I
I
De feiten zijn daar, men kart er over oordeelen.
En wat mag nu de bedoeling zijn van onze kle
rikale kopstukken
Waarom die valsche beschuldigingen tegen onze
liberalen en waarom ze willen doen doorgaan
voor beehibranders, voor communards, voor slechte
ouders? Waarom onze wereldlijke scholen, onze
wereldlijke onderwijzeressen en leeraars zoo on-
rechlveerdig vervolgen?
Waarom?. Is hel misschin in het vooruitzicht
der aanstaande gemeente kiezing, die slechts in
October 187b moet plaats hebben?....
Is hel zoo, dan verklaren onze klerikale kop
stukken wel vroeg den oorlog.
Nooit, nooit zullen die mannen tevreden zijn!
zichten ten laste (hel liberaal feestje tewege)
de communards en huns gelijken alleene weerdig»,
feilen en inzichten waarvan er nooit niets heeft be
slaan, inaar die de klcrikalen uitgevonden en ver
spreid hebben uit loutere kwaadwilligheid.
Hier méde was hel niet genoeg; de preekstoel
moest ter hulp komen om de liberalen, die hunne
kinderen in wereldlijke scholen laten onderwijzen,
te verketteren. Een jonge geestelijke gelastte zich
zondag lest in S.u Walburga kerk met deze taak,
en nam hiertoe eeneonderrichting over de plichten
der ouders jegens hunne kinderen te baat.
Onder andere lieftalligheden vcroorlolde zich
deze geestelijke te zeggen, of om juister te spreken,
te schreeuwen
Dat de wereldlijke scholen goddelooze en slechte
en i
revolutionairen kweekt; dat degenen die in 1870 I
te Brussel wilden revolutie makenleerlingen
waren der liberale scholen en volkje van dezelfde
te Veurne, die slecht genoeg zijn om zulke scholen
op te hemelen, en onbeschaamd genoeg om te
durven te kennen geven, dat men in de geestelijke
scholen ten achteren is, dal men er weinig leert,
dal er de leerlingen domkoppen (sic) worden. En
onze verhevene predikant voegde er bij: waren
maar de wedstrijden of concoursen tusschen de
leerlingen der wereldlijke en geestelijke scholen
reebtveerdig beoordeeld, menzon dan zien wie de
beste plaatsen zouden bekomen? Ja, ging hij voort,
voorzeker de leerlingen der liberale scholen,
maar,.... van onder aan de lijst te beginnen. Hij
eindigde met te zeggen, dat de ouders, die hunne
kinderen naarwereldlijke schoten zenden, ten dage
des oordeels, strenge rekening zullen te geven
hebben over het gebruik van hun ouderlijk gezag.
Dit weinig evangelisch sermoen heeft eenen
pijnlijken indruk gemaakt op de groote meerder
heid der aanhoorders: men misprees deze zoo
ongepaste als lasterende aanvallen, en de hevig
heid van den predikant, die zijnen haal tegen de
liberalen niet verduiken kon en van gramschap
beefde, wierd algemeen afgekeurd.
Klcrlknlo ImrclnokkiglieUi, Een
lief MormoentJe. Nooit,
tevreden.
Onze Venrnosche klerikale kopstukken zijn
harnekkig in hunne aanvallen en vervolgingen.
Nooit rusten die mannenaltijd zitten zij op de
kap hunner tegenstrevers. Gelukkiglijk dat de
liberalen oenen broeden rug hebben.
Ter zclfdcr tijde viel men de wereldlijke onder
wijzeressen aan, alsmede «de verblinde ouders»die
hunne kinderen naar wereldlijke meisjes scholen
zenden, en men drukte, in den zedelievenden
Veurnaar, deze kiesche on slichtende spreuk:
«Door het onderwijs zonder godsdienst, worden
de dochters libre-penseuse, en op de libre-penseuse
volgt de Ubre-faiseuse Veurnaar van 2
september 1874). peinzen wij vinden er geene. Ofwel zou dit het
opstel zijn van een der hoofden of inrichters?
Men had kunnendenken.dat de klerikale groolc-
majoors en kapiteins, toch nu tevreden zouden
geweest zijn, want alles gaat, om zoo te zeggen,
naar hunnen wensch. En inderdaad: zij mogen
zich verheugen hel land bestuurd te zien door een
klerikaal ministerie, zij hebben eenen senateur en
eenen volksvertegenwoordiger ten volle naar hun
nen zin, zij hebben twee kerkmeesters voor pro-
vincialeraadsleden, die zich onderscheiden door
hunne werkende deugd», en daar on hoven, zij
beschikken, voor ons arrondissement, overal de
plaatsen die afhangen van hel ministerie, van den
provincialen raad of van de bestendige deputatie,
liet is waar, de gemeenteraad van Veurne is libe
raal, en dit is misschien oenen doorn in den voet
onzer klcrikalen, doch die gemeenteraad is zoo
gematigd liberaal, dat zij waarlijk geene redens
hebben om er voor te oorlogen. Zoo denken ten
minsten de gematigde lieden. Ehwel, niettegen
staande al die voordoden, kunnen zij nu nog de
ilibcralen niet gerust laten.
worgen
Wnai'liekl!
Zaterdag lest meldden wij de geruchten in stad
verspreid over de schielijke verdwijning van eenen
kerel; die zich aan schandalige, walgelijke feilen
had overgeleverd.
Heden zijn die geruchten bevestigt, en zal die
kerel voor de justicie te verantwoorden hebben.
Dezen kerel is Benoo Duforêt, gewezen Pause-
lijken zouaaf, lid van het TjeefkensgcnÓOtschap
S.‘Jozef, lid der sodalitcit, lid van ci, lid van la
en dergelijke kerkelijke broederschappen.
Hij wordt vervolgd, die vuilaard, voor aanslag
tegen de zeden met geweld en zonder geweld, ge
pleegd op knechtjes beneden de 14 jaren.
Zie daar een feil te meer ten laste der klerikale
partij op te boeken.
Hij was de lieveling der geestelijkheid en andere
katholieke mannen; een looper, een spioen, die,
van die vredelievende mannen, zending had de
liberalen uit te scholden en de klerikale stemmers
naar den buiten op te halen. Treffelijke leidsman,
treffelijk gezelschap. Proficiat.
De plichtige is voortvluchtig.
En inderdaad, nauwlijks was de kiezing van
augusti voorbij, of onze klerikale gazelschrijvers
legden aan de Veurnesche liberalen feiten en in-
ton Incfo ItliAnnnl lunet ia tAWArroX j
steld, valt ons nog al hevig aan omdat wij van de
dierlijke handelwijze en smeerlapperijen van een
lid van S.‘Jozef, hij mag wel genoemd worden:
T is Benoo Duforêt, in ons blad van zaterdag mel
ding hebben gemaakt.
De fijnheid van den apostelijken schijflrant door
schijnt in iedere zinsnede, lnderdaad.de schrijver
van dien epistel noemt zich lid van S.‘ Jozef; zulks
willen wij wel gelooven, maar zekerlijk heeft deze
fijne maaier niet aan gedacht, dat wij de stout
moedigheid zouden hebben hem te vragen, hoeveel
mannen er zich in S.1 Jozef bevinden die zulke
vuige en lasterende dingen zouden kunnen schrij
ven. Wij hebben schoon te zoeken en rond te
er is een maar:«menheeft dien gast seffens uiige- i
sloten, verbannen». Verminderd dit de veiToeilijk-
heid der feiten? Verbannen, ja als naar gewoonte,
en gelijk het spreekwoord zegtals het peerd T stal
is uitgeloopen, denkt men er aan de deur te
sluiten. Dus is zulks geschreven om de menschen
om den tuin te leiden en te verblinden.
De schrijver in kwestie zegt nog, dat er zoo
veel zijn die klappen en babbelen en bewccren dit
en dal van overlang geweten te hebben.
O ja, men klapt, men babbelt, en wie het meest?
De mannen uwer kliek, uwer partij, van uw ge
nootschap, die, zoo het schijnt, van over lang
wisten dat zulke en zulke feiten bestonden. En gij
dan fameuze schrijver, wie weel of dit u nictsedeil
lang ter ooien is gekomen, en gij er nooit geen
geloof hebt durven of willen aanhechten.? Aan ons
dus, maar niet aan u, past hel te zeggen: waarom
hebt gij moeder justilia niet verwittigd; gij hebt,
ons dunkens, uw recht van spreken verloren door
uwe stilzwijgendheid, die als lafhertigheid, zoo
niet als medeplechtigheid moet beschouwd worden.
Ja, aan ons, maar niet aan u past dit, klerikale
blaffers, gij, die altijd legen liberalen dondert;
hunne scholen, als zedeloozc en verderfelijke
scholen uitschildert; hunne maatschappijen tegen
werkt; tegen schouwburgen, bals en andere ver
gaderingen uitvalt en dezelve als gevaarlijk voor
de jongheid voorstek. Maar zeg ecus, wal zou liet
gevaarlijkste, hel verderfelijkste, het zedelooste
zijn, ofwel uwe, vergaderingen, uwe congregaties,
uwe bijzondere bijeenkomsten, of wel de liberale
bijeenkomsten?
Wij laten dit door de publieke opinie beslissen.
De feiten zijn daar, men kan er over oordeelen.
Eu aan u, fameuze schrijver, gij die personali
teiten ter uwer verdediging brengt en zoo schan
delijk gebruikt, aan mannen van uwen kaliber,
zeggen wijlafherlig en onbeschaamd moet men
wezen om zich van zulke laagheden te bedienen.
Wanneer een klerikaal mispikkelt en hij een
arme duivel is, dan werpen de klerikale kop
stukken hem over boord. Maar als hij geen arme
duivel is, als hij geld heeft, of als hij nuttig kan
zijn in de kiezingen, o! dan wordt er hem veel
vergeven.
schen twee broeders over de verdeeling
cener erfnis, zeggende: wie heeft mij
aangesteld om u te oordeelen? Hel is waar
dat hij Koning is, maar zijn rijk, gelijk
hij het zelf zegt, is van deze wereld niet.»
De werkeloosheid der klcrikalen is nog-
tans slechts oogenverblinding. Achter ieder
minister, en bezonderlijk achter dezen van
Binncnlandsche zaken, slaat een jezuïet,
die niets als de vertegenwoordiger is der
onbeschrijvelijkste onverdraagzaamheid.
Wel is waar, al de verzoeken worden niet
ingewilligd, veel wordt gevraagd en wei
nig wordt bekomen, maar ook wat al vra
gen worden er niet gedaan? Is er een man
aan het bestuur zijnde, zelfs wal e hij gene
raal der jezuïeten, die zoude durven be
werkstelligen, in den strengen vorm, de
theoriën der ullramonlanen? Neen, nie
mand
Ook zij zijn slim, hel moet langzaam
gaan, men mag het volk niet verschrikken,
men moet doen gelooven dal men geen
slechte inzichten heeft, dal alles lot meer
der welzijn en voorspoed van hel land ge
daan wordt, Hel zijn vossen, en als vossen
handelen zij. Zij wachten lol dal het slacht
offer niet meer kan ontsnappen en ver
hel dan wreedaardig maar in
veiligheid.
Waarom kunnen de ullramonlanen zich
niet bepalen met op hel zedelijk terrein
hunnen invloed te gebruiken? Waarom
moeten zij zich met politiek bemoeien en
de liefde en achting die men voor hen
zoude hebben in haat en misprijzing ver
anderen?
Zij hebben oogen en zij zien niet. Zij zijn
vrijwillig blind!
De hoogmoed heeft veel verdelgd, ’l is
zij die hen bezielt, 't is uit haar dat de
heerschzucht spruit, en ’t is zij die, niet-
itegenstaande al hunne pogingen, hen om
ver zal werpen en, gelijk voorheen, de
•zoete vrijheid schitterend zal doen zege
pralen.
Voor de liberalen nogtans is het eene
plicht van oplettend te zijn, van geene ge-
legendhcid te verzuimen om het ultramon-
tanisme te bestrijden, want geeft men het
eenen voet, zoo neemt het seffens oenen
stap.
Alle inpaltning moet bestreden worden
willen wij onze grondweltelijke vrijheden,
gelijk het een vrij volk betaamt, bewaren
en handhaven
AIh 't ti belieft, Vetirnanr.
De Veurnaar van woensdag lest, behelst eenen j
brief van eenen persoon die zich lid van S.‘Jozef
noemt. Deze brief in grove bewoordigen opge-
dierlijke handelwijze en smeerlapperijen van een
Nu, ’t is gelijk voor ons van wie hij is, hij haalt
eer van zijn schrijven, en hij geeft ons een bewijs
te meer dal er nog mannen zijn in het S.1 Jozefs
genootschap, die zich geerne met vuiligheid bezig
houden. En dit is niet overdreven, want, die
christelijke schrijver spreekt van zeden, van lief
hebberij, van draaien, van wentelen, van modder,
van verlens, van st...., van vet, van schandaal,
enz., in een woord, eene gehecle collectie zulke
aangename en lekkere dingen, die men waarlijk
nooit in den mond van den onbeschaafstcn mensch
scholen zijn; dat men er aan de kinderen den gods- zou tegenkomen, en diedoorden vuilaard Duforêt,
dienst leert halen; dal men er spot met den Paus I indien hij dezelve te lezen kreeg, waarlijk zouden
met de priesters; dal men er oproermakers en i benijd worden.
En waarom die schoone dingen geschreven?
Ja, waarom?
Om ons eens te meer aan te vallen en ons dingen
soort; dat er schrijvers gevonden worden, en ook te verwijlen welke alleenlijk op hen toepasselijk
zijn. Ja, op de klcrikalen alléén; want w ie wroetell
er het incest in de modder der personaliteiten,
wie randt er hel meest hel bijzonder leven aan
dan de klerikale, christelijke schrijvers?
De famcuzen brielopstellcr zegt, dat ons arti
keltje van zondag lest eene wonderlijke vijandschap
laat doorstralen tegen het genootschap S.‘ Jozef.
Vijandschap, och Heere...., doch indien hij zegde:
verachting, zou hij kunnen gelijk hebben; want een
genootschap dat zulke vermaarde smeêrlappen op-
levcrd (en dit is reeds den tweeden) verdient niets
anders dan de verachting van elk weldenkend
mensch.
Waarlijk, fijne schrijver, gij hebt reden fier te zijn
deel te maken van zoo een treffelijk genootschap.
Schandalige en walgelijke feiten zijn gepleegd
geworden, zegden wij, door een S.' Jozefsgasl. De
schrijver van de Veurnaar geelt ons gelijk maar.
n—■i-y