Volksbelang 581 22 559 280 444 st. 428 119 Nog immer bruist hen het bloed en verroert zich de zwarte gal bij de clericalen over hunnen hamer- klop op 23 november laatst. Zij konnen, zij willen het niet vergeten; zij zijn zóó voltallig verslagen, zij rekenden zóó vast op de victorie, en zij werden zóó deerlijk bedrogen dat zij daarnu voor in eene ontembare woede zijn vervallen; en daarom huilen en brieschen zij als bezetene, en roepen en tieren, en verwenschen en vervloeken, en maken een helleleven dal hooien en zien vergaai! Als zij nu zoo deerlijk spartelen, wal zal het wezen als den branle-bas zal luiden, als Antwer pen zijne bazen zal omverwerpen; als Luxemburg en Limburg zullen opkomen; als geheel de verte genwoordiging van Gent zal liberaal zijn! Wal zul len zij toen zeggen, als het lied der kloeke geuzen, dat lied dal zoo magtig medehielp om onze voor ouders van de spaansche bloedhonden le bevrijden, zal klinken heinde en ver in alle steden, dorpen en gehuchten? Wat zullen zij toen doen? Hoe zullen zij toen wegkruipen in hunne krochten en holen; hoe zullen zij toen zwijgen dat zij zweelen, beven gelijk een riet; hoe zal toen hun liedjen uitgezongen zijn waarin zij zoo wel hunnen eigen lof weten te zingen Welaan veroordeelde mannen van oenen ge- doemden tijd, roept en tiert maar, de toekomst bereidt zich, de gelederen sluiten en vollen zich aan, maar als de standaards van Artevelde, van Breydel en de Coninck, van Agneessens zullen op komen, ziet dat gij plaats maakt, en dal gij onder de voelen niel geraakt, want den volksvloed kent paal noch dijken, en hij zou u mederukken gelijk een stroohalm dal op den grond ligt. billijke eischcn van onze nationaliteit en onze wetten? Aan den Paus, den vreemdeling. En in den strijd legen de rechten van den staal en de burgerij, zijn hunne wapens: logen, mcin- eediglieid, beleediging en laster? En hel liberalismus zou die soldeniers van den vreemdeling ongestraft onze vrije instellingen lalcn afbreken, en wij zouden ons naar hunne bevelen moeien gedragen! Neen, de priester in de kerk, de wetgever op de tribuun en de vreemdeling te zijnent. Tot het bereiken van dit doel, vereenigl hel liberalismus thans zijne beste krachten; meester willen wij zijn in ons land, de vreemdeling builen! llgetneenc 'lijdingen. Bij koninklijk besluit van 17 dezer, is den heer 11. De Prey, schepene benoemd der stad Veurne. In de maand november zijn 7571 brieven ,mel gebrekkig adres, ter zijde gelegd. Van dit getal zijn er 5,005, na hunne opening, kunnen besteld of terug gegeven, worden; 2,566 zijn in de scheur mand geworpen. M. de Gouverneur heeft bij omzendbrief aan de gemeentebesturen herinnerd dat zij niet mogen nalaten de jaarlijksche opgave le doen van het ge tal verklaringen gedaan door de eigenaars of kwee kers van slieren binnen hunne gemeente, en hun gezegd de stierciihoudors te vei willigen dat indien zij zich in eene andere omschrijving dan degene waaraan zij belmoren, aanbieden, hunne dieren Onverbiddelijk uil de keuringen en prijskampen zullen gesloten worden. Woensdag 29 december 1875, om 11 ure 's morgeus, zal er in 'l provinciaal gouvernements- hotel le Brugge overgegaan worden tot de aanbe steding in 6 loten, der uit le voeren werken voor het planten en onderhouden, tol den 30 april 1879, van de boomgewassen langs de provinciale wegen vermeld in hel lastkohier. De begroolingsbcstckken voor de zes loten be- loopen te zamen tot fr. 6,680. De borgstellingen zijn te zamen vastgesteld op Bij koninklijk besluit van 7 december, worden de hiernavolgende gemeenten bemagtigd, leenin- gen aan te gaan Loo, 117,000 fr. Reninghe, 179,000 fr. De verkoop vanviscb op de mijn van Oostende reeds drie eeuwen zijn achteruit getreden? Neen, ondanks uwe pogingen, wij zijn nog niet, God dank, lot die ongelukkige tijden terug gekeerd. Icdcrmaal dat wij den klerikalen geldwinkel, de klerikale öeliooiorijoi» bespreken, is onze confrater Dit is nu tegenwoordig ook bel geval. De Ftfiintaar spelt ons hard de les. Volgens dit blad moet men zich onthouden zaken af te keuren waarin geestelijken rechtstreeks lusschenkomen en nooit mag men de priesters beknibbelen. Zelfs, als een priester valt, als hij, bij voorbeeld, zich buitensporig en geweldig gedraagt in de kiezingen, als hij zijne medeburgers lastert, of als hij voor zware misdaden door de tribunalen veroordeeld wordt, dan nog, volgens onzen confrater, moet men zwijgen, dan nog moet men hel kleed, moet men de bediening eerbiedigen. Want de priester is T zout der aarde. Die den priester aanrandt, randt God aan in den appel van zijn oog. Men zou dus willen ons de volkomenste stil zwijgendheid opleggen aangaande de daden en handelwijze onzer tegenstrevers. Zij, integendeel, kennen zich het recht toe de liberalen gestadig aan te vallen, le beschimpen, te bespotten, tot zoo verre, dat de christelijke op stellers van den Veurnaar zeggen durven: dat al wie een geestelijke beknibbelt het schuim der samenleving is, dat het dronkaards, onrechtvaar- digaards zijn, enz. Daar en boven, leggen zij in den mond van den werkman do volgende woorden: «Achteruit! weg, gij, bcknibbelaars, bespotters, beledigers van priesterschapAchter den priester zien wij God? en daarom langen wij de muts voor hem af! daarom omringen wij hem met eerbied. Nooit klaarder als nu hebt gij laten blijken, heeren schrijvers, hoe verre gij van de baan van ootmoedigheid en broederliefde afdwaalt en hoe belachelijk uwe aanmatigingen, uwe pretenties zijn. Overal en in alle omstandigheden wilt gij den meester spelen, wilt gij boven allen geerbiedigd worden; gij stelt u daaromtrent gelijk met God, en gij aanziet ons, wij wereldlijken, als uwe nede rige onderhoorigen, als uwe slaven, slechts goed om als hel schuim der samenleving, als dron kaards, als onrechlvaardigaards uit den weg te worden geruimd, zoohaast als wij ons verstouten durven uw gedrag, al was het slechts in politieke zaken, af te keuren. Meent gij dan, geestelijke schrijvers, dat wij De Veurnaar bedriegt zich grootelijks indien hij denkt dat wij onze gezegdens over de S.“ Pieters penning en de pauslijke nieuwjaarsgift hebben ge tracht te vcrschoonen. Wij bekreunen ons immers weinig over de goedkeuring onzer tegenstrevers. Neen, onze gezegdens vcrschoonen was ons in zicht niet: alleenlijk hebben wij willen doen uil- schijncn, hoe belachelijk de Veurnaar was ons. uit hoofde dezer gezegdens, met een proces le bedreigen. liet is echter te verwonderen, dal de schrijvers van dit blad, zij die zoo licht gekwetst zijn, en persoonlijke aanrandingen vinden in woorden waar er slechts kwestie was van de geestelijken in hel algemeen, zoo dubbelzinnig spreken l.° in hun nummer van 8r* dezer, over de gemeente- raadshecren, en 2." in hun laatste nummer, over de dischheeren. Hebben de schrijvers van den Veurnaar niet ge vreesd die heeren te kwetsen?oflrolseeren zij misschien onze bestuurders, om dat zij weten dat zij goedaardig en toegevend zijn Goedaardig en toegevend zijn is zeer loffelijk, doch alleen op voorwaarde, dat deze die er de voordeelen van genieten er geen misbruik van maken. Maandag laatst heelt le Oostende, de kiezing plaats gehad voor twee leden van den Gemeente raad, in vervanging van de heeren K. Vatilseghem en De Ceuninck. De Liberale Associatie stelde voor: de hoeren Aimé De Breyne en Aug. Pède. De liberalen hebben oenen schitterenden zege praal behaald. Ziehier den uitslag Stemmers Witte briefkens: Geldige id. Volstrekte meerderheid M. PEDE, liberaal kandidaat, bekomt M. DE BBEY.NE, id. Cranshof, klerikale kandidaat, Men mag zeggen dat dien uitslag de godsklop is voor de klerikale partij le Oostende. Dit zal haar weinig moed geven om den grooten strijd van Juni aan te gaan. En nu gebruiken onze hedendaagsche klerikalen wederom den naam van Geus als een schrikbeeld, om de eenvoudige menigte de vrees op het lijf le jagen en hel van de liberalen af le trekken. Gelukkig is hel onderwijs nu meer ver spreid en hij, die eenige kennis van ge schiedenis heeft, weet nu dal de Geuzen mannen waren die in ons land de vrijheid van geweten hebben voorgestaan, de spaan sche bloedhonden hebben bevochten. De Vreemdelingen. Sinds de mannen der klerikale partij zich in alles naar den pauselijken wil hebben geschikt; sinds zij, blind gehoorzaamde aan Syllabus en Encycliek, eerder strijders op staalkundig gebied dan ver kondigers eener leer van vrede en liefde zijn ge worden, verdienen zij den eenigen naam die hun past: het zijn voor ons vreemdelingen. Geenc gelegenheid laten zij voorbijgaan om de openbare rust le slooren, kwade driften te zaaien of de betrekkingen van ons land met andere mogendheden te vermoeielijken, en dit alleen om hunnen hoogmoed te verzadigen, uil happigheid naar eene opperheerschappij, die alle wetten maar zou erkennen, voor zooveel zij alleen er baal kun nen uit trekken. Het bewijs hiervan vinden wij weder in de dis cussie, die dezer dagen in de Kamer heelt plaats gehad, bij gelegenheid eener interpellatie over de woorden van den Paus nopens hel burgerlijk huwelijk. Het ministerie, gelijk men weet, heeft op dit punt eenvoudig den Paus en de Encycliek- vertegenwoordigers in onze Kamer verloochend; maar dal hel liberalismus door die schijnbare gematigdheid van hel ministerie zich niel late in slaap wiegen; integendeel, hel moei gestadig, volhardend werken om de klerikalen van hel be stuur le verwijderen, willen zij verhoeden dal ons land niet eindelijk een leengoed van hel alles op slorpende Valicaan worde. Inderdaad, de houding van ons ministerie stoot de klerikalen hevig legen het hoofd; zij eischcn dat de- Kerk alles, dal de Staal niets zij. Ook de Courtier de Bruxelles valt den heer Malou hevig ten lijve, omdat bij de raadsgevingen van den Paus zoo maar eenvoudig heeft in den wind geslagen, ca dat hij zoo verre is gegaan van op te treden als advokaat en verdediger van het grondbe- ginsel, door den Paus veroordeeld en in die grondwet geschreven door de liberalen van 1830, is iets dat wij niel hevig genoeg kunnen laken, nog luid genoeg betreuren. Hierdoor bovenmate gram, heeft M. Malou zich vijandig geloond aan de r»:. rechten der Kerk en aan die van den II. Vader, en hel blad hekelt den minister, omdat hij in 1875, op de tribuun de drogredenen is komen herhalen, waarmede de doctrinaire wetgevers in 1830, vóór hel Congres, de verplichting verdedigden, dat het burgerlijk huwelijk liet kerkelijke zou voorgaan. En die mannen durven zich de verdcdigeis der grondwet noemen, zij die alles opolferen voor den wil van een vreemdeling, van den Paus? .Men verlieze niet uil het oog wal al er in die kwestie van hel huwelijk verborgen ligt. Zij willen hierdoor in den staat eene caste vormen, die zou afhangen van Home en de Jezuïeten, en aan alle vervolgingen blootstellen de vrije mannen, die niet voor hen zouden willen bukken; al wie niet eerst en alleen, zijn huwelijk in de kerk zou lalcn in zegenen, zou aan de kaak worden gesteld als een gemeen boeleerder. En gelijk in al hunne instellingen, is de geld kwestie hier weder voor ken vangroot belang: bij hel burgerlijk huwelijk, zijn al de burgers ge lijk; bij het huwelijk in de kerk, moet de geld beugel uitkomen, het wordt de triomf der maatschappelijke ongelijkheid. Welke naam verdient dus de partij, die hare gedachten gaat halen in hel Vaticaan en bij den generaal der Jezuïeten, die onze grondwet en al onze vrijheden ondermijnt, omdat de Paus die vóór eenige jaren in den Syllabus doemde? Moet zij niet geschandvlekt worden door den naam van hem zelven, die haar hare daden en woorden inblaast? Dat zij den naam drage die haar toekoint; men hecle haar: de partij van den vreemdeling. Overigens, zij verbergen hun vreemdelingschap niet: In hunne kringen, is het ’s konings borstbeeld dal de eereplaats bekleedt? Neen, ’t is de Paus, de vreemdeling. In hunne vereenigingen, is de eere-toast aan den Koning? Neen, hij is voor den Paus, den vreemdeling. Wanneer er betwisting is lusschen de staats- en de pauselijke macht, aan wien offeren zij de Liberale Penning. Bericht aan de jagers Wanneer een jongeling wil jager worden is het geraadzaam eerst te leeren schieten op het kanon. De gelegenheid kan men te baal nemen bij het installeeren van renen kleri kalen ambtenaar bij voorbeeld, hoewel men ook bewerc aan de liberale partij toe le behooren. Men wint alzoo de gunst van dezen ambtenaar en van zijne vrouw; en is men later als jager gepakt op de landen van oenen anderen, Fyttc gaat bij Sissen-oom om alles effen le klappen, en aan het proces wordt geen gevolg gegeven. F. J. H.N. Nfr. 0-50 I>e tui-ln <ler clericalcn. Gemeente Kiezing t» Oostende. I. J-ini■".■"M»

HISTORISCHE KRANTEN

Het Advertentieblad (1825-1914) | 1875 | | pagina 2