Een Burger. DE PARTY DER ORDE. De liberale party is degenen der orde eu van den vrede, heeft M. de Gouverneur vanWestvIaenderen gezegd. Laet ons zien: TeDiest, waerM. Christiaens liberale representant, niet herkozen is geweest, riep M. de Burgmeester de kiezers ten Stadhuize, ’s zondags na de kiezing, en stelde hun voor eene betooning te doen tereere van den gewezen Repre sentant. Om vyf ure begaf zich het koliegie van burgmeester cn schepenen, vergezeld van een groot aental gapers, processiewys naer de wooning van den heer Christiaensen er wierd hem eene redevoering loegestuerd in welke men de gees- telykbeid en de kiezers op alle wyzen hoonde. .11. Christiaens antwoordde op denzelfden toon. Hierop volgden welhaest geweldenaryen. De uitgever van den Demerbode, ’s avonds naer huis gaendewierd herkend door eene bende volks welke de straten doorliep al schreeuwen en tieren en aenstonds omringd door een zestigtal persoonen onder welke een provintieraedsheer en verscheide openbare ambtenaren zich bevonden. Deze opge- hitste menigte viel dien heer aen, gafhem stokslagen, spouwde in zyn aengezigt, en riep, tot verscheide reizen Slaet hem het hoofd af! werpt hem in den Demer Weg met de calotins Gelukkiglyk kwam een lid van den gemeenteraed en een der vrienden van den uitgever toe en trok- ken hem uit de handen van het woedende grauw! Geen een agent van politie was ergens te zien, en de officieren van het garnizoen wachtten te vergeefs bet bevel af om het volk uit een te dryven. En ziet daer hoe de party van orde en vrede de kiezingen eerbiedigt, de regten van de drukpers en de vrybeiu der persoonen byeen riep, en hetzelve in eenen walgelyken dron kenschap dompelde? Zeer klein, niet waer, M. Der., toen de kinders van Dixmude het kruis van eere gingen halen op het slagveld, gy u nooit durfdet ontkleeden wanneer gy u tot de rust begaf? En nogthansBurgershoe koomt het dat wy nu beven voor die Grootenals waren wy hunne slaven Wel ja, wy zyn slaven, ware slaven; want hy is een slaefdie niet mag stemmen volgens zyn geweten, en hiertoe de bevelen van anderen moet volgen op straffe van benadeeligdja misschien geruineerd te worden. Hoe dat dit alles zoo verre gekomen is, zal ik u zeggenmaer weest niet gestoord over myne rond borstigheid. ’T is wy, wy zelven, die alleen de schuld zynvanönzevernedering, van onze slaverny. Wilt gy er eene, tien, honderd bewyzen van? Hier zyn ze Over eenigen tyd moesten er twee nieuwe leden van den gemeenteraed benoemd worden in vervanging van de heeren Verwilghen en Robaeys. Deze beide leden hadden zich byzonder onder scheiden door hunne onafhankelykheid van karak ter. Zy mishaegden aen de Grootenom dat zy soms van een ander gevoelen durfden zyn dan zy en de Grooten hebben het geheim gevonden om ons te doen stemmen voor twee werktuigen, deux automates Is het ook alzoo diet dat men u heeft doen stemmen, toen er gewag was den heer notaris Peellaert te vervangen in den gemeenteraedvoor eenen persoon die, doot zynen handel, niet het minst onafhankelyk is, en van iedereen gekend om zyne kruipery voor de Grooten Die machienen nog daergelaten; er is een man in Dixmude die, al dén tyd dat hy aen het roer gezeten heeftde interesten der stad had weten te slachtofferen voor zyne eigen belangen, met. de daerstelling tegen te werken van eene loskaei in de stad zelve; en dit om dat hy, langs de andere zyde van de vaert, eene herberg en magazynen bezit welker pachtprys hy niet geern had zien verminde ren. En dien man hebt gy herkozen Spreken wy regtzinnig. Is het wy zelven niet die de roeden bereid hebben waermedè men ons sedert too langen tyd slaet Het groote geheim van die Grooten is zich aen het roer van de stad te houden. Indien er iemand aen twyfelt, dat hy zie wat er gebeurd is in het bêstuer der burgerlyke godshuizen. Eene plaets valt er, over eenigen tyd, open. Dixmude bezit een groot getal burgers die bekwaem zyn om de groote zëdelyke en stoffelyke belangen van dit uitgebreid bëstuergadelesiaen. En aen wie wordt ze gegeven? Aen een kind, die vreemd is aen alle administra tieve kennissenOokwanneer wy ons het onbe- rekenbaer ongeluk herinneren hetwelk aen het gebouw der weezenschool voorgevallen ismoeten wy op onze borst kloppen en zeggen Zulke oor zaken, zulke uitwerksels! In een aenstaende artikel zal ik deze dingen wat breeder ontvouwen. plaetselyke besturen, die my zullen moeten laten weten het tegenwoordig getal der religieuzen en de verscheidene bezigheden waerop zy zich nu toeleggen. Ik bid u, Mynheeren, my in staet te stellen om ten kortste, het verzoek van M. den minister van justicie in te willigen. De religieuze genootschappen uwer stad zyn aengewezen hierna. De Gouverneur, (Geteekend) B.011 de Vrière. In ons aenstaende nummer zullen wy dat stuk wat nader onderzoeken. Nieuwe tergende maetregel van M. De Haussy jegens de religieuzen. Wy hebben redens om te gelooven dat minister De Ilaussy alle nachten droomt van religieusen want er is schier niet een dagof hy brengt den eene of den andere maetregel te berde om die zus ters te kwellen. Ziehier een nieuw bewys van de aenhoudende plageryen waerin die minister zyn behagen schynt te nemen. Het is een stuk dat de gouverneur van West-Vlaenderen komt te overhandigen aen de gemeentebesturen der provintie. Brugge, den 24 mei 1850. Mynheeren, Daer ik verlang te kennen den geldelyken toestand der religieuze genootschappen dezer provintie, door den Staet herkend, ten einde eene basis te hebben om gemakkelyk te kunnen schatten de te geven rekeningen, ingevolge het dekreet van 18 february 1809, M. de minister van justicie verzoekt u hem le laten geworden 1“ Tabellen gelykvormig aen de bygevoegde modellen N° 1inhoudende per klas het ver- mogen van ieder genootschap te weten A. Hetgebouw en de grondendoor de zusters gebruikt, de andere onroerende goederen. B. De gehypothekeerde renten. C. De andere renten en jaerlyksche grond- cynsen. D. E. of F. De belgische openbare fondsen, degenen van andere landen of andere inschry- vingen en kapitalen. G. De kapitalen in kas. Elk een dezer klassen van goederen zal moeten volledigd worden Voor de onroerende goederendoor eene by- voeging van het kadastrael inkomen ter eener zyde, enderpacht en huerpryzen ter ander zyde. Voor de andere klassen van goederen, door eene byvoegingder kapitalen en inkomsten. Eene rekapitulatie van die totalen zal een algemeen totael opleveren. 2° Eenen staet, gelykvormig aen het model 2, der lasten welke de goederen der genoot- schappen bezwaren. 3° liet totael der veranderlyke ontvangsten, bewerkstelligd in 1849 en het totael der onkosten vandatjaer. Op dal deze staten zoo veel te nauwkeuriger mogten opgemaekt zynzullen de genootschap pen hierin geholpen moeten worden door de I aa?--; ggftjj.jj.'L i'-'uj&ljj "a ■-jb-llxh méme touché les 200 florins par tnois qui sont alleuéa aux représentants élrangersa la ville de Bruxelles! Décidémeut j’eu aurais été pour les frais du masque sans pouvoir m« proposer de but quelconque. - Mon masquesur lequel j’ai écritmon nom en toutes lettres, pour que personne ne prétexte cause d'ignorance. C’est Hi un singulier déguisement. Je crie sur les toits qui je suis et ce que je penseje ne veux méme pas tonjours ce qu’on me présente. Si c’est la se cacher pourparvenir èses fins secretes, les mots doivent avoir singulièremeut change de signification. En vérité, (e Weekblad extravague. Continuons a étre franc avec luiau risque de parattre un peu dur. Le motif, le vrai, le seul motif de la colère du Weekblad, c’est que M. Debreyne n’a pas été é!u. Eb bien, Messieurs les doctrinaires, enquoi cela me concerne- l-il? Je ne pouvais rien y faire; et j'aurais pu y faire quel- que choseque je ne l'aurais point voulu. Supposé que j’eusse accepté la candidature qui m’était si généreusement offertecroit-on que je me serais occupé de ia faire ré- ussir? pas plus que je n’aurais travaiilé A faire échouer ceile de M. Debreyne. Je n’ai pas faitmystère de ces dispo sitions. M. Debreyne qui je lesavais commuuiquéesm’a assuré quede son cóléil ne mettait personnellement aucune importance asa réélection. J’étaisdonc sür d’avanca que quoi qu’il arrival, nos relations de parenté et d’amitié n’auraient point eu a souffrir de nos dissentiments poliliques. II est vrai que j’ai averti les électeurs de Dixmude de ma détermination, aiin qu’ils reportassent sur le candidat qui me serail substitué les votes qu’ils réservaient au repré sentant de leur opinion. Mais cette déclaration était l’ac- complissement d’undevoir d’honnenr, auquelM. Dabreyne, a ma place, n’aurait certes pas manqué. A’entendre les doléances du Weekblad, l’Etat touche a sa ruine parceque les citoyens réclament un peu plus d’é- galilé dans la liberié pour tousun peu plus d'imparlialité pour les Hamands,! un peu moins de centralisation et de réglénientation des charges moins lourdes et mieux re- parties, de la bonne foi, de la conscience, du désintë- ressement. Faut-il rappelerau Weekblad que le régime constitn- tionnel représentatif met toujours en jeu pour le moins deux partis politiques qui se contrebalanceiil; que celui des deux qui gouverne déchoit nécessairementd'abord a cause du mal qu’il ne réussit pas a empécherqu’il ne peut méme empêcher, ensuite parceque le plus souv<nt i) ne fait pas tout le bien qu’il pourrait faire; que le parii de l’opposition grandit sur les entrefaitesetse fortifie, jusqu'a ce que, devenu obstacle au pouvoir, i! se change tout na- turellement en pouvoir Ini-mème? Ce sont les premiers éléments de l’art gouvernemental moderne. C’est ainsi que les fautes des Catholiques ont,naguère déterminé les éleclions libérales et créé Ie ministère doc trinaire; et que déja les fautes des adeptes de la doctrine libérale font éclore des elections catholiques qui ne larde- ront guère a étre suivies d’un ministère de la méme couleur. Nous voila bien loin du rabachage du Weekblad sur la pierre fondamtnlale de la chrétienlé et la bibliolhèqüe du Va tican ou par parentheseje n’ai jamais inis les pieds. La feuille en question m'accuse de seiner la discorde et les querelles enlre mesconcitoyens. Pourquoine pasajouter, comme faisait M. Spruyt, avocat general du roi Guillaüme, que ce crime est passible de l’article 90 du code pénal? II faut avoir le courage de sa délation. Dureste, cela ne m'empéchera pas plus aujourd'hui qu’en 1830, de proclamer a ciel découvert qae le pouvoir exercé par n’importe qui, doit étre scrupuleusement juste envers tous ceuxaunomde qui il est exercé, sans exception ni acception de parties ou de sectesd’opinions ou d’mdi- vidus. J’ai mes convictions arrêtéset je n’y renonce pas plus quejene les dissimulejataais on ne m’entendra dire je me conforme aux idéés revues quoique je ne Lespaitage point. Si je le faisais, le Weekblad aurait mille fois raison de me reprocher le masque a l’aide duqïiel j’escroquerais au public l’eslime qu’il a coutume d’accorder quand il prend ce masque la pour une figure naturelle d’honnéte homme. Que l’organe Dixmudois du parti doctrinaire se le lient done pour dit! le blame dont il vent me couvrir retombe de tout son poids sur ceux d’entre les libéraux qui, pour croquer les marrons de la popularité, iherchenta les tirer du feu avec les pattes des catholiquesvoyant a cela double profit a faire, leur bienpremièrement et puis le mal d’aulrui Comme s’est si bien exprimé le naïf Lafontaine, ce fléau de tous les Bertrands passésprésents et futurs. (Signs) DEPOTTERé - 1 VERTAJLIIVC. Brussel, Wjuny 1850. Aen Mynheer de opsteller van het Boterkuipjè. Gelieft, Mynheerde volgende regelen in uw aenstaende nummer te plaetsen Hel Weekblad randt my op nieuws aen in zyn blad van 46 dezer. M. Depotlerzegt het, heeft geschreven tegen de leeringen dér catholyken. Is dit eene ontdekking, welke de redakteurs van het liberael blad komen te doen? In welke kringen hadden zy dan, tot nu toe, verkeerd? Zoo er ten minste iemand die zaek geloochend hadde. Maer zulks is in niemands gedachte gekomen. En deze heeren kondigen onsex abrupto, die groote tydingaen; even als lieten zy weten dat de bastilje ingenomen is.'.... Wal toch, goede God, en waer willen zy naer toe? M. Depotler, vaert het Weekblad voort, trekt een masker aen om zyn doelwit te bereiken. Welk doelwit, als 't u belieft? Men biedt my de kan- didaluer aenen ik weiger ze. Enhad ik ze aenveerd ware ik gekozen geweestiets dat zeer wel mag ver ondersteld worden, ingezien de benoeming van M. Desmaisières, Ik zonde zelfs de 200 gulden welke de representanten - -gr - Bp.cxelles 22 juin 1850. A Monsieur le rédacteur du Boterkuipje. VeuillezMonsieur, insérerdans voire proebain numéro les lignes suivantes Le Weekblad m'attaque de nouveau dans sa feuille du 16 courant dont je viens de prendre connaissance. M. Depotler, dit-il, a écrit contre les doctrines des catholiques. Est-ce une découverte que les rédacteurs du journal li- béral ont faite depuis peu? Dans quel monde avaienl-ils done vécu jusqu.a présent? Si du moins quelqu’un avait nié le fait. Mais personno méme n’y a songé. Et ex abrupto ces messieurs nous an- noncenl la grande nouvellea peu prés comme s’ils pro- clamaienl que la Bastille ést prise!.... A qui, bon Dieu, et a quoi en veulent-ils? M. Depotter, continue le Weekblad, prend un masque pour alleindre son but. Quel but, s’il vous plait? On m’offre la candidature, je la refuse. Et si je l’avais acceptée, si j’avais été élu ehose que la nomination de M. Desmaisières me permet de supposer sans trop m’en faire accroireje n’aurais pas

HISTORISCHE KRANTEN

Het Boterkuipje (1846-1871) | 1850 | | pagina 2