be1 He Gi bi va 1'. ba bus toe Ii ki w le I 01 1 V; <1 J is I) A lb E and fin; J roil [10( Oo kci Oo Oo No Ingezonden A.i*tikels. Veurne, den 16 December 1869. Heer Uitgever, Nog slechts veertien dagen, en het nieuw regle ment op hel gewicht der boter zal op onze merkt, benevens nog verschillige andere merkten der omliggende gemeenten toegepast worden. Deze maatregel door onze wijze gemeenteraad genomen, heeft overal en door iedereen de meeste goedkeu ring bekomen, on een-iedcr is overtuigu dat dit <‘ene groote verbetering zal le weeg brengen, want tol nu toe liet dit reglement veel te wensclien over. Onder alle opzichten zal het nieuw reglement veel schadelijke misbruiken die tot heden op de boter- merkl gepleegd wierden, doen wegruimen; want wekelijks ziel men de vreemde kooplieden, door de duurte der boter op het gewicht spekuleeren alzoo de grootste stukken opkoopen en zelf kleine te koop stellen, die nauwelijks hel vereischle ge wicht nebben, zoo dal iedereen moet bekennen dat dit geheel nadeelig is, bijzonderlijk voor den werkman, die met het nieuw reglement zal verze kerd zijn ten vollen zijn gewicht te hebben, en van alle hedriegericn bévriid te zijn. Bij het vernemen dier beslissing, door den ge meenteraad genomen, uitte bijna iedereen den weusch, dien zelfden maatregel.te zien tot stand komen voor hetgonne onze graamnerkt betreft, en bijzonderlijk voor de tarwe, om gelijk nog in andere steden al het graan per honderl kilos te verknopen, iets die zoo gemakkelijk is voor den kooper en den verkooper. nopen wij dan dal onze wijze gemeen teraad die reeds zoo veel verbeteringen heeft tol Stand gr-hrncht, niet zul t)nlnt«*n <>nz<> griiiiniiierkt ook welhaast op dien zelfden voet in te richten, want wij mogen verzekerd zijn indién het eene ver betering geld, ons stadsbestuur nooit nalatig blijft. Maar .1 propos, Heer Uitgever, van verbeteringen gesproken, waar blijven de trottoiren steken? Dit projekl die sedert zoo lang beslaat en goedgekeurd is, waarom hetzelve niet uitvoeren? ledereén wacht ernaar, zelf zijn er verscheidene inwooners der Zuidstraat en der groote Oostslraat, die wachten om hunne keldervallen te herstellen ofte vernieu wen, totdat men deze werken begint. Door dien uitstel worden dezelve zoo slecht dal de voorbij gangers dikwijls gevaarloopen met den voet er in te schieten en een been te breken. Waarom, zeg ik, moet onze stad, die in netheid het voorbeeld van andere steden is, hierin onderdoen in iels dal eene groote fraaiheid en verbetering aan de straten ver schaft? Iels wal ik ook nog zou willen zien, heer uiige- hel zijn op ver na die steile en wonderbare rotsen niet, welke wij gisteren onophoudelijk ontmoet hebben. Wij komen in de ijzer- en kolenstreek; in de streek der nijver- en werkzaamheid. Ten allen stonde ontwaren wij rechts of links yan den ijzeren weg smeltovens, koolmijnen, ijzergieterijen, enz. welkers getal vermeerdert naarmate wij Charleroi naderen. Maar het is vooral van Chatellineaii tot aan Charleroi, dat die nijverheidsgestichten, om zoo te zeggen, opeengestapeld staan. Bond 6 ure 30 m. komen wij le Charleroi aan, na opvolgentlijk de dorpen Flavinnès, Florelfe, Mous- tier, Auvelais, 'famines, Farciennes, Campinaire, Chatelineau en Couillet door- en de Samber veertien maal overgetrokken te zijn. Charleroi versterkte stad welkers muren men bezig is met afbreken, was vóór 1666, slechts een dorp Charnoy genoemd, alwaar de markies de Gastel Rodrigo, gouverneur der Nederlanden voor den koning van Spanje Karel II, begonnen had eene forteres te bouwen. Maar gedwongen zijnde dezelve aan de Franschen aftestaan, dodende Spanjaards die in de lucht springen. Charleroi heelt menige be legering te onderslaan gehad en hel is thans de eerste keer niet dat hare muren afgebroken worden. Deze stad, aan den voet, op di alhoewel een oorkonde van 985 het slechts den tijtel van Ficus, dorp, geelt. Eindelijk het is slechts in de XI." eeuw dal men Namen voor de eerste maal civitas of stad ziel noemen. Daar het uur nadert op welke de karavaan uiteen zal gaan, haasten wij ons de merkweerdigheden van Namen te bezoeken. Waarlijk zij zijn niet groot in getal, en men mag zeggen dat, buiten de kerk van St. Loup, gebouwd in de XVII.e eeuw, en deze van St. Albinus, XVIIl.1' eeuw, er niet veel raars meer te vinden is. Over een zeventigtal jaren, bestond de aloude kerk van Onze Vrouw nog, waarvan ik hier hooger sprak, maar men heelt die afgebroken om eene straat.te verbroeden. Om 5 ure ’s avonds, na gezamentlijk nog het noenmaal in hel hotel de Hollande genomen te hebben, scheiden wij van elkander. Ik heb vergeten te zeggen dat een mijner gezellen reeds’s morgens ten elf ure vertrokken is. Twee andere zullen naar Brussel weder koeren en reke nen morgen vrijdag met het leste convooi te Veurne te zijn. Mij leSte medegezel en ik, zijn voornemens nog een viertal dagen vóórt te reizen, en een gedeelte van het Henegauwsche te doorloopen. Om 3 ure 10 m. vertrekken wij naar Charleroi. Welhaast verdwijnen achter ons de reusachtige bergen der Maas. De streek wordt min ongelijk; heuvelen ontwaart men er nog in overvloed, maar Dixmude, Veurne en Yper zijn nu reeds gansch aan hel klerikalismus onttrokken. Slechts Brugge heelt nog twee koopmans uit den tempel des vooruilgangs te ver jagen, en dan is gansch den westkant van West-Vlaanderen gezuiverd. LIGUE DE L’EHSEI&NEfflEMT. Domain Dimanche, a 11 t/s heitres, con férence a Fhótel-de-ville, par M.r AUBEKT. Sommaire. Aimants. Quelquesunes de leurs propriétés. Boussole.Moyens d'aimanlalion. Télégraphe. zullen wij, hoop ik, dat groot gesticht mogen zien. Veel mijner lezers zullen zich immers wel den heer Bewesterpooi t-Adinkerke 16 Dec. 1869. Mijiihcc r Rtjcheböer; Wij hebben met veel genoegen in uwe gazette van zaterdag lest gelezen, dat de maatschappij de Vlaam- sche Ster in het tooneelkundig festival optreed; De twee kunstige verlooningen die hare tooneel- licfhcbbers in het leste festival gegeven hebben, hadden bij ons het geyoelen geopperd dat 'l vi'iirnsch Rhelorika óns noclnnaais het vermaak zouuè ver schaft hebben, (leze tooneelmaalschappij te kotniei' bewonderen. Nu, dat onzen wcnseh zal vervuld wezen, wij mogen u verzekeren, dut wij beschikt zijn met een geheelcontingent naar hunne voor stelling aftekomen. Zoo als hunne voorgaande verlooningen, vervat «Ie.T.insUiande voorstelling, zoo nis vvIj gezien heblxm. slechts blijspelen. Een dezer, Ken man die de broek draagt zal uitnemend voor onze, kanten wel gypast zijn,Want er zijn er vele huishoudens bij ons, waar juist hel tegenstrijdig plaats heeft. In plaats van de mannekens, het zijn de vroumkens die den broek dragen menigéén laat zich blauwe bloeuiekens opdraaijen en wordt geplaatstwaar men ge woonlijk den besem plaats. Wij zijn dus allen qip het meest nieuwsgierig, M.r Ryckéfi'dér, voor te keniletl hoe de kat, in dit stukje, op (Ie kóórde zal dansen. In allen gevalle, hoewel wij allen liefhebbers van de kunst, voor de dramas veel genegen zijn. wij mogen onder hel getal gerekend zijn van deze die noch al gaarne hiélien en de aangekondigde ver- tooning van de Vlaamsche Ster, schijnt van aard te zijn, om al onze lachspieren eens hartelijk in b^ weging le brengen. Bij dit stukje, hebben "U 99 beesten en een boer, gevolgd door het lladmeisje- I tusschenstad, de hooge stad en het voorgeborcht. Wanneer men 's avonds zich boven op den berg bevindt, kan men een wonderlijk tafereel aan schouwen; hel is het zicht der menigte nijverheids gestichten die rondom Charleroi liggen. Die (lui zende gazlichtjes; die vlammen zich boven de schouwen der smelt-efi andere ovens verheffende, leveren een schouwspel op dat wij tot nu toe nog niet tegengekomen hadden. Na eene goede wandeling in stad, gaan wij een Vcurnaar, te Charleroi gevestigd, de heer 1*. Gap- poen, die het prachtig en welbekaland Café francais houdt, bezoeken. Wij worden met de meeste gulhartigheid en vriendelijkheid door M.r Cappoen ontvangen, die gelukkig is inwooners van zijne geboortestad te zien. Daar wij de begeerte hebben uitgedrukt om eenige nijverheidsgestichten le kunnen bezichtigen, stelt hij ons het middel ter hand om 's anderdags namiddags eene glasblazerij te kunnen gaan be zoeken. Na zoo den avond op eene zeer aangename wijze overgebracht te hebben, koeren wij naar het hotel de l’Univers weder, waar Morpheus ons afwacht. ’s Anderdags 's morgends stellen wij ons op weg naar Couillet. Ik heb daar eene goede kennis, de Deze stad, aan den voet, op de zijde en op de heer, Lecocq die aan het grootste werkhuis van kruin van eenen smallen heuvel gebouwd, biedt Couillet gehecht is, en door zijne tusschenkomst een zonderling uitzicht aan en is om zoo te zeggen in vier doelen verdeeld. Men heeft de lage stad, de Leve Dixmude! Ja leve Dixmude, dat zich op eene zoo edele wijze in zijne eer hersteld heeft! Dixmude dal zich in dwaling had laten brengen, heeft nu gezien wat het is onder hel klerikale juk getinkt te gaan. Dixmude na zes jaren vernedering, heeft eindelijk zijne kluisters verbroken en is wederom opgestaan. Dinsdag was een schoone dag voorwaar, en die tijdstip in de geschiedenis van onze zusterstad zal maken. Nauwelijks was de uitslag gekend die aan den heer De Breyne-Du Bois, eene meerderheid van 92 stemmen gaf, of eene onbcschrijvelijkegcesldrill maakte zich van het volk meester, en de kretenleve De Breyne-Du Bois! leve de liberalenrezen langs alle kantén uit de menigte op. Aan alle de gevels zag men welhaast vlaggen en wimpels wapperen. Urn drie ure na middag, stelde zich een onmetelijke stoel op weg, ging muziek aan Thoofd,denieuwgekozenegeluk wenschen, en voor hel huis van .M.' De Breyne-Peel- laert, vader van den jongen representant, voorbij trekkende, liet een ontzaggelijke kreet van leve De Brcyne-Peellaerlhooren. paste redevoeringen die ten huize van den nieuwen volks vertegenwoordiger uitgespro ken werden, niet le kunnen mede doelen, wij zullen slechts zeggen dat de redevoering van bedanking welke dezen aan allen toe stuurde, merkweerdig was en lievige toe juichingen verwekte. Hel miizijk van Nieuport, dal met den trein van 5 ure was aangekomen, heeft de héereti De Breyne-Du Bois en De Breyne- Peellaert, elk met eene schitterende sere nade vereert. ’s Avonds waren, niettegenstaande het .slecht weder, menige huizen vellicht. Welnu deze uitslag is eene gelukkige ge beurtenis voor het liberalismus. Oostende, even lief, en allen hebben recht op eene wettige toegenegenheid. Deze wellen ennamentlijk art. 8, waar borgen de gansche en volkomene vrijheid der eerediensten, alsook hunne volkomene gelijkheid. W ij zouden aan onze plichten feilen en aan dezelve te kort blijven, indien wij er slechts in toestemden om met u te onder handelen, ten einde hel godsdienstig on derwijs der Protestanten, Israëliten en andere eerediensten uil onze school te ver bannen. ver, bij de trottoiren, zijn de hcrslèllingen aan ons jnsticiepaleis, alsook aan het Paviljoen dat geheel bouwvallig is. Die schoone gebouwen, die ais ju- weclen in onze stad pi ijken, mogen wij niet laten vervallen. Men zal misschien zeggen dat de stad geen geld heeft voor al deze werken te doen uit voeren; maar waarom hel voorbeeld niet volgen van andere steden, die leeningen aangaan voor de nut tige werken te doen? Hiertegen zal zich niet een verstandig man verzetten, als het maar de vooruit gang en verbetering van stad geldt. En aangaande misschien van eenige achteruitkruipers die in geval van kiezing met de schuld van stad zullen rondloopen, daar over moet men zich niet bekreunen; volgt het spreekwoord die zegtdoel wel en ziet niet om. In lioope dat ons wijze stadsbestuur, zoohaast mogelijk hier aan gevolg zal geven: Een vriend van vooruitgang en verbetering. Onze correspondent vraagt ons waai de trottoirs blijven. Och God, mijn brave vriend, ik weel het niet. Misschien moeten zij melde lusschenkoinst der maatschappij van den ijzeren weg van Duinkerke gelégd worden. Wat de herstellingen aan onze gebou wen aangaat, wij zijn het geheel en gansch ecus niet onze correspondent. Eent: leu ning zou dienen gedaan worden, op dal men ten spoedigslen aan die werken zou kunnen beginnen. 1 II (1 r t I k Hel spijt ons tic wolpp.-

HISTORISCHE KRANTEN

Het Advertentieblad (1825-1914) | 1869 | | pagina 2