Aug. beiiaeghel, uit. i.
DEETENB-PILET, id.
BRYCX, vrederechter;
eerbied
ki
I
8'
v;
zllgenieene rriJ<lin^en.
d
8
li
I
d
1<
i
wanneer heeft men een deel
<1
i
t
I
s
is liet niet met zijne goesting geweest. Die
onder alle opzichten achtingswaardige man
weet zoowel als wij dat wanneer men 8’2
jaren leid de tijd gekomen is om le rusten,
en dat men dan niet meer hoeft zich met
de openbare zaken le bemoeien.
Wat M.r Léop. Bieswal aangaat, die
geen de minste kennis van administratie
heeft, hel past hem wel hel stadsbestuur’
le komen beknibbelen; ook gelooven wij
niet dal hij dit uit eigene beweging doet.
En M.r Cornille, die durende den wei
nigen tijd dat hij Veurne bewoond, in het
bestuur van Coxyde bleef, de kiezers zullen
hem wel wijs maken dal schepen te Coxyde
geen tijtel is om gemeente raadsheer tc
Veurne te worden.
Overigens beschuldigen is gemakkelijk,
maar bewijzen is moeielijker. Wij vragen
dus aan de heeren onderteekenaars van
hel klerikaal manifest:
Waar en wanneer zijn stadspenningen
nutteloos verkwist geworden?
Waar en wanneer zijn er voorstellen na-
deelig en zwaar voor stadsmiddelen, door
loutere partijgeest gestemd en aanveerd?
Waar en
der burgerij willen tergen of benadceligen?
Dat de heeren Bernier, Bieswal-Bril en
Cornille op deze vragen ecus antwoorden.
Wij wachten naar een nieuw manifest
die feilen tot staving hunner beschuldi
gingen aanbrengen.
Maar helaas! wij vreezen lang te zullen
moeten wachten.
Klerikaal manifest.
Van zoo haast de namen der kandidaten,
welke de liberale associatie van Veurne
aan hare medeburgers aanbiedt, gekend
waren; werd er zaterdag morgend een ma
nifest rondgeslrooid, onderteekendChar
les Bernier, Bieswal-Bril, J. Cornille, en
waarin deze heeren zich ootmoediglijk aan
de gunst van het publiek bevelen, om het
postjen van stedelijken raaesheer te bedie
nen. W ij zeggen ooimoediglijk, omdat die
heeren, die weinig of niets van adminis
tratieve zaken kennen, met de grootste ne
derigheid van de wereld komen zeggen,
dat zij veel beter stads zaken zullen doen
dan dc mannen van ondervinding die te-
genwoordiglijk het bestuur van Veurne
uitmaken.
Wij zouden ons met het z.oulleloosschrift
der heeren klerikalen niet bezig gehouden
hebben, ware het niet dal den Veurnaar,
in zijn leste nummer, hetzelve mededeelt!
en ter hemel heft.
Laat ons eerst en vooral beslaligcn, dat
dc ondci teekenaars van dat papier, welke
ver en naar bekend staan als van de fijnste
klerikale deeg gekneed, hun vaandel ver
bergen en met het masker der onafhange-
lijkheid op hel gelaat, zich voor de kiezers
aanbieden.
Het is een slimme trek inderdaad, maar
hierin volgen zij slechts de bevelen uit
Brugge afgezonden, en die de zeilde zijn
voor gansch de provincie. Wij zullen er
echter bijvoegen, dat indien zij denken
daarmede de veurnschc burgers om den
tuin te leiden, zij eene zooi slechte opinie
moeten hebben van de kiezers wier stem
zij afbedelen.
Een der zinsneden die ons meest ver
maak aangedaan hebben, is deze: ILul
hel bestuur van onze vorige raadsheeren aan
gaat, hierover zullen wij niet uitweiden: IV ij
laten hun dc verantwoordelijkheid van hun
bestier. Maar, ons dunkens zou menige nut
teloos geldverkwisting, zonder aan het alge
meen welvaren te kort te doen, kunnen ver
minderd of vermeden worden.
En dat is geteekendCIL* Bernier,
Bieswal-Bril, J- Cornille.
Wclhoe M.r Bernier sedert 1857 maakte
gij deel van het gemeentebestuur, en gij
komt heden een manifest ondciteekenen,
waarin gij zegt dat gij, met uwe kollegas
hebt helpen stadspenningen nutteloos ver
kwisten!
Maar wij weten uit goede bron dat M.
Bernier sedert lang het inzicht had geen
mandaat meer le aanveerden en indien
men hem op de klerikale lijslgebracht heelt
del, dc neringen van allen aard, en de
landbouwnijverheid tc bcvoordeeligen; om
er dc kunsten en wetenschappen, in alle
vakken, te ondersteunen.
Verre van het tegenwoordig gemeente
bestuur het verwijt toe te werpen, dat hel
nuttclooze geldverkwistingcn begaat, zijn
wij integendeel van gevoelen dat dit be-
stuur zoo gespaarzaam administreert als
het maar zijn kan; dat, door zijne zorg,
dc geldelijkcn toestand onzer stad, in ver
gelijking met den genen van andere om
liggende steden en dorpen, buitengewoon
bloeiend is. Verre van alle nieuwe uitga
ven af te keuren, denken wij dat men
moet volherdcn in het uitvoeren van wer
ken van algemeen nut, in het tot stand
brengen van verbeteringen welke, ten gevolge
van den algemcencn vooruitgang, hier zoo wel
als elders noodzakelijk zijn geworden.
Wij hebben voorgenomen niemand te
beschuldigen, en wij zullen ons bepalen
bij dit enkel antwoord om ons tegen alle
beledigingen, door loutere partijgeest in
gegeven, tc verdedigen.
Wij zeggen dus:
Wij zijn voor de Veurnaars noch vreem
delingen, noch nieuwelingen; sedert lange
jaren bemoeien wij ons hier ter stede met
de openbare zaken en maken hier allen
deel van het een of ander bestuur; gansch
onze bestuurlijke loopbaan onderwerpen
wij aan het onderzoek van het publiek
en vreezen niet dat men, op gegronde
feiten steunende, ons zou kunnen ten laste
leggen wel ooit met slechte inzichten te
hebben gehandeld, wel ooit de alge-
meene belangen der lastbetalers te hebben
over het hoofd gezien.
kiezers:
Wij bieden ons bij u aan als oude
kennissen en rekenen op een goed ont
haal. Gij zult ons, in grooto meerder
heid, met uwe stem vereeren, want gij
zijl overtuigd dal wij niets willen dan
wat redelijk en rechlvecrdig is, dat wij
niets betrachten dan wat strekken kan
lol het geluk en voorspoed van onze
duurbare stad.
Aanveerdt Mijnhccrcn, de uitdrukking
onzer gevoelens van eerbied en hoog
achting.
Veurne, 15 Oktober 1869.
Uwe toegenegene dienaren,
IS. DENMEI’, rfjksveearts;
WEMA.ERE, doctor.
Bl
»e
be
1
tn
hi
d<
lit
in
ar
8<
in
re
di
in
in
VI
u
VI
tt
VI
k
Maandag avond is er brand ontdaan in Jo
schuur van Bruno Verhncghe, herbergier en Innd-
gebruiker le Joiikershove-VVonnien. Het gebouw, met
al de vruchten die er zich in bevonden, zijn door do
lammen vernield. Wij kennen de oorzaak dezer
ramp niul.
Du noorweegsche drijinaster Amelia Carolina,
uit Noorweegen komende met eeuo lading hout, ge
durende dun nacht van 5 tot 6 deler maand de haven
van Oostende binnengeloopen, heeft in de achterbavu
nabij hel Kroonwerk den grond gerankt en is ge
deeltelijk vol water geloopen. Ten gevolge der natuur
zijner lading, is hel schip niet gezonken, e» uien
heeft het bij hooge tij in dun dok kunnen trekken.
Twee jongelingen, gebroeders, van Damme, tij11
aangehouden als belicht van eenden gestolen te heb
ben. Sedert eenigen tijd, bemerkte men dat de een-
dcu uit de wateren der omliggende hoven verdwenen,
zonder dat men wist hoe. Men kreeg noglans achter
docht dat zij wel hadden kunnen gestolen zijn. Eene
laatste uitklopping had plaats genomen. De nieuwe
veldwachter van Sl. Kruis werd naar een huis gezon
den langs de damsche vaart, om te zien of er daar
gcene eenden te koopen waren. Daar hij in burgers-
kleeren was, werd hij niet herkend door de vrouw
van ’l huis, die er hem zeventien le koop aanbood;
T warcu gestolen eenden. De jongeling die ze daar
verschuilen, zocht eindelijk eene schuilplaats in
eeuo kapel dal het op zijnen weg vond. De verschij
ning van eenen eremijt op den drempel hield de
honden tegen, wanneer de graaf buiten adem en
verhit door de jacht kwam toegeloopcn, brandend
van verlangen om hel schoonste stuk wild da! hij
ooit gezien had i" zij" kasteel te brengen. Heer,
zegt hem de eremijt, voegt geen nieuwe zonde bij alle
deze waarover den Hemel u rekening zal vragen, en
pleegt geen dubbele heiligschennis met het huis des
Heeren te bezoedelen opdun dagzelfdoor hem aan het
gobed toegewijdt. Achteruit, oude dwazerik, roept
den graaf in gramschap uit, of gij zult hetzelfde lot
onderslaan van den hert die in uwe barak verscho
len is.
Nauwelijks zijn die woorden uitgesproken, of het
daglicht verdwijnt om plaats tot cene diepe duisternis
te maken. De bliksem schittert, de donder buldert,
de aarde berst open en Satan verschijnt al grijnende;
met zijne breedeen kloeke hand, grijpt hij den gods
lasteraar bij het hair en verwringd hem den nek der-
wjjze dat zijn aangezicht rugwaarts gekeerd is.
Ier zelfder tijde, neemt hel pcerd van Reinhold de
vlucht, en een bende jachthonden door de hel uitge
braakt, komt uit den gapenden afgrond. De ongeluk
kige ridder vlucht; maar hij heeft schoon zijn ’peerd
aantesporen, de helsche honden verlaten hem niet,
en zijn omgudraaien wezen verliest geen oogcnblik
het licht der afsohuwelijku dieren die hem als «ene
- 1. l i XJ*
wilde beest najagen, en slechts bij het eindigen der
wereld tullen ophouden hem te pijnigen!
De Dauiau is ook het verblijf der Weerwolven, die
afgezanten der hel. Zie hier wat le llerbeumonl
nopens do weerwolven verteld wordt: Eene vrouw
van Morlehan kwam op een winter avond van Sedan
waar tij dc wol barer schapen was gaan dragen. De
Dansau dóórtrekkende, zag lij een houtvuur schit
teren en naderde hetzelve om zich wal te verwarmen.
Men verbeelde lich haar schrik, wanneer zij ce» maii
met vier wolven op den grond zag uilgestrckt liggen
lij zou hebben willen vluchten, maar den kerel had
haar gezien en dreigend deed hij haar leeken te
naderen; het was een harer naburen, gevaarlijke too-
veraar welkers gramschap zij vreesde.
Wanneer zij hel vuur was genaderd, beval hij haar
zich op een der dieren neder te zetten, terwijl hij
haar in het oor fluisterde: Let wel op van u niet te
doen kennen, anders zou de wolf u zonder mededoo-
gen den nek kraken. De arme bevende vrouw ge
hoorzaamde en wanneer zij hare door dc koude ge
stremde lidmaten had verwarmt, stond zij zachtjes
op om te vertrekken. Dc kerel volgde baar op, en
als zij wijd genoeg gekomen waren om door zijne ge
zellen met meer gehoord te kunnen worden, beval hij
baar aan van nooit hetgeen zij gezien had te vertellet'
noch aan mcntch noch aan beetl, haar met dc groot
ste ongelukken, zelfs met de dood bedreigende, in-
1 dien dit gebeurde.
ar—i i ia u.j f
Kom dan met mij op do hertenjacht; het Ieren is
kort, men moet er goed gebruik van weten tc maken.
Heer, antwoordde du blonde ridder, hebt gij
vergeten dat helheden zondag is, en hoort gij de klok
niet die uwe trouwe vassalen ter kerk roept? Geloof
mij, laat uw ontwerp varen; alles moet op zijn tijd
gedaan worden, en het is niet voorzichtig aldus Gods
geduld ten proeve te stellen. Dit is allemaal kin
derpraat! riep de zwarte ridder uit; de dag is ons
niet gegeven om te slapen of om gebeden aan den
hoek van den haard te mommelen. Men rust op tijd
cn stond en als men niet vermoeid is, is het eene
misdaad werkeloos te blijven. Voorwaarts dan, heer
g-aaf, en leve het vermaak
Er was zoo veel niet noodig om Reinhold te over-
halen; bij stelde zich dan hevig aan het najagen van
een reebok die zijne pikeurs langs zijnen kant ge
dreven hadden. Zijne twee gezellen reeden aan beide
zijden, den eenen aan de rechter kant zijne heilzame
vermaningen, den anderen links zijne spottende
godslasteringen, voortzettende. De jacht duurdealreè
een uur, wanneer een overheerlijken hert plotselings
te voorschijn kwam. Nooit had dc graaf schooner
beest gezien, en deze die hem op dit oogenblik de
stem der rede wilde doen hooren was slecht gekomen.
Na verscheidu koeren zijne vervolgers van het
spoor gebracht te hebben, het edel dier, heviger
- 'ocp. n5li‘r 'nate lnen l,et minderen zijner
Krachten bestatigdc, niet meer welendo waar zich