Daarop antwoorden wijT is om van de Belgen een onwetend volk te maken, een geslacht van domkoppen te kweeken, onbekwaam zich los te worstelen uil de klerikale dominalie, die vijand is van den volkswelvaart, de vrijheid en de verlich ting. Mag dat zijn? Neen!.... Wij hopen wel, wij be trouwen dal de liberalen krachtdadig voor het burgerlijk onderwijs zullen zorgen, moet hel zijn, nu bij middel van den schoolpenning. .Maar later, als zij aan hel bestuur des lands teruggekeerd zijn, moeten zij voor elke school, door de klcrikalen afgeschafl, tien nieuwe scholen bijstichten, ja zelfs twintig. En dan moet daar het middelbaar onderwijs kosteloos voor allen zijn. Ten dien prijze alleen kan de verkwezeling des lands bestreden en België nog gered worden. Liberalen, vergeel dat niet 1 Ingezonden A.i*tikelH. Eggewaertscappelle, 11 september 1877. lieer Uitgever van hel Adveutextie-blad. Gij zegt in uw nummer van 8“ dezer, dat de Eggewaertscappellenaars gelachen hebben met de ongevallen der congreganisten van Veurne, tijdens hunne laatste reis naar Oostacker-Lourdcs. Dit is de waarheid, Mijnheer. In al de ongeval len, benauwdheden, appelflauwten en tribulalies van uwe christelijke congreganisten en van hunne herders hebben wij hier eenen duim gevet, en ge zegd 't is wel besteed Gij moet welen dat wij hier van gevoelen zijn, Vinchem, den 13 September 1877. Mijnheer de Uitgever, Over eenige weken nam ik de vrijheid in uw geëerd blad de onderscheiding te doen kennen, welke te beun viel aan twee onzer ingezetenen, Karel Marquis, landwet kcr en Jozef Voss, schaap herder, die in belooning hunner langdurige ge trouwe diensten en eervol gedrag, door hel Staats bestuur. met de wcrkers-decoralie van 2dc klas vereerd werden. Ter dier gelegenheid drukte ik den wensch uil, dal hel gemeentebestuur de over handiging dezer decoralien met alle mogelijke plechtigheid zoude doen geschieden. Welnu, Heer Uitgever, mijn wensch is ten volle volbracht. Hel gemeentebestuur van Vinchem heeft geloond hoe hel nederige werklieden weet te vereeren, en hel is om zijne loffelijke handelwijze te laten ken nen, dal ik u bid dit kort verslag van het feest in uw geëerd blad over te nemen. T was zaterdag, 8" dezer, do dag van hel feest. Om 5 ure namiddag vereenigden zich ter herberg van sieur Arseen Chacrcl, de gemeenteoverheid en de schaapherder J. Voss. (Karel Marquis was uil hoofde van onpasselijkheid in de onmogelijkheid het feest bij te wonen). Hel muziekgenootschap van Wulveringhem, dat zoo bereidwillig zijne medewerking tol dit feest verleende, kwam de gemeenteoverheid en den ge decoreerde ter dezer plaats af halen en leidde hen, onder het spelen van schoone pas-redoublés, naar hel gemeentehuis, waar er aan J. Voss door den lieer Burgemeester, in naam der gemeente, den cerewijn werd aangeboden. Na lezing van hel koninklijk besluit, dat aan I Marquis en Voss de wcrkers-decoralie verleent, 1 nam de heer D. Verfaillie, burgemeester het woord, en wcnschte, in cene welgepaste woorden, namens het gemeentebestuur, den gedecoreerde hartelijk geluk over de zoo wel verdiende belooning, welke hij kwam te ontvangen, en drukte de hoop uit, dat die vercering cene aanmoediging zou wezen voor allo dienstboden en werklieden, om de voorbeel dige dienstvaardigheid en verkleefdheid van Mar- Men leest in al de klerikale gazetten zonder uit zondering, de volgende uitdaging: De gemeenteraad van Mechelen heeft cene prijs- bare en loffelijke daad gepleegd, door op te hou- den een kollegie te ondersteunen dat niets goeds voorbracht, dal professors zonder leerlingen en leerlingen zonder God bezat. Deze daad van kloekmoedigheid zal niet eenig blijven, en overal waar dezelfde omstandigheden zich voordoen, hopen wij wel dat men zal handelen volgens de belangen der gemeenten en bestuurden. Ziedaar de uitdagingskreet der klerikale gazet ten. Oorlog aan het onderwijs, men wil in ons land een geslacht van domkoppen kweeken, volgens het historisch woord van M. De Decker. Onze tegenstrevers, zegt het Weekblad, spelen hier een gevaarlijk spel, waarbij zij meer kunnen verliezen dan winnen. Zij dreigen hel staats- en gemeentelijk onderwijs overal af te schaften, van de lagere scholen af tot de universileiten toe. Het burgerlijk onderwijs kost te veel. Ei! de klcrikalen zullen hel gratis voor niet doen. Ook zien wij alom eene massa kloosters uit den grond oprijzen. Is het om meester te worden van hel onderwijs der jeugd Ongetwijfeld Betaal uw onderwijs zelf! roepen de kle rikale» den liberalen toe. Schiet in uwe beurs, maar gij zijt er te pinger toe, niet waar. «Tc gierig!» De uitdagingskreet wordt reeds beantwoord. Zij zijn wel onvoorzichtig, de kleri- kalen, zij werpen olie in het vuur. Ah! gij wilt het wereldlijk onderwijs afschoffel). Goed, zeggen de liberale dagbladen, maar wij ver wachten van u, klerikale», ook de opoffering van de voordeelen en privilegiën die de kerken en de geestelijkheid genieten van wege den Slaat, de provinciën en de gemeenten. Deze bedragen mil joenen. Offert ze open dan zullen wij de milde klcrikalen loeren kennen. Inderdaad, zij zitten nu zoo schoontjes bij het vuur de handjes harlelijk te warmen, ten koste der belastingschuldigen. Verwacht niet! zegt een klerikaal blad, dal wij zullen verzaken aan de vette hulpsommen die de kerken, de pastorijen, de torens, de sacristie» genieten; wij geven de vrijstelling niet op met welke do geestelijkheid bevoorrecht is voor den militairen dienst, de burgerwacht, de hoven van assissen; wij weigeren afstand te doen van de privilegiën der kerkfabrieken, seminarie», bisdom men, enz., enz. En, voegt een kristelijk blad van Gent er nog bij Moesten de liberalen eens willen ONZE voorrech- ten, profijten en privilegiën afschallën, dan, ja dan zou de kat op de koorde komen: DE KATIIO- LIEREN ZOUDEN WEIGEREN DE CONTRIBUTIEN AAN STAAT EN GEMEENTE TE BETALEN. Allo! dat is schoon, niet waar; dat de liberalen aldus spraken, gewis werden zij als revolution- nairen uitgemaakt. En echter, ziel cons, de libe ralen worden nu als vcrstootelingen overal behan deld en zij blijven trouwe burgers. Zij vragen geenc voorrechten hoegenaamd, slechts hel gemeene recht. Maar neenzij worden verslooten voor liet volksonderwijs, de openbare plaatsen, de voor deelen der staatsuitgaven; in een woord er is geen recht voor hen. Integendeel geniet de klerikale partij van duizende privilegiën en profijten. Men kan dan gtmakkelijk mild zijn, ’t is ten kleinen koste. Eiwelen de partij die vel wordt bij middel van privilegiën, dreigt nu het openbaar onderwijs in al de steden af te schaliën. Waarom? Uit spaar zaamheid, zeggen de klerikale gazetten. dal alle deze, die hunne eigene streek niet onder steunen, geene menschen zijn van 'l rechter bedde en de straf verdienen van de verdwaalden, die elders vruchteloos geluk en troost gaan zoeken, die in hun eigen huis te vinden zijn. Waarom, als O. L. Vrouw van Lourdes te Egge- wacrlscappcllc wenscht vereert te worden, twintig uren ver gaan loopen? Waarom, zonder noodzake lijkheid, geld verreizen en aan vreemde den pen ning jonnen? Waarom niet getracht O. L. Vrouw van Lourdes-Eggewacrlscappelle in groole repu tatie te brengen, hetgeen eene goudmijne zou zijn voor onze gemeente en een onschatbaar voordeel voor gansch onze streek Dal O. L. Vrouwe in Eggewaertscappelle gaarne vereerd wordt, mag, noch kan men niet betwisten, want zij doel hier veel wondere werken. Hoe menige jonge vrouw, hoe menige dochter, hoe menig jongeling, die reeds alle hoop hadden opge geven, zijn bier niet getroost geworden? Het is waar, in Eggewaertscappelle is alles veel eenvoudiger als te Oostakkcr, en wij hebben hier geene fontein. Maar, rechtzinnig gesproken, wat eerbied kan men hebben voor het fonteinwater van Oostakker? Het is water uil eenen gracht, dat opgepompt wordt in eenen bak; van daar komt hel langs eene gedekte buis naar beneden, loopt in een putje, waar de melaatsche menschen hunne wonden in afwasschen, keert naar denzelfden gracht terug en wordt nogmaals opgepompt. Hier in Eggewaertscappelle, als den toeloop nog wal vermeerdert, zal men oprecht Lourdcswatcr verkoopen in 't groot en in T klein, zuiver fontein water, gevloeid uil de rotsen van het fransch Lourdes, waar O. L. Vrouw in persoon versche nen is. Gij zegt ook, heer Uitgever, dat de Eggewacrls- cappellenaars spreken uil intrest, uit baatzucht. Gij hebt niet al het ongelijk, doch het is niet uil intrest alleen dat wij spreken, maar ook in hel be lang van uwe christelijke congreganisten, die be vallige schaapkens, die zoo gelukkig zijn als zij met hunnen herder een uitstapje mogen doen. Eli wel, de onkosten en de moeilijkheden der reis in acht genomen, kan de Veurnesche kudde gemakkelijker tienmaal O. L. Vrouwe naar Egge waertscappelle komen vereeren, dan eenmaal naar Oostakker. Verhopende, Mijnheer, dat gij de Eggewaerts cappellenaars geene Geuzen meer zult noemen, en dal gij de bedevaart naar onze gemeente meer en meer zult recommandeeren, groet ik u met ware christelijke gevoelens. A’en Eggewaertscappellenaar, K. 0. verlaten hebben, om als egoïsten een lui en onbekommerd leven te kunnen door brengen, onder voorwendsel van God aan te bidden. Wij hebben van liet gebed van luierik- ken niet noodig; want hun gebed behaagt niet aan God. Wij, werklieden van allen stand, arbei den op de wereld met moed en vlijt en eerlijkheid, om brood te verdienen; ons werken behaagt aan God, want werken is het beste et) aangenaamste gebed dal men aan God de groole werkman, de Schepper der werelden, kan toesturen. Laat ons godsdienstig zijn; maar met rede; want God heeft ons de rede gegeven om het kwade van het goede te onder scheiden, om ook te kunnen oordeelen dal overdreven godsdienst fanalismtis is, en dal de kloosters door overdrevenc gods dienst opgericht de plaag zijn der katho lieke landen. De klerikale gazellen, lol hel Leugenaartje toe, die altijd het licht trachten onder den domper te houden, do waarheid verdraaien en gestadig de menschen bedriegen, leggen zich nu toe om aan hunne lezers te doen gelooven, dat de kerk zich niet verrijkt, dal de kerk bijna niets bezit, dal de goederen die aan geestelijke gestichten toebehoo- ren, en die men goederen noemt van doode hand, omdat zij nooit van eigenaar veranderen, in België onbeduidend zijn. Dal men dit wijs make aan onnoozele menschen, die aan alles geloot geven wat eene klerikale gazel schrijft, of wal een priester hun vertelt, zeer goed; maar de professortjes denken toch zeker niet dat de verstandige lieden de verklaringen van hel Leugenaartje voor evangellie nemen, dal zij ge looven dal de kerk zich niet verrijkt, noch zich niet tracht te verrijken? Indien onze tcgenslreveis in die meening verkeeren, dan zijn zij grootelijks mis. Alwie de zaken van nabij beschouwt en klaar ziel is overtuigd, dat de geestelijkheid, dat de kerk, schat-rijk wordt, en dat er niets is waar op zij zich meer toelegt, dan op het vergroolen van baren rijkdom, omdat zij den wereldschen rijkdom als het beste middel aanziet, om overal hare op permacht te vestigen en uil te breiden. Hel Leugenaartje beroept zich op de statistiek en haalt cijfers aan. Maar die cijfers zijn bedrie- gelijk.en mets is gemakkelijker dan het te bewijzen. In Veurne, bij voorbeeld, zijn de geestelijke lap en het bisschoplijk eollegie met als kerkgoederen ingeschreven. Do geestelijke tap is ingeschreven, zoo als men weel, onder den naam van den heer Kembrycn van twee andere geestelijken, en het bis schoplijk eollegie onder den naam van twee zus ters van ons hospitaal. Kwamen nu de heer Hem- bry en eene dezer zusters te sterven, zouden de bovengemelde goederen gedeeltelijk overgaan aan de erfgenamen der afgestorvenen? Geenszins: van heden af zijn er schikkingen genomen opdat die goederen, welke wezenlijk kerkgoederen zijn, aan de kerk zouden blijven. En gelijk hel in Veurne is, zoo ook is hel elders. Overal vindt men geestelijke gestichten, kostelijke gebouwen en landerijen, die, in schijn, toebe- hooren aan bijzonderen, maar die, in wezenlijk heid, de eigendom zijn van de kerk. Kon er cene rechtzinnige statistiek gemaakt worden van al de goederen, die, in ons land, aan de geestelijkheid toebebooren, men zou verbaasd slaan over haren rijkdom. En is het te verwonderen dat er hier over ge klaagd word, als men ziet dat de kerk met dien rijkdom nog niet voldaan is, maar gedurig nieuwe middels inricht om geld af te schooien en af te persen, om goud op goud te stapelen, terwijl, langs oenen anderen kant de kleine burgerij haren toestand ziel verslechten, en de armoede, onder de werkende klas, dagelijks toeneemt. Niet alleen de liberale gazellen, maar alwie waarlijk menschlievend en godsdienstig is, laakt en misprijst de geldzucht dei kerk, en beklaagt, dal de politiek, die de geestelijken naar de opper macht doel streven, bun hunne heiligste plichten doel vergelen, en hen ten volle van den weg, door Christus bewandeld, doel afdwalen. Wic <le lekkere Iteetje» in lielgie? Ni!. fl---

HISTORISCHE KRANTEN

Het Advertentieblad (1825-1914) | 1877 | | pagina 2