hel geheclc land met de kle- Dat men liever onder Napoleon zou staan als onder de liberalen. Dal de staatskas bestolen werd. Dat de liberalen hunne macht als dwin gelanden gebruikten om wet, recht, open baar belang in eigen voordeel te exploi- leeren. Dat opslaan legen de liberalen eene plicht was. Dat de ministers op een kanon moesten gestoken worden. Dal Leoplod I een bedrieger was. De Antwerpsche kwestie kwam te voor schijn. Daar zagen wij die wet-lievende klerikalen aan het werk. Zij hitsen het volk op. Niels werd ge ëerbiedigd. Men wilde de republiek te Ant werpen proklameeren. De klerikalen triomfeerden er eindelijk. Van daar gingen de dompers zich te Luik verbroederen mei de Internationale, waar de socialisten hot hoofd begonnen opsteken. Dieverbroedering wasadmirabel schoon. Klerikalen enintei nationalisten schreeuw- den te zaam op de liberalen. Maar ’t en gelukte daar niet. Binstdien tijd warende klerikalen elders ook niet ledig. In Vlaanderen moesten zij geene revo lutie komen aanprediken. De menschen zijn er van ie koelen bloede en zeer kle rikaal. En de Vlaanderen hadden spaaroordjes, ziel-ge. Zij werden rijk onder het liberaal bestuur, na den honger dood geleden ie hebben onder hel beheer der klerikalen. Langrand kwam op, ondersteund door al wat klerikaal was en getiteld als baron, graaf, ridder, edelman, priester, oud-mi- nisler, enz. Langrand stroopte de boeren uit, en de hooggeplaatste klerikalen pariten en deel den de smoulslulle geboterd met de mil- joenljes uit den spaarpot dergoede boeren. De boeren verlooren alles, de groote heeren werden rijker. De krislelijke banken gingen bankroet; en rechtbank en gevang deden vele kleri kalen de plaat poetsen naar den vreemde of hunne schaapjes op ’t droog brengen, veilig legen den wreekenden arm van het gerecht. Onderwijl was liet staatsbestuur in de handen der Langrand isten gevallen, ten gevolge der samenspanning van al de mis noegden van het gehcelc land met de kle rikalen. Zij zalen op den troon, de mannen die het zedelijk gevoel der natie gekrenkt hadden. Ah! zegden zij, nietskanonsmeerdeeren. sere per totain Europam collato posucrunt cives. MDCCCXXXVII. Aan Joannes Gcnsfleisch von Gultemberg, cdcl- heer van Maintz, hebben de burgers dezer stad bij middel van inschrijvingen in gansch Europa geo pend, dit gedenkzuil in 1837 opgericht. Op de achterzijde van het voetstuk staat het volgende: Artem, quie grcecos latuit, latuitque Latinos Germani sellers extudit ingenium, Nunc quidquid veteres sapiuntque regentes Non sibi sed populis omnibus hi sapiunt. De schrandere geest van een Germaan heeft eene konst uitgevonden aan de Griekc i en de Romeinen onbekend. Hedendaags hetgeen de ouden gekend hebben en hetgeen deze van onzen tijd kermen, is het uitsluitelijk voorrecht der geleerden niet meer, maar den gemeenen eigendom van de geheelc wereld. Rechtover het standbeeld staat den schouwburg gebouwd in rood steen. Hij levert niets merkweer- digs op. Van de Gutenberpiaats komen wij, langs de Lud- wigstrasse, op de Thiermarkt (veemerkt) alwaar verscheide zeer schoonc gebouwen te zien zijn, onder andere hel hotel van den gouverneur- de kazern van het voetvolk; deze van de kanoniers en den casino van 't garnizoen. In 't midden der Thiermarkt staal het bronzen standbeeld van den vermaarden Schiller. Van de Thiermarkt zuidwaarts voortgaande, komt men aan den Kdstrich, waar het kruidmaga- zijn stond dal op 18 november 1837 in de lucht sprong. De schoonste, langste en breedste'straat van Maintz is de Grosee bleiche, die zich op den noord kant der stad bevindt. De avond komt aan; deze werkzame dag heeft ons wat vermoeid, en na een glas beijersch bier in het Café de Paris, nabij den theater, gedronken te hebben, begeven wij ons ter rust. Treinen en lokomolieven manoeuvreren, gedu rende een deel van den nacht, onder ons venster en alhoewel zij daar een lawijt houden genoegzaam om een dooven te wekken, wacht Morpheus niet lang om ons in slaap te wiegen. (Te vervolgen). Dat en was geen waar. Dc moedige representant Bara kwam, met de handen vol schandalige feilen van bedrog, fopperijen, dieverijen. Hel volk raakte verontwaardigd. Hel langrandisch ministerie viel, werd schandelijk weggezonden doofden Koning. Als men al de hoogeraangehaalde feiten goed overweegt, die wij tol hel eindelooze zouden kunnen vermenigvuldigen, het geen wij in ’l kort zullen doen; zeg, heelt de klerikale paitij nog hel rechtzichzelven: de partij der orde» le heelen? Neen duizend maal neen! Zij is de partij der wanorde, geweld, revolutie, uitstrooperij, domhouding en verezeling van volk en burgerij! En zij heeft geen recht op de openbare achting. Hel land begint reeds hard te roepen weg! met die eerlooze en zelfzuchtige par tij die eene ramp over Belgie uitdaagt. Ei! gelukkiglijk zal zij in Juni naast eene davering krijgen, hier en in vele plaatsen. Hel land wil, zal en mof.t verlost worden van de klerikale heerschappij. Later zullen wij dit nog beter bewijzen. Weekblad van Dixmude.) wederwerk der kinderen bazeert, men valsche en onaannemelijke gevolgtrekkin gen bekomt en dat bijgevolg de princicpie zelve valsch en onaannemelijk is. Hel kind moei gevoed, gekleed en geherbergd zijn omdat de natuur zulks als eene plicht aan dc ouders opgeleid heeft. Daarom heeft ze ook in hel ouderlijke hert aan de volbren ging dezer plicht de innigste en zoetste ge- nuchlen vastgehecht! De ouders hebben dan geen recht op< het werk hunner kinderen le speculeren. Men versla nogtans goed. Wij beweeren niel dal de kinderen hunne ouders niel moeten helpen en bijstaan, verre van ons zij zulk gedacht! Eene der voor ons aan- biddelijksle gevoelens is de liefde der kin deren voor hunne ouders, maar wij be weeren dat de hulp en bijstand der bin ders aan hunne ouders voor deze de reden niet is waar uil hun eigen plicht tot bij staan hunner kinderen spruit. Wij ont kennen dan den plicht niet maar den reden uit welken men hem doel spruiten. Men werpt nog op de moeijelijkheid der uitvoering van de wet op het verplichtend onderwijs. Voor eerst als men voor bewezen houdt dat het verplichtend onderwijs noodzake lijk is, kunnen nog mogen de moeijelijk- heden der uitvoering der wel die bel zou den daarstellen hel maken der wel niel beletten. Hel kind heeft recht op het on derwijs, een recht dal men niet zoude her- kennen ware als een recht dat niel zoude beslaan. Van eenen anderen kant, de mocijelijk- heden waarop men sloft, bestaan, nu nog, slechts in den geest alleen der afkeurders van hel verplichtend onderwijs. Men ziet I niet hoe het moeijelijker zoude zijn ieder kind te verplichten tol de school l'requen- latie als het moeijelijk is ieder jongeling le doen loten. Noglhans trekt ieder jonge ling een lot. Men verstaal dan niet waar om ieder kind de school niet zou bijwoo- nen aangezien dit geen zoo erge gevolgen kan bijbrengen als hel lol voor den jon geling. Al wat voor de eerste maal werkstellig wordt gemaakt beval moeijelijklieden. Dat is gemakkelijk om verslaan. Eene langdu rige manier van bandelen wordt bij den mensch eene noodzakelijkheid. Als deze manier moet veranderd worden lijdt de mensch in het eerst om dal hij hel gene hem eene noodzakelijkheid schijnt moet bestrijden. Maar deze strijd is geen reden om de nieuwe manier, die in zich zelve goed is, daar te laten. Ecnigcn lijd naar hel onderwijs zal ver plichtend gemaakt zijn, zal men verbaasd slaan dat eene zoo billijke zaak heeft kun nen bestreden en zoo veel moeite gekost beeft om tot stand gebragl le worden. Men zal niel meer kunnen begrijpen hoe er een mensch gevonden is geweest die kon lezen en schrijvenen dieaan andere denoodzakc- lijkhcid van bet lezen en het schrijven durfde ontkennen. Ook is het bij ons eene innige overtuiging dal de tegensprekersop het verplichtend onderwijs geen een der ware redens waar op zij hunne denkwijze staven zouden durven aan den dag brengen. Die hel onderwijs bestrijdt kan nergens in de maatschappij zijne plaats vinden, voor deze bezonderlijk is een krankzinnigen huis uiterst geschikt! Ingezonden JLi-tlRelw. Mijnheer de Uitgever, r Het feest dat zondag lest bij de Koorzangersde \ereenigde Vrienden plaats bad, was een der schoonste welke dezen kring ooit gegeven heelt. Een talrijk en uitgelezen gezelschap vervulde de zaal, en geen wonder, ditmaal zou het Koncert opgeluisterd zijn door twee jonge juffers welke de HET VERPLICHTEND ONDERWIJS. vervolg. Maar, zal men zeggen, de ouders maken geene aanspraak op de weigering van on derwijs maar op de winst die hel kind zou opbrengen met le werken gedurende de schooluren. Zulks zoude misschien, door de wet moeten voorzien en de ouders schadeloos I gesteld worden maar zelfs ware zulks zoo niet, hoe zou men met elkander durven vergelijken hel recht der ouders op eenige centimen per week en hel recht van Eet kind op de ontwikkeling zijner ziel, op dezer ware leven En nog eens spreekt men hier van recht der ouders zonder hel zelve eenigzins le bewijzen. Waar is dat recht? Waar op steunt hel? Men zegt: de ouders voeden, kleeden en herbergen hunne kinderen en, in vergelding, mogen zij op den opbrengst van het werk der kinderen reken. Zoo dan men houdt voor dat de voeding, kleeding en herberging van hel kind, door de ou ders niel als dezer plicht moet verschaft worden, maar slechts als aanspraakmiddel op hel werk der kinderen! En wal dan be slist over de kinderen der rijken die niel werken en over hel kind dat niel kan wer ken, dal of wel le jong of wel ie ziek is? Deze zouden dan geen recht tot voeding, kleeding en herberging hebben? Als men een princicpie voorstek moet men logiek zijn. Men ziel en voelt dat, als men den plicht der ouders op de princicpie van hel i

HISTORISCHE KRANTEN

Het Advertentieblad (1825-1914) | 1872 | | pagina 2