I Dai men dus oordeeleen de leugenaars ontmaskerd I I*i'ï jiulcellnf'cn. Geestelijke rechtvaardigheid. In Veurne is er een man die twee zoons hecff, welke onderwijzen in geuzescholcn. Er is hier een ander man wiens dochter mamzel is, hel is le zeggen onderwij zeres in eene school zonder God. Gij denk', misschien, lieve lezer, dat die ouders door onze geestelijken ge vloekt worden Gij bedriegt u, die ouders worden door onze zielenherders, geloofd en geprezen, het zijn hunne lievelingen, en al wat zij zeggen of doen is suiker en zeem Er zijn hier andere ouders wier meis- j jes, verre van mamzels te zijn, zich alleenlijk voorbereiden om binnen vier a vijf jaar onderwijzeres le worden, mis schien in eene nonnenschool. Ehwcl, deze ouders worden door onze rechtvaardige priesters als slecht volk aanzien en uit den biechtstoel gejaagd. Waarom dit verschil? Waarom zooveel vleiende toegevendheid voor de oenen, en zoo veel barsche strengheid voor de anderen Gij hebt het geraden, lieve lezer, de eerste ouders zijn klerikalen en de laatste zijn liberalen. Al wal de klerikalen doen is goed, en al wat de liberalen doen is slecht. Dal is geestelijke rechtvaardigheid. De Veurnaar beweert dal men zich in onze bewaarschool toelegt om de kleine KINDEKEN TE ONTC.HKISTF.NEN Men UlOCl een onbeschaamde lasteraar zijn om zulke beschuldigingen te durven uitbrengen. Antwoordt, Veurnaar, wat doel men in de geineentebcwaarschool om do kinderen te ontchristenen Maar gij zult niet ant woorden; lasteren en alleenlijk lasteren, dal kunt gij. En zeggen dat die vuile gazel opgcsleld wordt door geestelijken en aan bevolen wordt gelijk een heilig schrift. Wal is er toch bedrog in de wereld Wal komen nu hier alle de onverdiende loftuitingen van den Leugenaar te pas? Waarom wetens en willens de waarheid verduiken en de politiek in eene daad van zelfsopoflering mengen? Is zijn verhaal niet eene schreeuwende onrechtvaardigheid ten opzichte van den heer Haemers hoogst waarschijnelijk omdat hij liberaal is en eene lage klerikale vleierij, geschikt om de menschen te bedriegen en om den tuin te leiden? Is hel niet partijdig en onnauwkeurig? Dal men de twee verhalen verge lijke en men zal met ons moeten bekennen dat do zwarte schrijvelaars van den ge zalfden Leugenaar ellendige bedriegers zijn. Er blijft ons nog eene bemerking te maken over den boot der familie Galmeyn, die, in hel fantastisch verhaal van den Leugenaar, voorkomt als een klein, klein dingje, een noteschelpken pas groot genoeg voor édn man zou men zeggen. Welnu, zie hier de beschrijving van dit klein ding: De zoogenaamde noteschelp is niets anders dan een gewoon roeiboot voor vier mannen, hebbende eene lengte van 4“40 eene breedte van 1"42 en eene diepte van 0m30. Hij is voorzien van vier banken, melende: de eerste lm12, de tweede im38, de derde lm28 en de vierde Im03. Wat zegt gij van die noteschelp lezers? Deze bemerking wordt gemaakt, niet om de verdiensten van den heer Galmeyn te verkleinen en zijn loffelijk gedrag te minachten, maar wel om degroote overdrijving, de platte en doorslaande vleierij van den Leugenaar te doen uitschijnen. Dal elk onpartijdig man nu oordecle. Ten slotte zullen wij zonder aarzelen zeggen, dat de jonge heer Vandevelde oenen warmen dank aan den heer Haemers verschuldigd is, en wij zullen er zelfs bij voegen, dat hij zekerlijk nooit mag vergeten dal hel ten groolsten deele aan hem is dat hij zijn behoud en zijne redding te danken heeft. Dat is onze meening, Leugenaar, cn menigeen zal onze zienwijze doelen. Volgens den Veurnaar zijn er veel libe ralen die katholiek worden op hun sterf bed. Dit moet niemand verwonderen, aangezien er veel liberalen zijn die kalbo lick worden na hunne dood. Zoo is, bij voorbeeld, generaal Renard, ofschoon hij gestorven is als franemafon cn vrijdenker, katholiek geworden als hij reeds een lijk was. Zulke mirakels ziel men meermaals gebeuren, niet bij arme menschen, maar in rijke katholieke familien. Hebt je’l be grepen, lieve liezer? hoorde er eene merkwaardige redevoe ring door den hoofdonderwijzer uitge sproken, en het was eenieder aangenaam te zien, dat de schoolkinderen zoo mild met schoone boeken en kostelijke kle dingstukken voor hunnen ijver werden beloond. Eer en lof aan de gemeente- en ai m-, bestuurders van Adinkerke, die niets verwaarloozen oin hel ofliciëcl onderwijs le doen bloeien en goede vruchten te doen dragen; eer en lof aan de onder wijzers die zich zoo gewetensvol van hunne laak weten te kwijten; eer en lof aan de kinderen, die zoo wel de lessen hunner goede leermeesters benuttigen; Het verhaal van den Leugenaar. Men schrijft uil de Panne: Vrijdag laatst is er alhier bijna een beweenlijk ongeluk gebeurd: De zoon van cenen geneesheer van Veurne was een bad komen nemen, en zonder te kunnen zwemmen, had hij zich onvoorzichliglijk zoo ver geridderd dat hij door de afgaan de zee medegerukl wierd en onverbidde lijk moest versmooren. Zijne noodkreten wierden gelukkiglijk gehoord, en van alle kanten kwam eene menigte volk toege- loopcn, onder dewelke er een onbeschrij felijk oogenblik van schrik en benauwd heid ontstond. Wat gedaan’ W’kur is er eene redboodl Wie kan er zwemmen? I)v7.& Cn andere akelige vragen rezen van alle kanten uil de bange borsten; en onder- tusschen de vcrdrinkeling dreef altijd ver der in zee! De heer Ernest d’Arripe die ook toegesneld was, het gevaar gezien hebbende, begon reeds zonder aarzelen, zijne bovenkleederen af te werpen, om, ten koste van zijn eigen leven misschien, dien ongelukkigen jongeling van eene zekere dood te gaan verlossen; toen al met eens een vreugdekreet uit de menigte aanschouwers oprees! Wal gebeurde er? Het was de jonge heer Hendrik Galmeyn, die op eenigen afstand van daar bezig zijnde mot zich le vermaken op een ge heel klein bootje (noteschelpken genaamd), en de noodkreten van den vcrdrinkeling gehoord hebbende, rap gelijk de wind, zijn bootje op hem losgeslierd had en bijna in zijn bereik gekomen was. Hel was hoogst tijd; weinige stonden later ware alle hoop van redding verloren geweest! Maar was nu dat hel schouwspel een hoogst indrukkende tafereel opleverde de minste onregelmatigheid in de bewe ging kon het evenwicht van hel note- schelpken doen verliezen, hel bootje om- keeren en twee slachoffers maken in de plaats van oenDoch met eene wonder bare behendigheid cn eene mannelijke koelbloedigheid, werkte dc zeventienjarige heer Calmeyn zoo rap cn zoo wel, dal hij in een, twee, drie, den vcrdrinkeling op zijn bootje had cn er incde.triomfankclijk, al dansen over de baren, naar hel strand kwam toegesncld Ecre dan aan dien edclmocdigen heer Calmeyn, die in deze gelegenheid getoond heeft welk een schoon cn groot hert hem in den boezem klopt, en die ten gevare van zijn leveneene ware christene helden daad gepleegd heeft! Eere ook aan den heer d’Arripe, die al reeds op hel punt was diezelfde chiis- tene heldendaad te verrichtten! d Eere aan eene familie die zulke edel moedige jongelingen en zulke grootmoe dige mannen vormt, en die terzelfder tijde, zonder ophouden, alle slach van weldaden en slichtende voorbeelden aan de inwooners van de Panne verschaft! Dal de familie van dien geredden jon geling, en bijzonderlijk dat die jongeling zelve nooit vergete dat het aan de echte katholieke familie Calmeyn is dat hij het leven verschuldigd is! Op 13'" dezer had de prijsdccling plaats in de gemeenteschool van Adinkerke. De plechtigheid was voorgezeten door de gemeente- en armbestuurders, onder dewelke men met genoegen den heer Mercy zag, die, alhoewel klerikaal, geens zins tegen de gemeenteschool is, omdat hij weel dat de kinderen in deze school zeer goed loeren, en er niets onderwezen wordt dal met den godsdienst of met de goede zeden strijdig is. Gelijk de heer Mercy over do gemeente scholen denkt, deuken er veel klerikalen. doch weinigen hebben, gelijk hij, do onafhankelijkheid van karakter en den moed, om hunne denkwijze openlijk te laten kennen. Onder de aanwezigen, die buitengewoon talrijk waren, bemerkte men leden van liet officieel schoolcomileil van Veurne, onderwijzers en andere noiabiliteiten van aanpalende gemeenten. Deze schoolpleehtigheid was oprecht schoon en indrukwekkend: zij werd op geluisterd door de muziekmaatschappij der gemeente, men vertoonde er twee lieve comedieslukjcs, een in hel fransch en een in hel vlaainsch, welke zeer goed door de leerlingen werden gespeeld, men Men schrijft uil Ratnscappellc Donderdag 9" dezer was hel prijsdee- ling in de gemeenteschool. Vele dorp bewoners, aan dit schoolfeest willende deel nemen, cn die waarlijk hel staats onderwijs genegen zijn, lieten nationaal vaandel op hunne huizen wapperen. Gansch de gemeente builen eenige lar- tuffen was in vreugde, en het scheen als een nieuwe ingerichte kermisdag te zijn. Een stoel samengesteld uit de heeren Burgemeester, Schepenen en Leden van den gemeenteraad, het Armbestuur, de heer kantonale Schoolopziener, de heeren voorzitter en leden van het 14“‘ school- komiteit en de leerlingen der gemeente school, vormden zich rond drie uren aan het gemeentehuis en begaf zich door de dorpplaals ter gemeenteschool. Nauwe lijks hadden deze bovengemelde heeren hunne plaats genomen, of welhaast was de ruime cn welopgeschiklc zaal gansch vol van vaders en moeders en van nog eene groote menigte bijzonderen van het dorp en van de omliggende gemeenten, die ook deze plechtigheid wilden bij wonen. Ten 3 t/2 uren begon de plech tigheid met het lied in Vlaanderen. Toen dit gezang geëindigd was kwamen de heeren Benjamin Crombez, grond- A.ltij<l liegen on bedriegen! I>o l.eu genui» i* en de gebeurtenis der Panne. De Veurnaar of Leugenaar, beval in zijn nummer van woensdag lest, oen fantas tisch verhaal over eene gebeurtenis ter Panne voorgevallen. Dit verhaal, waarschijne lijk eene hersenschim van den oenen of den anderen theologant, is eene aaneenschake ling van woordenkramerij cn bebofferij, tol niets anders strekkende dan om katholieke eigenaars le vleien cn lot den derden hemel le verheffen. Van de waarheid is er geen kwestie. Immers, bij de schrijvelaars van den Leugenaar is de oprechtheid, die ware burgerdeugd, onbekend. De waarheid verduiken, de feilen in een valsch daglicht stellen, om dezelve ten hunnen voordooie often voordccle hunner echt katholieke creaturen le doen uitvallen, zie daar de handelwijze der mannen die zich wel ten onrechte hel monopolium der openhartigheid cn der rechtschapenheid loeeigenen. Tol staving van ons gezegde en, om onze lezers le overtuigen, brengen wij heden twee verhalen onder hunne oogen: hel heilig verhaal of hersenschim van den waar heid! ievenden Leugenaar, cn het onze, in zijne eenvoudigheid en van alle pocherij ontbloot: de waarheid in hare ruwe naaktheid en welke door menige getuigen kan bevestigt worden. eigenaar cn Olin, volksvertegenwoordiger van Nyvel, de zaal binnen; a^de aan wezigen stonden recht bij de inkomst dezer achtbare heeren, en zoo brachten zij hun hulde toe. Vervolgens werden de beide «toneelstukjes: hoe Odaer mijnheer wordt, door de knechtjes en bïuria’s dag, door de meisjes met veel bijval uitge voerd. Iedereen was verrukt van te zien met welk talent deze kinders hunne rol uitvoerden; ook toen zij gedaan hadden met spelen werden zij door een langdurig handgeklap toegejuicht. Na dal de leerlingen het vadcrlandsch lied gezongen hadden, werden er drie redevoeringen uitgesproken de eerste door den heer A. Dewille, hoofdonder wijzer, die lol de leerlingen sprak, hun aanmoedigende om voortdurend de lessen le volgen welke iu deze gemeenteschool gegeven worden. De tweede door den heer G. Dewitte, die de ouders over tuigde. dal er niets, voor wat de gods dienstige en wetenschappelijke lessen be treft. in de school veranderd is. en die daarna de heeren Crombez cn Olin be dankte, omdat zij hadden willen deze plechtigheid met hunne tegenwoordigheid vereeren. De derde door den heer Rey- naert, kantonale schoolopziener, die de ouders insgelijks overtuigde en gerust stelde voor hel toekomende, cn verzekerde dat er hoegenaam niets wat ongods dienstig of onzedelijk is aan hunne kin- ders zou geleerd worden; integendeel dal er meer en meer op hunne opvoeding zal gewaakt worden. Een langdurig hand geklap begroette de woorden van den achtbaren spreker. Nu ook kom men zich overtuigen dat al de vaders, moeders en aanwezigen tevreden waren. Gin 6 uren eindigde deze plechtigheid. Na dat hel feest geëindigd was, hoorde men niets anders dan hulde bewijzen aan meesters cn overlieden, die met naarstigheid wer ken lot den bloei cn vooruitgang der gemeenteschool. OnH verlinnl. Vrijdag leslieden, 10 dezer, had men ter Panne bijna een beweenlijk ongeluk te betreuren; een jongeling van omtrent 17 jaren, Eugcen Vandevelde, zoon van eenen geneesheer onzer stad, was zich aan hel baden benevens twee zijner mak kers van den zelfden ouderdom, en eenige andere bailers, waaronder de heer L. Haemers, hypotheekbewaarder en zijnen schoonzoon de heer G. Merlevede, <-ig<< naar, beide te Veurne. Zonder le kunnen zwemmen, wilde de jonge heer Vande- vclde iets meer verrielm n dan zijne mak kersen, niettegenstaande herhaalde ver wittigingen, beging hij de om" /.zielilig- liP'd ticR ie ver-'tó gewagen cn werd, door dc afgaande doch zeer kalme zee, in eene leegte medegesleepd waar hij zich zonder grond bevindende, onvermijdelijk zonder hulp, moest verdrinken. Op zijn noodgeschrecuw, kwam de heer Merle vede die niet ver van hem verwijderd was en weinig kan zwemmen, loegesneld om, indien mogelijk, den in gevaar ver- keerende Vandevelde hulp te bieden. Zoo- dra hij bijkwam, greep den drenkeling hem bij de voeten vast, beweging die den beer Merlevede genoodzaakte, om zelf niet om te komen, zich los le rukken en in aller- huasi op zijnen schoonvader, een zeer goed zwemmer, die nog verder in zee was, te roepen. Aanstonds kwam de heer Haemers naar de plaats der ramp ge zwommen, terwijl de heer Merlevedenaar het strand om hulp liep. Nu was de toe gesnelde menigte getuige van een akelig toonecl. Zoodra de heer Haemers bij den drenkeling was gekomen, greep hij hbm aan en trachtte hem boven hel water tc heffen, hem aanmannende zich gerust te houden, eenige middel om hem behouden op hel strand te drijven. Doch, zoo hel in dergclijke gebeurtenissen dikwijls het geval is, kleefde dc drenkeling zich zóó danig aan den man die, ten gevare zijns levens, hem poogde te redden, dal hij deszelfs bewegingen verlamde cn hem schier in de onmogelijkheid stelde, niet tegenstaande zijne kunde in hel zwem men, iets ten zijnen voordeelt? te verrich ten. Noglans, gal do heer Haemers den moed niet op, Vandevelde hoven hel water houdende, moest hij tot driemaal loc zich van hem ontmaken, hem telkens wedergrij pende, terwijl hij poogde vasten grond te krijgen, daar hij ook zijne krach ten voelde verminderen. Die worsteling tusschen den drenkeling en zijnen redder, was een hoogst indrukwekkend schouw spel van 8 lot iü minuten sloeg de menigte de edelmoedige pogingen van den heer Haemers na. De toestand was angst vol, want de moedige redder geraakte volkomen uilgeput en hel oogenblik was nakend dat hij den drenkeling uil de han den ging voelen ontglippen. Gelukkiglijk had de heer Merlevede hulp gevonden het bootje der familie Galmeyn, dal eenigen lijd te voren in zee was geweest, werd weder le water gestoken en door de jonge heer Galmeyn op de effens, kalme zee bevaren, die spoedig doch zonder ge vaar, den drenkeling cn zijnen redder ter hulp snelde cn een einde stelde aan cenen allerangsligsten toestand. Spoedig werd Vandevelde op het bootje geheschen en naar hel strand geleid waar hem de noodige zorgen werden loegediend. Mid- derwijl verhaastte de heer Haemers zich naar zijne kabien, waar de menigte hem afwachte. Ten gevolge zijner buitenge wone krachtinspanning had hij schier het bewustzijn verloren, cn onder dc per sonen die hem dc eerste zorgen toedien den, bemerkte men Mevr. Ghewy, van Veurne en M. Lemaire, van Brussel. Een half uur nadien was de jonge Van- develde wéér op zijn pas, en scheen zich niet te herinneren dat hij den dood van zoo nabij bad gezien. Toen de heer Haemers, volkomen her steld, wéér te voorschijn kwam, ontving hij, van alle de personen die dit akelig looneel hadden bijgewoond, de warmste gelukwenschingcn over zijne edelmoedige en schoone daad. Zie daar de beschrijving der feilen zoo als zij zijn voorgevallen. Eere dus aan wie eere toekomt. Wij boffen noch stoffen niet, maar verhalen wal er eigentlijk gebeurd is en wij dagen zelfs den Leugenaar en zijne partijdige schrijvelaars uil de echtheid van ons verhaal in wat hel ook zij te betwisten. I i i I

HISTORISCHE KRANTEN

Het Advertentieblad (1825-1914) | 1880 | | pagina 2