C. Demolder. Ons antwoord op liet artikel van liet Leugenaartje, betrekkelijk de begraving van l)r Bouten, ver schuiven wij lot een andermaal. aangeboden heeft aan de gemeente ovcrheyd, om dag en ure te stellen voor zyne begraving; alsdan hebben wy voor de burgerlykc begraving den tweeden dag len vier ure s’morgens na zyn over- lyden vastgesteld. De mondvrienden en kennissen van den overleden doeloor Bouten hebben daags na zyn overleden eene vergadering in het sterfhuis gehouden en hebben rond den avond door de dienstmeid van den doeloor voornoemd laten weten dal zy het lyk van hunnen vriend op onze gestelde ure niet wilden laten volgen dal hun ge stelde tyd om s’morgens ten acht ure was. Voor stel die ik aanveerd heb. Ik heb van hel begin af, bevel gegeven aan den putmaker van den lykstoot al de kerkhof barrière in den ommegang te laten komen en nooit heb ik gedacht van de lykkist over den kerkhof muur te doen werpen zoo gy schrijft hel is ook logentaai dal 20, 30, 50, 100 menschen met geweld de kerk hof barrière tegen den grond gingen leggen, geen een mensch van al die tegenwoordig waren hebben my iets gevraagd, geen een heelt bedreiging ge daan wat meer is de kerkhof barrière was loege- steken en niet gesloten, waarom zoude ik uyl benauwheid dat ik bleek wierd alsdan hebben doen opendoen zoo gy al liegen schrijft De lijk meesters van den doeloor Bouten na de politie beambte te doen wachten van s’morgens ten acht ure lot s’namiddags ten 3 t/2 ure hebben als dan tyding van Veurne ontvangen, dat niemand der kennissen of scheijnvrienden wilden komen om eenen lesten vaarwel op het lijk te zeggen. Onmiddelyk is er een man die sterf liuisbewaker aangesteld was my komen vragen alwaar zy op hel kerkhof met hel lijk mochten komen, heb hem ge antwoord al de kerkhof barrière aanstonds is de lijkstool aangekomen, en als het lijk ter aarde be steld en de grafpüt opgevuld was, is hel houten kruis op de grafplaats gesteld geweest nog een keer logenlaal dat ik niet wilde hel kruis op de grafplaats laten stellen. Wat myne onverschilligheid betreft van mynen hoed niet afgenomen te hebben by deze burger lijke begraving, my dunkt dat een beambte der politie dal niet moet doen....... Wal de vragen en antwoorden op uwen cate chismus aangaat, en de plichten van eenen burg meester, ik geloove dal ik ten minsten myne plich ten, wegens mynen evenmensch en als Burgmees ter kenne, en er aan volkome; als dezen die den art. in het Advertentie-blad ten mynen laste ge schreven heeft. Ik moet u zeggen dat de schijnheiligheyd van myne tegenstrevers groot is, maar als de vos de passie preekt hel is te zeggen boer wacht uwe ganzen. Ik hoop Mynheer dat gy myn recht van ant woord eerbiedigen zult met dezen brief in uwen eerstkomende nummer te aanvaarden. Hertelykc groelenis. Vroeger gaven de prieslersgazelten alleenlijk den naam van geuzen aan eenige vooruitstrevende liberalen ven Antwerpen, Gent en Brussel, die den naam van geuzen hebben aangenomen. Doch heden geven zij dien naam aan al de liberalen zonder onderscheid. Het Leugenaartje volgt dit voorbeeld na, en zegt niet meerde liberalen van Veurne, van Alveringhem, enz. maar wel: de geuzen van Veurne, van Alveringhem, enz. De liberalen zijn dus al geuzen, het zijn de priestersgazelten die het beweren, en volgens de priesters, zijn de geuzen de grootste ketters die er te vinden zijn. Paaschtijd nadert. Hoe zullen de biechtvaders de liberalen, de geuzen, de aartsketters ontvangen? Op die vraag zullen wij ons onthouden een bepaald antwoord te geven; nochtans, daar wij overtuigd zijn, dat in meest alle omstandigheden de priesters de politiek boven den godsdienst plaatsen, denken wij dat zij met de geuzen zullen handelen gelijk met onze grondwet. Onze grondwet, gelijk gij weet, lezers, is ver oordeeld door den Paus, doch zij is nog niet veroordeeld door de priesters, of ten minste zij durven hel nog niet openlijk bekennen, om reden, dat dit hun te nadeelig zou zijn in de kiezingen. De liberalen, de geuzen, de ketters zijn geëx communiceerd door den Paus, en nochtans is het waarschijnlijk, dat zij met paaschtijd met toege vendheid door de biechtvaders zullen aanvaard en geabsolveerd worden, juist gelijk de pilaarbijters. Moesten de priesters aan al de liberalen de absolutie weigeren, welke opspraak zou dit niet lijden, en hoe nadeelig zou het niet zijn voor het gezag en hel profijt onzer zielenherders. Gezag en profijt, heerschappij en geld, die voor- declen zullen zij zoo gemakkelijk niet opofleren. eerlijke handeling der Mcelingparlij; nooit nam zij hare toevlucht tol bedrog en vervalsching; eerlijk en waardig heeft zij altijd hare talrijke zegepralen behaalt. Wal onbeschaamde leugenMetis immers be wezen, dat, onder het burgemeesterschap van den heer Van Put, de Meeting hare zegepralen alleen lijk aan de valsche kiezers te danken had, en dat het hof van beroep van Brussel er met honderden heeft van doen afschrabben. Altijd het zelfde stelselliegen wij maar op 1 Ouf! het is uit! Wat zegt gij nu nog, lezers, van M.r den Burge meester van Alveringhem? Is hel geen fijne cadé Is zijne redenering niet diepgrondig? Waarschijnelijk zal hij gezegd hebben, ’k zal 't Advertentie-bladje eens op zijne plaats zetten, en aanstonds heelt hij al zijn verstand bijeenge schaard en ons hel bovenslaande letterkundige ge wrocht doen geworden. Waarlijk, men zou beter de ganzen wachtendan zich bezig te houden met zulke brieven te schrijven. En wat is nu eigenlijk hel antwoord van C. Dcmolder? Hel is niets anders dan een staalke van trotsch- heid en hoovaardigheid. En wat blijkt er uil dal merkwaardig gewrocht? Er blijkt uit den brief van den burgemeester Dcmolder, dal hij den heer l)r Bouten wilde doen begraven om vier ure ’s morgens, bet is te zeggen nachts, en dat hij zijnen hoed heeft opgehouden wanneer eenieder, in een plechtig oogenblik, zich het hoofd had ontdekt. Deze feiten alleen rechtvaardigen al wat wij ten laste hebben gezegd van den heer Dcmolder; zij bewijzen dal hij zijne plichten als burgemeester niet begrijpt, dat hij een mensch is zonder wel- vocgelijkheid en zonder hart. Er blijkt ook ui', den bovenslaanden brief, dat er een kruis op het graf was geplant onmiddelijk na de begraving. Wie heeft hel kruis weggenomen, en wat heeft de burgemeester gedaan om deze grafschennis te bestaligen en de dader ervan te ontdekken Waarom wilde de burgemeester Dr Bouten ’s nachts doen begraven en wie heelt het hem belet? Is het waar dal de burgemeester gedurende de begraving, als al de aanwezigen eerbiedig en blootshoofd een gebed lazen, zijne cigaar voort smoorde Is het waar dat Dcmolder verboden heeft ccne verhevénheid op het graf te maken, niettegen staande dit te Alveringhem een algemeen gebruik is en de grafmaker voornemens was hel te doen? Indien hel waar is, dal de burgemeester het bevel had gegeven van het begin af dal hel lijk langs de kerkhof barrière moest gedragen worden, hoe komt het dan, dat hel gerucht in Alveringhem was verspreid dat de kist over den kerkhofmuur ging gezet of geworpen worden en dal men wel wezenlijk hiertegen heeft geprotesteerd Is het waar, dal de burgemeester niets van deze protestatiën heelt geweten Is het waar, dal er kennissen en vrienden ('scheijnvrienden, zegt Demolder) van Veurne op de begraving waren uilgenoodigd, en dat, gelijk het Leugenaartje zegt, de geuzen van Alveringhem den woensdag naar de omliggende sleden en dorpen gezonden hadden, om de geuzen bij te roepen Dat zij den donderdag weder naar Veurne zonden en meer aandrongen bij hunne vrienden, opdat zij naar Alveringhem zouden komen? Dat de geuzen eene manifestatie wilden oprichten tegen den eerw. heer pastor en de geestelijken, tegen den katholieken burgemeester en zijne partij? Op al deze vragen zullen wij inlichtingen nemen en er ons in ons volgend nummer mede bezig houden. Het artikel over de burgerlijke begraving van den heer Bouten hebben wij geschreven volgens mondelingsche verklaringen van wege verschei dene geloofwaardige personen, doch hebben wij dwalingen begaan, wij zijngenegen ze te herstell. ii. Wij willen de waarheid schrijven en d. \on.- waarheid. Wij moeten de zaak niet vergn, noch verzwaren, want zij is waarachtig genoeg door haar eigen, en bewijst ten oiervloe dal de burgemeester van Alveringhem, het prof. sorsgazetje en geheel hunne kliek, vol haal en wraakzucht zijn tegen alwie liberaal is. En die kwezelaars noemen zich: christelijke menschen Kamer. De Kamer heeft dinsdag hare werkzaamheden hernomen. Aan de dagorde was hel wetsontwerp betrekkelijk de onbevaarbare waters. Een artikel dal lol langdurige discussie aanlei ding heeft gegeven, is hel kuischen der water- loopen, die volgens hel gouvernement door de zorgen der gemeenten moeten worden gedaan en volgens de midden-sektie door de oeverbewoners. De Kamer heeft het ontwerp aanveerd van den minister van binnenlandsche zaken, die voor de onbevaarbare walers, dezelfde wetgeving aan- veerdl als voor de buurtwegen. Die beraadslaging wordt voortgezet. Wat eene geuzenbaldadigheid kost, roept het Leugenaartje uit, en maakt de sommen bekend, welke door de Antwerpsche klerikalen, die ten gevolge der onlusten van 13 juni 1876 schade hebben geleden, worden gevraagd. Vragen is ge makkelijk, en menige eischen zijn zeer overdreven. Wij zullen later de sommen opgeven, welke dooi de tribunalen zijn toegeslaan geworden. Deze sommen zullen niet hoog loopen. Hoe groot zij ook wezen mochten, zeker is het, dal de «geuzenbalda digheid» van 13 juni, oneindig min zal gekost heb ben dan de klerikale plunderingen van 1830, dan de gruweldaden en wanbedrijven der Antwerpsche furie. Runderpest De minister van binnenlandsche zaken heeft den volgenden omzendbrief gestuurd aan de gouver neurs der provinciën Brussel, 12 februari 1877. Heer gouverneur, Het bestaan der runderpest in verscheidene na burige landen, heeft hel gouvernement aangedreven om maatregelen te nemen, door de wel van 7 februari 1866 voorzien, om le trachten de in voering dier plaag te vermijden: deze maatregelen worden mol alle wenschelijke strengheid uitgo- voerd, en hol is te verhopen dat ons land er ver schoond zal van blijven. Nochtans, met liet oog op de uitbreiding die de ziekte onlangs in Duilsch- land en in Engeland gekregen heeft, is hel noodig hel geval le voorzien dal zij in ons land zou drin gen, en ons in slaat te stellen spoedig de brand punten van besmetting te dooven die zonden kun nen voorkomen. Te dien einde zijn nieuwe veror deningen en nieuwe onderrichtingen, welke de vroeger in deze genomen schikkingen en volledi- gen bereid en deze zullen u later medegedeeld worden om er des noods gebruik van te maken. In afwachting geloof ik de aandacht der inwo ners uwer provincie en dor veeartsen te moeten inroepen op het gedrag dal zij te houden hebben. Hel is noodig dal de houders van vee hunne dieren onophoudelijk bewaken, en, van bij de verschijning van welk toeken van ziekte ook, den naastbij wonenden veearts raadplegen. Indien deze eeiiigen twijfel over den aard der ziekte heeft, of wel als hij de runderpest erkent of gelooft te erkennen, dan moet hij onmiddellijk in het naburigste tele- graafbureel hel feil met eene dringende depeche bekend maken. Hij zal insgelijks een telegram zenden om u van hel feil te onderrichlen Ik zal onmiddellijk bevoegde personen gelasten zich Ier plaats te begeven om den wezenlijken aard der De zeer katholieken heer Burgemeester van Alveringhem, doet ons de oneindige eer aan ons den volgenden epistel toe te sturen, in antwoord op ons artikel over de burgerlijke begraving van doctor Bouten. Wij deelen dit merkwaardig stuk mede gelijk het geschreven is, letter voor letter, en laten aan hel zoo vernuftig en slim Leugenaartje de zorg over er de fatiien in te zoeken en natezien of de ponctuatie en de stippen op de i’s of ij’s goed gesteld zijn. Ditmaal is het geen Secretaris, Leuge naartje, maar wel een Burgemeester van eene aanzienlijke gemeente; een uwer man nen: een zeer katholieke. Ziehier den brief: Alvehixgjiem den 22 febrnarius 1877. Mynheer de opsteller van het Advertentie blad te Veurne, Met eerbied verzoek u myn antwoord op den art. de burgerlykc begraving van den beer Bouten gewezen doeloor te Alveringhem, in u blad n' 60 van zaterdag 17 februarius lest, ten mynen laste geschreven; in uw naaslkomende nummer tc wil len mededeelcn, om de verantwoordelijkheid zoo gy zegt die op my weigt te logenstraffen met voor het openbaar de waarheid te laten kennen. Ik heb gezien dat de zinking van het lijk van den doctoor Bouten bepaalt was op den dag na het overlyden om vier ure s’namiddags dit is valsch. Aangezien niemand van zyne bloedverwanten zich

HISTORISCHE KRANTEN

Het Advertentieblad (1825-1914) | 1877 | | pagina 2