van I de jesuiten! Joorgahnt <!c zaal, terwijl, dal al achter, de aanhangers van den Cercle callioliqiieMr. Bernard loe- juichen. Indien die hoeren jesuiten in de plooien van linn kleed de vrijheid van vcreeniging en godsdienst medebrengen, dan is het loch wonderbaar dal verre van deze vrij heden aan te prijzen in de landen waar zij zoo lang verbleven hebben, zij dezelve overal hebben bevochten. Maar waarom redetwisten met mannen van kwade li ouw be woorden van Mr. Bcmarel konnen enkelijk in alle liere en eerlijke harten maar veronlweerdiging verwekken, en wij laten die woorden over aan de openbare laking en bestraffing. De onmacht «Ier kleriknic'i». Be klerikalen zijn razend. Maar, gelukkiglijk, zijn zij onmachtig. Ziehier de wetten tegen welke zij altijd uitge vallen hebben en gestreden, maar die zij genood zaakt zijn uil te voeren. Zij zouden ze zoo geern naar de manc zenden, maar zij en kunnen niet, och Ileere! 1" De goddelooze dievenwet der studiebeurzen, o zij hadden haar zoo plezierig veranderd om weder aan de goudbeuze te geraken. Niet te doen, zij beslaat en die goede liberale wet zal blijven bestaan! 2" De wel op de pensioensteling der magistra ten, die wet welke zoogezegd de Grondwet in stukken geschuurd had. O! ramp, die wet blijft ook in wezen 3“ Het liberaal reglement in zake van fundatiën is ook nog niet veranderd en, o! noodlot, de kleri- kalèn moeten het uitvoeren. De wet op de kerkhoven, ziedaar nog eene kwestie die de tjeefkens op den doodboek moeten laten. Ah! ah! zij kunnen nog de liberalen in den verdoemden hoek niet delven. Hoe jammer! 5° De kloosters bezitten nog hel burgerrecht niet, ‘l is te zeggen zij mogen niets bezitten noch erfenissen ontvangen! Tol geluk der famillien zijn de klerikalen onmachtig eene wet te maken om de testamentrooverij te bemachtigen door de justicie. 6" De paters en de monikken en de geestelijke studenten zijn niet vrij van de loting meer en moe ten ingeval van een slecht nummersoldaat worden. Daarvan heeft men over eenige jaren groot gerucht gemaakt, de religie was verloren en reeds twee jaren zijn de klerikalen heer en meester en die religievcrvolgende wel bestaal nog en wordt uitgevoerd 7“ Men had de liberalen beschuldigd de vrijheid van den predikstoel geschonden te hebben en de liberale wet beslaat nog! 8” De klerikale gazellierS wachten nog op de beloofde onschendbaarheid der brandstichters van St. Denijs. 9" Tot zelfs de heilige dieven van Sl Langrands- bende en hebben den arm der wet niet kunnen ontduiken. Reeds velen zijn veroordeeld, nog velen zullen moeten rekening geven aan hel gerechtEn denkt eens, klerikale ministers zijn aan hel roer en zij en kunnen T katje niet dood nijpenToch wil men de heilige gazetten geloven, al de mannen die in den vuilen winkel der verkristelijking van T geld tol over de ooien in nesten zitten, zijn martelaars, onschuldige lammeren, de recht vaardigste men schel) der wereld Verstaal gij nu, lieve lezers, waarom de kleri kale gazetten zoo woedend zijn T Is uil onmacht En' eene partij die onmachtig wordt is een ver oordeelde partij, die spoedig begraven zal worden. Bravo! de klerikalen en kunnen niets meer doen. Ziet ge, die veugels vliegen zonder pluimen noch vlerken. Eieiwie zou dat toch over twee jaren hebben durven voorspellen. Zoo jong en toch moeien ster ven aan de leering! Onze Itllddelbnre Htiuntsachool. Wij deelen met genoegen aan onze lezers mede dat, door een ministerieel besluit van den 2.J,B augusli laatstleden, de leerlingen H. Debaenst, A. Lambrecht en S. Pil, onzer middelbare school als leerlingen-onderwijzers in de Normaalschool van Brugge aanveerd zijn. Voegen wij daarbij de jonge- gelingen L. Deroo en A. Dewilde die gedurende dit schooljaar insgelijks hun examen voor den brieven post afgelegd hebben, en ongetwijfeld zal eenieder van langsom meer overtuigd wezen van de hoogst- nulligheid onzer staatsschool, daar zij wederom aan vijf burgerkinderen, een eerlijk en treffelijk bestaan in de maatschappij verzekert. Dit is toch zeker ook wel op nieuw een troos tend bewijs dat dit gesticht, onder T opzicht van onderwijs, op den laatstee rang niet slaat, en dal de Stads- en Slaatspenningen geenszins nutteloos verkwist worden, gelijk de Veurnaar van woens dag laatst het aan zijne lezers zou willen doen ge- looven. Woensdag lest is hier de regencie bij dringend heid bijeengekomen, om te beslissen over de te nemen maatregelen voor de inhuldiging van den nieuwen gemeenteraad, plechtigheid die maandag namiddag aanslaande zal plaats grijpen. De burgemeester nam aan die beraadslaging geen deel. Er is vastgesteld met eenparigheid van stemmen, dal het korps pompiers, de gilden, de ambtenaren en overlieden der stad zullen uilgenoodigd worden omhctinhuldigingsfeest bij te wonen; daldegenoo- digden vóór het stadhuis zullen vergaderen en zich omtrent twee en half ure in stoel zullen begeven naar de statie, ten einde er M.r Behaeghel, bij zijne terug komst van Brugge, waar hij zijnen eed zal afgelegd hebben in handen van den Gouverneur, te verwelkomen en hem als hoofd der stad naar hot stadhuis te geleiden; dat de eedaflegging der Schepenen en Raadsleden zal plaats hebben in de groote zaal, in tegenwoordigheid van bet publiek, der gilden, ambtenaren en overheden, en dat, na de formaliteiten der inhuldiging en hel uitspieken der redevoeringen, den Burgemeester in stoet naar zijne woning zal worden geleid. Verders, is er beslist, dat de wijkmeesters zul len aanzoclit worden de straten waar den stoet zal doortrekken te doen versieren, dat liet stadhuis 's avonds zal verlicht worden en dal de inwooners zullen aanzoebt zijn insgelijks de voorgevels hunner woningen te verlichten. Het zal maandag, in Veurne, een groote en schoone dag zijn, en Burgemeester, Schepenen en Raadsleden zullen waardig gewroken worden over de onbeschofte en lasterende aanvallen der vreemde opstellers van den I eurnuar. Men verzekert dat er veranderingen gaan ge bracht worden aan de tarieven van vervoer bij de ijzeren wegen van den staat. Wij vernemen uit schilligc voorrechten, dal er, in de zitting van hel nationaal congres van 21 december 1830, door den heer Baron Beyls, geprotesteerd wierdt en dal men artikel 6 met geestdrift stemde. Alle belgen zijn gelijk voor de wet. De menschel), door de evenaardigheid der menschelijke natuur, zijn allen onder elkander gelijk. Onder hel verschil van grootte, van kloekle, van gezondheid, van schoonheid, vindt men in den grond, bij iedereen, de menschelijke natuur. Op zulke wijze aanschouwd heeft de eeue geen recht den anderen te gebieden. Maar bij dien grond van menschelijke natuur is ge voegd min of meer lichamelijke goede gesteltenis, min of meer geestelijke bekwaamheid. Van daar, de ongelijkheid onder de menschee. Deze die ge zond en verstandig zijn doen gewoonlijk beter werk als deze die ziek en onverstandig zijn. De loon der maatschappij die is dan ook grooter, en zoo ver heffen zij zich boven anderen. Als onze grondwet dan zegt, dat alle belgen gelijk zijn vóór de wet, kan men daardoor niet verstaan, dal allen even rijk en even vereerd moeten zijn, het gene onmogelijk is, maar, dal allen even veel beschaving van de wel moeten bekomen. Dal dezelfde wet den arme en den rijke beheerschen moet; dat de eigendom, de vrijheid en onafhankelijkheid van den arme zoo duurbaar is voor de wel als de eigendom, de vrij heid en de onafhankelijkeid van den rijke. Dat de edelman, in zijne hoedanigheid van edele, dal deze van stad niet meer recht heeft als deze van den lande. Aan deze dan die de bescherming der wet verzoekt wordt niet gevraagd of hij arm is of rijk, edel of burger, stadsbewoner of landsman, wijs of dom, maar alleenlijk of hij belg is. AUe belg, van welke afkomst hij wezen moge, kan tot alle openbare ambten aanveerd worden, is door gelijke rechtbanken geoordeeld, met dezelfde straffen gestraft en moet, voor dezelfde belast baarheid dezelfde belasting betalen. Zulk is zoo veel te duurbaarder dal er een tijd bestond waar edelen en geestelijken geene lasten moesten afdragen, waar alle last op de nijverheid van den burger en op hel werk van den ambachts man gelegd was, waar de edelman de straf zijner euveldaden met geld konde afkoopen en de burger, ambachls- en werkman voor kleinigheden gepijnigd en gedoodigd worden! God zij geloofd, 't is ver anderd; edeïdom staat slechts op T papier, bet ver stand en hel werk hebben alleen de overhand. Wordt voortgezet). Vcrlpdén donderdag heeft hier, in hel Weez.cn- huis en onderwijsgesticht der HospiceriJ de prijs- deeling plaats gehad 1“ aan de meisjes der aange- riomene lagere school, 2" aan de meisjes der be talende school. Onder de aanschouw ei s van het mannelijk ge slacht, warep er slechts een tiental priesters en de hecren Herwyn, De Trcmery, L. Bieswal en Ghewy. De plechtigheid was voorgezeten door M.r De Meester, geestelijke kantonale school inspecteur, en er wierd opgemerkt, dat geen enkel lid, poch van de commissie der Hospicen, noch van het Gemeentebestuur dit kinder feest bijwoonde. Het ware te wenschee, dal de prijsdeeliog aan de kinderen der arme lagere meisjes school kon plaats hebben, op eenee zondag, dan toch zouden de ouderen dezer kinderen aan de prijsdeeling kunnen tegenwöbrdig zijn. I»K GllOADWIT. B. Burgerlijke rechten. Het zijn de rechten die de betrekkingen der burgers ouder hen, T zij wegens hun persoon, ’t zij wegens hunne goederen, bepalen en daarstellen. Deze rechten zijn in den burgerlijken wetboek meest allen bevat. Zulke rechten zijn: liet vaderlijk gezag over de kinderen, het mannelijk gezag over de vrouw, liet recht van den eigenaar ep zijnen eigendom, op zijn land, zijn huis, zijne meubelen enz,; bel recht van den ver- koopcr op den prijs van het verkochte goed, van den kooper op het gekochte goed enz. G. Politieke rechten. Het zijn deze, krachtens welke, de burger, in een minder of grooter ge deelte, aan hel bestuur van het land deel nemen. Zulke rechten zijn het recht van kiezen, van gekozen te zijn, van openbare ambten te vervullen enz. Zie hier nu de verschillige rechten, door de grondwet, aan allen Belg gewaarborgd: 1. Persoonlijke vrijheid en onschendbaarheid der woonstede; 2. Gelijkheid van allen voor de wet; 3. Onschendbaarheid van het recht van eigendom; 4. Vrijheid van denkwijzen over alle zaken; 5. Vrijheid van geweten; 6. Vrijheid van eeredienst en deszelfs openbare ■oefening; 7. Vrijheid van onderwijs; 8. Vrijheid der drukpers; 9. Recht tot vergadering; 10. Recht tot vcreeniging; 11. Recht van verzoekschriften in te dienen; 12. Vrij gebruik der talen; 13. Onschendbaarheid van het geheim der brief wisselingen. Hetgeee al deze rechten onderscheidt, is hel verbod van tegen hen geene hoegenaamde voorbe houdende maatregelen te nemen; alleenelijk blijft men verantwoordelijk over de strafbare daden die men ter oorzaak hunner uitoefening zoude bedrij ven. Deze rechten zijn nog gewaarborgd door de persoonlijke verantwoordelijkheid van alle open bare ambtenaren, en, eindelijk, door bel recht van tegenstand der burgers legt n de onwettige daden der openbare ambtenaren. - IV.e Belg is. 1. Al wie geboren is in belgie, van belgische ouders, often minste van belgischcn vader; 2. Al wie, in vreemde land, geboren is belgischcn vader; 3. De vreemde vrouwspersoon die met eenen belg trouwt; 4. De belgische dochter, die met eenen vreemden man getrouwd geweest zijnde, weduwe wordt en in belgie komt wonen; Al wie in belgie geboren is van eenen vreem den vader kan, binnen het jaar dat op zijne ineerdeijarigheid volgt, de hoedanigheid van belg bekomen, mits zijne begeerte daarover aan de be voegde overheid uit te drukken en in belgie te woonen. Gelijkheid der Belgen tour de wet. Er is in den staal geene onderscheiding van standen. De belgen zijn gelijk voor de wet. Artikel G der grondwet. Volgens art. 129 der nederlandsche grondwet van 24 augusti 1815, waren de provinciale staten samengesteld uitbet order l.° der edelen, 2.“ der steden, zonder mannen van den buiten. De edele waren meer :;ls de lieden van de steden, en deze meer als de lieden van den builen. In de zaal der provinciale staten zag men boven de zitbanken geschreven: parket der edelen, parket der genen van de sleden, parket van deze van den buiten. T was bezonderlijk tegen deze verachtelijke ygrdeeling der burgers in drij standen met ver- I i VERVOI.C,

HISTORISCHE KRANTEN

Het Advertentieblad (1825-1914) | 1872 | | pagina 2