L. Redevoering van den heer Rousseeuw. Lijkrede van den heer Professor Paul Fredericq. Redevoering van den heer Minnaert. Redevoering van den heer Vanstaen. I Veurne, druk. G. Brunein. A i patience et P»1’ i. molAT* I f t I»’ W WV»W AS V-- siblo; ils sont (Tailleurs ro»tós gravós alien, <lio tier zijn, dat wij ons zijne politieke vrienden mogen noemen. Vaarwel, grijze onvermoeibare voorbeeldige aanvoerder dor liberale Vlamingen in onzen Vlaamschon Westhoek 1 ideön stelde hij boven uitwondigen vormendienst. Hij kende do macht van het vooroordeel on van ovorgolevordo begrippen; toch hooft hij zich niet laten woerhouden door do vrees van verkeerd begrepen te worden, ’s Menschen eerste plicht is do vrede zijner ziel te bewaren. In hot aange zicht van den dood vertrouwde hij zijn gansche leven en bestaan aan het oordeel van den eeuwi gen Rechter. Zijn ingaan tot ons onvergankelijk erfdeel stelde hij in do hand der hoogste Macht, die het lot der menschen hoeft opgenomen in zijn almachtig bestuur. Vol vertrouwen legde hij zich in do armen van Hom, dioons allen oproopt, om te ruston in zijn eeuwige liefde. Drukt de smart ons nu neer over zijn heen gaan, toch blijft hot boste, dat wo in hem hebben liefgehad, in on.i voortleven, en op dit blijvende zotten wij nog altijd meer geheel ons hart. Do dood heeft niet van den vorheven Werkmeester den last ontvangen te vernietigen, maar den geest te bevrijden van het stoffelijk hulsel, om tot eono hoogoro bestemming in te gaan, Zoo spreekt do stem der hoop, do stem die wekt tot kalme onderwerping en berusten. U, voortreffelijke Vriend, vergeten wij nooit. Dikwijls willen wij aan U donken in het bedrij vige leven, maar ook in de stilte van den avond, als uw beeld on geest voor onzo herinnering zal rijzen en de heilige begeerte in ons zal doen ont staan, om uw edel voorbeeld te blijven volgen in den heiligen strijd voor recht, en waarheid en licht. Zoo blijven onze harten toch weer by elkaar. Vaarwel, dierbare Vriend, odelo weldoener van 't volk, vaarwel 1 MIJNE HEEREN, In naam van de liberalen van Gent on moer bepaaldelijk van do Vlaamschgezindo liberalen, en ik zou or mogen bijvoegenin naam van al de Vlaamscho liberalen, had ik daartoe een mandaat ontvangen; maar do tijd was te kort om zoo’n mandaat to vragen en to krijgen en toch ben ik zeker, dat ik hier de tolk ben van hunne innigste gevoelens in hun aller naam neem ik hier dan ook gerust hot woord, om eenen plechtigen afscheidsgroet to sturen aan den edelen grijsaard dion wij straks naar zijne laatste rustplaats zullen dragon. Wij konden hom maar uit de verto als den patriarch dor liberale beginselen in hot Veurne- Ambacht on der Vlaaraschgozindo gedachten aan de b’ransche grens. Maar gij hebt het voorrecht gehad liem van naderbij te kennen. Gij hebt de uitgelezene gaven van zijn gouden hart en van zijnen verheven geest gedurende de lange jaron van zijn gezegend leven mogon waardooren. Gij hebt hem dagelijks aan ’t werk gezien, oprecht, minzaam, standvastig, verdraagzaam, steeds moedig en kalm in do mooilijksto om standigheden, terwijl wij hem slechts van verre konden eerbiedigen en bewonderen, cenigszins gekromd als hij was door do hoogo jaren, maar altijd kaarsrecht in do beginselen, die de kracht, on het licht van zijn leven zijn geweest. Hij was eon toonbeeld voor ons allen, dio on verschrokken grijsaard met do kroon zijner smottcloozo zilveren haren, hij, dio nooit wan hoopte in do heerlijke toekomst van onzo goede liberale partij en van onze goedoVlaatnscho zaak, on die, zolfs wanneer do Jongeren ontmoedigd on wankelend worden, ons door woord on daad do kalmo volhardingen do stipte plichtsbetrach ting predikte. En, zooals hij geleefd heeft, is hij gestorven. Op het plechtig uur, dat hij zijn aangezicht gekeerd hooft, voor do eeuwigheid, lieoft hij zijn leven niet willen besluiten mot eono daad van onoprechtheid. Hij wist, dat hij daardoor enkele zijner geliefdon misschien zou grievenmaar zijn geweten wees hom don rechten weg aan en hjj aarzelde niet; want hij was oen man dor Waarheid. Die laatste daad heeft recht op don eerbied van allo rechtschapene andersdenkenden on zij Is mot zijn gansche loven oen voorbeeld voor ons pendant eet to longue période est chose i nipos MIJNE HEEREN, Do treurmare van het onverwachte en schielijk overlijden van den hoer Adolf Do Hoon, heeft niet alleen het Algemeen Bestuur van hot Willems-Eonds, maar al zijn Vlaamscho vrien den met diepe ontroering en weemoed vervuld. Hot is hun dan ook eono behoefte U do verzeke ring te geven van hun hartelijkste deelneming in hot smartvol verlies, dat zijne familie en do boiolking van Vi-urne door het afsterven van den zoo zoor beminden man ondervindt. Te treffender is het verscheiden vau den ge liefde voor mij in hot bijzondor, omdat ik liet voorrecht had tot zijn vertrouwde vrienden to behooren. Een paar dagen vóór zijn heengaan, schreef hij mij nog een hartclijken brief be treffende don Workmanskring, dio hom zoo zeer aan hot harte lag. Zijn warm gemoed voelde zoo oneindig voel voor do nooden en behoeften zijner minbedeeldc modemenschon. Doch meer dan stoffelijke belangen achtte hij van grooter waarde voor het geluk van den mensch, het geestelijk kapitaal, dat hoofd en hart vervult, den bezitter ervan hot reinste genot verschaft, en dat tevens do beste waar borg is voor liet behoud en den vooruitgang dor Maatschappij. In eon degelijk, goed ontwikkeld onderwijs erkende hij de bijzonderste voor waarde tot opbeuring en verheffening van het Vlaamsche volk. Als een trouwe zoon van het kloeke voorgeslacht, dat zondor schroom pal stond voor recht en overtuiging, bleef hij zijn stam- en taalgenooten zijn zorg on steun en liefde wijden. Do ambtenaar on mensch waren in Do Hoon onafscheidelijk verbonden. Altijd en onder alle omstandigheden was hij dezelfde bezadigde, vriéndelijke man. In den stillen, huiselijken kring de edelaardige en liefderijke echtgenoot, de beste der vaders; in do vriendenvergadering en in do besturende commission, waarvan hij voorzitter was, de welberedeneerde on ervaren leidsman, met zijn helder betoog, maar zonder eenig vertoon van geleerdheid of kundo. Met eon blijden glans van humor of eon goedaardige scherts, of eon onvvaardeorbaron raad of een vee]beteekenend hoofdschudden, trachtte hij bij de bespreking der aangelegenheden hot practi- sche of verkeerde van sommigor voorstellen aantetoonen, of de discussie in het rechte spoor te leiden. Uit zijn zachte stom sprak het fijnbe snaarde gemoed, do diepe on eerlijke overtui ging, dio bij andoren vertrouwen wekte, en hom de liefde zijner ambtgenooten en medeburgers verzekerde. En tegenover al die beminnelijke hoedanigheden wolk een ontwikkeling van werkkracht, van toewijding en offervaardig heid 11 Waar ellende to lenigen viel, waar troost of hulp was to brengen, waar nuttigo werken te verrichten waren, daar stond De Hoon vooraan. Zijn leven lang deelde hij ten volle in het wel en wee van het Vlaamscho volk. Doch alles deed hij zonder ophef, kalm en in stilte. Menig werk manskind dankt hem zyn onderwijs on verdere opleiding, evenals zijn positie in do samenleving. Ook voor do armo gevangenen, dio do schande brandmerkt, was zijn hart mot deernis on mede lijden aangedaan. Ook wij, zoido hij mij vóór enkele weken, ook wij hobbon onzo zwakheden on ellende, do eenen wat min, do anderen wat moer: wij dragon allen onzichtbare ketenen, dio ons in het verdsrf kunnen medo- sleopen. Zoo dacht on sprak do voortreffelijke man. zacht van binnen, maar vast van buiten, getrouw aan de opwelling van zijn edel monsclilioveud hart, maar gehoorzamend tot zijn laatsten snik aan do innige overtuiging van zijn geweten. Zachtmoedig on uiterst verdraagzaam, zag hij nooit met minachting op andersdenkenden neer; immer verzoenend en vergevingsgezind, was hij van den andoren kant eon wakkere strijder voor gewetensvrijheid en rechtdorst naar waarheid ging bij hem gepaard aan eon diep besef van plicht en eon ernstige opvatting van het lovon. Mot oen volkomen on onbepaald ver trouwen zag hij den dood te gemout. Dit ver trouwen schonk hem rust en vrodo. Do hoogste L’hoinmo privé, Messieurs, vous possédalt toutes los qualitós, il Pclj la bontó, l'amónitó, la Charité ct n'ólait houreux que.quand il pouvnit faire le bt*0- 11 aimnit tousccux qui étaiont sincere* el vio familiale touts ontióro est lit pour att®»” Jusqu’a quol point il pratiquait la tolórancé plus largo. l.'ótcudiio do nes vues on toutes matièros óts11 commo uno irradiation do la noblesse do coour. Sa conscience droito ct óclairóo óchapp*1 A la servitude des dogmos, mais sublssait vol»®’ tiers Tctnpiro d’un sentiment profondómont rely gieux, d'une religion faito touto ontiorodobonbb do gónórosiló ot d'atnour du prochain. Jo compromis aisómont qua la douleur de chèro familie soit navrante et J'y compatf» tout ccnur; mais II oxisto pour olio uno cons0**" tion suprème; e’est do voir par los notnbreu»* sympathies qui affluent autour do cotto tomW' quo Ie souvenir du regrettó dótunt restera gr»” dans toutes les mémoires d'uuo manlèro impèn*- sable. Adolphe Do Hoon, noble ot illustre flgdf*’ ami ot bienfaitour, au notn de TAasoclatlé® libérale, Je vous adresso un dernier adieu. Dormoz on palx. MIJNE HEEREN, In mijne hoedanigheid van Voorzitter der Maatschappij van Ouderlingen Bijstand - Help u Zelve», kom ik hier eenigo woorden van lof toezwaaien aan Hom, wiens stoffelijke overblijf selen wij tot zijne laatste rustplaats komen te vergezellen. Ondanks do menigvuldige diensten die hij gedurende zijne lange en werkzame loopbaan had bewezen, ondervond hij dat nog eone vrije maatschappij van weldadigheid alhier ontbrak, dio den kleinen burger en den work man in oogonblikkon van ziekten of ongevallen van de armoede en do ellende zoude sparen. Daarom wierden er op 19 Juli, 29 Augusti en 26 September 1897, algemeeno vergaderingen gehouden eu dezo maatschappij gesticht. Do heer Adolf Do Hoon word als Eere- Voorzitter gekozen, plaats dio Hij tot bij zijn afstorvon hooft bewaard. Door zijne persoonlijke milddadigheid, zijne wijze raadgevingen, zijne uitmuntende vriend schap en genegenheid, groeide en bloeide onzo maatschappij. Van dag tot dag deden zich nieuwe werkende leden aanvaarden en menige bijzondere ingezetenen dor stad lieten zich als eere- of beschormleden inschrijven. De wottelijke erkenning der maatschappij word bij koninklijk besluit van 3 Juni 1898 toe gestaan on verscheen in het Staatsblad van 3 Juli daaropvolgende. Gezien den Idoeienden toestand dozer nuttige instelling on om do verzekering te hebben van haar voortbestaan, deed hij haar eeno gift van vijftien honderd franken, dewelke bij notaricclen akt van 4 December 1900 werd bekend, en waar van ingevolge do wet door do bevoegde overheid do aanvaarding aan do maatschappij word verleend. Ja I Eerbiedwaardige Eere-Voorzittor, ondanks uwen gevorderden ouderdom, nog zijt gij te vroeg uit ons midden gerukt. Do onverbiddelijke dood hoeft bij U het lijdelijke mot het eeuwige verwisseld, gij zijt voor ons niet meer; maar uwe dierbare gedachtenis zal in ons hart blijven voortloven. Eu in naam van al do leden, zeg ik U, diep- betreurde Ecro-Voorzitter, edele Weldoener, boste Vriend, vaarwel, eeuwig vaarwel mémoiro do nous tous. En 1881, des rovers politique* lo tiront rentror aansla vio privóe; mais loin d'abaudonner la lutte.il la pourauivit avoc plus d'ardeur que Jamais ot aida en cos dernières années il fonder lo puissant I.iberalo Burgers en Werkman»- kring» dont il devint lo digue ot dóvoué I’rési- dont d'honneur. Comma administrateur, lo regrettó défunt fut prodigieux, tant par le cumul de hos diversos lonctious que par les soins móticulcux qu’il y apportait. 11 fut Tlugóniour éclairé do la Wateringuo du Nord do Eurnes pendant plus d'un domi-siècle; sa nomination date, en effot, du 20 dócembro 1851. Le rólo qu’il y a rempli a étó des plus pré- pondórants ot on a dit do lui A junto titre qu’il était l'esclavo de son devoir. Le 11 Pévrier 1858, il accopta las délicate» func tions de mombro do la Commission administra- t.ve do la Prison, pour en dovenir Vice-Prósident en 1879 et enfin Président par Arrótó Royal du 22 Juin 1893. Son but en assumant cotto ticho ingrate était de tiavailler a l'amendcment 'les prisonniers, en essayaut d extirper de ces malheuroux dóvoyé», les germes morbides quo leur milieu social y avaiout impregué». Personuo n’ignoro quo par sa patience et par sa mansuótude il a obtenu des rósultats romar- quables. Aux Hospices civil», H y avait encore de bonnes ceuvrosAaccomplir. M. De Hoon chezqui lecaiur et la conscicnco parlaiont plus haut que ooS »prC-’>'5^-ceH. P«™oiinello», n'hésita pas. Le Ayril 1875, il fut nommó mombre de la Com mission de cetto institution charitable et il eu devint lo Président lo 6 Juin 1880. Sa nomina; londéchovin l’obligca a dómissionuer. Liaussi il a bien mérité do l'humanitó. Connaissant les hommes ot lours misères, il s'óvortua «urtout 'ouir en aide aux véritables pauvres. les pauvre*- ionteux commo il les appelait. Que do regret* i laisscra chez cos malhoureux 1 Lo ddvolonpoment do l’instructiou dan» 1» foM*.’» .°»'rièrc et son émanci pation étaien* i objet de ses próoccupations constante» au»»i. Ecole industriello ot dans cello do la Biblio- thoquo communale. Tant do dóvouomont dovait attirer l’attontion o notro Ro Sa M.jMtó Léopold H. qui on 1881 e23 M?iCi«OTnii8rdo,on Or,lro <*t lui octroy» Mar" 1893> croix clviquo do class». L’hoinmo privé, Messieurs, vous l’avcz tou« d?o enr i!"a °''t hnP'li»sauto A le dép»ï»’ sonnfflL lP08ré‘|OH qualitó», il P«r; sonniiiait la bonté, 1’aménité, la charité et MESSIEURS, La mort impitoyablo a accompli son oeuvre, olie a eidové A notro affoctlon lo vénérablo mem* bro do notro Association libérale, M. Adolpho Dc Hoon. Si la porto que nous éprouvons est irróparablo, la disparitlon do eet augusto vieillard constituo eu memo temp», uu deuil public ct gónóral, car Messieurs, quello vio fut plus romplio. quo la sionucl Et cotto longue vio, il l’a consacréo touto entlèro A augmenter lo blou-êtro moral ot maté- riol do scs concitoyons. Cat hotnino d'ólite était mervoillousomont douó, sa vaste éruditiou, son inlassablo activltó qui s'est manifostóo Jusqu’A sos dorniors momouts, lui ont permis do inonor do front do nombrouses ot grandioses outroprises. En politique, c'ótait un luttour infatigablo qui avait locultodos idéés do libortó et de toléranco qui nous sont si chores il allait partout próchant la bontó ot la fratornitó; et sa volx gónórouso eut un retontissant écho. Lo 30 Octobro 1866, sos partisans lui contloront un mandat do consoiller communal ot lo 29 dó- combro 1881, il fut ólovó A la dignitó d’óchevln. Enuméror les services multiples qu’il a rondus

HISTORISCHE KRANTEN

Het Advertentieblad (1825-1914) | 1903 | | pagina 4