VAN VEURNE ui J NIEUWSBLAD VOOR VEURNE EN HET ARRONDISSEMENT DE LANTAARNAAHSTEKER. 66' 52 Uit het engelsch. wanneer men haar de noodige vol- Oil Bind verschijnt den Zaterdag, en allen Woensdag in Supplement. Inschrijvingsprijs, voorop betaalbaar: 6 fr. ’s jaars; met de post 7 Ir. Een afzonderlijk mnniner 10 cent. Bekendmakingen 20 centiemen den drukregel. De groote letters volgens plaatsruimte. Reklamen 50 cent, Rechterlijke eerherstellingen 1 fr, .innmirrn voor Br/f/ir, uitgezonderd beide I laanderen. alsmede die voor lied Buitenland worden ontvangen door deu Office be Peblicité. Magdalenastraat, tirussel. .Men schrijft in bij l— vanden khhckhove, Drukker-Uitgever, Oostslraal, 6, te Véurne, eii in de Postkantoren des Rijks. Ikixiitnilt- iihmi* X'ieiiport Het geluid der bel voor de thee deed haar met schrik opslaan. Zij haastte zich om haar gezicht te wassclien, hare haren op te maken, en ging toen naar beneden. Er was niemand in de eetzaal dan juf vrouw Ellis; de heer Graham was in de Inkomreehten op de Granen. Wij ontvangen den volgenden brief, met verzoek van inplaatsiug. Mijnheer de lleofdopsleller, stad opgebouden en Amelia bad zware hoofdpijn. Bij gevolg zat Geertrui alleen met jufvrouw Ellis. De laatste, hoewel onbekend met de groote waarde, die Geertrui aan hare oude gedachtenissen hechtte, was zich wel bewust dat zij iets hatelijks gedaan had; en daar de belee- digde eene verstoordheid of wreveligheid liet blijken en zelfs geen woord van de zaak sprak, gevoelde zij, die het kwaad gedaan had, zich meer beschaamd en verlegen dan zij wel had willen bekennen. Er werd nooit eenige melding van de zaak gemaakt, maar jufvrouw Ellis be hield eene kwellende bewustheid, dat Geertrui zich in verdraagzaamheid boven haar verheven had geloond. Den volgenden dag kwam de oude keukenmeid aan Amelia’s kamerdeur kloppen, en gereedelijk toegang gekregen hebbende, vertoonde zij het mandje, dal Willie eens uit eene noot had gesneden, en zegdeIk wilde jufvrouw Geertrui opzoeken, jufvrouw Amelia; want ik heb haar mandje in hel kolenhok gevonden, en ik denk dat zij er blee meê zal zijn; hel heelt nog niets geleden. Wordt voort gezet. Ook Pontus verstaal de kunst van pro fijtelijk te zijn. Het is bekend dat, indien vandaag of morgen een oorlog moest uilbarslen, do drij kwart onzer piotten in bet kostuum van vader Adam naar de grenzen zonden kunnen gaan, want al zijn er wel de noodige militaire kleedingsmagazijnen, toch ontbreken de noodige plunjes. Generaal Pontus moet zulks natuurlijk ontkennen, wil hij in de gratie van baas Woeste blijven, en gelijk maarschalk Lehceuf moet hij bij hoog en bij laag slaande houden i/u’il ne manque pas un bouton de yuêtre. Maar de bevoegde menschen welen het beter. Vroeger, wanneer de militairen, na twee of drie jaar onder de wapens te zijn geweest in onbepaald verlof naar huis keerden, bleven hunne kleederen in den dépól bewaard, tol hunne dieiisljaren geheel verstreken waren eu konden dan hun pakje komen habu of hel laten naar huis zenden. Pontus met het oog op zijne fameuze bezuinigingen, heeft dit alles veranderd. Nu dienen de aflatei keus der ontslagene milicianeti voor de nieuw binnenkomen den. In plaats van een splinternieuw pak krijgen nu onze arme pioupious eene ge lapte broek, schoenen met huifkens en eenen ransel waar de mot in zit. Ze worden nu niet tneer gekleed in eenen depót, maar in een voddenhuis. Er is erger Een blad van Bergen meldt hel onge hoord feil, dal de militairen, welke op 3 november in de kazern dier stad inge- kwartierd zijn, lol nu toe hun beddegoed nog niet ontvangen hebben. Die arme sukkelaars, door de milicie- wet aan hunne families ontrukt, slapen reeds gedurende eene bcele maand, met hunne kleederen aan, op eenen ellendigeti slroezak. Is dit niet wraakroepend Ziedaar lot welke uitslagen we gebracht worden door de misplaatste duitenklie- verij onzer ministers. En lol comble is dan de Staatskas nog leeg op den hoop toe lijken gezichteinder overspande. Een vogeltje streek op eenen boomtak dicht bij hel venster neer en hief een Te Deunt aan. Een late sering in vollen bloei ver spreidde eenen verkwikkelijken geur. Eene wonderbare kalmte sloop Geertrui- des hart binnen, en eer zij vele minuten daar gezeten bad, voelde zij de genade, die vrede brengt, de hartstochten ver vangen die onrust doen geboren worden. Zij had overwonnen; zij bad de grootste zege behaald, die iemand op aarde kan behalen, de zege over zich zelven. De schitterende regenboog, het lied van hel zingende vogeltje, de geur der bloemen, alle bekoorlijkheden, welke de aarde na den storm opiuislei den, waren niet half zoo schoon als hel licht, dat hel gelaat van het jeugdige meisje overspreidde, toen zij, nadat de storm in haar binnen ste bedaard was, naar den hemel opzag, en haar hart zijn zwijgend offer van lot omhoog zond. Zaterdag *241 December ÏHDti. permeable in de waggons aan te houden en hunne regenschermen open te zetten. STAATKUNDIG OVERZICHT. De gebeurtenissen der laatste dagen geven natuurlijk in Frankrijk aan leiding tot het schrijven van meer ot minder diepzinnige artikelen en het «oven van minder of meer pratische wenken. Nogal veel hoort men aan de hand doen, dat de Kamer moet ontbonden worden. Zulks wordt onder anderen in Le Figaro door Georges Thiebaud aangeraden, als het beste middel voor president Carnot om de republiek to redden en tevens de be langen der Panama belanghebbenden te behartigen. Thiebaud verklaart, dat eene groote financieelc instelling, het Crediet Fonder, bereid is tot eene reddingspoging, maar vertrouwt en macht geeft. In de. zitting van de. franschc Kamer der afgevaardigden heeft de heer voorzitter Floquct aangekondigd, dat hij eene vraag tot machtiging van vervolging heeft ontvangen legen dc heeren Rouvicr, Jules Roche, Emma nuel Arënc, Antonin Proust, de Sou- beyran en Dugué dc la Fauconnerie. Te midden eener zeer hevige ontroe ring beslist de Kamerzich onmiddelijk in hare bureelen te vereenigen en eene commissie te benoemen, met het onderzoek der vraag gelast» De zitting wordt opgeschorst. Om 6 uur 20 wordt de zitting her nomen. De heer Millerand deed lezing van het verslag, waarbij de machti ging tot vervolging wordt toegestaan. In den Senaat werd dezelfde vraag ‘■edaan tegen dc heeren Albert Grévy, Leon Renault, Böral, Thóvcnet en Devès. Daar ook is dc machtiging tot vervolging toegestaan geworden. De Grondwetsherziening. Brussrlsche bladen kondigen aan, dat mijnentwil was! Zij wilde maar bier kunnen komen en mij berouveu, die Even snel als zij zich op hel bed had geworpen, sprong zij op en naar de deur; toen scheen eene nieuwe gedachte haai' te stuiten; zij keerde weder naar liet bed terug, viel daarnaast op hare knieën, en verborg, luid snikkende, haar gezicht in hare handen. Een paar malen lichtte zij haar hoofd op, en scheen op hel punt om op le staan en haie vijandin onder de oogen le zien. Maar telkens kwam er iets in haar gemoed op, dal haar terug hield. Hel was geene vrees; neen. Geertrui was voor niemand bevreesd. Hel moest eene sterkere beweegreden zijn dan deze. Wat liet wezen mocht, het was iels dat over net geheel eenen verbazenden in vloed had; want na eiken nieuwen zelf strijd, werd zij kalmer, en weldra op slaande, zette zij zich op eenen stoel bij hel venster, liet haar hoofd op hare hand rusten, en zag naar builen. Het venster stond open, de regenbui was overgedreven, de glimlach der ver- friscble en niet nieuwe schoonheid ver sierde aarde spiegelde zich in eenen prachtiger, regenboog, die den wcsle Breclilje was pas tiaar gekomen en buitengemeen dom; maar hel gelukte Geertrui toch alle inlichtingen van haar ie verkrijgen die zij noodig had. Hel beeldje, de pijpen en de lantaarn waien op eenen hoop gebroken glas en me de werk geworpen, en lagen daai gelijk c meid zegde, geheel in brokskens. De muts, waarin de mol heette le zijn, was jon vure veroordeeld; en van de amicte dingen kon Brecbije niets zekers zeggen, n ar geloofde toch wel haast dat zij ook het vuur ,regooid waren. En dit alies wai op stelligen last van jufvrouw Elhs neschied. Geertrui liet Brechlje gaan, zonder te weten hoe groot haar verlies was mi toen dc deur gesloten hebbende, wierp zij zich op haar bed en barstte m lraneDiï was dc reden, dacht zij, waarom -ufn-ouw Ellis zoo gewillig was om mijn J n<rmerk te bevorderen, en ik was Jwaas genoeg om te gelooven dal het om Besparingen fegan draad Er zijn voorzeker in de vijf' wereld- derlen geene profijtelijker en zuinigere ministers le vinden, dan die welken aan hel hoofd van het gelukkig Belgisch huis houden slaan. Daar hebt gij, bijvoorbeeld, minister Vandenpeerebooin, ren echte artist in de kunst van duilenklievrrij. Die man droomt dag en nacht‘aan uit sparingen langs hier uitsparingen langs daar, inkrimpingen langs ginder, holst hel niet zoo bolst hel. I’rolljtelijk zijn, zuinig wezen, is voor zeker geene slechte hoedanigheid, bij zonder voor miiistcis, die de zuurge wonnen cuiitribuliegelden en de nndere Staatsinkomsten behoorlijk moeten weten le beheeren eu gebruiken. Maar zoeken waar het niet verloren is, uilpluizen en besnoeien, waar, niet 4e besnoeien valt, en de Staatsdiensten letterlijk in den war brengen, enkel en alleen om met bonis le kunnen pronken, is eene daad van slecht bestuur. Daarin munt M. Vandenpeereboom uit. De jaarlijksche loonsverhooging der geringe bedienden is erne mode, die hij stiilekens aan zoo goed als algeschaft heeft. Briefdragers, telegraaf bedienden, ba reel wachters, slaliebeaiubten en douaniers kunnen zich bijna den tijd niet meer her inneren dat hunne niaandelijksche preé met eenige franks werd verhoogd. Overuren worden niet meer betaald. Aan die slechte en schadelijke gewoonte heeft de brave vader der bedienden een einde gesteld, van oordeel zijnde, dal zijne werklieden al rijkelijk genoeg heb ben raat 2 of 3 fr. per dag cii dal le veel geld voor menige menschen niet goed is. Het materieel onzer staatsspoorwegen ondergaat Ook den heilzameii invloed van 's minisiers spaar-<*n schraapzucht. Men rijdt niet meer in wagons, maar i n der- zclver geraamten, i;i deerlijk gehavende, vermolmde en waggelende scliommel- kassen. De reizigers zijn tegenwoordig bij regenaeblig weder verplicht hunne im- BRUSSEL GENT VEURN4C UHYYELDK DUIN KERKE .’,-43 8-35 DUINKERK E ghyvei.de VEURNE GENT BRUSSEL 9-53 11-05 1-14 10- 54 11- 31 11-5* 2-5S 5- 00 6- 32 8- 58 9- 15 10-38 4-4 7- 18 8- 24 5-48 7- 56 8- 26 8-57 5-00 5- 34 6- 03 9-03 10-43 3-08 3-43 4X97 6-46 5-10 8-07 en NI EUPORT DIXMÜDK DIXMUDE N1EUBORT 11-41 2- 38 6-03 3- 40 4- 07 «■46 9*-J5 11-46 1-36 3-57 6-41 7-19 10-11 12-19 2-09 4-30 7-14 7- 28 10-25 12-28 2-18 5-41 8-07 8- 04 10 58 1 01 2-54 6-11 8-40 Osnt, 14 Dacerubei’ 1892. Liat mij tos van uw geëerd blad gebruik ts maken, om aan uwe lezers do noodzakelijkheid te bewijzen der iukomrechton op de vreemde granen. Het smeekschrift, welk ik ten dien einde aan de gemeenten van Vlaanderen gezonden heb, ie bij sommigen op eene onverschillige manier ontvangen. Jk vroeg mij af welke de reden daarvan kon zijn, maar na verachillige gesprek ken met landbouwers, heb ik kunnen besluiten, dat het een wantrouwen is in de regeering; wantrouwen dat den moed In de schoenen doet zinken. Men zegde mij: - Hot kan toch niet helpeu, wij hebben zoo dikwijl» gevraagd en hebben nooit iets bekomen: wij zouden moeten roepen on met geweld ópstaan, om aanhoord te worden. Dan alleen zou het staatsbestuur gelooven dat wij arm worden. tlewel, beuren lezers, ik durf ditmaal ver antwoorden over de medewerking der regeering, ik durf zeggen dat de wil van honderd duizend mannen, ran honderd duizend familiehoofden aaa eenieder do oogen zal openen 1 Toekent dus met mij deze rochtveerdiga vraag, on wij zullen overwinnen; wij zullen hebben, wat men in het rijke Eraukrijk verkregen heelt. Vreest niet, dat men u van uit de steden zal toeroepen uithongeraarsDezen, die u znlken bijnaam geven, zien niet klaar in de zaak. Aan ili-zu personen, die niet weten welk belangrijk vak der nijverheid de landbouw in België uitmaakt, vraag ik, wie van da twee, do uithongeraars zijn Zijn het de regoeringen niet die sedert jaren lang, toolateu dat men goheele schepen gom! zendt naar vreemde landen, in verwisseling van voedsel, dat hier ook te koopen ligt. Zijn het de de regesringon niet die zeggen aan hel land Gij hobt geen gold noodtg te behouden, wij zullen u goedkoop het voedsel laten koopen. - Ongelukkiglijk ais men geen geld tneer heeft, dan is hot goedkoopste voedsel nog to duur. Ofwel zijn de uithongeraars die talrijke land- bewerkers, die vragen eenen kleinen dam te leggen in den goudstroom die naar Amerika leidt, die vragen óm in België te mogen blijven voortleven, om onze gronden te blijven bewer ken en in weerde te houden, om hunne werk lieden te kunnen blijven vourlbetaleu en bijge volg aan dezen het bestaan hunner l'amiliëu ie waarborgen, die vragen den schakel der samen leving te versterken eu te mogeu zeggen Wij leven en zullen de stad ook laten leven, de stad koopt haar bruod bij ons eu niet meer in Amerika, wij hebben dus geld, om bij onze vrienden, de stedelingen, kleederen en andere - benoodigheden te koopen. Wie zullen dus de uithongeraars zijn t Vraag dit aan de stedelingen on zij zullen zich met u vereenigen tot liet behoud van liet land. Vreest dus niet, hoeren lezers, uwe verlan gens per geschrift aau de regeering te laten geworden; hebt gij mijn smeekschrift ‘niet ont vangen; vraag het mij en met de eendracht moeten wij overwinnen. Men zal toestemmen de voorstijlen van liet Gouvernement, betrekkelijk de herzien ng der Grondwet, binnen eenige dagen aan de Kamer zullen bekend gemaakt worden. Vertrekuren van den ijzerenwejg van Duinkerko, Veurne, Gent nnai* 6- 09 2-43 -,.5- 7- 28 11-41 3-32 3.43 7.19 9-48 2-38 6-03 8-35 9-51 10-23 3.40 10-52 4-07 11-08 De toestand in Frankrijk. Het franseh Parlement. Kyjwwiwn r~ -

HISTORISCHE KRANTEN

Het Advertentieblad (1825-1914) | 1892 | | pagina 1