postmeester vrij van eenen veldwachter aan te
Veurne, den 14 november 1877.
Woensdag 28 en volgende dagen, Jan Torck en
1
c
t
1
t
I
d
d,
o
sl
k
B
Z.
Heelt ter lijke Kronijk.
Maandag aanstaande, 19 november, worden de
zittingen der assisen geopend. Ziehier de rol der
zaken, die zullen opgeroepen worden, onder voor
zitterschap van den raadsheer De Bijckman:
Maandag 19 en dinsdag 20 november, F. De
Coone, moordpoging.
\Voensdag21en donderdag 22,Gustaaf Neirynck,
van Blankenberge, moord.
Vrijdag 23 en zaterdag 24, Florentinus Van Oost,
aanslagen op de eerbaarheid
Maandag 26 en dinsdag 27, Desire Van Bavinck-
I>e brier<li*agci*H.
Er bestaat in ons Belgenland een slach van be
dienden die men zou mogen aanschouwen als de
bedor vene .kinders, debegunstcliiigcn der kantoor
bedienden, liet zijn de landelijke briefdragers. En
inderdaad, na sterven voor bet vaderland, lande
lijke briefdrager worden is wel het schoonste en
benijdenswaard igstc lot dal men verwachten mag.
Van ’s morgens vroeg trekt men naar het aan
lokkend lokaal gemeenlijk gekend onder den naam
jan Postbprecl, alwaar men zich de borst met eene
Aan de leden der Kamer van vertegenwoordi
gers werd de tabel der wetsontwerpen en voor
stellen, die de Kamer voorgelegd zijn, uitgedeeld.
Onderdo wetsontwerpen, waarover de verslagen
gereed zijn bevinden er zich verscheidene die reeds
van over verscheidene jaren dagteekenen en welks
De Veurnaar is, sedert twee weken, in volle
triomf omdat wij zekere brieven hebben moeten
opnemen. In zijne overgroote blijdschap heeft hij
ons eenen nieuwen naam uitgevonden, zekerlijk
omdat wij nog meer zouden opgemerkt worden.
Hij noemt ons: vuilblekkentje.
Algemeene 'B'ljtlingen-
Het gouvernement heelt aan de Kamer der
vertegenwoordigers hel tweede verslag doen uit
deden der commissie die, op 15 mei 1873, werd
ingesteld om al de vraagstukken, den vrijen loop
hebben zien bespreken; andere schijnen van de
hand te zullen gewezen worden.
Het oudste dier wetsontwerpen is dit van den
heer Fuiick over het verplichtend lager onderwijs;
het dagteekendt van 16 november 1870. De heer
De Haernc heeft twee jaren gebruikt om zijn ver
slag erover op te maken.
Een ander wetsontwerp is dit van den heer
Lel ióv re voorgesteld den 23 januari 1872, over de
wijziging der artikels 59 en 60 van het strafwet
boek, wegens de opeenhooping der straffen. Daar
over werd hetzelfde jaar, door den heer Guiliery,
een verslag neergelegd.
Een derde voorstel werd den 23 januari 1872,
door den heer Vlcminckx gedaan; het betreft eene
wijziging aan art. 29 van hel decreet van 3 januari
1813, aangaande den ouderdom op welken de kin-
dors in de koolmijnen mogen nederdalen om er te
arbeiden.
Omtrent hetzelfde lijdstiijp werd door den heer
Bara hel voorstel gedaan, wegens de vlaamsche
vertaling der Annalen van de Kamers en een be
knopt verslag barer werkingen in ’l vlaamsch en in
fransch. Daarover werd door den heer Kervyn-
de Lctlenhove een verslag opgemaakt. Het is te
vreezet) dal dit voorstel niet meer voor den dag
zal komen.
Een wetsvoorstel, dal ook zeer oud is en waar
over nog geen verslag gedaan werd, is dit van
wijlen den gentschen volksvertegenwoordiger,den
lieerde Baels, over de schadevergoedingen en de
huiszoekingen in zake drukpers. Hel werd neder-
gclegd den 18 april 1871, en tot heden heeft de
rniddenscctie er nog geene uitspraak over gedaan.
Het voorstel van den heer Anspach, aangaande de
werkboekjes, is in het zelfde geval.
Er zijn in geheel 18 wetsontwerpen waarvan
de verslagen gereed zijn; 20 die naar de midden-
sectie zijn verzonden en waarvan de verslagen niet
opgemaakt zijn; 4 die naar de afdcelingcn zijn ver
zonden; negen die naar bijzondere commission
verzonden werden. In’t geheel 51 wetsontwerpen,
waarvan het grootste getal veroordeeld zijn lol
eene langdurige afwachting, indien zij niet geheel
in hel vergeetboek blijven.
Goed zoo, confrater, wij wenschen u proficiat
over uwen kostelijken vond; maar noglans hebben
wij u te doen opmerken, dat gij niet wel de waarde
en de beteekenis van het woord vuilhlekken schijnt
te vatten. Eh wel, wij zullen u nog wat helpen.
Een vuilhlekken, confrater, dient om vuiligheid
op te rapen, en het is dddrom dat wij, sedert
eenige weken, zoo dikwijls uittreksels uit het l.eu-
genaartje en andere vuiligheid hebben opgeraapt.
Nogmaals, confrater, proficiat met uwen vond.
sommige feiten in katholieke gestichten gebeurd:
hoe de kinderen leercn zedelijk zijn op hunne mode.
Zoo is hel geschied in menige scholen dat er kin
deren hunne onnoozellieid veilorcn hebben onder
hel geleid hunner osjljppoz professoren, on alzoo
de oneer en hel verdriet hunner familien zijn ge
worden.
Indien wij al de feiten moesten aanhalen die er
in 't duikerke gebeuren, wij zouden er menig blad
zijde mede kunnen vervullen. Maar neen, wij zul
len ons vergenoegen met de kinderen te beklagen
die aan zulke krislelijke professoren toevertrouwd
zijnHebben wij niet nog onlangs de vruchten van
zulk eene opvoeding gezien? Daarvoor behoeft
men niet buiten ons arrondissement te gaan. Maar
het zij genoeg: dat de schrijvelaars van 7 l.euge-
naarlje indachtig zijn, dal zij altijd een stroo in
’t oog van hunnen evennaaste zien, toen zij zelven
onder den last van eene buik gebukt slaan.
En is schoone enêe
Wij hebben altijd hooren zeggen, dat kinderen
van koeien toch nooit maar kalvers konden zijn.
En 'l is toch waarlijk zoo.
Over een puntje schijnt gij nog te triomphecrcn;
7 is ook het cenigste waarop gij antwoordt inder
daad; voor het overige zegt gij niets dan grove
scheldwoorden. Dit puntje is dal E. Vermout en
G. Duclos door de bestendige deputatie op de
kiezerslijsten zijn behouden niettegenstaande onze
reclamatie.
Maar, Mijnheer de Uitgever, vraag cons op het
stadhuis dal men u onze reklamalie zou loonei) en
hel antwoord der bestendige deputatie.
E. Vermout en G. Duclos stonden op de kiezers
lijsten aangeteekend als gedeleguecrd van hunne
moeders. Wij reclameerden om dat hunne vaders
nog niet lang genoeg gestorven waren. Lees onze
reclamatie, laatste paragraaf, daar zult gij de
reden vinden waarom wij aldus handelden:
Den naam van de bovengemelde uil de lijst
schrabbende, zult gij recht te werke gaan, en
handelen volgens de princiepien die gij altijd en
namelijk den eersten september 1876 gevolgd
hebt in dezelfde materie.
Op die date weigerde het schepcnkollegic de
namen vau Louis Markey en Geldof op de lijsten te
schrijven, als gedeleguecrd van hunne moeders.
Zij hadden recht noglans van er op te slaan, aan
gezien dees jaar hel schepenkollegie eti de besten
dige deputatie ook verklaren dal de helft der kon-
tributie mag aan de vrouw toegerekend worden,
en zij bijgevolg terstond, na de dood van haren
man, voor dal deel haren zoon mag delegueeren
als kiezer.
Gij ziet, Mijnheer de Uitgever, dal uwe triomphc
nogmaals van kleinen duur is, zoo als in de zake
van sommatie waarvan ik in mijn voorgaanden
brief handel.
Nog een woordetje. Waarom heeft uw corres
pondent X van dezen keer niet mogen een antwoord
recht gegeven om een weinig incer’in uwe gazet
te schrijven.
Zoudl gij mij ook niet willen zeggen of gij cigent-
lijk uw antwoord hebt gemaakt; en hebt gij bet
niet gedaan, als hel Veurnaars zijn die alzoo hun
nen medeburger door het slijk willen trekken, en
alhoewel hij geenszins ollicieële ambten uitoefent,
en bijgevolg aan het publiek geene rekening is ver
schuldigd; ofwel vreemden die hier zijn komen
hun brood verdienen, en de Veurnaars wal meer
zouden moeten eerbiedigen.
En nu, Mijnheer de Uitgever,
Gezien art. 13 der wet op de drukpers van 1831
en van 18BS,
Gezien de beroepshoven van België geenszins
vcreischen dal de brief besteld worde door deur
waarder,
Gezien dal gij in uw nummer van zaterdag 10
november een artikel van meer dan eene halve
kolom op mij hebt gedrukt.
Besluit ik
Deze brief, door getuigen gelezen én door mij ge
schreven en geleekend zal u worden door de post
met eenen recommandé loegezonden.
Ik vereisch, krachtens de wet, dat gij dit mijn
antwoord, in uw nummer van zaterdag 17'" dezer
zult overdrukken, op betamelijke plaatsen in de
zelfde karakleercn van hel bovengenoemde artikel.
Aanveerd, Mijnheer, mijne groelenis.
Ed. MAES.
riem omsingeld aan den welken eenen reiszak
hangt, verrukkelijk schoon geladen en waarmede
men 5 ol 6 uren diep in hel veld trekt, 's zomers
brandende van de hitte, in ’l najaar tol aan dekniën
in slijk zittende en ’s winters sidderen van koude;
ziedaar’! geen men noemen mag: zachtjes door hel
leven slibberen.
En bij dit alles eene jaarwedde....
Het bestuur in zijne vaderlijke bezorgdheid heeft
met reden geoordeeld dal dit overmaat vangemak,
zou eindigen met de gezondheid der bedienden te
krenken en het komt hun met een klein bijvoegend
werkje geschenk te-doen dal voor deze welluste
lingen in algemeen en voor den dienst van den
post in 'l bijzonder, den gelukkigste!) uitslag zal
hebben. Van heden af is alle landelijke brieven
drager bevorderd lot de waardigheid van kassier
van handelseffekten.
En gij zult zien hoe eenvoudig dit ingerichl is.
Eerst en vooral is er aan den gelukkigen sterveling
bevolen van niet anders in dienst te gaan dan ge
wapend met eenen greepstok, hetgene wonderlijk
den gang vergemakkelijkt.
’s Morgens moeten zijnen greepstok en bij, zich
aanbieden bij de schuldenaars om hun te vragen in
welke waarden zij hunne wissels zullen betalen.
Indien de te ontvangene sommen merkwaardig
zijn, den facteur met zijn greepstok maakt er mel
ding van aan den postmeester, die 's anderdaags
een bijgevoegd facteur aanslelt, ook gewapend met
eenen greepstok en op den vervaldag bieden de
twee greepstokken en de twee facteurs zich aan
tol de mkassering.
Stellig verbod aan de twee facteurs en de twee
greepstokken van elkander een enkel oogenblik uit
't gezicht te verliezen lol op de wederkomst in het
postburecl.
Wanneer de sommen zeer aanzienlijk zijn is de schrijven op mijn brief hij had mij ten minsten
postmeester vrij van eenen veldwachter aan te ---
stellen, gewapend met zijnen kapper of eenen gen-
darm gewapen met zijner, degen om de facteurs en
de greepstokken te versterken.
En voor ’l gene de vertraging aangaat die, door
deze krijgshaftige werkingen, den gewoonen dienst
voorstellers gestorven zijn zonder hun ontwerp te zal onderslaan, daar schijnende inrichters dezer
>.r.i.i,»n .a.,,-., cAhiinon ,i^ schoone instelling de minste acht niet op te nemen.
De moeilijkheid waarmede men dn stelsel vau
inkasseering vóórziet, belooft geene goede uitwer
king te zullen hebben. Laat ons van den postdienst
gebruik maken, maar om Godes wil maken wij er
geen misbruik van. Laat de roozen aan de rooze-
laars, de brieven en de dagbladen aan de facteurs
en de werkingen belrekkelijk de bank aan de ban
kiers en de zaken zullen niet slechter gaan, inte
gendeel ofwel indien hel bestuur der post een
bankier wil maken, dal hel naar mate bijzondere
bedienden aanslelt. Economie).
woord wil zenden, en, lief ot leed, moet gij dit j
tusschen komen, die eigenlijk niet noodig zijn oin
wel te kunnen antwoorden.
Bijgevolg geheel uwe inleiding was enkele
zwetserij.
Wat uw slot betreft, gij moogl nog eens al gree-
tende zeggen dat wij niets bewezen hebben. Al uwe
lezers die mijnen brief hebben gezien, en ieder
verstandig mcnsch kan oordeelen of wij niets heb
ben betoond en zij zullen dan zeggen wie er dom
migheden uitkraamt, en wie de domoor is van
onzen tweern.
IVog een itrief van..... Xlaen I
Mijnheer de Uitgever van het Apvebtentie-blab.
Hel artikel 13 der wet op de drukpers luidt als
volgt
leder persoon in eene gazet genaamd, ’t zij bij
eigen naam of anders, heeft recht om een antwoord
te doen in die gazelle drukken, enz. Gij hebt goed
gevonden nog wat rimram te drukken op mijne
rekeningc in uw laatste nummer; ik vind ik goed
o een antwoord te zenden en uwe gezegden een
weinig te weerleggen.
Ik weel waarlijk niet wat uwe opstellers ge
droomd hebben als zij hun antwoord gereed inieken
en hunne inleiding op mijnen brief van 7,u* dezer:
zij hebben gcenzins de sluizen van hun verstand
opengezet, of in dit geval hebben zij nog ecus uwe
lezers een blauw bloemekcn willen opvesten.
Gezien dit, gezien dat, en wal vijf- en zessen,
besluiten wij...., uwe lezers peizen zeker dal hel
goedwilligheid is van uwen kant als gij mijnen brief
overdrukt, ’t Is waar, gij kunt uilvluchlselen zoe
ken, gelijk gij tweemaal gedaan heelt, en alzoo aan
de wel ontsnappen. Maar haddel gij moeten een
derde maal weigeren, de rechtbank had u al
spoedig gedwongen en u daarbij nog per dag eene
boete van 20 hollandsche guldens doen betalen.
Uwe Opstellers ronken look in de mcerschen,
on ’t is daarom dat gij mijnen boterham hebt aan
veerd. Als gij mij in uwe gazelle naamt, gij hebt
geenszins te besluiten of gij een antwoord wilt
aanveerden; maar ik mag besluiten of ik een anl-
i i Z» I I
I antwoord drukken, als er geene derde persoonen hove en Julic De Gracmer, kindermoord;
Frederik de Kee, dietlen met bezwarende omslan-
i digheden, en Constant Larmuseau, verhcling der
gestolene voorwerpen.
wel te kunnen antwoorden.
ft*
I
I
1
1
ll
h
8
d
i:
V
d
1
t
I
1
z
c
ASSISENHOF VAN WEST-VLAANOKHEN.
«IIJLVVUUIU I l Ia IX IX L> I i «HO V i v C11L, UL1 ‘JL pdöUU
SlVVIM »»ii CVIIUVH, vu, 11V1 VI 1WU, IUVUV £|J UIL j niitdllUcl$ vi* l'UÖIIU <11
4 L. Uavmam ziiz* O<r»Anl i! I- J - 1 OO ..,1 1 1