BEPLANTING OER ZEEKUST
X. X.
Van daar begaf ik mij bij ecnen bejaarden man,
ecnen rentenier. Hel gesprek tusschen ons liep
welhaast op de laatste kiezing. Ik ben aardig
gevaren, zegde mij de brave man: ik heb eene
lange conversatie gehad over de stemming met
ecnen jongen geestelijken, en wij kwamen wel in
het geheel niet overeen. Neen, het liept zelfs een
beetje hevig af. En zoudt gij hel gelooven? die
priester heeft mij durven zeggen, dat hel beter
voor mij ware, wat min naar de kerk te gaan, en
wal min aan de arme menschen te geven, en wat
meer, in zake van kieziugen, naar don raad van
den pastor te luisteren. Maar, wat wil-je, voegde
nog de brave man er bijde jonge priesters spre
ken tegenwoordig van niets anders meer als van
politiek; het is al politiek wal er uil komt. Nu,
om ’t kort te makengeheel de religie gaat om
zeep
Ik verliet den braven rentenier om een bezoek
afteleggen aan eenen landbouwer. Hier hoorde
ik eene andere historie. Er was hier kwestie van
eenen secrelaris-ondcrwijzer-koster-enz,-enz. die,
alhoewel bij gedurende veertien dagen in zijne
schooi de kieswet heelt gestudeerd, nochtans per
sonen op de kiezerslijst beeft gebracht, die daar
toe hoegenaamd geen recht hebben. Die koster
heeft dan willen bedriegen, vroeg ik? Jazeker,
was liet antwoord, en dat met de permissie, of
misschien op het bevel van zijnen zwarten baas.
Men mag tegenwoordig alles doen als hel is om
stemmen te winnen. 'T scheelt al te veel, sprak
de boerin er tusschen, gelijk hel tegenwoordig
aardig gaal: als men klerikaal stemt, men wordt
door den pastor aangetrokkén, en wij, alhoewel
wij, dal mag ik zeggen, veel kristelijkcr leven als
menige andere, wij worden aanzien als stinkenden
visch? Stel u, stel u, vrouwtje, zegde de boer
daarop, het zal veranderen, de liberalen zullen er
voor zorgen, want anders ware de religie welhaast
om zeep
In hel naar huis keeren dacht ik ernstig aan al
hel gene ik gehoord had en ik zegde bij mijn
eigen: al die menschen hebben waarheid gespro
ken, DE RELIGIE GAAT OM ZEEP!
Om zeep! wij beleven toch aardige lijden! Alles
gaai tegenwoordig om zeep: de rechtzinnigheid,
de rechlveerdigheid, de zedelijkheid, de betame
lijkheid. ja, tot de religie toe gaat om zeep! en dit
hoorde laalsmaal de schrijver van dit artikel lol
driemaal toe in den zelfden namiddag bevestigen.
Zie hier, lezers, in welke omstandigheden; hel
is wel het bekendmaken woerd.
Ik had ccnigc zaken te verrichten bij eenen
ambachtsman. Op hel oogenblik dal ik het huis
binnen kwam, ging de pastor er uil. Welzegde
de vrouw, eenigzins aangedaan, wat zal er nog al
gebeuren? Ik dacht dat de pastor kwam om vader
te bezoeken, die ziek is, maar neen, hel was voor
iets andersGij moogl hel wel weten, spraak de
vrouw, en zij vertelde voort. Ik kom om uwe
contributie biljetten, zegde de pastor. Dat zijn
zaken, mijnheer, die mijnen man aangaan. Uwe
man kan kiezer zijn voor de provincie, en hij slaat
op de lijst niet; hij moet reclameeren. Ik zal
’t hem zeggen, mijnheer. Ja, zegt hem dal hij
mij dezen avond komt spreken, en dat hij zijne
contributie briefkens medebrengt. Daarop ver
trok de pastor, zegde de vrouw, zonder naar iets
te vragen, noch naar vader, noch naar de kinders;
en, treurig het hoofd schuddende, voegde zij er
bij.... de religie gaal om zeep!
Deklerikalegazetten,zonder onderscheid, maken
veel lawijt over hel ongelukkig lot van den Paus,
den gevangenen van bel Valikaan, gelijk zij hem
noemen, die in ecnen kerker, op nat strooi in
hechtenis gehouden wordt.
Langs alle kanten richt men bedevaarten in,
openbare gebeden, enz., ten einde hem de vrijheid,
ten spoedigste mogelijk, zou geschonken worden.
De vurigste afsmeekingen, de mildste offeranden
worden O. L. V. van Lourdés, van Hal en van
ciders loegcsluurd, opdat, door hare allerkrach
tigste lus. ebenkomst, den II. Vader zijne verlos
sing zou bekomen.
Daar nu al die klerikale pogingen aan den gang
zijn, en daar het meercudecl der menschen aan de
ijzingv kkende tooneelen van kerkering en ver
drukkingen, door geestelijken beschreven, gehoor
verleeren, vinden wij het niet ongepast, ccnsuitte
leggen wal het gevang van den H. Vader is.
Juist vinden wij in eene fransche correspon
dentie
beschrijving van het afsobuwelijk en schrikwek
kend gevang waarin de II. Vader opgesloten wordt.
Zie hier, o gruwel, wal deze correspondentie er
over zegt
Op hel oogenblik dat alle aandacht gevestigd
wordt op het rampzalig lol van den vrij willigen
gevangenen van hel Valikaan, is hel niet slecht
liet publiek te herinneren, dal het gevang van het
Valikaan eene grootere uitgestrektheid bezit dan
gansch de republiek S.1 Martin, en zelfs grooter is
dan het vorstendom van Monaco en de republiek
van Andorre. In het gevang zijn er twee kapellen
(Sixline en Paulus), 15 groote salons, 20 groote
binnenkoeren, 218 corridors, 8 breede monumen
tale trappen, 228 gewone trappen, 11,500 kamers,
zonder nog melding te maken van prachtige tuinen,
verzamelingen, kunstmuseums, enz. Eene bijzon
dere telegraaf linie, tusschen Erankrijk en Italië, is
ter beschikking van den gevangenen. Daarenboven,
bezit hij nog hel paleis van Latrat) en andere heer
lijke buitenverblijven, waar hij zich van de pause
lijke vermoeienissen kan gaan uitrusten en eene
verandering en uitspanning in zijn gevangschap
kan vinden.
Hé wel dit is, ten minsten, een gevang. Maar
die correspondentie heelt maar iets vergeten, hel
is van te spreken van de (luizende frankjes welke
aan den 11. Vader, door het gouvernement van
Victor-Emmanuel, als cadeau, zijn geschonken.
Nog al eene verzachting.
Gij zult zien, geachte lezers, dal wij nogmaals
religievervolgers, eerloozen. lafliertige aanranders
van godsdienst en godsvrucht zullen wezen om dit
koordeken te hebben aangeraakt en de waarheid
te hebben gezegd. Al de aposlelijke gazctsch rij vers
zullen zich in hel werk stellen, om ons de lieftal-
ligstc, de bevalligstc zoetigheden toe te werpen;
in een woord, geheel de collectie der geestelijke
scheldwoorden, zal ter onzer eer voor den dag
komen. Het geldt immers den klorikalen winkel.
Wel nu, wij zijn er niet bang voor; wij zijn zóó
danig aan alle soorten van vcrwijtselen gewoon,
dat wij er ons waarlijk weinig.over bekreunen.
Dat men ons aanrandde, dal men onsuilmake voor
al wat led ijk is, het is ons gelijkmen zal u, tref
felijke schrijvers, laten schreeuwen en tieren, en
u venijn laten spuwen zoo veel als hel u zal be
lieven.
Lastert en liegt maar op, er zal toch altijd iets
van over blijven ju, schande voor u zclvcn.
bun wakker medelid, dank aan zijn moedig gedrag
niet zou te lijden hebben: eene inschrijving is ge-
epend om hem schadeloos te stellen, en eeneA'er-
tooning, waar geheel bel vrijzinnig Mechelen was,
is verleden maandag te zijnen voordeele gegeven.
Ingezonden
Veurne, den 1 october 1874.
V.r de Uitgever,
Nu do zomer bijna voorbij is, en de wandelin
gen naarde builen kermissen geëindigd zijn, begint
men reeds aan de winterfeesten te denken. Onze
toonkundige maatschappijen S.1 Cecilia even als de
Koorzangcrskring bereiden zich, om jils vorige
jaren, schitterende feesten hunne leden aan te
bieden. Ook in groole steden zijn bijna overal de
schouwburgen geopend, en men is overal aan den
gang.
Alleenlijk onze Rhetorika blijft ten achteren en
is als eene doode: zij geeft geen de minste leekenen
van leven. Niemand hoon of weel er van te spro
ken, en nogtans de tijd is daar. Indien zij nog ecus,
gelijk vorige jaren, werkeloos blijft, zal hoogst
waarschijnelijk haren naam van rederijkersmaat
schappij op vlaamsche kunstgrond des tooneels,
altijd voor haar een doode letter blijven. Hoogst
beklagelijk en spijtig ware het, dat zulk eene oude,
roemrijke maatschappij, die altijd op den eersten
rang benevens andere sleden geschitterd heeft,
door eigen schuld zou moeten gansch tot vervul
ling komen.
En nogtans dit ware hier het geval, want eene
maatschappij die onwerkzaam blijft, moet onver
mijdelijk kwijnen en te niet gaan, en als eene zieke
langzaam verdwijnen.
Wij wenschen dal wij in onze verwachting zou
den bedrogen zijn; dat liet bestuur zoude mogen
nieuwe pogingen aanwenden, om deze schoone
maatschappij te doen herleven, om door betere en
nieuwe eendracht, ecnen nieuwen iever onder de
leden te doen onstaan om, even als onze andere
maatschappijen, van dezen winter aangename
feesten aan hare talrijke leden te geven, zoo veel
te meer om de zelve te blijven behouden.
Hopen wij dat onze woorden, uit genegenheid
tot deze maatschappij geschreven, weerklank zullen
vinden, en dal wij, met den toekomenden winter,
het geluk zullen genieten, in onze rijke schouw
burgzaal, eenige aangename avondstonden te kon-
nen doorbrengen. Het zij zoo.
Men roept de aandacht in, van wie het behoort,
over het toezicht der boter op onze wekelijksche
merkt te koop gesteld, die, zoo bel schijnt, geheet
dikwijls niet tegenstaande de groote duurte, het
vercischte gewicht niet heeft. Deze onrechtveerdige
handelwijs is hoogst berispelijk en dient bijzon
derlijk in bel oog gehouden te worden.
(Medegedeeld
Eene nieuwe schooicrij.
Tol zelfs de S.‘ Pieterspenning en de nieuw-
jaargift geraken versleten.
Het is ook niet te verwonderen, want tot de
dibben toe zeggen dat het leugens zijn dal de Paus
iu een gevang zit.
Nieuwe bezemtjes vagen wel,
Het is nu voor de Garlisten, die christelijke,
zachtmoedige Garlisten! En men vraagt nu niet
alleenlijk geld, maar ook kleedcren!
Men weet dat onze geestelijken gewoon zijn een
penningsken voor den Paus te gaan schooien lot
bij de wcrkmcnschen toe. Hier vragen zij vijf en
twintig centime!), dóór een half franksken. Ehwcl,
nu zullen zij er nog een vestje of een broekje bij
vragen. Bravo! en waarom niet? 't Is voor de
Garlisten. En de Veurnaar, dat heilig blad, zegt
immers: die don Carlos ondersteunt, werkt, buiten
allen twijfel, in 'l belang van 't pausdom
.\ota bene. De broeken en vesten (rokken zal
men ook aanvaarden) mogen gezonden worden aan
Mevrouwen Bieswal-Bril eu De Busschere; hel geld
zendt men best naar hel Comiteil van Brugge,
samengesteld uit oude kennissen van den heiligen
Langrand. Amen.
De Vlaamsche toonoelmaatschappijen zijn ten
allen tijde door de geestelijkheid vervolg gewor
den. Dezer dagen heelt zij wederom ecu paar be- -D
wijzen van haren haat voor die vrijzinnige en taal- 1 Men had de putten niet smal
minnende genootschappen gegeven. Te. Icperen
was een heer Bruyueei, lid van de Vlaamsche ster,
tot gevangenbewaarder benoemd. Kort daarna
kroeg hij van hooger hand bevel te kiezen lus-
sclien zijne bediening en zijne tooneelliofhebberij
tefugkeerendé post zijn ontslag van gevangenbe
waarder. Te Mechelen had een heer Glaeys, lid
der Dijlezonen, tol dusver hel voorrecht het ge-
heele seminarie te mogen scheren (hij is barbier);
maar nu kreeg hij, eenige dagen geleden, van de
geestelijke overheid bericht dal hij zijne plaats
kwijl was indien hij het waagde met zijne maat
schappij in den Anlwerpschen tooncelprijskamp te
gaan spelen. De heer Claes deed als zijn kunsl-
l broeder van leperen; hij bleef het looneel getrouw,
van ilaliaanschén oorsprong eene volledige i en zond hel seminarie naar de maan. Met genoegen
iivinc van liet afscbuweliik en schrikwei.-- vernemen wij <lat de Dijlezonen er voor zorgen dal
IN VLAANDEREN
III.
De eerste landstreek aan de zeekust is gevormd
door hel gedeelte hetwelk langs de duinen loopt,
en doorsneden wordt door Staats- Provincie- en
Gemeentewegen; zij bevat daar en boven eene
reeks dijken. Het is d;i;ir dat men had moeten
ratelaars planten, waarvan de dichte lakken en de
gladde bladeren door de winden niet beschadigd
worden, maar geene populieren, olmen, esschen,
beuken en wilgen. Het is op geene tien meiers van
elkanderen dal men die boomen had belmoren te
planten, maar op drie meters, behoudens ze later,
als de takken in elkaar groeien, uil te dunnen.
I en ondiep moeten
maken, maar men had op de wegen en dijken diepe
greppels van eenen meter breed moeten delven.
Ecus dal de reien boomen aan groeien zouden
zijn, zouden de aangelanden, hel welgdukken er
van ziende, zich van hunnen kant haasten bet
hij verkoos zijne vrijheid té behouden, eu gaf met planten voort te zeilen, want in eene streek waar
hel brandhout al schaarser en schaarser wordt
zou het hun veel voordeel aanbrengen. En nu wij
hier van spreken, zou men de vraag mogen stellen,
of hel geen tijd zon zijn hel uitroeien der bossclicn
ie vérbieden en hel beplanten der duinen en heiden
aan le moedigen, zooals hel onder de regeering
van Maria-Theresia gedaan werd?
Ziehier de Ordonnantie der kcizerin-koningii)
gedagteekend van den. 25 juni 1772: al wie zich
zal toeleggen op het ontginnen der heiden, onbe-
bouwde of woeste gronden, zullen gedurende
dertig achtereenvolgende jaren ontheven zijn van
GtretforiuK.
n r k - j. -
Moe ongelukkig!!!
-
[etn nieuws.
'B'ooiic«“luu*t»!‘*«,I>»>i>i»ij<“>*- Klerl-
knlo vei'volglug.
door I». IIOHTIEll.
VERVOLG