I V - dal hij hem enkel goeden raad heeft gegeven, om zijne toekomst niet te bederven. Be eerste voorzitter M. Gerard, na ecne korte beraadslaging over het opstel van het arrest, spreekt hel volgende vonnis uit Overwegende dal M. Wéry zijne plichten van magistraat heeft miskend en zijn karakter gecom promitteerd; Veroordeeld hem lol eene maand opschorsing van zijn ambt. Als er is Belgie een voorzitter van eene recht bank is, fanatiek genoeg om de grondwet te over treden, heeft men toch den troost dal er nog moedige rechters in België zijn om die overtreding te straffen. I /.aak tVéry>Bou<*lici*. 'Zaterdag is voor het hof van beroep van Brussel, vercenigde kamers, M. Wéry versehenen, de voorzitter der rechtbank van eersten aanleg van Bergen, die den commies-greflier Boucher, in zijne bediening had opgeschorst omdat hij voor de kerk niet was gehuwd. De heer Wéry is een klein manneken, zonder baard en met een bril op den neus. Hij heeft do onbevoegdheid van het liof in deze zaak gcpleten. Be prokureur-generaal, die het ambt van open baar ministerie vervult, zegt dat het de eerste maal is dat een dergelijk feil aan hel Belgisch ge recht wordt onderworpen, sinds de Belgische nationaliteit is geslicht. De redenaar zegt dat M. Wéry schuldig is aan misbruik van gezag. Hij heeft M. Boucher eene straf opgelegd die door de wel niet is vaslgesteld, hij had als voorzitter het recht niet aan zijnen bediende eene tuchtstraf op te leggen omdat deze zijn huwelijk door de kerk niet heeft doen inze genen. De prokureur-generaal vraagt dat het hof M. Wéry voorloopig in zyne bediening zou opschorsen. De heer Wéry verdedigt zicli en zegt dal hij op het geweten van M. Boucher niet heeft gedrukt, de kopstukken en dc geleiders van hel liberalism zijn, die Marnix (een goddelooze) en zijne wer- ken vooruilzetlen en loven. Die kwaadwillige woorden vuren den haal aan der eenvoudige menschcn legen de liberalen, en bevatten eene grove lastering legen het wereldlijk onderwijs. 'Ziehier ons antwoord. Goddeloos zijn beleekenl eigenlijk hel beslaan van God loochenen, alle eerbiedbewiis lol de God heid gericht minachten, misprijzen, bestrijden. Zijn er wel goddeloozen in de wereld? Er kun nen er beslaan, doch wij twijfelen er aan. De geestelijke gazetschrijvers geven echter aan het woord goddeloos eene andere bctcekenis. Een goddelooze, volgens die hoeren, is een mensch die zich verstout de Roomsch-catholieke priesters te beknibbelen al was hel maar ingeld- of politieke zaken, die alle dc handelwijzen der priesters niet ten volle goedkeurt, die zich niet ten volle aan alle hunne cischcn onderwerpt. Zulke mensch noemen zij een verachtelijk schepsel, een ketter, een vijand van God, het schuim der samen- burgerlijk recht tegen de stoutmoedige indrin- leving, een wangedrocht lot de grootste misdaden bekwaam, dat men vluchten moet gelijk het vuur, gelijk de pest, en hatelijk moet maken lot in zijn huisgezin toe! Volgens de geestelijke gazetschrijvers, zijn alle tegenstrevers der ullramonlanender politieke priesters, zijn alle deze, die zeggen durven de burgemeester op hel stadhuis en de pastor in de kerk GODDELOOZEN Verschrikkelijk woord!.... Doch, laat ons zien. Er zijn menschcn die slechts voor ben zelven leven; die noch hunnen tijd, noch hunne fortuin aan hoegenaamd liefdadig werk toewijden; dieallijd misnoegd, onvriendelijk zijn en knorren, juist als of er geen God zou bestaan; in een woord, die hoe genaamd geene blijken geven, dal zij God liefheb ben en hem dankbaar zijn, dat zij hunnen even naasten beminnen uil liefde lol God. En nogtans, onder die menschcn vindt men er, die zeer hoog in achting slaan bij de priesters. Maar,.... zij zijn mouw-vagers van hunne geestelijke overheden, zij zijn klerikaal, zij stemmen voor de klcrikalen en werken voor de klcrikalen. Men vindt een ander slag van menschcn: het zijn geene mouw-vagers van priesters, noch kweze laars of pilaarbijters hoegenaamd, en zij bekom meren zich weinig met henzelven; in volle tevre denheid en dankbaar jegens God doorloopcn zij hunne levensbaan, zij mag met rozen zijn bezaaien, of met doornen beplant; zij trachten het goede te bewerken waar zij kunnen, en altijd zijn zij dc Goddelijke les indachtig bemint uwen even- mensch.» Dat zijn Godskinderen. En nogtans, vindt men er onder deze, die door dc geestelijken wor den aangerand, die als slechte menschen, als god deloozen, worden uitgescholdcn. Maar,die Godskinderen zijn liberaal, zij stemmen voor de liberalen en werken voorde liberalen. Als men nagaat voor welke redende geestelijke gazetschrijvers dc menschen goddeloozen noemen, als men inziet dat het alleenlijk is, om aan de libe ralen de achting hunner medeburgers teontnemen, en om aldus de nriesterpartij in de kiezingen te bevoordeeligcn, dan zal hel verwijtsel van godde- looze op de verstandige lieden weinig imlruk maken. Dc beschuldigingen tegen het wereldlijk onder wijs zijn evenmin gegrond als dc aanvallen legen de liberalen. Hel is eene zaak van concurrentie, van GELDELIJK voordeel, en niets anders. Dnnket Plereot. Dit feest beeft zaterdag te Luik plaats gehad in de zaal gezegd van de Renommee, ter cere van M. Piercol, die op eene zoo krachdadige wijze hel uj i’ gingen van de klcrikalen heeft verdedigd. Dc eeretafel bevond zich in hel midden der linker galerij en gelijkloopcud met den langen kant der zaal; twee andere eeretafels waren lood recht over de eerste geplaatst; vier tafels met dc twee laatste gelijkstaande en waarop insgelijks als op de anderen, 48 couverts stonden, waren aan de vreemde inschrijvers voorbehouden; 94 andere tafels, ieder met 12 couverts waren voor dc in schrijvers van Luik en der omstreken bestemd. Deze schikkingen, zoo gelukkig genomen, lieten aan iedereen toe zich op zijn gemak in alle dcelcn der zaal te begeven. Om half zeven ure, als de genoodigden hadden plaats genomen, deed de held van het feest, de achtbare burgemeester van Luik, M. Piercol, zijne intrede le midden van luidruchtige toejuichingen der gnnsche vergadering, toejuichingen welke werden herhaald, als de lieer De Rossius, lid van dc Kamer der Volksvertegenwoordigers, aan den burgemeester, in naam der luikschc vrouwen, een prachligen bloemtuil overhandigde, welke den- zelfden morgend nog van Nizza was aangekomen. De eeretafel was voorgezeten door den heer Braconnier, senator, voorzitter der liberale asso ciatie van Luik, aan wiens rechter zijde de lieer burgemeester Piercol zal; J. Anspach, burge meester van Brussel; de Looz, senator, kolonel der burgerwacht; Van Huinbeeck, voorzitter der liberale associatie van Brussel; Ed. Pécher, onder voorzitter der liberale associatie van Antwerpen; llamal, voorzitter van den provincialen raad van Luik; Orlmans-llauzeur, burgemeester van Ver viers; F. de Rossius, volksvertegenwoordiger. Aan zijne linker zijde bevonden zich mm. l’rère- Orban, volksvertegenwoordiger; Mascarl, onder voorzitter van de federatie der liberale association; Dc Wae), burgemeester van Antwerpen; Mouton, volksvertegenwoordiger; Oils, voorzitter der grondwettelijke maatschappij van Brussel; de Sélys-Longchamps, senator; Van der Taclen; voor zitter van het verbond der Geuzen van Antwerpen; Terdin, schepen der stad Luik; Delloye-Malhieu, burgemeester van Hooi; d’Andrimonl, volksver tegenwoordiger; Gallier, der liberale Associatie van Gent. Aan de twee andere eerelafels hebben de burge meesters der groote steden, de voorzitters en afgevaardigen der liberale association des lands plaats genomen. Dc heer Bieswal-Bricoult, vertegenwoordigde de liberale Associatie van Veurne. Bij hel nagerecht is M. Braconnier opgestaan en heeft den heildronk aan den koning in de volgende bewoording voorgesteld In iedere liberale betooging worden de eerste wenschee aan den Koning tocgesluurd. r> Belgen vooral, begrijpen wij het vaderland en den Koning in dc zelfde toegenegenheid. Tien jarcu zijn verloopcn dal Leopold II den eed aflegde van getrouwheid aan de Grondwet. Dien eed heeft hij ten volle nageloefd. Belg van 'nart en ziel, heeft hij op het heil van het vaderland gewaakt en is hij dc getrouwe be waarder der Grondwet geweest. m Wij welen dal de bewaking onzer vrijheden in zekere en eerlijke handen is, welke haar tegen eiken aanval zuilen verdedigen, van welken kant hij ook komen moge. Laten wij hem door onze toejuichingen een schitterend bewijs geven onzer onveranderlijke verkleefdheid. Al dc genoodigden staan recht, waaien hun servet, dc vrouwen hunne zakdoeken, en terwijl het muziek de Brabanponne speelde, werd het ge roep van: «Leve dc Koning!» met geestdrift herhaald. Eindelijk kwam alles weder in zijnen vorigen toestand; maar mei eens staat M. Frère recht en de toejuichingen worden herval, een drievoudig hourrah en het geroep van Leve Frère! be groeten den afgevaardigden van Luik. M. Frère, zeer aangedaan door deze betooging, drukt zich uit als volgt: w Ik dank u uil den grond des herten voor het gulhartig onthaal waarop gij mij op dit oogenblik uilnoodigt en waarover ik bewogen en erkentelijk ben. Ik tracht vruchteloos dc ontroering te ver drijven welke dit onthaal in mij doet ontslaan. Ik ben niet gewoon zulke feesten bijtewonen. Ik heb er nog schitterender noch aandoénlijker gezien. Hel is niet dal ik onverschillig ben aan zulke betoogingen der openbare denkwijzeik juicht ze integendeel toe en bewonder ze. Als men mannen van allen ouderdom, van alle standen, hunne verblijfplaatsen ziel verlaten, om zich te vercenigen, ten einde hunne hoop te ver sterken en zich tol den strijd voorbereiden welke hen tot dc zegepraal moet leiden, heeft men het recht te zeggen dat men op eenen vrijen grond leeft, welke vrije mannen voortbrengl. Ook, wanneer wij die groolsche tooneelen zien weike aan den rusleloozen moed, aan de ontembare krachtdadigheid onzer Antwcrpschc I vrienden te danken zijn; (toejuichingen) als wan neer wij op hunne beurt de Gentenaars hunne zegepraal zien vieren, vercenigen wij ons met hart en ziel aan de levendige vervoering die hel gansche land doet trillen. Ditmaal hebben de inrichters van het feest niet gewild, dat ik eenvoudige bijtreder van hun banket werd; zij hebben eenen oproep gedaan lot 1 die zclfsopoflèring waarvan ik naar mijn geweten, 1 niet opgehouden heb aan het liberalismus bewijzen te geven. (Toejuichingen, bravos). Zij hébben mij mijn gedrag van over 35 jaar herinnerd en gelast den heildronk aan den heer Piercot op te dragen, die, met de priesterheer schappij te beteugelen, de onvervreemdbare rech ten van hel burgerlijke gezag heeft weten staande te houden door de Grondwet geheiligd en de waarborg van dc openbare oide zijn. Het uur was geslagen om kalme betoogingen tegen die betoogingen te stellen, welke in den grond niet anders dan uitdagingen tot den burger oorlog waren en van aard om ons in de oogen van den vreemde le compromctteeren. De partij die heden het bewind in handen heeft, neemt hoe langer hoe meer stoutmoedige aanmatigingen, waarvan de eerste uitslag is ons met de vreemde gouvernementen in oneenigheid le doen leven. Ten gevolge van toegevingen, zijn de ministers die ons besturen er in gelukt ons tegen hel gevaar te bevrijden, waarmede de klcrikalen ons be dreigden, maar van dag tot dag verliezen wij dc achting en de genegenheid der volkeren die de macht der kleine natiën uitmaakt. Het regiem welke men ons wil opleggen, heb ben wij in dien Staat, welke gedurende vijftig jaren de schande en dc smart van Europa is ge weest, aan liet werk gezien en het is dit schouw spel van schande en smart dat men aan onze be volking wil opleggen. Uil dien hoofde zijn do bedevaarten ingericht. (Toejuichingen) Hel kleri kaal onderwijs beleekenl geheel en gansch: dal hel onze vrijheden verloochent en ons hel regiem van bet Romeinschc volk wil opleggen. Dc redenaar schetst vervolgens eene vergelijking tusschcn den Romeinschen Staal en die van Belgie, deze laatste gelukkig, voorspoedig en vrij, terwijl de andere in zijn Syllabus versmacht, voor altijd schipbreuk heeft geleden. De toestand, zegt M. Frère, is sinds de afkon diging van de pauselijke onfeilbaarheid veel erger geworden. De kaïbolijken die zochten de princie pen van den Syllabus mot onze vrijheden te ver zoenen, zijn als wilde dieren vervolgd, zij zijn ver nietigd geworden Er is nu bewezen dal opeen gegeven uur, op een bevel, op een wenk van den paus, eene groote partij zal opslaan om onzeGrondwel te vernietigen. Al dc middelen van invloed zijn naar dit doel ge richt. Wij hebben dus dringende plichten te ver vullen. Wij hebben, hetgeen ik eene nationale verde diging durf noemen, tot stand te brengen, want zij zal voor doel hebben de grondwettelijke princie pen le ontwikkelen en te ondersteunen. Hel werk zal traag en pijnlijk zijn. Het zal ons tot eenen ijveren strijd verplichtenEenigcn beelden zich in dat, als hel klerikalism is overwonnen, het begra ven is; zij bedriegen zich! Hel klerikalism is eene te schrikkelijke macht om le verdwijnen. Het gevaar is groot! Verheffen wij onze herten tol dc hoogte van hel gevaar, vergeten wijde ellen dige kleine twisten. Laten wij ons weerdig loonen van de groote zaak die wij verdedigen. In afwachting dat het liberalismus zijne posi tion weer beeft ingeriomen, stel ik de gezondheid voor van den achtbaren burgemeester van Luik. Warme toejuichingen, waaraan de damen deel 1 j I I

HISTORISCHE KRANTEN

Het Advertentieblad (1825-1914) | 1875 | | pagina 2