Oliekop. eerste versjes omvat de Dichter gansch den in houd van zijne eerste ode der Drie Zustersteden. Gij zijt niet meer, Gelijk weleer. Hoe bondig, hoe kort, en nogtans hoe rijk aan denkbeelden, die het in onzen geest doet ontstaan In de Boekweit treffen wij de volgende verzen aan Holloway’s Zalf. Keer U welken gij wilt, ga waarheen U goeddunkt overal zult gij personen vinden die gereed zijn den lof dezer zalf te verkon digen. Voor barsten, schrampen, brandwonden, kneuzingen en verstuikingen is het onwaardeerbaar geneesmiddel; voorzeerc beenen, veroorzaakt door ongeval of koude, kan men er gerust op vertrou wen dal zij goed en duurzaam zal genezen. In ge vallen van gezwollen enkels, roos, jicht en rhuma- tiek geeft Holloway’s Zalf de grootste verligting doordien zij de ontsteking vermindert, hel bloed verkoelt, de zenuwen, stilt, den bloedsomloop re gelt en alle onzuiverheden verdrijft. Deze Zalf be hoort een plaats te hebben in iedere kinder kamer. Zij geneest de groote lijst van huidziekten, dat en de kindscheid onslaan en met het opgroeijen van het kind in kracht toenemen. Wordt een veldfeest gevierd Door de schaar, die zoo tiert, En op tripplende maat Dus den akkergrond slaat? Neen, de landman is thans Noch aan feest noch aan dans, Maar aan arbeid en zweet, Die hij zingend vergeet. Wal verder: O! het werk is de vreugd Van de heilige deugd lloc vindt gij dat, lezers? De Dichter spreekt van een lawijl, dat hij in de verte verneemt. Men is aan het dorschen. Hoort gij niet in die verzen gansch hel gerucht dat de dorschers met hunne vlegels maken? Wordt een veldfeest gevierd enz. En dan nog die edele gedachten: Maar aan arbeid en zweet, Die hij zingend vergeet. Ohet werk is de vreugd Van de heilige deugd Hoe stichtend Hoe schoon is ook niet het couplet uit het Burg slot van Zomergem Komt, vlijtige landjeugd! vandaag niet gesponnen, Van daag niet geweven, laat wiel en getouw! Komt, maagden en knapen! de dag is begonnen, Het gras is zoo groen, en de lucht is zoo blauw! Wij zouden nog vele andereschoone brokstukken kunnen aanbalen; want aan schoonheden is Lede- ganek onuitputbaar. Zij het ons nu genoeg de nieuwe goedkoope uitgaaf zijner gedichten iedereen aan te bevelen. Dal er de lezing van voor elkeen cene uitspanning worde. Dal Ledegancks verzen, gelijk eertijds die van Vader Cats, niet alleen in ieders huis berustten, maar ook op ieders tong liggen en tevens iedereen opwekken tol hel schoone en hel goede! KORREKTIONNELE RECETBANK VAN VEDRNE. Leopold Dehooren, 15 maanden gevang en 26 fr. boete, over slagen, bedreigingen en verbreking van afsluisting; Aloisius Dewulf, 12 maanden en acht dagen gevang, over slagen en verbreking van af sluiting; Aloisius Tant, 12 maanden gevang, over slagen en verbreking van afsluiting, al werklieden te Clercken. Aloisius Henderyckx, aardewerker te Adinkerke, 1 maand gevang, over verbreking van afsluiting. Canstancia Tant, wed9 van Karel Debacker, 2 fr. boete, over slagen en geweldadigheid, Eugenia Debruyne, kantwerkster, 1 fr. boete, over bele digingen, beide te Woumen. Ludovicus Demeulenaere, werkman te Vladsloo, 26 fr. boete, over slagen. Franciscus Calcoen, visscher te Oostduinkerkè, 100 fr. boete, over jagt met stroppen. BURGERSTAND DER STAD VEURNE, GEBOORTEN. den 27. Livinus Van Gaver, zoon van Hcnricus en van Coleta Hamoir, Bewesterpoort. den 27. Julianus Gambier, zoon van Philiberlus en van Coleta Franchois, Zuidstraat. den 30. Maria en Zenobia Deruytter, dochters van Pieter en van Amelia Harteel, Bcooslerpoort. den 30. Camilius Loyette, zoon van Augustus en van Leonia Vanbrabant, Ooststraat. den 31. Amandus Schipman, bakker, 45 jaar en half, geboren te Bulscamp en wonende te Veurne, jongman, met Joanna Devos, bijzondere, 39 jaar en half, geboren te Schoore en wonende te Veurne, weduwe van Ludovicus Duforêt. STERFGEVALLEN. den 30. Karel-Lodewyk Vanden Bussche, zonder beroep, 78 jaren en 8 maanden, geboren en wo nende te Veurne, weduwaar van Maria Ternier. den 30. Amandus Deman, 7 dagen. den 31. Nicolaus Chaerle, metser, 52 jaren, 3 jpatmden-en 25 dagen, geboren en wonende te Veurne, echtgenoot van Sophia Tahón. Algemeene 'Tijdingen.. Een Nieuportnaar, den heer A.-J. Meynne, medecine-docioor, komt cene nieuwe onderschei ding te verkrijgen. Z. M. de koning heeft hem bij besluit van 26 maart jl. lol den rang van ollicier zijns orders benoemd voor den ijver en zelfopof fering welke hij durendezijne langemililaire loops- baan aan den dag heeft gelegd. Maandag lest heeft te Dixmude, ten stadhuize de aanbesteding plaats gehad voor het maken van een nieuw stadhuis enz., waarvan de begroeting beliep ter somme van fr. 149,625-7.7 c. Hebben aangeboden M. Modeste Vanheddegem, aannemer te Sollc- ghem, mol cene verhooging van 5 ten honderd op de begroeting. M. Lapiere-Vandevyver, aannemer te IJper, met cene verhooging van 7 1/2. MM. De Busschere-bebaillie en Charles De- vriend-Muyls, aannemers te Rouselare, met eene verhooging van 19 4/2. De stukken aangeboden door den heer Vanhed degem, niet gelijkvormig zijnde aan de voorschrij- vingen van hel kohier van voorwaarden, zoo zijn de werken toegekend geworden aan den lieer Lapiere-Vandevyver. mits zijnen aanbod van fr. 11,221-92 c. verhooging op den begroolingstaat. Den 6 april is hel nieuwe maan en daaren boven zal zij de zon eklipsecren. Daar zij dan zeer dicht bij ons zal wezen, zal die eklips totaal en van zeer langen duur zijn. Zij zal misschien do schoonste zijn van gansch het einde der eeuw. Daaruit spruit voort dat de werking op het water der zee zeer groot zal zijn enzeer overeenkomende met die der zon. Dien ten gevolge zal de hoogte van den springvloed van 8 april ’s avonds uitzon derlijk groot zijn. Cornil heeft nog eens zijne gymnastieke be hendigheid getoond, door aan het bestuurder ge vangenis een middel tot ontsnappen aan te duiden, dat zoo eenvoudig is als gemakkelijk.... voor hem ten minste. Hij heeft slechts eenige oogenblikken noodig om dit middel te werk te stellen, hetwelk bestaat in liet ontsnappen uit het binnenplein, bij middel van een beddelaken, vervolgens over den ringmuur te klauteren en van den anderen kant af te dalen. Dien nieuwen toer heeft hij in de tegen woordigheid van M. Berden, bestuurder der open bare veiligheid en opzichter der gevangenissen, ten uitvoer gebracht. De omstanders huiverden bij het zien dezer gevaarlijke proef; maar Cornil, behendiger dan eene kat, lachte als een koorden danser voor het publiek. Er is eene genadevraag aan den koning gezonden, en het zou welmogelijk kunnen zijn dat de beruchte deugniet eene straf vermindering bekwam tot belooning zijner open baringen. Bij koninklijk besluit van 29 maart is het kies- i collegie van het arrondissement Namen op zater- I dag 17 april aanstaande, bijeen geroepen voor het kiezen van eenen senateur, in vervanging van wijlen baron de Woelmont d’Hambraine. Nieuw» van <lc week. Wie heeft er ooit van Mano hooren spreken?.... Mano, kent gij Mano, achtbare lezers?.... Ik hoor u reeds zeggen: Mano! Mano!!.... Wal is dat voor een ding, ik heb daarvan nog nooit geboord. Is dit de naam van eenen artist, of iets dergelijks? Wel vriendjes, neen, bijlange niet. Eenen artist Wal peins-je tè.... Ca eest un autre quelgue chose! Doorgaans veel te hoogmoedig, te verwaand om aan den oolmoedigen .Mano te gelijken. Maar, in Gods naam, wat is het dan?.... En wel, stel de ooren open, ik zal uwe nieuwsgieriglteid voldoen, en u in korte woordgn uitleggen wal voor een ding Mano is'. Hoor wel!.... Hel is noch min noch meer dan een zeer jdein vierpootig, aardig diertje, dat nog al lange, ja zeer lange hooien 'draagt; die soms nog al koppig is, en die geheel de equipagie vormt eens cenvoudigen kunstenaars. Voorzeker hebt gij het reeds geradeij, want ik zie u grimla chen!Eh wel, juist zoo, gij hebt het geraden; dat aardig ding welk men Mano noemt, draagt in onze moedertaal, den naam van ezel. Zoo dus, geen de minste betrekking met eenen artist, ter •conti arie. Gij zult mij zekerlijk zeggen, wal aardigheid kan men in eenen ezel vinden? Wel maatjes, die lang- oorige dieren hebben soms nog'al aardige grillen, welke ik u nogtans niet zal uitleggen. Ik zal mij enkelijk bepalen u te vertellen, wat aardigheid er in Mano zit, en wat men met zoo een diertje kan tegenkomen, bijzonderlijk wanneer men in de rijkunst wil ervaren zijn. Zie hier: Mano bezit de aardigheid van maar oenen mees ter te willen kennen, de kunstenaar-kaartelegger welken men te feest alhier heeft kunnen bewon deren; aan hem alleen gehoorzaamd hij, en nie mand, mochle hij graaf, baron of zelfs eenvoudige ambachtsman zijn, zou hem kunnen berijden. Zie daar de eigenaardigheid van Mano. In manegien heeft men nog zulke knapen tegengekomen en nogtans vindt men menschen die er geen geloot willen aan hechten en prelondeercn dit te kunnen overmeesteren. Wat wilt gij, de wereld beslaat zoo. Overal en altijd vindt men van die ongeloo- vige Thomassen, die aan niets willen gelooven vooraleer zich zclven van het feit overtuigd te hebben. Dit was, de verledene week, hier ook het geval met de gril van Manó. Eenige vroolijke gasten poogden, doch vruchte loos, een hunner makkers te overtuigen dat Mano zulk een zonderling dier was. Ónmogelijk hem zulks te kunnen doen opslokken. Onze ongeloovige Thomas bleef hardnekkig beweeren dat zulks niet kon beslaan. ’T ware eens te zien, zoo sprak hij, dat ik over eenen ezel niet zou kunnen meester maken. Ge wil-me eine wijs maken en nee! Peinsje dat ik nooit gereden heb dan. Ik kan zelfs rijden zonder zaal. Tenez, ‘k zou zoo met ein probciren. Bravo, bravo, riepen zijne makkers, dit is eens goed uit een gebriefdstout gesproken is half ge vochten. Vivat Mano en zijnen temmer! Op staande voet werd Mano uit zijn stal getrok ken, en Stance’s cour werd jn rijschool herschapen. Een gewezen Longinus, in de zaak zeer ervaren, werd als jurij aangestemd. Onzen temmer, de cravache onder den arm, bezag M^no’ met eenen veroverden blik aan, en scheen hem te zeggen: wacht eens, jongen, gij zult met mij af te rekenen hebben. Mano knikkebolde onstuimiglijk, alsof hij het verstond, terwijl zijnen meester hartelijk in den vuist lachtte. Fier als den grooten Cësar, steeg onze ridder op zijn peerd. Longinus g'aFhetsignaaleen, twee, drij en Mano werd losgelaten. Maar zie, o teleur stelling! Nauwelijks Voelt Mano dit vreemd ge wicht op zijnen rug, of zoohaast doet hij eeiie kleine beweging met zijn achtergedeelte en, patatras, onzen nieuwerwetschen ridder wordt over den kop gewipt en gaat in het zand rollen, gelukkiglijk zonder eenig leed. Dieu de Famour riep hij!.... Ik moet zegepralen. Eene tweede proefneming werd zoodra besloten en ten uitvoer gebracht. Onze ridder moet waarlijk een arduinen man zijn, want nauwelijks-voelde Mano hem nogmaals op zijnen rug, of, patatras, voor een tweede maal', over den kop in het xand. Hij had toen geen koüud aan zijne ooören!... Neen, ter contrarie. Zegevierend werd Mano weggebracht ener werd ferm met onzen verfrommeldeff ridder gelachen. Longinus was in jubilatie. Nü geloofde onze Tho mas aan de eigènaardigheid van Manu, en, gelijk de raaf uit de label, zwoer hij, maar te laat, dat men hem niet (neer zou vast hebben.' Zie daar, geachte lezers, wat Mano is en tot wat hij bekwaam is. Indien nu iemand van u, goesting heeft zich in de rijkunst te verbeteren of levolma- ken, kan hij zich bij den nieuwen rijlcermeesler aanbieden, die, wij twijfelen er geenszins aan, hem de noodige uitleggingen zal geven. Wal men toch soms zoo al kan tegenkomen, niet waar. Men zou zich waarachtig, ^vel mogen, op voorhand, de kaart doen leggen, om te weten wat er u in het toekomende te wachten staat. Tiens, propos van kaart leggen, kan men dit somtijds nog al goedkoop gedaan krijgen, volgens men mij verteld Heeft. Men geeft, den kaartclcgger, bij voorbeeld, een- hemd on eenen broek, emnen mag dan verzekerd zijn dal hij Yi de zonderlingste waarzeggingen zal veropenbaren en dit nog öp eene behendige wijze: hij duidt i? eene plaats aan, waar gij hem afwacht van 8 tot 10 uren, maar die gij niet ziet opkomen is de kaartelcggdr. Advies aan de liefhebbers. En zeggen dat Fideel ditmaal de klok niet moest luiden!'T is onge looflijk Tot wederziens. It. 13 ZITTING VAN 1 APRIL. ZITTING VAN 2 APRIL. HUWELIJKEN.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Advertentieblad (1825-1914) | 1875 | | pagina 3