in slêe van hoogmoed. Cedonulli. BKIcriknlc ootmoedigheid» Christus was de ootmoedigheid reive: als een arme heeft hij willen geboren worden; als een arme heeft hij geleefd, alle wcreldsche eerebe- wijzen, alle wcreldsche pracht versmadende; als een arme heeft hij willen sterven. Hoe volgen onze priesters zijne Goddelijke lessen? Laat ons zien. Vooreerst, hoe rangschikken zij zich onder de bedienden en de beambten! Slaan wij den provin cialen wegwijzer van Brugge open, die uitgegeven wordt, onder de geestelijke goedkeuring, en wij zullen er in zien, dat de priesters er aan het hoofd staan van ’s lands beambten en bedienden. De bis schoppen, de pastors en onderpastors staan er boven de ministers, boven den KoningüSchoone ootmoedigheid De.bisschoppen doen hunne woningen paleizen noemen, zij versieren zich met juweelen, en gelijk de prinsen geven zij zich den naam van Monseigneur. Schoone ootmoedigheid Altijd en overal trachten de geestelijken zich boven een ander te verheffen: op de straat, in openbare plechtigheden, in familiebijeenkomsten beklceden zij gaarne de eerste plaats, en alhoewel zij noch onder de geleerdste, noch onder de deftigste belgische beambten mogen gerekend worden, geven zij zich den titel van eerwaarde. Zoo noemen zij zich altijd «de eerwaarde pastor», de eerwaarde onderpastor», en gebieden aan de kwezels en kwezelaars hun voorbeeld te volgen. Schoone ootmoedigheid In iedere gemeente is de pastor gaarne cene soort van kasteelheer, die door zijne levenswijze aan de buitenlieden ontzag inboezemd en aan wien men eer bewijst. Daarom bewoont hij gaarne het schoonste buis der gemeente, daarom, gelijk de grooten, drinkt bij dagelijks wijn, daarom, gelijk de kasteelheeren, heeft hij gaarne hel groot woord te zeggen in de gemeentezaken. Schoone oot moedigheid 1 Wanneer een pastor in cene nieuwe gemeente zijne intrede doet, moet alles met de grootste plechtigheid geschieden; men moet hem stoets gewijze inhalen, voor hem moeten de klokken luiden, hel kanon bulderen,de vaandels wapperen, en ’s avonds moeten de dorpelingen ter zijner cere hunne huizen verlichten. Schoone ootmoe digheid In de kleine steden en in de dorpen bestaal hel loffelijk gebruik al de personen die men ontmoet te groeten, en gemeenlijk trachten de jongste de beleefdheid der oudste te voorkomen. Doch de nieuwemodeschc priestersen bijzonderlijk de jonge seminaristen, laten zich eerst groeten. Schoone ootmoedigheid! Niet waar, lezers, dat onze priesters opperbest de lessen van hunnen Goddelijkcn meester volgen? Dikwijls hebben wij gezegd, en hel is niet zonder belang hel van tijd tot lijd te herhalen, dat de priesterpartij zich zeer weinig mol de stoffelijke belangen onzer streek en stad bekommert. Dit is maar al te waar. Het kan haar inderdaad weinig verschillen of men door nuttige werken pogingen aanwend om onze streek in voorspoed te verkeeren, of men bij voorbeeld welhaast de Moeren aan den steenweg van Veurne op Bulscamp zal verbinden, of men toch eindelijk de Loovaart zal voltrekken, of men het binnendringen in Veurnambachl van het zee water zal beletten, of er maatregelen zullen ge- genomen worden om bet Loo-leege van gedurige overstroomingen te bevi ijden, enz. enz. De kopstukken der priesterpartij bekommeren zich even weinig met de verbetering der Statie- plaals van Veurne, met de herstellingen der open bare gebouwen onzer stad, met de trottoirs, met de riolen, met het onvoldoende lokaal der meisjes school, met nieuwe verbeteringen aan de wegen, enz. enz. Alle deze zaken zijn de kleinste hunner bekom meringen. Wat de priesterpartij vraagt is de meesterschap. De meesterschap in de Kamer en Senaat, opdat de bisschoppen aan de ministers zouden kunnen gebieden; -de meesterschap in de buitengemeenten, opdat de pastor er burgemeester zou kunnen spelen; de meesterschap in Veurne, opdat de geestelijken, hunne inrichtingen en hunne crea turen er in ruime male zouden kunnen bevoor- deeligd worden. Dal de priesterpartij zich geenszins met de stof felijke belangen onzer streek en stad bekommert, zullen wij heden door een nieuw feil doen uit schijnen. Hel is aan hel meererideel onzer lezers bekend, dat onze senatcur Dubus, gansch door huiselijke tegenspoeden ontmoedigd, sedert ccnigen lijd be sloten had zijn ontslag als senatcur in te dienen. Wanneer de klerikale kopstukken dat vernamen waren zij in groote verlegenheid. Geeft M.r Dubus zijn ontslag, zegden zij, dan is M.r Bchaeghel voorzeker gekozen, dan zien wij onze meerder- heid in het Senaat, waar zij reeds zoo klein is, nogmaals verminderen. Dit moest belet worden, geene pogingen wierden hiertoe gespaard, en, door lusschenkomsl van hooggeplaatste personen, heeft eindelijk M.r Dubus er in toegestemd senatcur te zullen blijven lot het einde van zijn mandaat, doch op voorwaarde, dat hij in hel senaat niet meer zal verschijnen. Het is dus door de schuld der priesterpartij dal de bijzondere belangen onzer streek en stad in hel senaat, sedert meer dan twee jaar, geenen ver dediger meer hebben, en dal wij de diensten moeten missen, die de ijverige volksvriend M.r Be- haeghel ons als senatcur te Brussel zou bewijzen. gelijk de politieke priesters, die altijd stouter en stouter worden, mag men niet goed zijn; tegen zijne aanvallers moet men zich verdedigen; oog voor oog, tand voor land. Wal meer is, een priester, die zijne heilige zending van vrede en broedermin vergeel, is geen priester. Hij, die uit loutere zucht naar de heerschappij, zijne medeburgers hatelijk maakt en lot den bedelzak tracht te brengen, ver dient niet gespaard te worden. Waren de liberalen maar zulke goede jongens niet, hadden zij maar meer hair op hunne landen, volbrachten zij maar krachtvol hunne politieke plichten, welhaast zouden do priesters zich de hunne herinneren, welhaast zouden zij, alsook hunne vuile klerikale gazetten, de menschen in rust en in vrede laten. Ingezonden Artikel. SUITING VAN HET TOONEELKINDIG FESTIVAL. Zpndag 7 januari, had de leste vcrloouing plaats van het looneclkundig festival. Hel was de speel- beurt van de Kruisbroeders van Kortrijk en deze maatschappij, wij mogen hel vrij zoggen, heeft hel feesl op cene waardige wijze gesloten, nicl tegen staande hel slecht weder, de schouwburgzaal was nogmaals goed bezel. De vcrloouing zoo als na gewoonte begon met een schoon muziekstuk uilgevoerd door de konink lijke maatschappij van S.“ Cecilia. M.r en Honckaert, alias de verwarring van den regen scherm en den wandelstok, was hel eerste stukje van hel programma. De uiloeffenaren M.' Verniers en Mej. Daeneu hebben uitmuntend hunne rollen gegeven; zij wisten zoo veel zwier cn natuurlijk heid in hun spel te brengen dal hel een vermaak I»e Veurnaar In neclci-laiulwclie tnal woede. Er zijn boeken en dagbladen, die ik uiterst zel den lees, omdat ze door diepte van gedachten en keurigheid van uitdrukking zulk een indruk maken op mijn geest dat ik gedurende eenige dagen vol slagen ongeschikt ben voor allen arbeid. Onder de dagbladen ’l valt licht te raden staal ons Feur- naartje op den eersten rang. 1 Doch ik had hooren gewagen van zekere kritische I taalgeleerde beschouwingen over een brief geschre- I ven door een, mijner vrienden, en hopende wat nut te trekken uit de les nam ik DEN Veurnaar ter hand, niet zonder eenig aarzelen, maar gedwon gen door mijn wceilust. Ik sloeg de nieuwjaarsgiften aan Pius IX Paus cn Honing maar over en begon met den eersten regel: «Het Advertentie-bladje is over van blijd schap(M’hên op ’t orgeltje êspecld en ên héd êzwegen en ên is oyer van blidschap naar hós êgaan.Zooals men ziet is over zijn van blijdschap reeds de eerste regel van hel zuiverste neder- landsehuil de Veurnaar Lees maar Gon-’ science, Zellernam, Vander Cruyssen, Snieders (die katholiek is: bon point) en de geniale De Koninck, die bel menschdom verlost, kortom alle nederlandsche schrijvers cn ge zuil zien hoe ze met voorliefde de uitdrukking: Over zijn van blijd schap gebruiken. Gretig uitziende naar andere mij onbekende spraakwendingen sprong ik eenige lijnen verder; Men moei letten wie de beschuldigingen doen. Letten! Wal is dal?Mijne kennis der Veurne- sche taal helpt mij voort. Maar heeft hel nederland sche letten de noodige belcekenis om in die zinsnede te kunnen gebruikt worden. De Veurnaar sprak. Een woord gewonnen voor de taal. Vooruit! Jammer dat lijd en lust mij ontbreken om alles woord voor woord nauwkeurig na te gaan. Wie weel hoeveel pcrelen ik in mijne overhaasting met de voeten treed. Mijn dank, mijn warmsten dank nochtans aan DEN dichterlijkEN woordenrekken- dEN Feurnaar voor hel weinige dal Ik gevonden heb. ('K hei-je die nu zovele en's êgeven; ’k mengen toch zeker wel hier en daar een laten vollen van de woordiges een, mijn, enz. 01 die en’sê klinken nic schopnc. ’T zin groote schrivers die T ook zeggen. Tol heden dacht ik dat levende wezens alleen iels of iemand verfoeiden. Doch ik leer dal ook de chris- tene leering cn dckalholiekc leerstelsels verfoeien. Dal koml me zoo vreemd voor als: de hoornen eten gras..Dat is zeker een dichterlijke vrijheid. Ik dacht ook niet dat de geuzen in het algemeen vrijdocners waren in ’t olgemeeno. hé! driedub bele Frurnaar); maar dal de katholieken over het algemeen prullen uitventen. ‘Vooruit! vooruit! Ik zou mijn tijd verpraten in die lusthof van bevalligheden. Ha! Dit nog: Hat deze van u die niet gezondigd heeft den eersten steen werpe!» Zegt: waar is daar de taalfout? Wie spreekt van taalfouten? Dat noem ik integen deel cn ditmaal in allen ernst zijne taal uit muntend spreken. Diit begrijp ik en bovenal ik ver geet het niet. Christus hoeft ook gezegd: Foor gij op l strooi- ken wijst dat in uw buurman* oog steekt, weer toch den balk uit het uwe. Laat ons als brocdreii bandelen; ik gedenk uwe spreuk, gij, de mijne, Veurnaar. En nu treed ik met heilige aandoening den wonderlcmpel binnen waar dio schatten van taal geleerdheid cn wijsheid rusten. Na driemaal goed geademd te hebben, begin ik- Er is zeker nog niemand lot VeurneOei-jc me zide! 'l is nog keé 6 veumaare die wilt goe 1 vlamsch schriven cn die glooft dal 'l goè vlamsch oltid en ovcrol 't verkeerde is van us vlamsch. Waarom zegje nic «te Vcurne in de plekke van lot, die zo zwaar is os én houtlanschc boer dio naar hus gaal van de kiezing. 01 is ‘l da me toe Vcurne ook ol te mets zeggen te, te is goê vlamsch.) En lol? Dal schijnt u misschien aangenamer! Tot I heden wist ik nicl dal ge zooveel smaak liadt; ge zult bekend worden tol in de inaan. De stijl verheft zich: «....de uitstekende hoedanigheden en de buitengewone geestbegaafdheid die M. Ildefons onderscheiden cn hem de plaats van secretaris te Veurnc (tol Vcurne!) verwierven. Zijne gaven verwierven hemZiedaar een taalvorm, he? Ik of een ander zou gezegd hebbenDoor hunne uit stekende hoedanigheden (de katholieken hebben gewoonlijk instekendc hoedanigheden cn wijde zakken) en hooge geestesgaven verwierven dc heeren Van Hec en Bies walhetgeen gij weet, kiezers. Maar neen, de Frurnaar is boven de ge wone stervelingen en zegt liever: de domheid en oimoozelheid der kiezers, die niet stemden voor den verdraagzaamste!! en besten der menschen, verwierven hun eenen eeuwigen roem. C'est j beaucoup plus élégantI Ik zal niet verder gaan in het opzocken der nieuwe en bevallige taalvormen door den Veurnaar gebruikt. Ik wil den schoolmeester niet spelen en zal eindigen met dc volgende opmerking Zoo M.' I. zijn stijl zoo goed niet verzorgd heeft en de puntjes op de i’s of ij niet gesteld, dan was het heel waarschijnlijk om zich op de hoogte te stellen van hel Veurnaartje. Opdat alles in vrede zou eindigen, ziehier: En van harte gegund Wal is dat, zult ge zeggen! Wel, de puntjes die M.r I. verga’op zijn ij’s te stellen. Geve God dal ze verzachtend werken op uwe ontstelde zinnen Ge stelt nochtans nog lans waarom da je raclelt) niet ook altijd de puntjes op de i’s, hé! deugenictje uitmuntend in zoetvloeiendheid van taal en hangende bi de leugens. En nu om te scheiden nis goede vrienden, ben ik u nog een nicuwjaarwensch schuldig. (Om te doen lijk nander). Ik wcnsch uik wcnsch u,heu! niet veelgezond versland genoeg omnooit in hetzelfde nummer op de eerste bladzijde te zeggen: Wie van u zonder zonden is werpe den eersten steen wanneer ge van zin zijl die schoone leer van Christus op 3c tweede brutaal weg te overlreden. Of meent ge nog zonder zonden te zijn na mijne aanhalingen uil uwe kolommen, spreek een woordje cn op lijd en stond zal ik wel andere pereltjes visschen. Vergeel ondcrtusschen het slrooiken cn den balk niet, cn is hel cene ware behoefte voor n les te geven in nederlandsche taalkunde, oh! ik weel een heerlijken arbeidBoep allo pastors en kape laans tol u. want eiken zondag leveren zij uil dc hoogte hunner stoelen der waarheid de zui verste en vcrschcidensle staaltjes \an gewcsl- spraak (1). Beproef daiiraan uwe krachten, o mijn dichterlijke meester, en tracht dal de herders der zielen die Godes woord verkonden ten minste zoo goed hel neêrlandsch spreken als de landcnmces- I Iers die hunne fleschjes op de markt verknopen, t Ik wcnsch u fierheid in slêe van hoogmoed. I Fa/e (I) Z>« <le verslagen a(d*»lin<. °”r ktt laatst Ntdtrlulich UaleonfrM. D«rd»

HISTORISCHE KRANTEN

Het Advertentieblad (1825-1914) | 1877 | | pagina 2