I op het tooneel. x. loti* aardig». Wij lezen in het Leugenaartje't Stadhuis is nog altijd T. II, T moet zijn dal zij aldaar maar slecht bier verkoopen, want 't en wilt er nie- mand, zeggen ze, baas spelen. Bewoorden: bier verkoopen en baas spelen heb ben ons aardig getroffen Zou het misschien wel een bierverkooper of bier-marchand zijn die op het stadhuis zou willen baas spelen Gij weet, lieve lezers, dat wij nu in Veurne eenen bier-marchand hebben, en dal nog wel in llandzame’s bier! liet is nooit gehibo rd geweest, maar het is toch zoo. Welnu* dal die bier-marchand moest probeeren om op hel stadhuis baas te spelen, de kiezers zouden hem bewijzen dat hel Handzame’s bier geenszins van hunnen smaak is, en zij zouden hem eene buis geven ('t ware n.* 3) zoo langzoo langals van aan den Pelikaan tot aan de Karpelpullen In de viiilnimid. Onze lezers weten, dat M.r Rolin, minister van hel inwendige, eenen omzendbrief geschreven heeft om uitleggingen te geven over de nieuwe schoolwet. Het schijnt dal die omzendbrief, op verzoek der hoogere overheid, en door tusscbenkomsl der burgemeesters en der veldwachters, aan al de buitenkiezers zal worden ter hand gesteld. Hierop zegt ons professorsgazeije: wij ver- willigen nog eens de burgemeesters, dal niemand hen of hunne veldwachters kan dwingen dio uil- deeling te doenDe burgemeesters mogen met de wel in de hand, dal papier in de vuil- mand werpen. Wij, van onzen kant, verwittigen de burgemees ters en veldwachters, dat het voor hen zeer ge vaarlijk zou zijn den raad van ons priestersgazetje te volgen, want zij zouden zich aan de grootste .onaangenaamheden blootstellen. Het priesters- gazetje bedriegt, en hel bedriegt gewoonlijk, en daarom draagt hel zoo wel den naam vanLeuge naartje. De burgemeesters en veldwachters zijn eerbied en gehoorzaamheid verschuldigd aan de wereld lijke overheid. Wanneer een minister, een gou verneur, een arrondissemenls-cominissaris eenen omzendbrief uitgeefl, wordt dit gedaan inliet al gemeen belang en van alle zaken van algemeen belang mag de medewerking van burgemeesters en veldwachters vcreischt worden. Onze geestelijken moedigen de burgemeesters en veldwachters tot ongehoorzaamheid en oproer aan. Doch dat deze laatsten op hunne hoede zijn en zich niet laten misleiden door slechten raad; de veldwachters bijzonderlijk, want moesten zij wei geren den omzendbrief, waarvan hooger melding is gemaakt, rond te dragen, moesten zij dal papier in de vuilmand werpen zij zouden zij mogen ervan verzekerd zijn geene tweemaal 48 uren in bediening blijven. De waarheid kwetat. Wij hebben met veel lof gesproken over den hoer De Crop, burgemeester van Bulscamp en hem een volksvriend en een weldoener der gemeente genoemd; wij hebben gezegd, dal het inhuldigings- fecst welk ter zijner eere en ter eere van den beer schepen De Gommc plaats heeft gehad, merkwaar dig was; wij hebben met een ware genoegen de schoone redevoering van den heer H. De Baensl in ons blad opgenomen en die redevoering insge lijks merkwaardig genoemd. Wij spraken de waarheid, doch dikwijls kwetst de waarheid degenen die haat en nijd in het hart dragen. Dit is nu het geval te Bulscamp, waar een kwaadwillige menseh, lucht gevende aan al zijne slechte gevoelens, eenen brief in het professors gazeije heeft kunnen doen drukken vol grofheden, leugens, lasteringen en onteerende zinspelingen. Had de correspondent van Bulscamp alleenlijk het Advertenlie-blad en de heeren De Crop, De Baenst, Pieter en Charles De Gomme aangevallen, wij zouden hem de eer niet aandoen ons met zijnen vuilen brief bezig te houden, maar die verachte lijke kerel beledigt ook op de verfoeilijkste wijze genen kleinen neeringdoener, met het duidelijk Ingezonden Aurtikel. Alveringhem, den 23 april 1879. Mijnheer de Opsteller van het Advertentib-blad. De artikel van Alveringhem verschenen in uw blad van zondag laatst over de inhuldiging van den nieuwen Burgemeester, is van elk gelezen geweest en goedgekeurd door veel inwooners, liberalen en klerikalen. Maar den schrijver mocht de zaken klaarder gezeid hebben met hunnen naam. Zoo dus. Mijnheer, wij verzoeken u daar te willen bijvoegen dat geheel de feeste eene klerikale fceste was, want de priesters waren aan het hoofd en nevens hun waren MM. Visart, Ruysscher, Simpe- laere, Boedts, enz. Aan den diner waren de priesters ook present, en voor dal alle man den eersten lepel soepe proefde, wierden er eerst vier benedicties over tafel gegeven. Waarom verzwijgt de schrijver de naam van dengenen die gezeid heeft dal het opschrift van de Boldersgilde een schandaal was? Hel mag geweten zijn, hel is zekere kapelaan, die, voor den korten tijd dal hij hier is, wal vele van zijnen neus maakt. Zijn onbetamelijk gezegde wordt afgekcUrd van 7/8 van Alveringhem. Als hij per naaste niet beiers en weet, hij zou beter doen zijnen mond gesloten te houden, want als hij zou peizen hier mede in achting te winnen, bij zou hem bedriegen, en het zou konnen zijn dal hij eens eenen zou ontmoeten, die in plaats van hel achter zijnen rug te zeggen, die hem vlak in het gezicht zou zeggen dat hij een fine zot is, voor zijne onbclamehjke uilschoolc. Des avonds, na hel eindigen van den diner, zijn de nieuwen Burgemeester en raadsleden, met het tjeefkensmuzick van Veurne aan het hoofd, de klerikale herbergen gaan bezoeken en hebben vele liberale herbergen voorbij gegaan, waar dal den drapeau nogtans ook uil slak. De vrienden waren alleen weerd hunne hóogweerdigheden te ont vangen. Ja, daar valt nog al vele te zeggen op de feeste. In plaats van eene verbroedering hel was eene ver- broddeling. Het zijn de middel» niet om vrienden te winnen, om eendracht te maken. Wij gelooven stief dal wij eenen puid kwijl zijn en eene padde in de plaats kregen. Wij zeggen het gelijk wij peizen, zonder er doekjes aan te doen. Neen, wij hebben zoo vele betrouwen niet inden staat van zaken als den schrijver van den artikel van zondag; Pieter Delva, is oenen braven man, wij willen wel, maar dal is niet genoeg; maar wij peizen dat dien braven man hem zal laten voortslepen door de geestelijke, door Ruysscher, Simpelaere en andere achteruitkruipers; dien braven man zegt van nu af: ik ben nu Burgemeester. 'I is wel. maar ge moet gijlie mij helpen, en al dat gij doel is al wel voor mij. Dus, waar moeten wij naartoe met zulke ge- zegdens? Nu, couragie, Alveringhem, want gij zult nog al vele klerikaal water over uwe dakken moeten zien loopen. Onpartijdigheid, gelijkheid, zijn nog niet te weeg van de deur binnen gelaten te I zijn; wij zullen dal zien. Daar moet ook niet vergeten zijn te spreken van hel muilemaken van Arthur, als hij in den stoet voorbij de huizen trok van de liberalen. Hij heelt tot dames toe daar mede vereerd. Wat lieven jongen, welke schepenachtige manieren, uic waar? Dit alles mocht de schrijver van het feest van de inhaling, in zijnen artikel gesteld hebben; wij komen zijne nalatigheid herstellen. Plakkaten op den muur van de kerk, op de bar- rieren van hel kerkhof, op hel gemeentehuis van builen, tot Forlhem, Loo, Polinchove en elders, kondigen dat hier de tjeefkens zondag naast, ten 3 uren en half, in de zaal van het gemeentehuis, komen meeting houden tegen hel ontwerp van de wet op hel onderwijs; Een gazet uitgever van Thielt, zekere Minnaerl, zal af komen om te spre ken; zal dat mannetje aan de boeren misschien ook komen zeggen, gelijk andere meelingbazen, dat zij hun legen hel Gouvernement moeten verzetten? O die sukkelaars! zij zijn er wel mede! wal vragen de boeren anders dan schoon weder, om hunne vruchten lot eenen goeden oogst te brengen, om gras te bekomen in de weiden, om dal hel mei is en dat zij verlangen om hunne beesten buiten te jagen. Wal het onderwijs van hunne kinders aan gaat, zij zullen daar stief gerust in zijn; geen groot spreker Minnaerl of geen geestelijk© zullen hun nooit doen gelooven dal August Bogaert eenen slechten onderwijzer zal worden; er zijn boeren die eenvoudig zijn, ja, maar zij zullen dat nooit gelooven. De boeren welen dal al hunnen armen praal niets anders is dan eene coterie om dat de geestelijke niet meer meester zijn van het Gouver nement. Zij konnen hun geen gedacht maken van nu andere bazen te zien die de zaken van hel land op eenen anderen leest passen en die de klerikale schreeuwers op hunne plaats stellen. Zoo moet het zijn; de boeren welen het reeds en daarom zij zullen zoo dom niet zijn van hun te gaan bemoeien met eene revolutie ten profijle van eenen hoop belhamels, die de menschen leugens vertellen, grove leugens; gaal en hoort wal Minnaerlje zal zeggen, en gij zult overtuigd zijn dal wij de waar heid spraken. Ja, gaal, boeren en doet een cu- rieuse pinle, dal en kost geen geeld om eens een manneken met de arms te zien zwaaien en te hooren bulderen, gelijk de stormen. Woensdag zal hel Veurnaarlje met eenen artikel in zijn kolommen voor den dag komen en zeggen dat de meeting van Alveringhem buitengewoon gelukt heeft; wacht mannen, zij zijn in de. Kamer reeds bezig met uwe muilbanden gereed te maken; i en al uw woorden, en al uw janken zullen vergaan gelijk eene dondervlaag. L. Ilelangrijkc verklnring. M.' Malou heeft verklaard, dat de klerikalen de ontbinding dor Kamers moeten vragen op het wets ontwerp Van Ilumbeeck, en dat indien het gouver nement de gevraagde ontbinding weigert, zij klerikalen, van hunnen kant, weigeren moeten deel te nemen aan de feesten, die in 1880, ter vereerlijking onzer vrijzinnige instellingen moeten plaats hebben. Hel Leugenaartje noemt dit eene belangrijke ver klaring. Wij hopen dat de meerderheid der Kamers als mede de Koning die verklaring als niet ernstig .zullen aanzien. En onthouden zich de klerikalen bij de feesten van 1880, des te beter, want op plech tigheden van dien aard zijn de hypocriten geenzins op hunne plaats. En wal zijn het anders dan bypo- crilen, zij die beweeren ware Belgen te zijn, ter zelfder tijd dat zij onze duurbaarste vrijheden be vechten en al de klassen der bevolking van de laagste tot de hoogste onder de priesterheer schappij willen doen gebukt gaan. Ugemeenc Tijdingen. De heer Gouverneur der provincie laat weten dal de inschrijvingen voor den groolen interna tionalen Landbouw-wedstrijd van Rijssel, zullen ontvangen worden lol 30 April naast. Ten gemeenlehuize te Oostduinkcrke is nedergelegd liet plan der te onleigenc gronden voor de erdelving, verbreeding en verc’ijking van de Veurnevaart, gedeelte begrepen tusschon de siphon der Kruisvaart bij Nieuporl en de brug des inzicht dien man zijne eer en faam te ontnemen en hem met zijn huisgezin tot den bedelzak te brengen. Ware sieur Bodls rijk en machtig, de boosaar dige correspondent van Bulscamp zou zich wel gewacht hebben hem zoo schandelijk en zoo laste rend te belecdigcnhij zou wederwraak en pro cessen hebben gevreesd. Maar die vrees heeft hij niet: Bodls moet werken voor het dagelijks brood zijns huisgezins, hij is maar een kleine burger, hij moet zwijgen en lijden. En de vuige eerroover, die zijnen naam verduikt, neemt dien toestand te baal, en omdat Bodls geen kwezelaar is en zich openlijk liberaal durft toonen, heeft de verachtc- telijkc klerikale correspondent van Bulscamp be sloten den man lafhartig te vervolgen en, indien mogelijk, te verpletteren. En het gazetje, het grof en lasterend Leuge naartje, dat zulke schandalen drukt, wordt door de geestelijken aanbevolen, en eene goede, eene heilige gazet genoemd Lezers, oordeelt en beslist. burgers, die vroeger slechts déne schouw ver klaarden, heden, op het aandringen der klerikale kicsagenten, voor twee, drie en vier schouwen betalen, alhoewel zij er gewoonlijk maar ééne ge bruiken. Alle bedrog het is gelijk van waar het komt moet tegengekant worden, en kom men, in zake van kiezingen, hol bedrog zoowel als de drukking onmogelijk maken, het ware oen groote slap vooruit. Vlnainscli Tooneel. Indien ooit een tooneelsluk in hooge mate de hoedanigheid bezat, de liefhebbers van liet tooneel naar den schouwburg te lokken, dan is hel voor zeker hier het geval met het stukje, voor titel voerende het Badmeisje, hel welk morgen avond om 7 ure, ten Stadsschouwburge door onze maat schappij van Rhelorika, tol slot van het loonccl- jaar zal opgevoerd worden. Als wij hier bijvoegen dat dit gevrochl sedert 18G7 in de voornaamste schouwburgen van Belgien met zeer veel bijval vertoond werd, dan hoeven wij niet te zeggen dal morgen geen enkel plaatsje in de zaal oabezel zal blijven. Ook leggen onze tooneelliefhebbers zich er uïeeslerlijk op aan om dit stuk volgens schrijvers eisch te vertolken. De vrouwenrol word door Mev. Apers, van Brussel vervuld, welke toonecllisle van dezen winter met den eersten prijs in den tooneelkun- digen prijskamp te Oostende bekroond is geweest. Dit zij genoeg gezegd dal zij in dit stuk een onover trefbaar talent zal opleveren en dal deze ver- looning, zoo voor haar als voor onze Veurnsche Rederijkers, een echt kunstfeest en een zegepraal te meer zal wezen. Deuren en bureel om 6 i/s ure open ten 7 ure

HISTORISCHE KRANTEN

Het Advertentieblad (1825-1914) | 1879 | | pagina 2