I A I. J. K. L. O I F Men moet slim zijn om aan 'l schotelke te blijven. Volg maar liet voorbeeld van zekeren minister uwer partij. Maareen twijfel, ongelukkiglijk voor u. Zullen de Bulscampsche kiezers zich zoo altijd laten misleiden Zullen zij, hel naaste jaar, hunne ganzen niet wachten'' Overdenk dit met mij, heer burgemeester, enlot wederziens. bukken. Dat lol onderging Hendrik IV, keizer van Duitschland te CanossaToen waren zij vol daan, dal wil zeggen, meer vergden zij niet; maar zij wilden als dusdanig in de wereld alléén blijven liccrschen en den volkeren wellen stellen. En als dan ergens eene nog niet verplette kiem van ka- lakler, fierheid en zelfbestaan gedijde, als eenige veel menschlievendcre leering als die van Home’s euvelmoed ergens ondersteuning vond en onver saagd de slem dierf reppen, dan voerde de dweep zuchtige vorsten hel onverbiddelijk bevel des dwingelands uit, en hel zoogezegd onkruid smoor de in strooinen bloeds en in martelpijnen. Dal leert ons de geschiedenis, jaDat vinden wij in de historiebladen mei onuitwischbare trekken gegrift. Dal waren de middeleeuwen, niets dan vervolging en geestesdwang. En moet hel dan nog verwonderen dat ecus toch de maal van geduld en onverschilligheid des volks vol was 1 En dat hel groole kwaad met schrikkelijke straften geboet werd Wal vinden wij ten huidigen dage in de wissel valligheden der volkeren en de koortsige wrokkige woelingen der maatschappij’ Zullen wij nog langer in hel verleden staren’ Zal eene erns tige, onpartijdige overweging van hel heden ons niet bovenmate bewijzen dal hel alweer dezelfde vijanden zijn die strijdvaardig staan en elk oogen- blik handgemeen kunnen worden’ Is hel alwéér de verdraagzaamheid niet welke door de eischen der ullramontanen niet langer ontzien wordt! En zal men nog aarzelen le bekennen dal die ijlhoofdige gezindheid maar één doel beoogt, dal is de volstrekte, alomvattende allecnhcerschiiig, de kwellende dwingelandij der middeneeuwen. Zien wij die niet in al de landen der wereld twist en tweespalt zaaien’ Zien wij die niet openbaarlijk legen de grondwet optreden en op de heiligste rechten der familie heur kwijl uitspuwen Geeft acht, vrijzinnige en weldenkende lieden! Hol oogenblik is gewichtig; de beslissende strijd tusschen het verleden en de toekomst wordt lieden geleverd! Woest vrijmoedig, wecsl edelmoedig, leent de behulpzame hand aan de baanbrekers der volksbeschaving door onderwijs, aan degenen die zich voor u, voor uw nageslacht opofferenAan u is de toekomst! Maak u der toekomst, en de toekomst uwer waardig --- Ikon lirlef vim..... Much. Woensdag namiddag, hebben wij eenen brief onder aanbeveling ontvangen, dragende voor op schrift: van wegens Eduard Maes, antwoord aan het Advertentie-blad Ditmaal hebben wij hem aanveerd, daar wij er seffens de herkomst van kenden. Wij drukken hem hieronder letterlijk over, omdat wij in ons leste nummer zegden, dal wij bereid zijn de antwoorden van Maes te aanveerden, onder voorwaarde dat zij op eene betamelijke wijze opgesteld zijn. Nu, gezien de groote dienstwilligheid van Maes ons in alles le voldoen; Gezien de betamelijkheid van zijnen brief van heden; Gezien bel denzelfden brief is, welken ons per deurwaarder is toegestuurd geweest, maar dat hij merkelijke groole veranderingen en uitlatingen heeft ondergaan BESLUITEN WIJ Den brief zal in ons eerste nummer overgedrukt worden, en zullen wij onze lezers over liet groot genie van Maessens schrijvelaars laten oordeelen. Zie hier dit fameus stuk, door eene vreemde hand geschreven maar door Eduard Maes eigen handig geteekend. Hetgeen ons toegezonden is ge weest, schijnt een professorsgeschrifl te zijn en, is goedgekeurd doorMaes Mijnheer de Uitgever van het Auvektemie-iilaii. In mijn laatste» brief heb ik u laten hooren dal ik nog bereid was, gebruik le maken van het recht, mij door de wet toegekend; gij hebt het willen ondervinden. Gij geeft mij de gelegenheid mijn vas ten wil le bewijzen. Ik voor mij, zal niet achteruit gaan. Ik heb maar een woord, en slacht onder dal punt geenzins van sommigen die voor een oordje geld en wat bedreigingen, hun woord van eerlijk man zouden eten, ten anderen, T zijn goede geesten die wederkceren, zegt hel spreekwoord. Gij hebt nog eene andere manier gevonden om mij aan te duiden op uwe tweede bladzijde, eerste en tweede kolon, gij spreekt van mij onder den naam van «denderden persoon, den heer»; want al de reclamation legen de kiezerslijsten waarvan gij spreekt, zijn door mij ingediend. Gij hebt gelijk gehad mij dezen naam te geven, wanneer ik nog recht had in uwe gazel te schrijven nu kan ik uwe lezers verwittigen, dal ik die man ben, en zoo zul len uwe lezers, en hel publiek welen van wien er in hol vervolg zou kwestie kunnen zijn, opdat ik iederen keer recht zou hebben te antwoorden, als gij mij onder dien naam bedoelt. Uw correspondent X schijnt te willen zeggen, dat ik een groole dommerik ben, «een groolen ajuin» omdat ik overlijd vanjaren mijn geld inde Lagrands heb verloren; ’t is wel le zien, dat uw correspon- I dent nog niet al te lang in Veurne woont, of ten minste geene lange memorie heeft, anders zou hij daaruit niets besloten hebben. Gij zijl gij nog le jong, mijnheer de Uitgever, om daarvan kennis te hebben, maar die oude liberalen, die grijs gewor den zijn in hel liberale kamp, moeten toch welen, dat er hij de liberalen, en dan nog tusschen de kopstukken zijn, die ook in de Lagrands een schoon sommeke verloeren hebben. Ik ben maar van hove niers afkomste, en heb geene hooge studiën ge daan, zoo kan het gemakkelijk gebeuren dal ik be drogen wierd. Maar hoe komt het dal zekere hooge en lang gestudeerde liberalen, die ieder een zou kunnen namen zich even dom hebben laten in den Lagrands-zak steken Zijn zij dan ook dommerik- ken, en allergrootste ajmns’ Ik zou dat toch niet durven zeggen. (1) Laat ons nu van andere zaken spreken, mijnheer de uitgever van 7 Advertentie-bladje, gij schijnt te Iriomfeeren omdat deurwaarder Despodl eenen brief geteekend heelt, waarbij hij verklaart nooit Mijnheer Behaeghel gesommeerl te hebben, om de stukken waarvan er kwestie was le teekenen. Lel wel op van niet le haastig triomphe te zin gen. In uw eigen blad hebt gij u zelve» van leugen tal overtuigd. In uw blad van 13 October, op de 3d* bladzijde, l,u kolom, daar hebt gij in groole letters gedrukt, dat Mijnheer Behaeghel nooit den deur waarder Despodl gehoord heeft|of gezien. In uw nummer van 20“ October, l,u> bladzijde, 2de kolom, zijl gij reeds gedwongen uw woord le (1) Grove personaliteit van zes regelen uitge laten door Mass. veranderen, en moet gij schrijven dal M. Behac- ghcl voor sommatie nooit den deurwaarder De spodl gehoord heelt of gezien. Er is een merkelijk verschil, tusschen hel een en hel ander gezegde, en gij bekent, zonder hel misschien le vatten, dal gij zelf uwe lezers grove leugens hebt opgehangen. Ik weel wel, dal er moeite is gedaan geweest, omdat gij de tweede maal zoudt kunnen drukken gelijk de eerste maal; maar ongelukkiglijk voor u, alles is mislukt. Uw correspondent X kent waar- schijnelijk waarvan ik spreken wil, maar gij, M. de Uitgever, en zeker toch uwe lezers kennen geheel dal historietje niet, daarom wil ik zelf hel voor den dag brengen. M. Behaeghel was in het geheel niet te vreden, dat die gebeurtenissen zoodanig in het publiek loopen, en wilde den Veurnaar en mij ook cens voorgoed den mond stoppen. Wat dan gedaan’ hij doet den deurwaarder Despodl komen en vraagt dal hij eene declaratie zou teekenen, waarbij hij bevestigt nooit M. Behaeghel gesommeerl le heb ben. Geen woordetje meer mocht er in geschreven slaan. Alsdan had uw correspondent mogen slaan de houden dat M. Behaeghel nooit den deurwaar der Despodl had gehoord of gezien. Jamaar de deurwaarder Despodl, weigerde stellig zulkdanige declaratie te teekenen. Men kwam dan van weder zijde over: de deurwaarder zou teekenen op con ditie, dat hij er mocht bijvoegen dal hij twee stukken genotificeerd had, welke M. Behaeghel geviseerd heeft. De plannen waren ten deele gebroken. Doch men zou niet trekken uil hetgeene men had verkregen. Uw' correspondent X heeft in groole letters doen drukken nooit gesommeerd hopende dal het overige niet zoude bemerkt worden. Inderdaad velen en geheel velen van uwe lezers hebben maar aandacht genomen op nooit gesommeerd, en met u, over de Veurnaar en over mij triomphe gezon gen. Gelukkiglijk heb ik recht van antwoorden en kan ik uwe blijdschap een weinig intomen. Bij gevolg al hetgeen ik in mijnen brief over deze zaak schreef, was louter waarheid, en de leuge naar die waart ge: gij en uw correspondent. Maar zult ge zeggen, de Veurnaar heelt hel woord gesommeerd gebruikt, dus de Veurnaar is met leugens bevonden. De Veurnaar, M. de Uit gever, heeft mijne verdediging niet noodig, hij staal man voor zijn zelven; wij zullen dan enkclijk uitschrijven wal hij drukte in zijnen nummer van 24 October. Maar toch zien wij ecus of wij leugenaars zijn, ofongelijk hadden van le schrijven dal M. Behae- ghel gesommeerd is geweest’ Wal konden de kalholijken begeeren, ais zij eenen deurwaarder naar den Burgemeester zonden’ Was het alleen- lijk om eene notificatie te doen’Zij zouden wel dwaas moeten zijn, om geld aan eenen deur- waardor te hangen voor een enkele notificatie, als de wet het geenzins vereischt. Als men legen eene onwettige inschrijving reclameertmoet men geenen deurwaarder naar hel stadhuis zen- den; men heeft het handteeken van M. Behaeghel of ’lis gelijk welken burgemeester niet noodig: er is geene notificatie vereischt: het sink moet ook door den burgemeester niet geviseerd wor- den; dit is slechts dan vereischt wanneer men eene inschrijving op de kiezerslijsten vraagt. Bijgevolg waarom hebben de kalholijken den deurwaarder Despodl naar hel stadhuis gezon- den’ Om hel handteeken van den burgemeester te eischen; omdat de burgemeester gedwongen zou wezen zijn handteeken te zetten en dal men in geen geval zou kunnen lochenen dat de stuk- ken waren ingediend, llewel dal eischen van hel handteeken, dat dwingen van den burgemeester, hebben wij sommecren genoemd. Hel woord is misschien bij de officiële mannen anders gebruikt, maar bij ons is dat eene ware sommatie. Dal men nu nog vrage aan den deurwaarder Despodl van ons le logenstraften. Ziedaar, M. de uitgever, hoede Veurnaar op uw artikel antwoordt. Docli misschien zouden uwe lezers kurieus zijn om de reklamalie zelve te kennen, die aanleiding tol dit alles heeft gegeven. Er zijn er twee: de eene legen sieur Duclos, en de andere tegen Ver mout. Wij zullen u eene overschrijven, de opstel van de andere is in alles gelijk, de namen alleen zouden moeten verandert worden en de dalen. Aan de hoeren Burgemeester en Schepens der stad Veurne. Mijnheeren, De ondcrgclcekcnde Macs Eduard, woonachtig le Veurne, in de Beenhouwerstraat, heeft de eer UEd. le doenbemerken, dat op de kiezerslijsten voor 1877 hij den naam aanlreft van Duclos Gustaaf, onder den n." 147 als kiezer voorden provincialen raad, door delegatie zijne moeder-weduwc. De vader van den gedeleguecrden, Duclos Ed mond, is slechts overleden den achtsten mei 1877 Uit Bulseanip. De benoeming van onzen hulponderwijzer, zonder hoegenaamde noodzakelijkheid, is eene onvergeef lijke gcldverkwisting, en doel zien hoe lichtzinnig onze gemeentebestuurder te werk gaan en hoe weinig zij geschikt zijn voor de plaats tot dewelke zij door de kiezers zijn benoemd. Maar, schaamlelooze liberaal hoor ik door eenen hunner dienaren roepen, wat durft gij al schrijven’ Zie eens wat al goede werken onze gemeenteraad gedaan heeft. Hij heeft 1.” eene nieuwe kerkbarricr doen plaatsen, 2." den weg over de Valckenbrug verbeterd Laat uwe gramschap koelen, vriendschap, en zeg mij tot wal nul die nieuwe kerkbarricr strekt, die prachtige ijzeren barrier, die 1000 (lees duizend) frank kostZeg mij of de verbeteringen aan de voordozen reeds gemakkelijke Valckenbrug, in vergelijking met de gevaarlijke- Nieuwpoorljc- brug, de 1800 frank waard zijn die zij gekost hebben Waar zijn, op de laatste kermis, onze volks feesten gebleven’Er was zeker weigeld genoeg in T gcmecnteschotclkc, of was dit geld reeds be stemd lol het versieren en mcubleeren van het schoolhuis, versiering en meublering die plaats gehad hebben zonder alvraging aan de bevoegde overheid. Het zijn waarlijk schrandere bestuurders de mannen die hier aan T schotelke zitten. Ik wed dal hun schotelke boordevol is,en dal zijnu seffens geld zullen hebben voor het verzanden der Boon- akkerstraat en voor het leggen der kalsijdc van hel Nieuwpoortje naar de Moeren, often minste voor eenen kilometer zandweg tusschen het Ring slot en de reeds bestaande Zandstraal, om aldus zoo talrijke landbouwers uit eenen slijkpocl te verlossen. Ja, ja, boeren van Bulscamp en van de Moeren, hebt maar goede hoop, ’t zal wel gaan, dat mag ik u verzekeren, onze gemeentebestuurders zullen u helpen, aangezien zij reeds 1000 frank kunnen be steden aan eene kerkbarricr Hoor, heer burgemeester van Bulscamp, ik heb eenen goeden inval; hel is nog een jaar vóór de kiezingen; bepaal u, tol dien lijd, den weg van uw huis naar de kerk altijd zuiver le houden, opdat gij uwe voetjes niet vuilmaken zoudt, maar korts vóór de kiezingen, verklaar dan mol veel gerucht, dal hel verzanden van den eenen of den anderen slechten weg aanstonds zal aanbesteed en uitge voerd worden; zóo zult gij stemmen winnen. V V’ l V- ■'"■MJ LI L—

HISTORISCHE KRANTEN

Het Advertentieblad (1825-1914) | 1877 | | pagina 2