproken; ’t is schoon wal hij gedaan heeft! V. Van de Putto doet nochtans omstandigheden kennen, die uwo plichtigheid schijnen aan le toónen. A. hij kan zeggen wat hij wil, maar hij liegt! Onderviaagd over hare handelingen rakende de branirampen en de verwoestingen, loochent zij alles kra chtdadig. Zij beweert dat men bij haar geene lon- len heeft gevonden. Alles wat er bij baar was, kon «en pak vodden zijn. V. Ecnige getuigen melden dat gij, ter gelegenheid van den bruid der mijt van wed. Everaert gezegd hebt: «’lis spijtig dal het brandt bij zulke brave menschen; ’.ware beter dat het brandedc bij den burgem n sler. Désiré Glorieux en Deh becque, want zij zijn de schuld van hel nieuw kerkhof! A. Dal lob ik niet gezegd. De burgemeester is een braaf man. V. Hebt gij niet gezegd dat alle de liberalen zou den gestraft worden? A. Neen Voor mij is katho liek of liberaal gelijk, als ik maar te eten heb. V. Waarom hebt gij gezegd dat de wraak Gods die genen zou treffen, die het nieuw kerkhof hebben ge it aakt A. ik heb nooit gesproken van du wraak Gods. Dat gaal hem niet aan. V Ik vraag of gij gezegd hebt wat ik God mu' it zich met die dingen niet. V i n gij hebt niet gezegd dat God die straf aan dc liberalen zond? Wat gaan mij de katholijken of liberalen aan V. Blijft gij bij uwe loocheningen? Zekerlijk, 't Is nu zeven maanden dat ik onplichlig in T gevang zit, en ik heb nooit iemand kwaad gedaan. Ondervraging van 1 an Overschelde. Deze beschuldigde spreekt voornamelijk over zijne betrekkingen met do gebroeders Dclplancke, en voornamelijk met Arthur, die hem twee koeren stek jes heefl gegeven, welke hij in den zak heeft gestoken. Hij tracht ziedt te verrechtvaardigen over dc verwar ring dio verscheidene getuigen bij hem hebben op gemerkt, den avond van den brand der mijt van Samijn. De voorzitter doet ook dien beschuldigde du tegen strijdigheden in zijne verklaringen opmerken, wat aangaat zijne bewering niet meer te weten of hij aan andere personen van den brand in kwestie (’esproken heeft. Hij bevestigt er aan niemand van gesproken te hebben. Zoudt gij uit t u t gecs- op werd ingetrokken? - Jiigen l voor- nloop; "gekondigd dal gelezen regelmatig,, tenzij olgd

HISTORISCHE KRANTEN

Het Advertentieblad (1825-1914) | 1869 | | pagina 2