Plechtige intrede vnn d’licor burge*
meenter Ikehneghel en inhuldiging
vnn den nieuwen gemeente«rnnd.
in ons laatste nummer zegden wij: Het zal op
2deo september, in Veurne, een schoonc dag zijn,
en Burgemeester, Schepenen en Baadsheeren
zullen waardig gewroken worden over de onbe-
schofte en lasterende aanvallen der vreemde op-
stellers van den Veurnaar.
Onze voorspelling heeft zich ten volle verwe-
zentlijkt. Be bevolking van Veurne heeft verleden
maandag aan ons stedelijk Magistraat blijken ge
geven van genegenheid, achting en vertrouwen die
zelden aan een gemeente-bestuur zijn te beun ge
vallen. Deze welverdiende eerbetuigingen hebben
diepen indruk gemaakt, en bewijzen onlegenspre
kelijk dat het zaad der verdeeldheid, welk men
met volle handen onder de burgers heelt gestrooid,
in Veurne geen wortel schiet. Ja, bet was maandag
een schoone dag voor alle rechtschapene Veur-
naars: genoegen blonk op alle aangezichten, vreug
de klonk in alle menden, en een ieder trachtte,
door zijne medewerking in dealgemecne hulde aan
onzen Burgemeester er aan ons stedelijk bestuur,
het zijne bij te brengen tot het vestigen der een
dracht, welke wij nu mogen verhopen, gedurende
lange jaren onder onze vrijzinnige en verstandige
burgerij te zullen zien hèerschen. Het feest was
begunstigd door een allerschoonste, door een ge
zegend weder.
Van ’s tnorgends versierde men de straten, de
bijzondere en publieke gebouwen met wimpels en
vaandels, en in de groote Ooststraat richtte men
drie triouifpoorlen'op, als ook in de Zuidstraat
die, daar en boven, van aan de merkt tot aan het
dat men hem zou kunnen misdoen was genoeg om
in het gevang geworpen te zijn.
De Belg is niet alleenlijk vrij in zijn persoon
maar ook nog in hetgenc hem altijd even zoo duur
baar geschenen heeft: in zijne woonstede «de
woonstede is onschendbaar: geene in de woon-
stede te doene opzoekingen mogen gedaan wor-
den tenzij in de gevallen door de wel bepaalt en
met de door haar voorschreven vormen.
Des nachts mag niemand hoegenaamd de woon
stede schenden ten zij ingeval 1" van brand, 2° van
overstrooming en 3" van geroep om hulp in de
woonstede zelve.
Gedurende den dag mag men opzoekingen doen,
in de gevallen bij de wet voorzien, of op een
schriflelijk order der bevoegde overheid.
Door nacht verstaat men: van 1 October tot 31
maart, de tijd loopende van G uren 's avonds tol G
uren ’s morgens, en van 1 april tot 30 september,
de tijd loopende van 9 uren 's avonds tot 4 uren
’s morgens.
In de plaatsen waar iedereen zonder onderscheid
aanveerd wordt, zoo als in herbergen, cafés, the
aters enz. mag de overheid, in den dag, ten allen
tijde binnen dringen; in den nacht vermag ze ook
zulks te doen zoo lang de plaats niet gesloten, is,
en, zelfs als ze gesloten is; wanneer ze goede reden
heeft te vermoeden dat de sluiting slechts dient om
aan de eene of de andere wetsschikking tc ont
snappen; I). v. aan bet bevel van dg café op zekere
uur te sluiten en niet meer te tappen.
Onschendbaarheid van het recht van eigendom.
Niemand kan van zijnen eigendom beroofd wor-
den ten zij voor openbaar nut, in de gevallen en
op de wijze door de wet voorzien en vermits eene
billijke en voorafgaande schadeloosstelling.
Art. 11 grondwet.
Om van zijnen eigendom beroofd te worden moet
er voorafgaandelijk beslist geweest zijn, door de
bevoegde overheid, dat de onteigening door het
openbaar nut vereischt wordt. Noch staat, noch
provintie, noch gemeente mag zich in bezit stellen
van het te onteigenen goed zonder daar voor de
schadeloosstelling betaald te hebben, 't zij door
beide partijen,’! zij door den rechtbank vastgesteld.
Voortijds liet de wet in sommige gevallen toe
van bij de straf des veroordeelden de verbeurte van
goederen te voegendeze goederen gingen dan tol
den staat over. De grondwet hcetl zulks door art.
12 verboden de straf der verbeurte van goederen
mag niet daargestcld worden.
Iels nog zonderlinger was dat in sommige ge
vallen de veroordeelde aanzien wierd als dood
zijnde. De eigendom zijner goederen werd hem
ontnomen, zijne successie werd geopend ten voor-
deele der erfgenamen die hadden moeten deelen
ware hij wenzenllijk dood geweest. Hij kon niet
meer erven noch eenigzins over zijn goed beschik
ken; hij kon geen huwelijk, door de wol herkend,
aangaan, en, was hij getrouwd, het huwelijk was
onder alle burgerlijke opzichten verbroken. Het
was 't geene men noemde burgerlijke dood. Deze
dood is door art. 13 der grondwet afgeschaftde
burgerlijke dood is afgeschall, zij vermag nim-
mer meer weer hersteld worden.
(Wordt voortgezet J.
Ja, gij zijl <1° Burgervader,
Die bestiert met overleg;
Altijd zal de stad getuigen
't Geen ik u rechtzinnig zeg.
huis van den Burgemeester met sparren boompjes
was beplant door festoenen van bloemen en groen
aan een verbonden.
Om een en half ure sloegen de trommels het
appel, en een uur later vormde zich, vóór het
stadhuis, een grootsche en schoone stoet, die zich
naar de statie begaf in de volgende orde:
Het korps pompiers, onder hel bevel van zijnen
luitenant commandant, de raadsheer De Prey.
De harmonij S.“ Cecilia, in groote houding
en met haar kostelijk vaandel, gill van koning
Leopold I;
De leerlingen en leeraars der lagers school, der
middelbare school en der teeken- en nijverheid
school;
De maatschappij de Duivenliefhebbers
De maatschappij der bolders Mild- en Gespaar-
zaam
De maatschappij de Vinkenieren;
De maatschappij S? Joris;
De Rlietorika gilde met maagdekens, hare eere-
teckens en haar prachtig vaandel, geschenk van
M.' Behaeghel;
De larijke gilde van S.‘ Scbasliaan bij de welke
men met voldoening den 82jarigen confrater M.r
Merlevede bemerkte;
Een allerliellijksle groep van elf bevallige meis
jes, zeer sierlijk in het wit gekleed en elk eenen
schoonen bloemtuil dragende;
De twee schepenen en de acht leden van hel
gemeente-bestuur;
De Overheden en Ambtenaren;
En om den stoet te sluiten, eene brigade gen
darmen te voet.
Bij hel aankomen van den trein en onder het
spelen van het muziekstuk «de Brabanvonne» wierd
den Burgemeester door eenige Raadsleden ont
vangen, in de statie zaal geleid en door de schepen
Ollevier in zeer aandoénlijke woorden welkom ge-
wenschl. Na dal M.r Behaeghel op deze redevoe
ring geantwoord had, kwam jufvrouw Haemcrs,
eene der grootste van de groep der elf meisjes
vooruit, en met luider slem en veel bevalligheid,
maakte zij ineen geschreven compliment bekend,
dat zij sprak namens de Veurnesche Dames en dal
zij hoogst gelukkig was aan het hoofd der stad, als
een bewijs van eerbied en achting, eenen bloemtuil
te mogen aanbieden; zij voegde erbij dat welhaast
hare gezellinnen bij de Schepenen en Raadsleden
haar voorbeeld zouden liebhen gevolgd. De Burge
meester diep bewogen bedankte hartelijk de jonge
jufvrouw en daarna stelde de stoel zich in bewe
ging.
Geheel de stad was te been, en onder de vleiend
ste eerbewijzingen voor ons nieuw bestuur kwam
men in de groote zaal van het stadhuis.
Na de lezing der stukken betrekkelijk de goed
keuring der kiezing van juli, de benoeming
van Burgemeester en Schepenen, de eedaflegging
van den Burgemeester, werd er overgegaan tol het
afleggen van den eed door de Raadsheeren en
Schepenen, en vervolgens verklaarde de Burge
meester den geineente-raad geïnstalleerd.
Hevige toejuichingen ontstonden in de zaal.
Wanneer de stille hersteld was vroeg de raads
heer Dcwitte hel woord, en in eene zeer merk
waardige redevoering, sprak hij den lof van den
Burgemeester, hem en tevens de stad geluk wen-
schende over zijne herbenoeming.
Nu vervulden de jonge meisjes hunne aangename
laak en boden aan ieder onzer achtban! bestuurders
eenen mooien bloemtuil aan, terwijl twee deze
jonge juffertjes, namelijk Maria Borre en Helena
Haemcrs beurtelings elk een dichtstukje voorlazen.
Dit was een zeer hartroerend tooneel.
Daar wij deze heide dichtstukjes recht schoon
vinden, achten wij ons gelukkig dezelve hier te
mogen inplaatsen, des tc meer daar wij ze tc
danken hebben aan de pen van twee onzer mede
burgers, de heeren Borre en Manlez.
Hulde aan den heere August BEHAEGHEL, aange
boden bij zijne herbenoeming tot Burgemeester
der stad Veurne, door Maria Borre.
Wijze vader van onz’ stede,
Duld dat ik op dezen dag,
U met dezen krans van bloemen
Hartlijkst welkom wensclien mag.
Sedert vele, vele jaren,
Zwoegt gij kloek en onvermoeid,
Voor geluk van lieve Veurne,
Dat uw' geest en harte boeit.
leder zag het, ieder prees het,
En onz’ ouders leerden ’t ons;
’t Slaat in ons gemoed geschreven,
Beter dan in steen of brons.
Bijgestaan door wijze vrienden,
Thans wéér rondom u geschaard,
Kwelt geen zorg ons, neergezeten,
Aan den vredevollen haard.
Daarom, waarde Burgemeester,
Bied ik u, voor Veurne’s jeugd,
Deze bloemen, tolk van liefde,
Blijk van onze diepe vreugd!
Blijf nog vele, vele jaren,
Aan 't beslier van onze stee;
Dat is 't, wat wij, kleine kindren,
God verzoeken in ons bcê.
20*” September 1872.
('•roet aan A. BEHAEGHEL Burgemeester
van Veurne. 2 September 1872.
Wees gegroet in uwe stede,
Gij, wien rijk en arm bemint,
Die voor vrijheid hier gestreden
Hebt en aller harten wint.
Juichend komen blijde scharen
Moedig u den liefde gloed
Huns gevoels veropenbaren:
Burgemeester, wees gegroet
Wees gegroet door kloek geweten,
Dat om vrij- en waarheid streeft,
Moedig, koel en onvermeten
Voor geen dwang noch laster beeft.
Alwie onderrichl en rede
Bij den vromen werkman voedt
Zendt u ook zijn heil wensch mede:
Burgemeester, wees gegroet
Zij gegroet uw zegewandel
Door de wakkre nijverheid,
Man, die steeds in uwen handel
Recht en eer ten dage spreidt.
Smacht, door weldoen, snooden laster,
Die in 't donker knarzend woedt
En dan klinkt de kreet nog vaster:
Burgemeester, wees gegroet!!
Wees gegroet!Gods lievelingen.
Die 't gebrek des noods belaadt,
Hijgen om den lof te zingen
Van u, hunnen toeverlaat.
Ohdie stem en bevend’ handen
Van zoo meen’gen armen bloed
Roepen u als liefdepanden
Burgemeester, wees gegroet
Wees gegroet, o vriend der weezen,
Zalver van hun zielverdriet,
Blijf de steun der kind'ren wezen,
Waarin gij de toekomst ziet.
Opgegroeid in deugd en jaren,
Burgerkroost vol hoop en moed,
Roept melons in blijde scharen:
Burgemeester, wees gegroet!
De plechtigheid op het stadhuis eindigde met
eene redevoering uitgesproken door den Burge
meester. Hij herinnerde, dal hij driemaal benoemd
geweest is als Burgemeester wanneer het gouver
nement liberaal was, en gaf te kennen dal, indict'
hij heden tot dit ambt verheven is door een katho
liek ministerie, hij deze eer gansch te danken heeft
aan de kiezers, die alle andere benoeming had-
den onmogelijk gemaakt. Hij zegde, dal de kiezing f
van l,un juli duidelijk bclcekent, dal de meerder
heid der bevolking wenscht de stad vrijzinnig be
stuurd tc zien gelijk voor dozen, en dal er aan die'1
wensch zal worden voldaan. Hij verklaart, dat l'Ü
zijne zorg zal toewijden aan alle de vakken van hel
bestuur, waaronder bijzonderlijk het onderwijs, e"
dat hij zal trachten, met hel behulpzijner collega*,
die hij gelukkig is zijne vrienden te mogen noemen,
deze vnkken in eenen gematigden liberalen zin W
verbeteren. Eindelijk, hij be(|ankl. de kiezers, de
gilden, de overheden en ambtenaren, de leeraars
en leerlingen, immer.., alle zijne medeburgers voor
de genegenheid die zij bem bewijzen en lie uit
stekende eer die zij hem aandoen.
Deze schoonc redevoering, waarvan wij slechts
de hoofddoelen in verkorting hebben afgesclietsL
werd algemeen ’.ocgcjuichd.
Men verlaat thans hel stadhuis en gansch do
stoet vergezeld den Burgemeester tol aan zijne
woning, waar men op eene triomfpoorl hel vol
gende jaarschrift, las:
WeLLekoM geaChte dehaegheL bLIJe Lang
VeUrnes opperiiooeD.
De stoet ging nu uiteen, en het grootste getal
zijner deelnemers ging wal rusten ververschii'g
zoeken in de estaminets en kofliehuiz.cn, waar van
er vele niet alleen bevlaagd maar versierd waren,
onder de welke de Café l’Espérance» en de
Gaté de l’Aigle de eerste plaats verdienen. Op
den voorgevel van dit laatste koffiehuis, bewoond
door den heer Quartier, prijkte dezen nog al kod-
digen chronicuin:
LeVe aUgüstüs behaegiieL, De keUWer oLLeVIei
zIe Daar Den VrIJen Inmgsten AVensCh Van
qüartIkr.
1