1 '1 Voltaire durfd aan- Men leest in het Weekblad van Dixmude: Oiadzijden wit de geHehiedeniH. I. Daar de professorsgazet maar altijd voortgaat met de liberalen in ’t algemeen en de dixmudsche liberalen in bijzonder te beschuldigen dat zij maar de gelegenheid afwachten om de priesters te Genoeg voor het begin, dat is een proefbeetje, Allo! liefhebber van de historie! aux armos! te wapen! Daar hebt gij reeds sloffe genoeg! En zeg gen dat dit al gebeurd is in onzen tijd en dat er nog vele getuigen van leven! Nietwaar, de voor beelden der klcrikalen zijn eene voortreffelijke school om moorderijen en brandstichtingen Cu roof en plunderij aan te leeren en te verschooncn! Geene bemerkingen meer. De professors hebben nu het woord. Dat zij spreken! Oog voor oog! land voor tand Ah mannetjes, gij ziet een slrooke in ’t oog der liberalen, terwijl een zware balk u den rug kromt. Kiitiiolicko Ikimken. Medeburgers en lezers, wanneer men voortaan van wege de katholieken eene of andere geldpla- inogt voorhouden of aanbevelen, houdt de handen vermoorden, de kerken af te branden en revolutie te maken met verwoestingen, moord en diefstal; zijn w ij geneigd de geschiedenis open te slaan. De professors noodigen er ons toe uil en beloven te antwoorden! Wij zuilen zien, goede God, of zij woord zullen houden 1 T Is meer dan twijfelachlig. Wij zullen uog niet spreken van den lijd der inkwisilie, noch van de Valdezcn, noch van den St. Batholomeus nacht, noch van de Dragonaden. Dat later. Wij zullen van onzen tijd spreken, de bclgische geschiedenis raadplegen om te doen uilschijncn welke vreedzame en goedhartige revolulionnairen de klcrikalen van ons land zijn. 1. Wie was het die de bclgische natie ophitste om revolutie te maken legen Jozef 11 en Willem? De klcrikalen 2. Wie blies de roof en de moordzucht aan tijdens de brabantsche omwenteling? De klcrikalen! 3. Wie deed Van Grieken in tweëen zagen in de straten van Brussel? De klcrikalen 4. Wie martelde en hing major Gaillard op, in 1830, te Leuven, na hem de oogen uitgebrand te hebben? De klerikalen! 5. Wie plunderde en verwoeste, in 1830, de drukkerijen te Brussel, te Gent, te Brugge, te De Moniteur van woensdag beval het koninklijk besluit, gedagteekend van 10 dezer, waarbij het ontslag, aangeboden door den Ijccr luitenant- gencraal Guillaume, zijner function van minister van oorlog, aangenomen wordt. Dit koninklijk besluit wordt door een ander ge volgd, waarbij, M. d’Aspremonl-Lynden, minister van buileidandsche zaken, lijdelijk gelast wordt met de porlefoelic van oorlog. schapen; jammer dal hier de liberalen niet plichtig zijn, ge zoude litanien hooren aflezen! Van alle punten van Vcurnambacht en van de omstreken van Dixmudc ontvangen wij bedroevend nieuws over de overstrooiningeu. Meer als de belli van hel arrondissement Veurne-Dixmude staat onder water en daarbij zijn Veurn-Ambacht en Vladsloo-Ambacht nog bedreigd door de waters van den IJzer die geklommen zijn lol op 2ro30 bo ven het zomerpeil en op menigvuldige plaatsen reeds over de dijken loopen. Van aan de Fintele lot aan Nieuport, en van aan Wercken langs Dix mude tot aan Mannekensvere werkt men met een groot getal menschen, nacht en dag, om de dijken te verhoogen en ie versterken. Moest het water in den IJzer blijven zwellen, groole rampen zouden te betreuren zijn. Er wordt algemeen geklaagd over de trage uitvoering der werken die ons van de over- slroomingen moeten bevrijden en die reeds sedert 1858 gestemd en begonnen zijn! Men klaagt bijzonderlijk, en met recht, over de onvoldoende openingen der sluizen te Nieuport. Het liooge Bestuur der Bruggen en Wegen wordt in gansch liet arrondissement Veurne-Dixmude bitter beknibbeld en verantwoordelijk verklaard voor de onheilen met de welke onze streek heden wordt geteisterd. ONTSLAG VAN DEN MINISTER VAN OORLOG. De krijgscommissic is ontbonden; M. de generaal Guillaume heeft zijn ontslag gegeven als minister van oorlog. M. d’Aspremonl-Lynden, minister der buileidandsche zaken, is met het interim van ’l krijgsdeparlemeiil belast. Ziedaar de twee groole tijdingen in de kamer der volksvertegenwoordigers dinsdag door den helgischen hoofdminister graaf de Tlieux aangc- kondigd. Iels dat voorzeker de aandacht op zich trekt, is dal hel klerikaal ministerie alles behoud wal de liberalen geslicht hebben; de klcrikalen hebben tegen het liberaal ministerie den oorlog gevoerd met hel geroep: IVej met het militarismusI en lieden bekennen zij dat zij verplicht zijn al de krijgslasten te behouden, om dal zij in de onmoge lijkheid zijn die lasten nog te verhoogen. Hel land zal de klerikale partij daarvan rekening houden. Algenieene Tijdiiijjc*!»- Men schrijft uil Dixmude: Hel waler slaat heden aan hel peil aan de hooge brug alhier, 3"50. Men is met reden bcvleesd voor doorbraak der dijken langs den IJzer en den Handzaïne-vaarl. Op verschilligc plaatsen werkt men duchtig aan hel versterken derzelvc. In 1867 stond hel water 3m40; zooals men zich zal herinneren sloeg het water toen op menige plaatsen over de dijken; doch sedert die zijn deze veel verhoogd en verbeterd. Op dit oogenblik slaat hel water reeds over den dijk langs den llandzame-vaart. Men klopt alarm te Vladsloo; de naastbij wonende landbouwers vluchten met hunne beesten en wal /ij verder te redden hebben. De doorlochl op de kalsijde van Eessén naar Vladsloo is onderbroken. Hel water wast voortdurend en men ziet nog geene Jieternis te geinoel. In den Jlzer komen stukken hout, balien en schoiingregels afgedreven. Men vreest voor groote rampen. Dinsdag, legen den avond, kwam de genaam- Uperen, te Mechelen, te Luik? De klerikalen 6. Wie sleepte, in 1831, door de stralen van Gent de ongelukkige Voortman? De klerikalen! 7. Wie pijnigde de rampzalige Antheunis te Laarne? De klerikalen Ann <lvn Veurnanr. Zoo zoo kameraad de menschen komen u dan raadplegen over hunne lezingen! Ge krijgt zoo allcngskeus de bezigheden van den direkteur zoo meesterlijk afgeschilderd door Montesquieu in de Lettres Persannes. Ge steld u dan als dagblad en boekkeurder? Maar dal strijdt zoo wal met onze grondwet, waarin geschreven staal dal de censuur is afge schaft! Enge weet toch wel dat onze grondwet door uwe vrienden is gestemd geweest, en dal er ook de vrijheid der drukpers in voorkomt. Maar inderdaad, nieuwjaar is aanstaande, de abonnementen moeten vernieuwd worden, nu zijn de liberale dagbladen ten slechlsten en wij ver slaan uwe redevoering. Cicero pro domo! Confrater als ge met wit garen zwarte streken naaid, kont ge niemand bedriegen. Nog een woord confrater. Als ge dan toch boekkeurder zijt, hoe komt het dal gij de werken van dienVoltaire durfd aan prijzen? Is dal niet uwe lezers slechte begeerten ingeven? Hoe komt het dat gij die nu sedert zoo lang ge kende werken niet brandt zonder ze te lezen, zoo gij helvoer ons blad aanbeveelt? Of luid hel ook alvolgt mijne woorden en niet mijne werken. Krachtens bel ministerieel besluit van 17 au- gusli 11. zal alle soort van jacht eindigen loegelaten i te zijn op 31 december aanstaande, te middernacht. Bij afwijking van deze bepaling zullen de klop jachten op groot wild in de bosschee en de jacht op konijnen bij middel van beurzen en fretten ge heel hei jaar loegelaten zijn; de jacht op water en trekwild in de mccrschcn en langsheen de stro men en rivieren blijft open in al de provinciën lol 30 april aanstaande iu begrepen en de jacht met loopendc honden zonder vuurwapens (drijfjacht) lot 15 maart in de provinciën West en Oosl-Vlaan- deren en Henegouwen, lot 31 maart in de pro vincie Antwerpen en lot 15 april in begrepen in de provinciën Luxemburg en Namen en in hel ge deelte <ler provincie Luik, aan den linkeroever der Amblèvc. zende voorbeelden volgen, waarvan er ongeluk kiglijk iwee in ons kindeken zijn voorgevallen: 1. " De monster bankroet Langrand, dien rooin- schen graaf, destijds door onze katholieken zoo fel aangeprezen en zoo hoog verheven en die toch, in ons land, zoo veel ongelukkigen gemaakt en zoo veel treffelijke menschen gerumoerd heeft. 2. u De schandelijke bankroet van Mejufvrouw Spilzeder in Oostenrijk. Te vergeefs hadden de liberale dagbladen hunne medeburgers vermaand en hun voorgchouden dat hel onmogelijk was zulke hooge intresten te vergoeden. Door de katholieke bladen wierd die geldslrooperij aangeprezen en de tegenstrijders als afjunsligen uitgeschilderd die niet wilden dal den kleinen man en den burger lol ccnigen welstand zou komen en met eenig gemak zou verschaffen. Ongelukkiglijk hebben die arme dutsen hunne spaarortjes verloren en betreuren nu hunne ver waandheid. 3. " De bankroet der katholieke bank te Parijs, de zaak is zoo, ofschoon wij daarover geene bij zonderheden kennen. 4. ® De uitstel van betalingen van het bankhuis Jacobs tïèrcs, gekend onder de benaming van L’Union du Crédit. De opbetaalde aktien dier bank die in de eerste dagen dezer maand aan fr? 1,200 stonden, werden dinsdag laatst op de beurs te Brussel tegen fr.’450 aangeboden. Door handelingen der Antwerpsche agenten van dit bankhuis, ontstaal er een verlies van twaalf inillioen frankenleg ze me daar Drie dier agenten zitten achter de grendels. Dat was toch ook eene linancieelc maatschappij door katholieken ingericht en het land door be gunstigd en voorgetrokken. De Pauzelijken Nuntius te Brussel had er een millioenlje van den Pieterspenning toevertrouwd, en vele broerkens-gcstichten zitten er ook diep in. En dal alles noemde men in het vermaarde kon- gres te Mechelen de verkristelijking der kapitalen Proficiat Ongelukkiglijk zijn er wederom veel geschoren gebruike, om drogredenen te doen zegevieren, om over brave maar eenvoudige bevolkingen te triom- pheren, om de kreten van recht en geweten te verdooven, om door leugenen en bedrog de heer schappij te geven of te behouden, aan hoogmoedige en slaafschu mannen, die knie en hoofd buigen voor de kopstukken cener partij, die, ware hel in hunne macht, de gchecle zamenleving in kluisters zoude slaan, en ons van duisternissen zoude om ringen, waar de machten der middeleeuwen, alleen aan gelijken; Omdat wij in menigvuldige omstandigheden luid op gesproken hebben tot onze medeburgers, tot de ambachtslieden, neeringdoeners, cu tot de buiten lieden, en aan allen eenpariglijk van hunne rechten en belangen; omdat wij hun rechl-uit en zonder ommezien, meermaals doen verslaan hebben, wat de rechten van den mensch zijn: dat hun eigenaar hun niets te zeggen heeft in politieke gezindheid; dal pastor en onderpastor hun niet te bemoeijen hebben in de wereldsche zaken; dal de burgmeester meester is op hel stadhuis, en zij in hunne kerk, maar ook niet verder; Omdat wij de schouders ophalen voor den onge- rijmden riem-ram, die de Veurnaar wekelijks aan zijne goedzeugdige lezers opdient; en als den kost ons te flauw voorkomt, wij hem onzen schaterlach toezenden, hetgeen die ratatouille-berciders cra- moisi van colère doet worden; Omdat wij overtuigd zijn, dal de regeering onzer stad in goede en kundige handen berust; en in die overtuiging, den Veurnaar soinw ijlen eenen zweep slag moeten geven voor zijne belachelijke en partij dige beknibbelingen, voor zijn stelselmatig en onverdiend aanranden; Omdat wij hem meer als eens door den neus gc- wreven hebben, van eenen aanbidder te zijn der vlassen baarden, oenen discipel van Hodin, de sleepdrager cener partij, vermaard om hare onge rijmdheden, en dat kan hel ventje niet vergeten. Daarom ziel hij liever onze hielen als onze ico nen. Daarom roept cu tiert hij, gelijk eenen duivel in een gewijdwalerval, zoodra hij den lip van onzen neus gewaar wordt: het Advertentie-blad is eene slechte gazette, o dat is eene leelijke en abomi nable gazette! Welnu, Veurnaar, wij mogen eenen grijzen baard hebben of niet, wij mogen oud zijn of beneen de 21, gij moogt verzekerd zijn, dat hel uwe schreeuwen niet zullen wezen, die ons zullen verschrikken! hoe meer gij olïs belastert, hoe meer onze slechte gazette gelezen wordt; vele zondag-morgenden is er niet een nummer meer over, en somwijlen moe ten wij er velen weigeren, zooveel vraag is er naar. neen, gij zult ons niet beletten, jesuilieke schreeuwer (lal gij zijt, onze slem uog honger te ceering, eene bank of financieel» maatschappij verhellen, en zooveel hel in onze macht, is op de inogl voorhouden of aanbevelen, houdt de handen bres te springen, telkens als het noodig is: om uwe op uwe zakken en sluit uwe kas wel toe, zoo niet overtolligheden te breidelen, om uwen waanzin i gij zijl uwe centen kwijt. Wij laten hier vier bewij- te bevechten, om uw fanatismus te doen uitschij nen, om hel gevaar aaiitetoonen van uwe zeemzoete spraak of van uwe dollemans predication. Dat zul len wij blijven doen, als t’past en bi apetite. I I KCRIEUZE HERINNERINGEN. Kluiti|i{£ der Jacht

HISTORISCHE KRANTEN

Het Advertentieblad (1825-1914) | 1872 | | pagina 2