ver- den Courrier de den Journal de Ziehier de namen der 43 jongelingen onzer stad ingeschreven om deel te nemen aan de loting voor de nationale militie, op woensdag 24 dezer Mersseman Pieter, Blauwe Karel Lodewijk, Moote Pieter, Oyaerl Leopold, Palfliet Arseen, Pinte Karei, Pollevit Serafien, Pyson Arthur, lledey Pieter, Roose Frederik, Rossey Adolf, Rybens Karei, Ryckewaert Leo, Schallier Karei, Tabary Eduard, Tunynek Jan, Vandenberghe Dcsid. Vandenkerckbóve Heet. Vandewoude Lod. Vieren Alexius, Vuylsteke August, XVattecamps Grog. Rechtover Trarbach, in de wijngaarden, ligt Tra- I ben dal in 1837, insgelijks veel door het vuur te lijden had en waar nog eenige muurbrokken bestaan van de forteres Monlroyal, in 1G86 door Lodewijk XIV gebouwd en in 1697 afgebroken. Vervolgens ontmoet men nog Enkirch, Pünde rich, Briedel, Zell dat in 1837 ook door het vuur werd geteisterd, Merl, Alt', Aldegund, Neef met een oud kasteel, Breinen, Stuben waar een in duigen val lend nonnenklooster bestaat in de 12/ eeuw ge sticht. Eller, Èdiger met oude versterkingsrnuren omringd, Seuhals waar veel romeinsche oudheden zijn gevonden geworden, Beilstein door het kasteel dat den zelfden naam draagt beheerscht en dat in de 17.' eeuw aan de graven van Metternich-Winne- burg overging die het gedurende eenen langen tijd bewoonden. Te Valwig sluiten de bergen zich in het ver schiet der rivier en leveren een heerlijk zicht op. Cochem, met de ruien van een kasteel dat in de 14.' eeuw, dikwijls tot woonst aan de aartsbis schoppen van Trier diende. Men had ons gezegd dat, daar wij een groote paar uren verachteed zijn, het schip slechts tot aan Cochem zou gevaren hebben en dit nieuws had ons zoo wat mismoedig gemaakt, daar dit een dag ver lies in onze reis veroorzaakte. Doch varen wij het dorp voorbij, en de hoopomnog den zelfden dag te Coblentz te geraken keert bij ons terug. Ja maar wij hebben ons te ras verblijd. De avond valt aan en bij hel dorpje Carden gekomen, ver- I wittigd men ons dat hel schip heden niet verder varen kan. O teleurstelling! en aoe zullen wij in dat miserabel dorpje den nacht overbrengen? I De eersie binnen zijn de beste geplaatst,zeg- i gen de barakkemannen als zij hunne paraden voor 1 hel publiek doen, en dit was hier nu ook het geval. I Wij haasten ons om van de eerste a:.n land te zijn en spoedigen ons naar hel gasthaus Ktolbecher, dal recht voor de rivier slaat. Aan mevrouw Koolbecher vragen wij in een slach van Veurnsch duitsch om eene kamer met twee bedden te hebber. Ein zimmer mil zwei betten? Ja. zegt Je goede vrouw, en zij gelast haren echlgcnoolons laareene kamer te geleiden die op de rivier geelt oi onder alle opzichten zeer netjes en gerieflijk is en met twee goede en reine bedden is voorzien. Wi had den ons daaraan waarlijk niet verwacht. Welnu alle onze reisgenoten zijn zoo gelukkig nie. en menigeen mocht den nacht op een stoel in de >er- berg of in het schip doorbrengen. Daar men bij herr Koolbecher schijnt niet wel 'e weten wat bier is, doen wij onze eslaminet ma eeneligte en smakelijkeMocselwijn, die ons aandei goedkoopen prijs van 5 zilbcrgrosschen (62 cent.") de flesch wordt afgeleverd. Om 4 ure 's morgens reeds zijn wij te been en wij hebben wel gedaan, want een oogenblik later verwittigd de klok aan boord dal het oogenblik des vertreks «laar is. Een half uurke later dan, stoomen Zooals men weet, heeft M. Dupanloup de fransclic Academie verlaten, omdat M. de Littré, een vrijdenker, tol lid van het zelfde korps is benoemd geworden. De klerikale drukpers keurt hel gedra goed van M. Dupanloup. Als de klerikale drukpers hel oprecht meent, vragen wij haar af, waarom MM. de llaerne, De Tlieux en al de goede ka tholieken der Kamer geene vergadering verlaten, waarde godver loochenaar D’llane- Sleenhuyse, de liedjesmaker Schollaerl en de gewezen professor Brasseur zetelen. Als M. Dupanloup gelijk hééft, dan heb ben de anderen ongeluk; doch indien de Algemeene Tijdingen. Woensdag morgend, ten 9 ure, is er eene diefle, van eene ongehoorde stoutigheid, gepleegd geweest ten nadeele van de echtgenooten Wullaert, logiest- houders te Veurne-Bewesterpoorl. De vrouw was ter markt gekomen en had de voordeur achter haar gesloten, terwijl de man, op zijn stukje hovenier- land werkte, regtover de agierdeur welke als naar Eene onbekende vrouw dringt in hel woonhuis, en de man denkende dat hel zijne echtgenoote is die reeds van de merkt terugkeert, ziel niet om en blijft zonder achterdenken voort werken. De doch ter die aan het venster in haar woonhuis zat te werken, kon ook gemakkelijk bemerken wie langs de agterdeur in-of uitging. Wat er van zij, deze onbekende was korten tijd binnen en had welhaast de hand gelegd op een koflerken dat in de komode stond, in hetwelk in geld en eene gouden ketting voor eene weerde van honderd franken, benevens alle hunne papieren, verborgen waren. Bij hare terugkomst van de merkt en nevens hare woonst, komt vrouw Wullaert deze onbekende te gemoel en gaat voorbij zonder haar oplemerken. Als zij te huis kwam, zag zij met groote verba zing dat haar kofferken was verdwenen, en de man wist van niets. Men verhaaste zich kennis van hel voorval aan de politie te geven, maar intusschen had de dief egge hel hazenpad gekozen, en tot nu hebben wij niet gehoord dat de juslicic haar op het spoor zou zijn gekomen. wij op nieuw de rivier af. Een dikke mist, maar doch niet hevig genoeg om ons oplehouden, be dekt nogmaals de rivier en belet ons de beide oevers derzclvc te onderscheiden. Gehikkclijk liezen wij er niet veel bijeens Cochem voorbij,, biedt de Mocsel niets merkweerdigs meer aan. Er komt meer levendigheid op liet schip; de pas sagiers die in salon en kajulen waren, komen op het «lak en wandelen in koortsige beweging heen en weder. Men ziet dat men Coblentz nadert. Eindelijk, na nog verscheidene dorpen te zijn voorbijgevaren, waarvan ik u niet zal spreken daar ik er niets van gezien heb, komen wij door de brug van den ijzeren weg en landen aan. Wij zijn te Coblentz. Wij zijn te Coblentz! Vaarwel Moesel, Mosclla, mist, enz., die lange vaart begon ons te vervelen en wij zijn niet kwaad om van u allen verlost te zijn! Wij werpen in ’t voorbijgaan een oogslag op de oude steenen brug over de Moesel en komen langs de Moielthor (Mocsclpoorlde stad binnen. Het is 7 ure; de verscheide uren welke wij te Coblentz te verteeren hebben, zullen wij over brengen met deszelfs merkwaardigheden te be zoeken. Onze reiszakken worden in het llahnhof (statie) afgelegd en wij gaan op wandel. J (Te vervolgen). van de volkomene onbekwaamheid van M.r Wasseige, als minister van openbare wer ken komen geven. door de wet van 48.50, er heimelijke mis bruiken ontstaan zijn. Er moeten dus maat regelen genomen worden om de veiligheid der zinnelooz.cn te verzekeren. Hel ware eene goede voorzorg, voorlaan de gences- lieeren dier gestichten te. doen benoemen door de bestendige deputatie. Door dit middel zouden de geneesheeren niet meer afhangen van de bestuurders en hel met hen niet eens zijn. M.r Vleminckx, die na den minister het woord nam, denkt dat de staal alleen zich met het onderhoud der krankzinnigen moet belasten. De vergadering is dan overgegaan lol de algemeene diskussie van het wetsontwerp, waarbij aan het departement van openbare werken een krediet van 12,080,000 fr. wordt toegekent, tol verbetering en ver meerdering van het spoorwegmaterieel. Minister Moncheur vraagt dal dit kre diet op 16 millioen zou gebracht worden. In eene gespierdeensnijdende taal, heeft de heer de Sainclelette het bestuur der spoorwegen gelaakt om dal het aan zijne plichten te kort is gebleven, door geen enkelen maatregel te nemen om te voor zien in de krisis der vervoeren. Wanneer koophandel en nijverheid op alle de punten des lands luidruchtige klachten liet hooren, zei M.r Wasseige, de voormalige minister van openbare werken, dal zijn bestuur niets te wenschen liet. En nog- thans was de nijverheid langs alle kanten aan het lijden door gebrek aan vervoer middelen. M.r de Sainclelette klaagde te vens over de handelwijze van zekere koop lieden, vooral te Antwerpen, die hunne waren op de wagons laten liggen en aldus I het materieel aan den dienst onttrekken. Om hierin te voorzien zou men de maga- zijntarieven merkelijk moeten verhoogen en niet aarzelen van ambtswege de goede ren naar huis te doen voeren. In de zitting van woensdag, heeft deheer Sainclelette, zijne redevoering voortzel- tende, de middelen aangewezen welke die nen gebruikt te worden om te beletten dat de krisis welke den vervoerhandel thans ondergaat zich nog voordoe. Hij heeft voor al aangedrongen op een middel dal hij reeds in het vorig jaar aanbevolen had en dal in andere landen uitmuntende uitsla gen opleverd, het is van de nijveraars te bemachtigen van zelfs dewagons te leveren bestemd om hunne produklen op de linien van den staal te vervoeren. M.’ d’Andrimont die na M.r Sainclelette het woord nam, heeft nieuwe bewijzen laatslen gelijk hebben, dan moet men M. Dupanloup geene gelukwenschingen toe sturen. OnderrlchtingMlioiid» Zondag, 21 dezer, om II ure’s morgens, ten Stadliuizc, openbare conferencie door M.r Nihoul. Spreker zal handelenover het vervaardigen der steenkoolgas dienende lol de verlichting De kleine klerialegazelten welke gewoon zijn hel ordewoord uil degrootekatholieke organen der hoofdslad te ontkenen, moe ten thans ongetwijfeld fel in de war zitten. Zie hier waarvan er kwestie is. Over eenige dagen werd te Brussi be graven de heer Eugeen Defacqz, voorzitter van het hof van kassalie. De heer Defacqz, die een vrijdenker was, had gevraagd om zonder kerkelijke ceremoniën of andere plechtigheid begr ivën te worden. Dit belet niet dal eene ontelbare menigte, waaron der meest alle de hooggeplaatste personen van hel land, bij zijne ter aarde bestelling tegenwoordig waren. Onder andere be vond zich er M.’ de Lantsheere, kalho- lijke minister van juslicie. Welnu de Uien public, orgaan der jesui- len te Gent, en de Courrier de Uruxelles, orgaan der jesuilen te Brussel, hebben M.' de minister van juslicie hevig aangevallen en gelaakt, om dal hij bij deze begraving tegenwoordig was. Maar van eenen anderen kant dan, wor den de Uien public en de Courrierdc Bruxel- les op hunne beurt fel op hunne duimen geklopt door den abbé Benard, een ullra- monlaan van het echte bloed, en door de Journal de Uruxelles, omdat zij den minis ter daarover gelaakt hebben. Maar wat zullen nu de klerikale organen der kleine steden doen? Zullen zij M.r de Lantsheere gelijk of ongelijk geven? Zullen zij zich langs den kant van Bruxelles af langs dien van Uruxelles scharen? Zullen zij den abbé Be- I gewoonte openstond, nard of wel de Bicn public volgen? Wal zullen zij doen? Baeselen Leopold, Bogaert Frederik, Caytan Frederik, Claeys August, Danze Hendrik, Decroo Arthur, Dehaese Gregorius, Delefebure Hippoliet, Devroe Hendrik, Henderyck Julien, Hoet Lodewijk, Houdaer Frans, Jansen Lodewijk, Ketelers Aimé, Lecot Hendrik, Legrand August, Loncke August, Loncke Leopold, Loyette René, Luyssen Emile, Maton Frans,

HISTORISCHE KRANTEN

Het Advertentieblad (1825-1914) | 1872 | | pagina 2