V VAN V E U K N E, NIEUWSBLAD VOOR VEURNE EN HET ARRONDISSEMENT. RECHTERLIJKE EERHERSTELLING. 'n a 1874. ZATERDAG 9 MEI door den avoué: De Haene, welke heeft geeischl i 'oepen aangift, maar zelfs dat zij gehandeld heb- EXTKAKT. van plaatsing vroegen van dezen ambtenaar; Overwegende dat de verdachten niet alleen lijk aan den heer minister te kennen hebben ge geven de gestaatheid der zaak bij hunne bovenbe- 12-11 9- 08 10- 15 11- 18 0-00 0-00 4-40 1- 35 2- 39 3- 45 6- 02. 7- 55. 9-01. 5-05. Van Veurne naar Lichtervelde Lichtervelde naar Veurne Veurne naar Duinkerke Dninkerke naar Veurne ben met inzicht van te hinderen aan de eer en faam van den heer Pillement, dus dal zij moeten aanzien zijn als kwaad lollig lijk ten zijnen opzichte gehandeld te hebben, en geenszins met goed trouw; Overwegende dat er verlichtende omstandig heden bestaan, die het wanbedrijf verzachten, Spruitende namelijk uit het vorig goed gedrag van de betichten; Om alle deze redenen de rechtbank verwijst dé gezeide Karei Hoütsaeger, in eene geldboete van twee honderd franks, en in geval van niet betaling dezer boete binnen de twee maanden na de uit spraak van dit vonnis, zal dezelve kunnen vervangen worden door eene gevangzitting van eene maand; Constantinus Vanhuysse, Eugenius Lahaye, Joannes Cavereel, Engel Opsomer, Joannes-Ignatius Poot, Engel Delefortrie, Pieter Degraeuwe, Pieter Mesdach’, Amand Rabaey, Joannes-Baptiste David, Jacobus Markey, Carolus Opsomer on David Maes, elk in eene geldboete van honderd franks, en in geval van niet betaling der zelve boet binnen het gemelde tijdstip, zal deze kunnen vervangen worden door eene gevangzitting van elk veertien dagen, en ver wijst hun daarenboven alle veertien solidairlijk in de proceskosten, gedaan door het openbaar minis terie, getaxeerd en gelikwideerd ter somme van acht en veertig franks twintig centimeri; En recht doende op de besluitselen genomen door de civiele partie Joseph Pillement voornoemd; Overwegende dat de klacht ingediend aan den minister van openbare werken door de verdachten genoegzaam ruchtbaar geworden is door alle de omstandigheden der zaak, in der voege dat dezelve moet aanzien zijn, alsof zij in het openbaar had geschied; Om deze redenen, de rechtbank befiiachtigt de gezeide civiele partie Joseph Pillement van bet tegenwoordig vonnis te doen plaatsen in de gazet ten van het arrondissement Veurne, ten haren keuze en ten koste van de veertien gezeide ver dachten, tot beloop eener som van drie honderd franks, en verwijst hen solidairlijk tot beloop dezer som te betalen aan de gemelde civiele partie, op de veriooniug der kwiltancien van de druk kers, met verder verwijs, en ook solidairlijk, in de kosten van den processe, gedaan door de civiele partie, getaxeerd en gelikwideerd ter som van een en dertig franks vijf en negentig cenlimen; En zal het tegenwoordig vonnis ten uitvoer ge bracht worden ten rekweste van het openbaar ministerie en van de civiele partie, een ieder voor het gonne hem aangaat. Uitgesproken ter openbare zitting ten paleize van justicie tot Veurne, den negensten april 1800 vier en zeventig. Tegenwoordig de heeren Despot, ridder van het Leopoldsorde, voorzitter; Leplaeen Van Coelsem, rechters, Barbier, greBier-adjoint, die het tegenwoordig vonnis geteekend hebben. (Geleekend) C. A. O. Despot, C. L. Lcplae, G. Van Cbctsem en R. Barbier. Wij Leopoldus de tweede, koning der Belgen, aan alle tegenwoordige en toekomende doen te weten, dal De rechtbank van eersten aanleg, zitting hou dende te Veurne, provincie van Wesl-Vlaaiideren, jugeerende correctionneelijk, heelt verleend het volgende vonnis In zaak van den heer Proküreurdes Konings bij déze rechtbank, eisehêf ter eender zijde. En van 1" Karei Hoütsaeger, landbouwer en burgemeester le Ooslkerke, 2“ Constantinus I an- hug.sse, landbouwer ^ii schepen te Ooslkerke, 3“ Eugenius Lahaye, landbouwer en schepen te Ooslkerke, 4“ Joannes Cavereel, landbouwer en burgemeester te Oüdccappelle, 5“ Engel Opsomer, landbouwer e.i schepen te Oüdccappelle, 6° Joan- nes-lgnatius Poot, landbouwer en burgemeester te Nicttcappelle, 7° Engel Delefortrie, 8° Pieter Degraeuwe, beide landbouwers en schepenen te Nieucappclla, 9’ Pieter Mesdach, landbouwer en burgemeester te Lampernisse, 10" Amand Rabaey, landbouwer en schepen te Lampernisse, 11° Joannes-ltaptiste David, landbouwer en schepen te Lampernisse, 12“ Jacobus Markey, landbouwer en burgemeester te Sl. Jacobscappelle, 13" Ca rolus Opsomer, landbouwer en schepen te Sl. Jacobscappelle, 14° David Maes, landbouwer en schepen te Sl. Jacobscappelle, verdachten, ver weerders, comparanten in persoon, bijgestaan door den avoué Dekeuwcr, pleitende den advokaal Meynne, van Brugge, hunne verdedigers ter andere zijde. Gezien de dagvaarding gegeven aan de ver dachten ten rekweste van hel openbaar ministerie, bij exploit van den deurwaarder Arsenius Bril, in dato twaalfsten februari lest, ten einde voorden rechtbank te verschijnen; Gezien de klacht opgemaakt ten laste van de verdachten, door den neer Joseph Pillement kon- ducteur van bruggen en wegen, wonende tot Veurne, in dato achtsten maart achttien honderd drie en zeventig, uil welke resulteert dat de gezeide ver dachten zich plichtig zouden gemaakt hebben van in den loop der maand januari van den verleden jarc, eene lasterende aaugili bij geschrift gedaan IC hebben aan den heer minister van openbare werken, ten laste van den bovengenoemden heer Joseph Pillement; Gehoord ICr zitting van den zes en twinligsten maart lest, de getuigen ten laste in deze zaak opgeroepen, in hunne wederzijdige verklaringen; Hierna gehoord, den avoué De Haene, welke aki heeft gevraagd, dal Joseph Pillement konduc- teur van bruggen en wegen, wonende te Veurne, zich civiele partie aanstelde in deze zaak tegen de veertien verdachten; De rechtbankden heer Bernolet, substitute prokureur des konings gehoord, aanveerdt den gezeiden Joseph Pillement, civiele partie in deze zaak legen de veertien belichten, en geeft hem aki over deszelfs ten zijnen opzichte gedane ver klaring; i Gehoord alsdan de getuigen ter ontlasting in deze zaak opgeroepen in hunne wederzijdige ver klaringen; Ondervraagd alsdan de verdachten cn geboord hunne middelen van verdediging; Gehoord de civiele partie door het orgaan van den advokaal Deken wer, van Brugge, bijgestaan Foor Stad: 6 maanden, fr. 3-25 Een jaar, fr. 6-00. Voor ganseh Relgie: 6 maanden, fr. 3-75 Een jaar, fr. 7-00. Foor 1'rankrijk: fr. 16-50 ’sjaars. Een afzonderlijk nummer 10 c." Bekendmakingen 15 centiemen den drukregel. Men schrijn in bij P. Ryckeboeh, Oostslraat 6 te Veurne, en op al de postkantooren van het Rijk. Brieven en geld vrachtvrij. IJZEREN WEG VAN LICHTERVELDE-VEURNE HAAR DÜINKEREE. 7-43 6- 30 7- 40 6-45 Het Blad verschijnt allen Zaterdag; en allen Woensdag.in Sup plement. Inschrijving betanlbnar voorop: 48/ IJZEREN WEG VAN DIXMDDE NAAR NIEUPORT. 7-40 12-00 4-25 9-55 2-20 8-37 JAAR. E*OI.ITnEEi OVKBtZICH'I'. Want.eer de Carlisten gedwongen waren geworden hel beleg van Bilbao op te bro den slaan in hunne aangift, waarin zij verklaren ken, hebben zij hunne strijdkrachten ver dut du lieer Piiiemem mei. kwaden wii heeiï ie i deeld; eenige navareesche balaillons zijn werk gegaan, en tol zoo ver, dal zij zelfs de ver- Dmango getrokken, en bevinden zich i'daar thans met don Carlos, <le biscaysche balaillons zijn naar Biscaye afgezakl, onder bevel van Valdespino, vier caslillaansche Van Nieuport naar Dixmude Dixmude naar Nieuport A'/ 2457. dal de rechtbank de civiele partie zoude bemach tigen om het lusichén te komen vonnis te doen plaatsen in de gazellen van hel arrondissement Veurne, ten haren keuze en ten koste van de veertien betichten, lot beloop eener somme van drie honderd franks, en hen zoude solidairlijk verwijzen tot beloop deze som, op de veriooniug der kwiltancien van de drukkers, met vérder ver wijs solidairlijk in de kosten van den processe; Gehoord, insgelijks den advokaal Meynne, bij gestaan van den avoué Dekeuwer, welke na zijne middelen van verdediging te hebben doen gelden, heeft geeischl dat aangezien de belichten ter goede trouw gehandeld hebben, hel de rechtbank behagé hen vrij te spreken van de tcrechlsvervol- gitig ten hunnen laste ingespannen zonder kosten; En de civiele partie ongegrond zoude verklaren in hare vraag en genomen conclusion; Eindelijk, gehoord den heer Bcrnoleï, substituL- prokureur des konings bij deze rechtbank, welke, na de zaak geresumeerd te hebben, heeft geeischl dal de rechtbank alle de verdachten zoude ver wijzen in de. straffeq bepaald bij het artikel.445 van het strafwetboek, cn solidairlijk in Je proces kosten, ingevolge de artikelen 46 cn 56 van het gemelde wetboek; En zoude loewijzeu de conclusie» genomen door de civiele partie. Gezien de artikelen 445, 85, 40, 46 en 50 van het .strafwetboek waarvan lezing is gegeven ge weest; Overwegende dal de verdachten, in eene klacht, toegestuurd aan den heer minister van' openbare werken, den 31 december achttien honderd twee en zeventig, den heer Pillement, onder andere, beschuldigden van zich over le leveren aan dejagt van eendvogels, wanneer zij hem 'bijriepen op den oever van den User, die stond door te breken en geheel Veurneanibachl dreigde le overstroomen; Overwegende dal zij hem nog beschuldigden van: wanneer zij hem vroegen of hij de noodige materialen bezat om de opening le stoppen, hij hun schimpswijze antwoorde smijt er uwe hof stede in I Overwegende dal indien deze feiten bestonden, dezelve den heer Pillement zoude blootstellen aan de misachting zijner medeburgers. Overwegende dal deze aangehaalde feilen niet alleenlijk niet zijn bewezen, maar zelfs dal hel tegenovergestelde is bewezen uil hel verslag van den lieer ingenieur De Mey, ingediend aan den heer minister van openbare werken, den twinlig- sten januari achttien honderd drie en zeventig, dus dat deze klacht de hoedanigheid bezit van eene lasterende aangift bij geschrift fn januari den verleden jure. Overwegende dat de verdachten insgelijks ten hunnen voordeele de goede irouw iiiel kunnen aauroepen, vermits zij in hunne hoedanigheid van politieambtenaren nauwkeuiiglijkèr hadden moe ten onderzoeken de handelwijze van 'den lieer Pillement, welk doende, hadden zij ondervonden, even als de heer ingenieur De Mey, dat de feiten welke zij ten laste van den heer Pillement leggen, in waarheid niet bestonden, cn dal hij geenszins kwaadwilliglijk had gehandeld, zoo zij het hou- dal do heer Pillement met kwaden wil heeft le Wf3

HISTORISCHE KRANTEN

Het Advertentieblad (1825-1914) | 1874 | | pagina 1