GUSTAAF DE SMEDT,
DESIRE DE KEUWER,
aftredende leden.
Dus eene vermindering met den tarief Wasseige
van fr.* 70,872.
Dat belet niet dat de goede gazetten zullen
blijven voortzeggen dat met deze beruchte tarief de
opbrengsten van den ijzeren weg vermeerderen.
Dit is eene nieuwe manier van rekenen dat men
waarschijnelijk in de bisschoppelijke kollegien leert.
tienden en andere zware lasten op den landbouwer
drukten, dan zekerlijk mogl men wel zingende
boer zal ’l al betalenwant alles moest van den
zuren arbeid van den landman komen; hel grootste
deel van den opbrengst zijns lastigs zwoegen ver
ging in hel betalen van kontribulien van allen aard.
Welnu, denkt gij dan niet, kiezers van den buiten,
dal sedert het land door klerikalen bestuurd is,
men nu niet nog eens het refrein zou mogen aan
hellen de boer zal al betalen 1
Laat ons zeggen dal men hieraan nu wel eene
kleine wijziging zon mogen brengen en zingen: de
boer en den burger zullen al betalen
Daar wij nooit iets voorhouden zonder hel te
kunnen betoogen, zullen wij u inaar aanstonds de
bewijzen onzer beweering voor oogen leggen. Gij
zult dus oordeelen.
Wanneer de liberalen aan ’l roer waren, bedroeg
het budjet van 's lands middelen 176 millioen. In
het jaar 1872, is dit tol op 196,703,500 fr.* ge
klommen, ’l is te zeggen na drie jaren klerikaal
bestuur, eene vermeerdering van lasten van meer
dan 20 millioen fr.* of zeven miljoen ’sjaars.
Leg ze mij daar
Wanneer de liberalen het bestuur van het land
verlieten, bleef er een spaarpotjen over van 80
miljoen fr*. Na min dan een jaar klerikaal bestuur,
was het spaarpotjen opgeteerd en de lasten ver
meerderd.
M.r Wasseige, de langrandistsche minister van
openbare werken, om aan de groote kapitalisten,
aktionnarissen der ijzeren wegen plezier te doen
en hun toe te laten hunnen tarief op te slaan en
alzoo vetter intresten te trekken, vermeerderde de
reisprijzen op den staal ijzerenweg.
Deze noodlottige maatregel had voor gevolg, niet
alleenelijk aan koophandelaars en handelsreizigers
jaarlijks groote kosten te meer te veroorzaken,
maar den prijs van vervoer der koopwaren per
ijzeren weg, merkelijk te doen rijzen.
Wij vragen hel in alle onpartijdigheidmoeten
de winkeliers, de neeringdoeners niet bekennen
dat zij nu schrikkelijk veel moeten betalen voor de
koopwaren die hun met den ijzeren weg loekomen?
En dat alles is nog niets in vergelijking van de
ontwerpen dal onze klerikale bestuurders in de kas
zitten hebben. Na de kiezingen zal een-ieder van
20 tot 30 jaar soldaat moeten zijn.
Na de kiezingen zal er aan de kamer een ontwerp
van rekwisitie der poerden voorgelegd worden,
waarbij het aan den minister van oorlog toegelaten
zal worden de hand op alle de peerden van het
land te leggen, als hij het noodig oordeelt.
Zoo als men ziet nogmaals: «de boer zal't al
betalen
Wanneer men dan van cenen anderen kant er op
nadenkt hoe veel nuttige hervormingen de liberalen,
terwijl zij het bestuur in handen hadden, verwezent-
lijkt hebben, met hoeveel weldaden zij het land be
giftigd hebben, kan men wel niet begrijpen hoe er
nog een burger, hoe er nog een landbouwer kan
gevonden worden die hel klerikaal beheer door
zijne stem zou willen ondersteunen.
Als men er op denkt dat de liberalen de ok-
trooijen hebben afgeschaft; de banieren hebben
weggeworpen; dal zij den landbouw hebben opge
beurd en in den bloeijenden staat gebragt waarin
hij hedendaags verkeert.
Alle die nuttige hervormingen verwezentlijkende,
vonden de liberalen dan nog geld om kerken en
pastorijen te bouwen en te herstellen; om liet trak
tement der bisschoppen te vermeerderen en het
lot der lagere geestelijkheid te verbeteren.
En terwijl het liberaal bestuur deze blijkens van
toegenegendheid voor den godsdienst en deszelfs
ministers gaf, schreeuwden en schreven deze onop
houdelijk dal de liberalen goddeloozen waren die
de religie vervolgden en te niet wilden brengen!!..
Hedendaags is de thema nog altijd de zeilde: de
priesters loopen nogmaals den builen af zeggende
dal de liberalen den godsdienst vervolgen.
Hé wel, dit liedjen is zóódanig versleten, de kie
zers hebben reeds zóó dikmaals de overtuiging ge
had dat men heil bedroog en dit eene echte fopperij
was, dat, wij herhalen het, wij bel niet kunnen ver
slaan, hoe er nog een landbouwer, een winkelier,
een neeringdocner kan gevonden worden die zijne
slem aan de klerikalen wilt schenken.
Woiuu dan, kiezers, opgepast, en ziet nu maar
dat men niet meer zingen kunnede burger en de
boer zullen 't al betalenI
De goede gazetten, dat zijn de gazetten die
liegen dat men er zakken zoude kunnen bij droo-
gen, zoo als onder andere de Journal de Bruxelles,
de Patrie en den heiligen Veurnaar, welnu die goede
gazellen verzekeren dat sedert het in voege bren
gen van den tarief Wasseige, de ontvangsten van
staats ijzeren weg vermeerderd zijn:
In maart 1872 heeft de reizigers tarief opge-
bragtfr.* 1,480,574.
In maart 1871 1,551,436.
Voor CSodMdleiiHt en Vnderland!
Voor Godsdienst en Vaderland, is de geliefkoosde
leus der klerikalen om tegen het liberalismus te
velde te trekken.
Voor Godsdienst en Vaderlandis de thema dat I
onze tegenstrevers ten allen tijde, bij elke gelegen
heid gebruiken om de vrienden der vrijheid te be
vechten.
Voor Godsdienst en Vaderlandriepen de kleri
kalen uit in 1870, en hel land verbaasd, bedwelmd
door den oorlog dat het aan zijne deur had, gat
hun het bewind in handen.
Wat is er sinds dien gebeurd?
Bij de leus: voor Godsdienst en Vaderland! deden
de klerikalen de schoonste beloften van de wereld.
Zij zouden de lasten afslaan.
Hel leger moest merkelijk verminderen.
De konscriptie, die afschuwelijke bloedwet, zoo
als de klerikalen en onder andere de Veurnaar haar
met ophef noemden, moest afgeschaft worden.
De vrede, de eendracht en de verzoening onder
het volk welke, zeiden zij, door de liberalen zóó zeer
gestoord waren geworden, zouden onder het kleri
kaal beheer op nieuw ontslaan en in hel land
hcorschen.
Duizende en duizende beloften in een woord, die
ons België in een luilekkerland moesten herschapen,
die er een soort van aardsch paradijs moesten van
maken.
En wat deden zij wezentlijkt?
In plaats van de lasten te verminderen, werden
.deze merkelijk vermeerderd.
Het leger is tot nu gebleven wat het was; maar
•na de kiezingen, indien de klerikalen aan het roer
Blijven, zal een-ieder moeten soldaat worden.
jbc bloedwel is blijven bestaan en wordt nog
.Batelijker gemaakt.
Priesters, hunne missie van vrede en verzoening
vergetende, zaaijen twist en tweedracht in de liuis-
gezitmen, hitsen de familieleden tegen elkander op,
en de trefl’elijkste persoonen, de deftigste burgers
worden door hun in schandschriften, welke zij
de goede gazellen noemen, belogen en belasterd.
Eri dit alles voor Godsdienst en Vaderland
Hé wel, kiezers, schenkt uwe trouw aan die
mannen niet.
Met die grootsche leus; voor Godsdienst en
Vaderland! gedurig op de lippen, doen zij meer
kwaad aan den godsdienst dan alle de libre-pen-
seurs en vrijdenkers van de geheele wereld.
Voor het VaderlandI zeggen zij, en even als in
1846, zouden zij hel vaderland op den boord van
den afgrond helpen.
Voor Godsdienst en Vaderlandzullen zij u de
.centen uit den zak kloppen; ualle uwe vrijheden af
nemen; uwe deftigste en verstandigste bestuurders
van kant helpen. De nuttigste en mildste burgers,
deze die winkelier, neeringdocner en landbouwer
laten leven., zullen zij uil alle hunne kracht bevech
ten en trachten door het volk te doen beledigen.
En dan, als zij u van uwe vrijheid zullen beroofd
hebben;
Als zij uwe neiring zullen gedoodigd en het land
verarmt, als zij u, ju een woord, plat geruïneerd
zullen hebben en u aan den slavenband gebragt;
Dan, o dan zullen zij in hunnen vuist lachen,
zeggende: Wat zijn die Veurnambachters toch dom
.en hoe' kunnen wij ze wel bij den neus leiden!.,.
l>e boer x.nl '1 s»A betalen.
De boer zal ‘t al betalenis het refrein van een
liedjen dat overouds veel opbef maakte en destijds
yeel gezongen werd.
O.ok tijdens dé beruchte feodaliteit, wanneer de
Men leest in den omzendbrief der liberale ver-
eenigingdal onze provinciale raadsheeren
zich op eene hoogst voldoende wijze van hunne
taak hebben gekweten, en, door aanhoudendheid
en moed in hel verdedigen hunner plichten, voor
het kanton Veurne voordoden hebben bekomen,
onder andere, het bedelven der Bergenvaart, die I
zeer waarschijnelijk door de mannen die men ten
onrechte in hunne plaats wil stellen niet zouden
zijn verkregen geworden. Met het bovenstaande
drijft de Veurnaar den spot. Wij laten hem die vol-
doening, en ook degene van cemge sukkelaars door
zijnen onnoozelen praat misschien te overtuigen.
Maar de verstandige lieden weten dal de heeren
De Keuwer en De Smedt sedert tien jaren niet ééne
gelegenheid hebben laten voorbijgaan zonder aan
den provincialen raad voordeelen te vragen en te
bekomen; zij weten dat deze heeren bij hunne col-
legas, zelfs bij de katliolijke, aanzien en achting
genieten; zij weten dat het bedelven der Bergen
vaart, een hoogst noodzakelijk en nuttig werk,
verkregen is geworden ondanks de permanente
deputatie, ondanks de hevige bestrijding van een
haver leden, en dat dit voordeel voor ons kanton
alleenelijk toe te wijten is aan de kunde en invloed
onzer kandidaten.
In zijn leste nummer beval de Veurnaar een arti
kel voor titel dragende arme redens.
De Veurnaar zou wel doen die rubriek alle weke
aan 'l hoofd zijner eerste kolom te plaatsen.
zij te Luik en te Verviers met de rooden
en de internationalen bij de laatste kie
zingen zamenspanden. hoe zij te Antwer
pen de meetings hebben opgeroepen en
bijgewoond en daar onzen koning Leopold
1, alom aanzien en geëerbiedigd, hebben
gelaakt en misprezen.
Die klerikalen veinzen met woorden onze
grond w ettelijke instellingen te achten en
in hun hart bestaal er af keer legen, om
dal onze instellingen legen de priester
heerschappij zijn ingericht.
Welaan dan kiezers, loont dal gij uwe
vrijheid, uwe onaf bangelijkheid en uwe
eigenwaarde hoog acht; stemt allen voor
de vrijheidsgezindheid, stemt voor de libe
rale kandidaten en kiest eenstemmig als
provinciale raadsleden de heeren
Dom en slecht is hel Advertentie-blad opgesteld,
beweeren de tijn-ooren van de Veurnaar. Dal zij
dit zeggen verwonderd ons niet, want wat is er
goed in Veurne, voor de mannen van het Abdij-
straatje?
Onze provinciale Raadsheeren? Dom en slecht. y
Onze gemeenteraad, Burgemeester aan het hoofd?
Dom en slecht. Onze middelbare school Dom
en slecht en die er hunne kinderen naar toe zenden
begaan even zulke groote doodzonde als deze die
stemmen voor de liberalen. Onze lecken- en
nijverheidsschool? Dom en slecht en de school-
kinderen van hel geestelijk collegie krijgen verbod
er de lessen te volgen. De muziekschool Idem, j
De conferentien van den onderrichlingsbond?
Dom en slecht. De vermaken der maatschappijen
van St. Sebastjaan.Rhetorika, St. Cecilia, de Chceurs,
enz. Dom en slecht. Immers, al wat er hier in j
De Veurnaar blijft victorie roepen. Stout ge
sproken is half gevochten denkt hij. Ongelukkig
lijk voor de pastorsmannen wordt hel spreekwoord y
niet altijd bewaarheid. In ons vorig nummer heb
ben wij gezegd dat veel kiezers, om te ontsnappen
aan prieslervervolgingen, belooven van te stemmen
voor de katliolijke kandidaten, maar dat zij, gehoor
verleenende aan den. roep van hun geweten en van v
hun gezond oordeel, zullen stemmen, integendeel,
voor de heeren De Smedt en De Keuwer. Dit is
waar.Wat nog waar is, is hel volgende: Hoe meer
MM. Bieswal en Van Hee bij de kiezers rondgaan,
hoe meer zij in de algemeene achting verliezen. Ja,
zij verliezen met beter gekend té zijn. M. Bieswal,
het kabouterventje, die als een schooljongen overal
het zelfde zegt of niet weel wal zeggen, wordt
aanzien als een sukkelaartje, als een mannetje met
weinig verstand die zich bij den neus laat leiden,
en M. Van Hee wordt aanzien als een hoogmoedig
mensch, die nogthans zeer zedig zou dienen te
zijn, en aan wie het weinig past zich op rang te
stellen tegenover de heeren De Keuwer en De
Smedt, hij nog zöo jong, zoo onervaren en die tot
nu toe geene hoegenaamde bewijzen heeft gegeven,
noch van kunde, noch van werkzaamheid, noch
van gedienstigheid.
De gemeente raad, zegt de 1’eurnaar, heeft zich
zoo hatelijk gemaakt door al zijne dwaze proces-
sen, zijnenulteloozegeldverkwistingen, enz. enz.
Altijd hel zelfde, dat hebben wij reeds honderd
maal gehoord
Maar, Veurnaar, gij weel wel aftekcuren, te mis
prijzen, maar gij steil niets in de plaats. Weel dan
dat veranderen niet altijd verbeteren is. Zeg ons I
toch eens door welke arenden gij de tegenwoordige
gemeenle-raadsheeren zoudl w illen zien vervangen, r
en op welke wijze, om u te behagen, stadspennin-
gen zouden moeten gebruikt worden? Antwoordt
eons op die vragen, gij schrijvers van de Feurnaar, 1
gij pietjes contrarie, gij die altijd en overal te mis- f
prijzen en aftekcuren weet. I
f