1 I Dwangmiddelen. De heilige schrijvers van den I'eurnaar aanzien zich als onfeilbaar. Doch men- schen die denken, dat zij al het verstand alleen hebben en zich niet bedriegen kunnen, vertellen dikwijls veel onnoo- zelen praal. Die onfeilbare groole verslanden be weren, dat zij in zake van politiek en onderwijs tot geencdwangmiddelen hunne toevlucht nemen, dal zij enkel de ge- loovigen waarschuwen, en hun aanloo- nen, als wettige oversten, en getrouw aan hunne zending, volgens de leering van Christus, den weg dien zij bewandelen moeten. Altijd de zelfde spotternij De liberale partij is eene goddelooze sekte, zeggen zij, en zij voegen er bij de geesielijke overheid verbiedt van voor de lilieralen te stemmen. Dit ver bieden zij, inderdaad, aan kleine men schee, en daarenboven aan lichlgelpovige sukkelaars blazen zij in de ooien: als gij voor de liberalen stemt gij zult in ’l onge luk vallen, gij zult sterven gelijk een hond, gij zult eeuwig branden. Maar aan welhebbende geleerde menSchen verbie den zij niemendal en wachten zij zich wel hun, in het bijzonder, van duivel en hel te spreken. En ofschoon zij zeer wel welen, dat die menschen deel maken der liberale Associalie, dagelijks liberale gazetten lezen en altijd voor de liberalen stemmen, gebaren zij van niets alles is hun wel. Dil bewijst duidelijk dal, zelfs voor onze heilige schrijvers, de nieuw in gevoerde standregelen der kerk niets dan uwangmiudelex zijn. En de belgische katholieke burgers, die over 30, 40, 50 jaar liberaal mochten zijn, en die heden, gelijk vroeger, libe rale gazetten lezen, voor de liberalen stemmen en liberale scholen ondersteu nen, zijn die menschen nu geene kinderen der Kerk meer Op deze twee vragen zullen de heilige schrijvers neen antwoorden zij moeten, natuurlijk in hunne rol blijven; maar hunne eigene handelwijze laat blijken, dat zij zelven zeer weinig eerbied hebben voor de zoogezeide nieuwe wetten der kerk, die zij in schijn zoo hoog verheffen. Met genoegen hebben wij vernomen dal twee onzer jonge studenten, namelijk de heeren Cli. Verhelst en Em. Galloo, hun eerste examen voor de plaats van Conducteur van Bruggen en Wegen met den besten uitslag hebben afgelegd. Onze jonge Veurnaars inderdaad hebben zich schitterend uil den slag getrokken, want op 48 mededingers bekwam de heer Ch. Verhelst de 3d* en de heer Em. Galloo de 81” plaats. Bravo! en goede conti nuatie. België bezit 257B gemeenten en volgens i de statistische opgaven, waren er op 31 December 1878 slechts 825 statiën. Dus meer dan de twee derden der belgische gemeenten bezitten geenc stationsgebou wen. Dal hel wenschelijk ware dien toe stand te wijzigen heelt de wetgever zelf erkeji Aanoeer bij door do er lell^KS van 9 Juli 1875, niet alleen de concession -• 1 van tramways in de sleden heeft veror dend, maar ook heeft getracht om de buurt-ijzerenwegen lot stand te doen komen. Hel is tijd, zoo dunkt ons. dat de hand aan ’l werk worde gelegd om lot de ver wezenlijking dier wenschee te komen. Zijn nu de priesters, die verdraag zaam gebleven zijn gelijk zij hel vroeger waren, in opstand tegen den waren gods dienst? Zij zijn niet meer getrouw aan hunne zending, volgens de leering van Christus Verdediging der onderwijzers. Wij vernemen dat een comiteil van advocaten te Gent is tot stand gekomen, voorde verdediging der ofliceele onder wijzers en onderwijzeressen die zich zouden gekrenkt achten in hunne rechten door de tegenstrevers der wel op hel lager onderwijs. Do klachten der belanghebbenden zullen ontvangen worden den eersten en derden zondag van elke maand, van 10 lire’s mor gens lol 's middags, in het lokaal der liberale Associatie te Gent. Het comiteil zal zijne eerste zitting houden óp zondag 17 October. Maakt er iemand deel van eene maat schappij of van eene gilde, zeggen zij, hij moet zich gedragen aan de reglementen dezer maatschappij en gehoorzamen aan hare overheden, zoo met, hij wordt ge straft, en zelfs verbannen. Hewcl, voegen zij er bij, de Kerk is ook eene sociëteit, en die er wil deel van maken, moet onderdanig zijn aan hare wellen en ge hoorzamen aan de geestelijke overheden, of hij is geen christen meer, en hij stelt zich bloot aan Goddelijke straffen door de priesters, natuurlijk, als wettige plaats vervangers van Christus, toe te passen. Gemakkelijke redencering. Maar, wan neer iemand deel maakt van eene maat schappij, van eene gilde, hij weel aan welke reglementen hij gehoorzamen moet, on het is aan de oversten dier maatschap pij niet toegelaten deze reglementen te veranderen en hunne grillen in de plaats te stellen. En de wellen der Kerk, wie kent ze? Zij veranderen volgens de lijden en do omstandigheden, men breekt ze af, men maakt er nieuwe, en iedere priester heeft de zijne, die ook al veranderen volgens de plaatsen en de personen Niemand zal betwisten dat, heden, de belgische geestelijken gansch andere wetten willen toepassen dan in 1830. Alsdan eerbiedigden de geestelijken in hel openbaar de doen- en denkwijze van eenieder. Men zag zelfs priesters, die openlijk in hel Congres hel gedrag be rispten der geenen die beletselen aan het prediken van eenen nieuwen godsdienst hadden willen toebrengen. Alsdan waren zij verdraagzaam; alsdan vielen zij nie mand openlijk aan omdat men liberale gazellen las, omdat men zijne kinderen naar liberale scholen zond; alsdan liet de Kerk toe liberaal te zijn. Wal gebeurt voor de politiek, voor de kiezingen, grijpt ook plaats voor het onderwijs, voor de scholen. Aan ouders, die in Hchtgeloorigheid opgebracht zijn, zullen de zielenherders de gemeente scholen als allerverdei ffelijkst voorstellen, rlnnr •/ii i ntnrrnnrlnol hnenlpiniDil '/rvnrlmj zijn zulks te doen bij geleerde menschen. Hier is nogmaals hunne waarschuwing, hunne vieesaanjaging, niets anders dan een uwaxgmiouei.. Dal de heilige schrijvers zwijgen over drukkingen en afzettingen van wege de liberale bestuurders. En inderdaad, dat men in acht neme wat er te Brugge ge beurt alsook in alle andere sleden en dorpen waar de geestelijken meester zijn, en men zal in volle rechtzinnigheid moe ten bekennen, dal do liberalen waarlijk geen ongelijk hebben van zich legen de klerikale drukkingen en afzettingen te verdedigen. winstgevend zouden zijn, reeds beslaan, en het is zonder tegenspraak bewezen dal, indien in deze laatste jaren de ex ploitatie onzer ijzerenwegen een deficit heeft opgeleverd in plaats van de vroegere winsten, hel feil alleen mag loegeschre- ven worden aan de in de jongste lijden verwezenllijkte overneming van in be nauwde zaken verkeerende concession. Doch een middel schijnt te beslaan om, zonder verlies, eene voordeelige uitbrei ding van ons spooi wegnct te verwezen lijken. Dit middel is de aanlegging van liniën met eene breedte van 0"75, waar van de kosten zoo van eerste inrichting als van exploitatie merkelijk gei ingerzijn. Hier bevindt men zich overigens en gelukkiglijk niet meer op het terrein der zuivere theorie en der berekeningen in de lucht; eene merkwaardige en gelukkige ondervinding is gedaan geworden, die in ruime male voor een gunstigen uitslag verantwoordt. In 1879 namelijk werd door den heer Zaman een dergelijke ijzerenweg aangelegd tusschen Taviers en Embresin, en de exploitatie is buiten alle verwachtingen gunstig geweest. Waarom nu zou eene dergelijke onder neming niet beproefd kunnen worden op andere gedeelten van hel land, voor den dienst van andere voorname gemeenten die lol heden niet deelachtig zijn aan de algemecne voordoden van het nationaal spoorwegnet De heilige opstellers hebben ondervon den dat hunne gebenedijde sermoenen tegen onze gemeente scholen geenen in vloed uitoefenen op de Veurnesche ouders, dal zij niemand bekeeren, nie- mands hert raken, dal hel al boter aan de galg is. Daarom gaan zij een nieuw middeltje probeertm, en, in plaats van in proza, gaan zij nu de. gemeente scholen in rijm aanvallen. Saperlol! Nu gaan er mirakels gebeuren I De heilige opstellers hebben ons reeds een staaltje gegeven van hun diepgrondig vernuft: zij hebben eenen fabel geschre ven de kat en de muizen Een nieuwe fabelwant hel zijn toch zulke uitvinders, die heilige opstellers I De muizen komen in de fabel in de plaats van de bedrogene ouders, die hunne kinderen, de meisjes naar de gemeenteschool zenden; de kal gij begrijpt lezers, dat bet eene onderwijzeres is. Welnu, volgens de fabel, worden op zekeren dag de meisjes aangelokt door de listige jufvrouw kat met huid en hair opgesmuld, lol groole wanhoop der ouders. De heilige schrijvers rekenen op het girrool effekt dat hunne fabel zal te weeg brengen, en betrouwen dat, met nog twee a drie zulke schoone vertellingen in rijm, de gemeentescholen gansch zullen ontvolkt zijn. Wat men al doen moet om de geeslc- (]iiar zjj integendeel beschaamd zouden lijke opvoeders aan te bevelen zijn zulks te doen bij geleerde menschen. Buurt-ijzercnwegen. Het internationaal handels- en nijver- heidscongres, dal in Brussel dezer dagen vergaderde, had op haar programma ge schreven de bespreking der stichting van buurl-ijzcrcnwegen, doch gelijk heldoor- I gaans in dergelijke vergaderingen ge beurt, was tijdgebrek eene hinderpaal tot grondig onderzoek. De zaak is nochtans van een overwe gend belang en zal, liet is onze stellige overtuiging, zich allengs meer en meer der algemeene aandacht opdringen. Daar om aarzelen wij niet er eenige woorden over te zeggen. Wij begrijpen zeer wel dat men twijfcle of bel nuttig kan zijn, dat België nog nieuwe ijzerenwegliniën aanlcgge. Het is immers bekend dat België van de gan- sche wereld het land is dat, in evenredig heid van zijne uitgestrektheid, ’t grootste getal kilometers van ijzerenwegen bezit. Dal getal is niet minder dan 1354 kilo meters voor 10,000 vierkante kilometers grond. Op 31 December 1879 hadden wij in exploitatie 3929 kilometers van wegen, die tusschen de spoorslaven l'"50 breedte hebben, slechts B0 kilometers met eene breedte van 1"‘15 cn niet meer dan 10 kilometers met eene breedte van O'"7B. Daarenboven is nog de aanlegging van 800 andere kilometers met breedte van 1-50 ontworpen en in studie gelegd cn zelfs gedeeltelijk aangevangen. En nochtans is de saamgedrongen be volking, die op den belgischen bodem woont, nog niet te vrede en hoort men nog gedurig, van alle kantennieuwe ijzerenwegliniën eischen. Hel is niet te betwijfelen dat, in geval de regeering aan deze eischen gehoor moest geven door de stichting van ge wone liniën met breedte van PBO, de zaak allernadeeligst voor de Staatsfinan ciën zou uitloopen. Men mag vrij getuigen dal alle dergelijke liniën, waarvan het eenig^zjns verwacht kan wordeu dat ze Al^omeono tijdingen. Bij koninklijk besluit van 21 September is de decoratie van l,u klas voor iand- bouwwerkers verleend aan Hendrik De Croo, meesterknecht ten hoeve van M. Van Itaele, te Veurne, en van 2a" klas aan Karei Vanmaldeghem, landbouw werker, te Caeskerke. Te rekenen van 20 september, zijn dienst, aan de bijzondere korrespondentie geopend te Poelcapelle, Weslroosebeke en Zarren in de spoorwegstation. De heer Charles Missu, geboren te Veurne den 2 november 1807, wonende te Lichtervelde, pastoor van Poelcapelle, krijgt een pensioen van 1153 frank. Zaterdag inorgend was de genaamde Jan Schreurs, omtrent de haven te Oos tende met zijn bootje ter garnaalvangst, toen eensklaps een hevigen rukwind het vaartuigje omver sloeg, met het schrik kelijk gevolg dat Schreurs in de golven verdween code dood vond inde di< pc zee. Zijn lijk is in den namiddag aan den oostkant der haven aan liet strand ge spoeld. Hel slachtoffer is 31 jaar oud. Den 21 juni werd zekere Desfon- laines, sleenbakkcrsgast, verdronken in hel kanaal van Roubaix gevonden. Men geloofde eerst aan een ongeluk, maar een zorg\ uklig onderzoek deed nstslelien dal er een misdaad begaan was. De kleederen waren gescheurd en hel lijk droeg sporen van gewelddaden. Zijn uurwerk en porlemoimaie waren ver dwenen. Er vielen vermoedens op eenen Belg, met name Mistian. Den 19 juni was hij Desfontaines aan zijn werkhuis gaan atwachieu, was vervolgens met hem naar verscheidene herbergen gegaan en rond 11 uur 's avonds hadden heiden ^ich naar de Walerloskaai begeven. Den avond der misdaad is Mistian zijn garnizoen ie Kortrijk gaan vervoegen. Hel parket dier slad verwittigd zijnde, deed hem aanhouden. Mistian heeft ver klaard dal de misdaad bedreven werd door zekeren De Poorter, insgelijks een Belg. Deze werd aangehouden en hij heeft ook bekentenissen gedaan. De misdaad heeft den diefstal tol drijfveer gehad. Den 19 juni had Desfontaines zijn loon van 14 dagen werkens, 75 frank, ontvangen. De Etoile Beige die, gelijk alle andere bladen, de bovenstaande feiten beeft aan gehaald, bevat, in zijn nummer van giste ren, den volgenden brief van Depoorter, dcwelken wij ons verhaasten ouder de oogen onzer lezers te brengen. In uw nummer van 21 wordt ik aan geduid als den in bekentenis zijnde dader der misdaad gepleegd te Roubaix op den genaamden Deffonlaine. Ik werd inder daad verdacht door de beschuldigingen van Misliaeu, heden iu bel gevang van Kortrijk opgesloten. Maar, wel verre van bekentenissen te hebben gedaan, na ver scheidene ondervragingen te hebben onderslaan, werd ik in vrijheid gesteld met het hel volgend certificaat door den heer inslruclierechler van Korlrijk afge- levert. De Instruclierechter van Kortrijk verklaart dal er geene redenen meer be slaan om den soldaat Depoorter iu de kazern opgesloten te houden. «Ik geloof, heer Bestuurder, dal gij met zooveel haast mijne onschuld zal laten blijken, als gij er geloont hebt om mij misdadig te noemen. Aanvaard, M. enz. (get.) Depoorter. De hotels van Brussel zijn zoodanig opgepropt, dal de vreemdelingen nauwe lijks nachtverblijf kunnen vinden, tegen zeer hooge prijzen. Eenige hunner ver trekken met den laatslen trein naar Halle en Mechelen om daar te gaan slapen. Niettegenstaande T slecht weder, f liet overige morgen doen. A. B. C. 1 Vlt lHcnl»crf;l>e. I hot hoofd in don gracht, Zw ni» ieu koeren do menschen zouden dan ook ::r.- I staan te zien! Gouw, gouw, Wytje, wij zullen Hgstw.» iioreg'i n—i i i 111 ii m i ■■■ui n nog nl goed! Maar zeg eens moet ik nijj niet laten kennen, door de liberalen gedurig over den hekel te halen! Ik moet schrijven, vrijven, loopen, beloven, liegen, bedriegen en van den rosten aap maken. l>e congregatie van jonge dochters hard voren staan; daar zijn er reeds een schoon getal, do zottinnen medegerekend; wel is waar, men zal er waarschijnlijk eerst- daags ééne naar Brugge doen, maar te kunt nio' maken. 'T is alzoo, Dlndonjo schoon, dat ik moet te werke gaan om mij te doen kennen en om verhooging te verkrijgen; want zoo als gij weet, t en zit er in onze keuken nog maar mager, nio waar f Dindon. Gansch ontroerd). Wel. wel. Wijten toch, is zulks uw gedacht t Denkt gij zoo er aan te geraken. Haar ennkeerende mommel de sij rachtjens t schamel ongeleerd, onwe tend, hoeveerdig lioschmanenke toch hij kent reeds 't liedjen van den ouden Ja, vruchteloozo hoop voor kleine verstanden zij blijven wat zij zijn En zou ouzo soep welhaast niet nog wat mager worden Och Deere, ik la n er bleek en ziek al, als ik er aan denk Lowyten (die gedurig voort werkt cn nu eens sie). Maar zeg Dindonje gij werkt zoo vlijtig n.et meer zulle! Gij staat als in gedachten ver slonden Dindon. Beste vriend Wvteu, als gij zoo al spreekt, en zoo zult te werk’gaan: dan word ik gansch ontsteld. Ik weet niet meer wat ik i verricht, wanneer ik deuk dat gij u alhier zult I doen haten en benijden. Gouw, toe dan, laat ous naar binnen gaan, want welhaast val ik over zoo als teu anderen nog eens - Verbleokcndo, bij ‘t akelig schouwtooneel - Het zijn geraamtjes, boenderen, bekkeneel, Versch afgeknaagd, bedekt met muizenharen, - Dio voor het hol dor grijze kat, Hun schrikkelijk klaar, voor de oogon open- baren - Hoe wreed zij hun bedrog- n had. Samenspraak tusschen Lowytje en zijne maarte Dlndon. Lowyten. Mij dunkt Diudon dat wij nog maals 't samen iets in den hof moeten verrichten; het weder is goed cn wij moeten het to baat nemen, nio' waart Dindon. Ja zeker boste vriend, Wyten. Ik werke toch zoo gaarn met u in don hof. Lowyten. Dus, zoo gozeid zoo gedaan, cn hand aan 't werk. Dikdon. Maar zog mij cons Wytje, als wij nu hier zoo aan 'twerk zijn, kan ik niet nalaten mijne vroegere dagen te herinneren Bij u is hot zeker ook hot zclvo geval, nio' waar vriondjo t Lowyten. Bah 1 bah dio vroegere dagen waaraan gij wilt denken! Zij zij» voorwaar zoo danig fameus noch brillaat uiot geweest I Nu is hot wat anders, heln I Dindon. Ja, ja, 'l ia juiste danr dat ik wil zijn «enigen tijd geleden, in den oosten stond ik nog in korten rok, tot aan do knien besmeurd, achter don kooijen staari. Gij, Wytje, waart al den kant der bosschen, ook een schamel werk manskind, gekleed in mollovel met loeren klak, bijna dagelijks op uwe broodrondo, bij katho- lijken en liberalen. Voorzeker in beide onze huizen ging er weinig rook door de schouw. Goede menschen hebben u con weinig doen leerongij hebt mij gevonden cn wij zijn ge lukkig. Maar onze ouders dan, hoe staat het op heden nog al met hun I Voorzeker moeten zij van 's morgens tot 's avonds werken en zwoegen om hunnen dagloon zuur te verdienen. Wij, lief Wytje, moeten ons ook nog nederig gedragen cn ons verleden herdenken, noch niet groot noch rijk wlilun zijn in den schijn, cn ook nog niet te voel geen rook door do schouw laten vliegen. Niet voel schooijen noch vragen maar veel geven; de menschen allen gelijk achten cn eerbiedigen, en met onze eigene zaken bemoeid zijn. Wel Wytje toch I mogt gij dezen weg in slagen Lowytje. Och Heere toch I goede vriendin I waarmede gij u al bekommert 1 vooreerst onze ouders zijn aan al die dingen gewoonWij, wij hebben cn moeten onze verledene armoede ver geten; want voorzeker hebben wij nu don kop boven 't water. Dikdon. Och God jaI wat zijn wij geluk kig Hoe kunnen wij niet in ruste en vrede loven l Wat willen wij ons toch met anderen be- moeijen, en achter do gordijntjes staan te zien wie er in en uit de herbergen gaat; waar er rook of geen door do schouwen gaat; dat dezen of dien pilnarbij - r of schijnhoiligaard is, mits zij hunne kristeiijke plichten zoo goed en beter kwijten dan wij I Voorwaar, Wyten lief, wij zullen hier den duivel op onze nok trekken, wees er zeker af! Hier weet mon goed van welke afkomst wij zijn. Gij zijl toch zoo jong en zoo klein; niemand zal hier, door u willen geleid worden. Vriend Wytje toch! laat u gezeggen; wees altoos braaf eu deugdzaam, on laat hier al dio gelukkige bravo menschen in rust eu vrede I Wij zullen 't schoonste leven der wereld hebben en ik zal u dan toch zoo georn zien Ja, toch j zoo geern zien Lowytje. Ja, ja, Dindonjegij spreekt

HISTORISCHE KRANTEN

Het Advertentieblad (1825-1914) | 1880 | | pagina 2