I I I I z. I I Men schrijft, ons uit Alveringhem: Dinsdag lest, was het 3jarig kind van den voer man r ”-r— van Charles Grimmelprez; op '1 angstgeschrei van andere kinderen, kwam M.r Louis Groensteen, onze Postmeester, toegesneld; den welken, alhoe wel niet kunnende zwemmen, in den kuil sprong, en hel verdrinkend kind redde. Eere zij den moedigen redder geniet. Nog een kwart uurs verder noordwaarts, bij de kapel van Rambach, heeft men in 1889 een ro- meinsch kamp gevonden. Het is bijna ongeloovclijk wat massa vreemde lingen zich, alle dagen, durende den zomer, in den hof' van de kursaal samendringen. Ten allen stonde en langs alle kanten komen treinen een aantal be zoekers in de lieve stad werpen. Men rekent van 8000 tot 10,000, het getal vreemdelingen die zich dagelijks, gedurende het badsaizoen, te Wiesbaden bevinden. De oude en de nieuwe stad in alle richtingen af- geloopen hebbende, keeren wij in den namiddag, op nieuw in den hof van de kursaal. Om 3 ure laat eene overheerlijke harmonij, onder het bestuur van den komponist Kéler-Béla, lieve stukken hooren. Wij bewonderen vooral de ouverture van Frey- schütz, van Weber, welke op eene onberispelijke wijze nitgevoerd wordt. De avond komt aan en wij verlaten het lieve Wiesbaden om onze standplaats Maintz op nieuw te gaan vervoegen. Het is den lesten avond dat wij al- I die beschuldigingen niet heeft durven af kondigen, heeft dezelve onder de bescher ming zijner parlementaire onschendbaar heid geplaatst. Die handelwijze alléén be wijst hoeveel trouw de spreker in zijne ei-f gene beweeringen had. Hij zegt dal hij de zaak van hel recht verdedigd, en hij begint met zich aan derzelver werking te ont trekken. En dan, nog altijd volgens de Jour nal de Bruxelles, beschuldigd hij Mr. Bara van, in de zaak van St. Denijs een ver lagend en onteerend werk gedaan te heb ben, hij legt hem eei loosheden ten laste die eene schande voor zijn minis terie zouden zijn. En men zou dan ver wonderd zijn dal ecu man van hart, alzoo door de modder gesleept, op dergelijke wijze in volle Kamer beleedigd, in zijne eer gekrenkt, met het eenige woord, bè tamelijk of niet, dal zijn verontwaardigd geweien hem ingeeft, antwoordt. Overigens was het voor Mr. Bara geen persoonlijke kwestie. Men heeft de magis tratuur, de jurij, al wat in de gerechtig heid van het land achtbaar is, bij de open bare wraakaangeklaagd, van op denspreek- stoel aan den haat en de verachting der burgersovergeleverd. Personen welkedoor het assisenhof plechliglijk zijn veroordeeld geweest, worden in slachtoffers, om niet te zeggen in helden, veranderd. De magistratuur die, voor God en haar geweien, hun plichlig heeft verklaard, wordt geschandvlekt onder de toejuichin gen eene partij die zich bewarend noemt, en die schijnt zich met niets anders te be kreunen dan met al wal achtbaar is te schandvlekken, hel ontzag te vernietigen van de wetten, van onze instellingen, van alles, in een woord, wat de macht en de fierheid van Belgie uilmaakl. Hel is die zelfde bewarende partij die, in de krisis van de maand november, de kroon ontdekt heeft en het koninglijke voorrecht ten prooi aan de beleedigingen eener samenspanning heelt geworpen; liet is zij die, in de meetingen van Antwerpen, met hare toejuichingen de slem bedekte van de volksredenaars die het Staatshoofd beledigden; het is diezelfde partij die voor dieven en baanstroopers uitschold, de le den eener meerderheid uit den nalionalen wil gesproten, en welke de herstellende wet op de studiebeurzen had gestemd; hel is nog in het belang van die partij dat de geestelijkheid, de kerk en den biechtstoel in een zetel van aanhitsing tol tegenstand aan de wetten heeft veranderd. In de zaken Langrand, zoo wel als in de zaken van Sl. Denijs, zijn alle de grondbeginselen van orde en openbare zedelijkheid door die gepatenteerde verdedigers van troon en aller onder de voelen getrapt geworden, ten einde mannen en daadzaken te vereer- lijken legen dewelke het nationaal geweien te recht opkwam. Ingezonden Artikel. Mijnheer de Uitgever. Hel schrift op St. Pieterspenning, dat hier over eenige dagen is uitgegeven en dal bij u is gedrukt, heeft in het klerikaal kamp eene ongemeene ont roering verwekt. Daar hel in zeer betamelijke en bedaarde bewoor dingen is opgesteld, en onder alle opzichten niets dan waarheden beval, heeft het de donipersparlij in eene dolzinnige razernij doen losbarsten. Zondag lestlcden weèrgalmden alle de predik- hier overbrengen, vooraleer dus ons ter rust te be geven, brengen wij een leste bezoek aan hel Café de Paris. Maandag 11, om 7 ure 's morgens, nemen wij plaats aan boord van de Friede, prachtig stoom schip van het Cölner-Dusseldorfer-gesellsschaft Welhaast geeft de klok het vertreksein en wij vareii af. Het is een overheerlijk weder, de opklimmende zon verguld in de verte de toppen dor wijnbergen en men geniet een onuitsprekelijk genoegen,°het schitterend panorama dat zich voor hel oo" ont rold, van op het dak van het heerlijk vaarlui" te bewonderen. Zuidwaarts agter de kolossale ijzeren brug van de spoorbaan, verdwijnt de Rliijn in het verschiet, west verheft zich Maintz met zijne tal rijke torens en prachtgebouwen, oost Kastel, noord Biebrich en de Taunusbergen en voegt daarbij de bewegingvantalrijke stoom- en andere schepen die in alle richtingen den vloed doorkruissen en men zal moeten herkennen dat dit alles wel gemaakt is om de belangstelling optewekken. (Te vervolgen}. peren koster waarnemende, onwillekeurig moet Francis Lommée, in den diepen wal gevallen Charles Grimmelnrez: on 't IlcHltiitoii en Benoemingen. Bij koninklijk besluit van 2 maart, wordt er eene hulpsom van 1200 franks verleend aan de nijver- heidsschool van Veurne. Bij koninklijk besluit van 27 februari wordt de i heer L. Van Daele, benoemd lot lid van de provin ciale landbouwkommissie voor het S'” landbouw- distrikt. Algemeene Tijdingen. Al onze sloepen liggen thans aande kaai, vier zijn woensdag avond van de groote noordvissche- rij met een schoone vangst aangekomen; Een hon derdtal levende kabiljauwen zijn aanstonds aan den gemiddelden prijs van vijf franken verkocht. Een honderd tien tonnen landorium zijn maan dag lest verkocht geworden aan den prijs van 73 franken. (Stad Nieuport.) Vele wandelaars hebben zich zondag en vol gende dagen naar hel naburig gemeente Westende begeven en richteden hunne slappen naar hel prachtgoedje van Frans Glacys, landgebruiker al daar. Donderdag was de huisvrouw bezig met haar land te bewerken, toen zij eensklaps met den voet in eenen pul school en iets hard scheen te voelen. Nieuwsgierig begon zij le samen met hare dochter den grond le delven. Opeene diepte van nauwelijks zestig centimeters vonden zij eene eiken kist, met zware ijzeren banden, en waarvan hel deksel, gausch rot, ingevallen was. Dezelve bevatte nog eene kleindere kist. Beiden hielden een vijftigtal verschillige stuks in zilver in,zoo als armen, poerden, beentjes, herten, een gebroken scepter en twee kroontjes. Onder andere hebben wij een groot zilveren hart bemerkt, waarop benevens een O. L. V. beeld en schip het volgende geschreven staal: Itit selver hert is yeiondt aen onse lieue vrauwe tol Lombaersyde door Capitein Jan Vroome ende lutenant Laueryns Reuben op oblygatie van alle saterdag he op de autaer te hangen. Op een tweede hebben wij gevonden MEMORE VAN SIN GAPTEN FRANSOS CAR PENTIER EN SIN UWE SUSANNE CARPAN TIER MET SIN TWEE SONS PIETER CARPAN TIER EN FRANSOS CARPENTIER ANNO DOMI NO 1696. Naar alle waarschijnlijkheid is dit zilverwerk door een bediende tijdens de omwenteling van 1790 aldaar verborgen geworden, om deze stuks aan de plundering der vijanden te ontrekken. (Stad Nieuport.) Bij koninklijk besluit van 31 januari zijn de hoeren J.-B. Adam, postmeester le Oostende en J.-B. Vanderhoudelingen, id. te Diest, de eerste tot de 2' en de andere tot de 3' klas verhoogd. i De runderpest is uitgeborsten te Ooslkerke, (Brugge,) op de hoeve gebruikt door den landbou wer Pleunes. Men zegt dat de ziekte er ingevoerd is door een kalf, van eenen vreemden koopman I gekocht. Verscheidene beesten zijn maanda-' ge slacht. 1 Heeft men wel nagedacht, welke de on vermijdelijke en noodlottige gevolgen van zulke politiek moet zijn? Indien men dien naam aan die hevige drift en dwee- perij mag geven. Heelt men er wel op' na gedacht, op den noodloliigen invloed dal zij op hel volk moet hebben, vóór hetwelk men al wat achtbaar is beschimpt en al wat oneerlijk is verheft; heeft men wel ge dacht hoe regeringsloos ztdke handelwijs is, hoe tegenstrijdig met de rechtschapen heid en de gekende eerlijke gevoelens der belgische natie? Na zulke tusschengevallen zoo als er over eenige dagen in de kamer heeft plaats ge had, moet men eerst en vooral zoeken op wie de eerste en gansche verantwoordelijk heid valt van hetgeen men betreurd. Wel nu, men ziel een lid der meerderheid, ge durende,een utiieen smaadschrift allezen, heleedigend voor eene gansche partij, voor zijne opperhoofden, voor de magistratuur, de jurij, voor deze die de wetten maken en deze die ze loepassen. De voorzitter die van deze meerderheid deel maakt, laat doen, ziet alle de geweldenarijen over hel hoofd, en herinnert zich slechts het regle ment wanneer een der heleedigde proles- i leerd en van hel recht van wettige verdedi ging gebruik maakt. Dat alles is zeer belreurenswaardig, en laat onder een zonderling opzicht kennen l de politiek die zich voor het zinnebeeld van de verzoening der geesten uitgaf. De klerikalen hebben de meerderheid en zij gaan te werk als de ergste revolu- lionnairen en oproermakers. Zal er dan niet eene slem zijn om hun te weèrroepen lot den eerbied van hun zelven en van onze instellingen welke zij misachlen? Zal er in hun kamp geen stem gevonden zijn om hun le zeggen dat indien zij volheiden in die politiek van haal en dweeperij, zij er slechts zullen in gelukken de slechte driften aan le hitsen Hel is méér dan tijd dat men er aan denke. De kloeksle konslilulie van de wereld is niet sterk genoeg om aan die ingewortelde razernij le weèrslaan,en de gistende koorts waarvan M.r Malou over eenige dagen sprak zal zeker een gevaar worden, indien deze die dezelve met eene gemaakte veront waardiging aanlooneii, er in volheiden alles te doen wal zij kunnen om ze le ver- j wekken en aan le vuren. stoelen, van bet gansche arrondissement, onder de i verwenschingen en vermaledijdingcn tegen den cerloozen schrijver en, helaas!, legen den druk ker van het zoo doeltreffend artikel. Daaruit kan men gemakkelijk de vrees beseffen 1 die hun vervuld, van door gemeld schrift eenige oogen meer te zien opengaan, en St. Pieterspenning zoo veelopbrengend niet meer te vinden. Maar wat onbetaalbaar is, wat alle de grenspalen van het belachelijke overschrijdt, de koster van S.u Walburgakerk, een oud-onderoilicier der pauselijke zouaven, zoo als hij zich zelven noemt, trekt zich de zaak aan en, in eene fransche coiëre, daegt hij den lallen en eerloozen schrijver uil. Te veel ijver, kostbare koster, teveel ijver! Gij kunt voor min als dat eenen atlaal verdienen. Welnu vindt gij ook niet zoo als ik, M.' de Uit gever, dal men, de krijgshaftige taal van den dap- I ----- ;n - denken op den ridder S.‘ Joris, met zijn glin sterend zweerd den geest der duisternissen ter neer vellende?.... En zoo, dat alles wel ingezien, zal de blijdschap van kouing Viktor Emrnannel, omdat den oorlog- zuchligen koster ver van zijne staten is verwijderd, nu niemand meer verwonderen. Aanveerdt, M., enz. I k o_9 - -•- - o VZ 1 - - ----T" l

HISTORISCHE KRANTEN

Het Advertentieblad (1825-1914) | 1872 | | pagina 2