1
X.
i
I
David Deceuninck, nu Koning David, groeide op,
zooals zijnen goddelijke» Zaligmaker, in armoede
en gebrek, maar door de natuur mildelijk bedeeld,
werd bij, even als Daniël, Ananias, Mizaël en
Azarias, die zich ook mei moeskruiden voedden,
mei moessluilen, kloek, vel en slruisch.
naar Wulpen te draven.
Het oogenblik was nu gekomen om een besluit
te nemen. Hij móest naar bel seminarie, naar de
universiteil of achter de schapen!.... Hij kende
de schaapjes reeds zoo goed en de honden waren
hem reeds zoo gehoorzaam; doch helaas! hij wilde
geen schaapherder maar zielenherder worden
Hij had te verhevene gevoelens om schapen te
hoeden, en 't waren geene honden die hem moes
ten liefhebben.
Het hoofd gebrek, de hoovaardij, verminderde
echter niet, toen Baas Jan van Lefl'mghc, David t>».
coadjutor te Wulpen benoemde!.... Was Koning
David coadjutor van Wulpen ofwel was hij Wulp-
sche coadjutor?....
Dit weien wisselden vele katoentjes in het alge-
Druscovich, de detective welke t’Kinl de Rooden-
beke, voor den rechter van Bowstreet heeft ge
bracht, is een der fijnste policiemannen van Enge
land. Sedert verscheidene jaren is hij lusschen-
gekomen in al de vervolgingen, waarin het belgisch
gerecht eenigzins belang had. Men herinnert zich
nog de gewichtige rol,die hij speelde inde zaak
van Risk-Allah; hij is hel die een der voornaamste
getuigen van de beschuldiging was.
De tijd kwam om naar de school te gaan; hij
van uitmuntendheid bekomen. Koning David'liep
jaren en jaren naar liet collcgie van Veurne dal
voor naam heeftBisschoppelijk Collegia der Onbe
vlekte Ontvangenis van Ome Lieve Vrouw (sic), hij
werd er gratis onderwezen en kreeg den kost van
brave rnenschen, voor wiens zoon hij zorgde.
Zoo sukkelde hij voort, tol dat hij zijne lalijn-
sche klassen geëindigd had. In de vakantie ging
hij zijnen vader helpen de schapen wachten en hij
kreeg eten bij den boer.
Over cenigen tijd, toen Koning David’s bloed
verwante cene Paul bedreven had, die zij door liet
huwelijk hersteld heeft, donderde hij hevig tegen
de vleescbelijkc begeerten en de schande die er
voor eene familie uilspruil en hij ging zoover, aan
zijne bloedverwanten zijn huis te ontzeggen. Is hel
nu geene schande voor zijne familie! Hij die alle
belöflen gebroken, zijn priesterlijk kleed bezoe
deld, eene zuivere maagd bedorven, een braaf
meisje verleid en eene achtbare familie in rouw
en weedom gedompeld heeft?
O Judas der Judassen!
Men leest in den Echo du Parlement: Eenige
dagbladen hebben een gesprek medegedeeld, dal
de koning zou gehad hebben met de bestuurders
der Sociélé Générale, nopens de zaken der Bank
van Belgie. Wij zijn in staal te verklaren dat dit
I verhaal geheel en al onwaar is en geen der be
stuurders de eer heeft gehad door den koning te
worden ontvangen.
van hun land; dal is de koophandel, de nijverheid;
dal zijn dc brave kleine werklieden die krediet
noodig hebben en vallen doorde schuld der groole
foefelaars; dat zijn de nederige renteniers wier
spaarpenningen van dertig jaren arbeid in eenen
dag verslonden worden.
In de wereld vindt men vele domme bewonde
raars van die geheimzinnige fortuinen; en zelfs die
lie len aanzien de rnenschen die leven met werken
en sparen als dwazeriks. Genieten en schitteren,
al ware ’nel slechts voor een oogenblik, is de
hoogste kunst; eerlijk door dc wereld komen zou
dan niets meer zijn? Hel hoogste genot is dan den
eigendom van anderen verbrassen en al lachende
honderde familien ruïnceten en in ellende wer
pen... De roofvogel heeft medelijden met het
bieken en de mier, wal echter niet belet dat zij
hen verslindt als zij op jacht gaal naar aas.
De politieke bewegingen, de partijstrijden ver
kleinen nimmer ee i volk. Integendeel zij zijner
noodig; de luiheid ontaardt den mensch; en de
stilstand eener natie verbastert geheele volkeren;
Even als de woeste baren en tijen der zee er noo
dig zijn om hel bederf der wateren te beletten, zoo
is dc volksbeweging eene noodzakelijkheid voor
een land, dat anders alle zedelijke kracht en eer
gevoel zou verliezen.
Wee! de natiën die zich enkel bekommeren om
goud en stoffelijke» voorspoed; dat zijn leekens
van verval, en een volk dal zedelijk verloren gaat
is de achting niet waard.
Nog den onderpastoor van
Itnvickliovc.
In den }Vcslvlam'm<j van zondag laatst,
treffen wij de volgende levenschets aan
van dezen held, welke men ons verzoekt
aan onze lezers te willen mede doelen.
Zij is verschenen onder den titel van
ikotstitstg- david.
Eenige bijzonderheden nopens Koning David, ge
wezen coadjutor te Wulpen, weggeloopen onder
pastor van BAVICKHOVE.
In 1836, werd te Veurne, seklie Bewesterpoort,
gehucht den dijk, op 50 meiers afstand van de
Adinkerkebrug, in een klein huisje, een kind ge
boren, aan welk peter en meter den naam van
David gaven. Leo Deceuninck zoo heette de
vader van bel wichtje was schaapherder en gaf
ten allen tijde blijken van liet keurig beoefenen
van zekere palriarkale deugden, die zoo ruim
schoots aan zijnen zoon medegedeeld zijn gewor
den. Maar, laten wij dc dooden rusten en houden
wij ons met den katoenspinde!* bezig.
Een jaar nadien, werd Koning David leerling in
hel groot seminarium van Brugge, deed er zeker
goede en brillante studiën, ingezien den schoonen
uitval, en werd priester en zielenherder gewijd,
toen hij meer dan 30 jaar oud was.
Van zoohaast hij de zwarte kleedij aangetrokkén
had, bemerkten al de rnenschen dat bij verwaand
en trotsch was. De huichelaar had tol dan toe
onder den dekmantel der zaligheid de verdorven
heid zijns harten kunnen verbergen.
meen en sommige'schoone biechte kinderen in hel
bijzonder
Altijd is het zeker dal hij goede wulpsche diens
ten bewezen heeft, aangezien hij over eenige
maanden uil Bavickhove naar Wulpen is genood
geweest om eenen groolen uitvaart te celebreren.
I>c der bunk, van Helgic.
Sedert het vertrek van den bureeloverste der
Bank van Belgie, heeft men zich dikwijls afge
vraagd boe hel kon komen dat t’Kinl de Rooden-
beke gedurende zooveel jaren ongestraft zijne
bedriegerijen kon plegen. Te dier gelegenheid
vertelt men een welenswaardig feit, waarvan de
echtheid gewaarborgd word. Verleden jaar, op
eene der vergaderingen van de maatschappij der
Aclions-Réunis, deed een der bestuurders op
merken dat de aandeelen der kolenmijn Monceau-
Bayemont, cene der zekerste nijverheidswaar-
dijen die ter beurs van Brussel verhandeld worden
op dat oogenblik legen eenen belrekkelijk lagen
taks gekoleerd waren. Hij stelde de maatschappij,
welke reeds een zeker getal dier actiën bezat,
voor, er nog te koopen. Het voorstel werd aange
nomen en bevel aan eenen wisselagent gegeven,
om Monceau-Bayemonts te koopen. Becds 's an le-
rendags berichtte dc wisselagent dal hei hem ge
hikt was 200 stuks te koopen. Grootc verbazing
van al de bestuurders, die geloofden dat de.
Monceau-Bayemonts onvindbaar waren, h n minste
in zulke groole hoeveelheid. Zij begrepen niet dat
men zich ontmaakte van eene zoo goede waarde,
tegen eenen koers welke zij als te laag beschouw
den. Zij beproefden den verkooper te kennen,
alsmede de reden waarom hij zich van die waar
den ontmaakte. Deze opzoekingen bleven zonder
uitslag. Wel is waar kwam het geenen der be
stuurders in den geest onderzoek te doen naar de
action, die zij in de Bank van Belgie ter bewaring
hadden gegeven. Dit onderzoek zou hen oumid-
dellijk aangeloond hebben dal dc 200 Monceau-
Bayemonts, welke men had aangekocht, juist
degene waren die in den beruchte» en voorlaan
historische» toren lagen, en waaruit t’Kinl de
Roodcnbeke ze ontvreemd had.
pen, en op den hoop toe nog den pauselijken
zegen.
Zekeren morgend had don Carlos zijn kwartier
verlaten, en was bij in Spanje, waar hij zich als
koning opdrong en alles te vuur en te zweerd
stelde.
De pauselijke zegen bracht hem geen geluk bij;
want na een groot getal rnenschen vermoord en
uitgeplunderd te hebben heelt don Carlos den
moed moeten opgeven; als een lafaard heelt bij
zijn leger in den steek gelaten, om er zelve met
behouden vel af te komen.
Misschien zal hij ook wel gezorgd hebben dal
zijne kas gevuld is, om in Amerika op wal beteren
voel te leven dan op zijn kwartier in Parijs.
N’eept tochhij was zonder fortuingeen
van de oolijkstc; maar hij kreeg eenen goede t
protecleur, eenen fijnen schooier!.... Deze prolec-
teur ging, liep, vroeg en schooide zoolang, zoo
verre en zooveel dat David te Rousselare geraakte.
Hij deed er do filosofie die hem lol de vuilcsotie
leidde.
Ken gezegende gelukzoeker.
Don Carlos heeft Spanje verlaten en is langs
Frankrijk en Engeland gekomen, van waar hij naar
Amerika zal oversteken.
Na meer dan drij jaren burgeroorlog gevoerd te
hebben, heelt die gelukzoeker zijn leger in den
brand gelaten, mei hetwelk hij wilde overwinnen
of sterven.
Zoo schreef hij ten minste over eenige weken
nog in zijne proclamatie».
Wij zeggen gelukzoeker, en inderdaad, over
eenige jaren woonde de spaansche sire te Parijs op
een kwartierzoo arm als Job en niet meer
wetende van wal hout pijlen maken.
Doch ziel, op eens komt hij in de gratie der
jesuieten; deze verschaften hem geld en manschap-
Wal het wangedrocht, dat David Deceuninck,
heet, in Bavickhove uitgezet heelt, is reeds ten
deele bekend gemaakt geweest. Hel overige zal
ook uilkomen en uilbazuind worden. Elk een moet
zulke feilen kennen en welen.
Sedert Koning David bij de Zwartjes is ingelijfd
geworden, had hij alle plichtgevoel voor zijnen
ouden vader vergeten; dikwijls was hij in Veurnc-
stad bij dc eene of andere smulpartij, maar zelden
slak hij over naar het kleine huisje waar hij hel
daglicht zag, en waar vader Leo met eene zijner
dochters nog woonde. Zelfs in zijn vaders dood-
ziekte, toen Koning David reeds zielenherder te
Bavickhove was, vergenoegde bij zich met op cene
i uur afstand naar zijn vaders toestand te verne-
i men!!! Hij had immers niet teveel tijd om eens
Verrijkt u! verrijkt u!
Verrijkt u! jaagt de fortuin nadal is de kreet
van dc geheele wereld, iedereen heelt er hel oog
op gevestigd, zonder eens om te zien naar de mid
delen. Wij beleven inderdaad, zegt hel Weekblad,
cene eeuw waarin de aanbidders van bel gouden
kalt ontelbaar zijn.
Veel weg is er afgelegd geworden in dc baan
van hel valsche beursspel en de schande en de
oneer die er op volgen, sedert een koning, die den
naam bad van eerlijk man, de geldaristocratie ge
voegd heeft bij deze van den edeldom en hel ver
sland; en dat zijn minister, M. Guizot, wiens
strenge zeden men prees, lol de Eranschen ge
zegd heeftverrijkt u
Óns landeken lijdt ook aan dien kanker; Belgie.
zoo rijk door zichzelvcn, zoo werkzaam en zoo ge
roemd om de vlijt, hel gezond verstand en de
rechtschapenheid zijner bevolking, heelt zich in de
armen geworpen der verleidende en verderfelijke
schoone met name de dorst naar goud. Mannen
die door hun verstand, de eer en dc roem des
vaderlands hadden kunnen worden, hebben zich
dolzinnig in die onzuivere zee geworpen, in af
wachting dal zij er in verdrinken, want het mag
geen waar zijn: groole dieven ziel men loopen
en de kleinen ziel men knopen!» Zij moesten
prachtige paleizen bezitten, lichte vrouwen onder
houden, zwemmen in alle de genoegens eener val
sche pracht die heenleidt tot hel hospitaal, hel
gevang, dc oneer. Alle middelen zijn goed voor de
lieden die door deze koorts bezeten zijn.
De godsdienst zelve werd door hen niet geëer
biedigd en bet verkristelijken der kapitalen heeft
hel leeken gegeven toldien wilden jijcht naargeld,
om hel te verbrassen in drinkpartijen, te vereten
aan tafel in gezelschap van lichtvinken met lodde
rige oogjes, opgetooid met diamanten zoo groot
als een ei.
Men wil hedendaags schitteren kost wal kost;
jnm zal iedereen in pracht overschaduwen zulks
njg zonder te werken, zonder zich over te leveren
aan dien harden arbeid die onze vaderen gekend
hebben. Men vraagt lieden die schandige pracht
aan dc gelukkige speculatie» van eenen dag, aan
de slimme loeren van bel beursspel. Alzoo zalmen
gedurende eenige jaren in al de genoegens zwem
men, maar gestadig met den afgrond der ruïne
voor de voeten, waarin hel kunstig opgebouwd
kaartenhuisje op bet einde moet verdwijnen.
Zoo die dwazen enkel zichzelven ten onderen
brachten, zou het kwaad niet erg zijn; maar wat
met hen yerloren gaat is de faam van eerlijkheid gjuj lang, en nooit heeft hij hoegenaamd één prijs
I
1
I
I
I
I.
I
1
1
I
I
I
I
I
I
I