Dixmude, 12 September 18aO. Vierde Jaer. 1XV 197. DIXMUDE. Een Donderdagblad voor Aenkondigingen, Tydverdryf en algemeene Belangen, DE WET OP HET MIDDENBAER ONDERWYS. De omwentelaers-party en het gouvernement hebben malkaer verstaen om eene wet over het middenbaer onderwys temaken, de welke, in de handen van het ministerie, een oorlogs-wapen zou wezen tegen den godsdienst. Nu is het oogenblik gekomen deze wet uit te voereneenige ministers zouden wel willen met eene soort van omzigtigheid en bescheidenheid van dit wapen gebruik maken om de misnoegde gemoederen der Belgen tot den uitersten top niet te brengenmaer de omwente laers-party verstaet dit zoo niet. Zy wilt met ge weld de wet uitgevoerd hebben. De wet gebiedt dat de geestelykheid zou uitge- noodigd worden om het godsdienstig onderwys te geven. Maer de geestelykheid kan op twee manie ren daer toe verzocht worden. Men kan ze uitnoo- digenop eene wyze die toont dat men liever heeft dat ze zou weigeren het godsdienstig onderwys te gevenen men kan dezelve ook verzoeken op zoo eene manier dat, ten minste, de woorden aenduiden dat men wenscht dat de geestelykheid de taek zou aenveerden. Welnude meerderheid der omwentelaers-party begeert dat het ministerie zich ten opzigte der geestelykheid op zoo eene manier zou gedragen dat het klaerlyk te zien is dat het liever zou hebben dat de geestelykheid alle medewerking weigere. De tyd zal uilwyzen op welke manier de ministers zich er uit zullen trekken. Doe het geschiedezoo zal de wet altyd slecht blyven, slecht in hare gronden, slecht in bare strekkingen, slecht in hare gevolgenslecht om de overdrevene onkosten waermede zy het land bezwaert. (Belg.) DE VRYE KOOPHANDEL EN HET KOOL PLANTEN. Ditmael is het niet meer om telagchen, wy zullen hem hebben, den vryen koophandel, en dat nog wel in zyne volle kracht, in den bloei van zyn leven. De tyding is officiéél Observateur en Indépen- dance kondigen ze aen. De Moniteur zegt er wel nietmetal van, maer hy peist niet te min. Wat gaen wygelukkig zyn melhet afschaffen der regten op aide uitlandsche goederen!!! Alles zal voor niets gaengranen, peulvruchten, koloniale warengeweefsels van allen aerdenz. enz. enz. Nog meer Niet alleenlyk zal de free- trade ons alles gratis verschaffen, maer de Engelschmans zullen ons nog geld toe geven, om hunne koopwaren, vry en vrank, in ons land te mogen invoeren. IFj/ zullen geenen stuiver meer moeten betalen uitgenomen voor de kontributien, welke een klein klein beetje zullen verhoogd worden; maer dit is eene enkele bagatel, ingezien het onschatbaer voor deel welk de vrye koophandel ons zal bybrengen. Versta wel al het geluk dat de free-trade ons zal schenken. Vooreerst wy zullen geene tollenaers, of doua niers, meer moeten hebben. Dat slach van onge- lukkigendie hunne nachten doorbrengen onder den blauwen hemel, en den regen, sneeuw en hagel uit der eerster hand krygen, zullen voortaen- gerust en op hunne beide ooren in hun bed mogen slapenen gelyk al de rentiersleven op hunne pantoffels. Wy zullen geen leger meer moeten hebben de andere volkeren, die zich zullen belasten met ons te spyzen, te kleeden en te warmen, zullen voor onze verdediging zorgen. Onze generaels en officieren zullen hunne degens doen versmeden in spaden, en zullen, op de vader- landslievendsle wyze, hunne kooien planten, gelyk Cincinnatus, ten tyde der oude Romeinen. Onze industriëlen zullen deaengenaemheden van de rust smakenen hunne fabrieken zullen voor eeuwig loegesloten worden. Geene koolmynen meer, geene yzergieteryen En waer toe zouden de werklieden nog langer lm« leven in gevaer stellen met in de koolmynen neder te dalen?Zyn de Engelschen daer niet, en zullen zyons niet hun yzer gratis toezenden?Kool- gravers, yzergieters en verdere discipels van Vul- niet een reuzenwerk dat de Nieuwe Politiek alleen in staet is aen België te verschaffen? De vier deelen der wereld ten zynen dienste hebben, en de dienaer van niemand zynde Belgen tot de onschuld en het geluk van onzen eersten vader Adam terug brengenmaken dat zy zich met niets meer te hemoeijen zullen hebbenzelfs niet met hun eigen gouvernement, dewyl de vreem delingen zich met die zorg belastenwie zoude er durven zeggen dat zoo vele weldaden niet toe reikende zyn om MM. Rogier en Frère de eeuwige erkentenis te verschaffen van wegens de uitlandsche industry en landbouw, van wegens de graenkoopers van Antwerpen? Indien dit alles de Belgen, en vooral de Vlamingen, niet vergenoegt, wy zeggen openlyk met de franskillons, dat de Belgen apen, ja Beduinen zyn. (F. B.) kaen zullen zich nog slechts moeten onledig houden met het kool planten. Al de manufakturen zullen geledigd wordenmen zal ze veranderen in dans- en speelzalen, dewyl meesters en werklieden niets anders meer zullen te doen hebben, om hunnen tyd door te brengen, dan te zingente lagclien, drinken, dansen, en hunne kooien te planten om het overige van den tyd te slyten Dé Engelschen zullen ons voorzien van katoenen- kempen- en wolle geweefselsvan hunne scheer-en snymessen, lederen vellen, in mededinging met Frankryk en Duitschland, en al de landen der wereld. Al onzemanufaktuerwerkers, ontslagen van werk en zorgenvry en zalig gelyk de schimmen der Elyzesche Velden, zullen, met al de andere werklieden, de zuivere lucht gaen scheppen op de bergen en in de valleyen, en hunne kooien planten zonder kommer, levende in den overvloed der uitlandsche voortbrengsels. De landbouv zal dezelfde voordeclen der andere nyverheden genieten men zal hem rangschikken onder de slavelyke werken onweerdig van een vry volk zoo als de natie der Belgen de slaven van Rusland en van Noord-Amerika alleen past het de akkers te bebouwen. Al onze velden zullen ver anderd worden in engelsche lusthovenwaer de boeren, met hunne knechten en graendorschers, hunnen tyd in vreugde zuilen gaen overbrengen en op hazen en patryzen jagen. Men zalvoor elk huis gezin, slechts twee roên vierkant behouden, tot het planten van kooien.Ook de schapen, verkensen koeijen zullen wy in een zeer klein getal aenkweeken uit liefhebbery, gelyk men spaensché ratten en papegaeijen houdt. Holland zal ons voorzien van ossen, koeijen, schapenboter en kaes. En voor wat de melk aengaet, degenen die geen geiten melk kunnen drinkenzullen door de zorg van de NieuwePolitiek,geheele eemers ezelsmelk bekomen. Ten dezen einde, zal het gouvernement, in de by- zonderste steden van het land, ezels in statie zen den, om er het ras van te vermenigvuldigen, zoo danig dat, in weinige jaren, er overal gevonden zullen worden tot in de geringste gehuchten toe, even als menin al de gemeentehuizen en verdere herbergen van ons distrikt, zekere weekbladjes, gratis, te lezen vindt.... Dat men dus de Nieuwe Politiek niet meer be- schuldige van onwerkzaem en anti-nationael tezyn zie daer een doorslaende bewys van hare werk- zaemheid en verknochtheid aen hel land. Wat kan zy meer doen? Het werken en zwoegen afsebaffen, aen iedereen eene eeuwige en ongestoorde rust bezorgen, is dat UIPJ J MET EEN GRAENTJE ZOET. PRYS DER INSCHRYVING, betaelbaer voorop Voor een jaer, in stad. fr. 500 Buiten stadvraehtvry Alle aftiehenby den uitgever van dit blad gedrukt ■worden onvergeld in het eerstkomende nummer geplaetst. Brieven en geld vraehtvry toe te zenden. moeten wy die sedert zoo lang lyden! Be tyd koomt aen op welken het volk, met de wapens in de hand.de goederen der ryken zal eischen hetgeen de ryke bezit is meestal de vrucht van diefstal en afperssing. Deze bietste woorden wierden met den grootsten geest drift toegejuicht. Het grauw had verstaen, gelyk het nu ook verstaetdat de verdeeling der goederen zyne driften voor eenen dag, zoude kunnen voldoen. Op Robespierre volgde GraLchus-Baboeuf, Hy sprak eene lange redevoering uil over de noodzakelykhied van de uilroeijing der ongelykheiddaerna viel hy uit legen de émigrés en de priesters, verklaerde dat al hunne goederen uitgedeeld moesten worden aen de verdedigers van het Vaderland. Wy willen riep het opperhoofd van de sekte der gelij ken uit, wy willen de wezenlyke gelykheid of de dood. Wee aen hem die zich hier tegen verzetDe fransclie omwen teling is maer de voorloopstervan eene andere omwenteling, BE ItEVOEETIOAAAIÜÏE BAMKETTEM. Over zeven-en vyftigjaer, den 12 augusty, hield men teParys een kanket om de Constitutie van 1795in te hulden. Robespierre was er de Voorzitter van. Nevens Robespierredie de eereplaets bekleeddezaten Fouquier-Tinville, Saint-Just, CouthonCarrier Collot- d’Herbois, de btirgerin Theroigne de Méricourt, enz. De tafels waren gezet op de plaets der Omwenteling. Op eene trede, met roode vaendels en revolutionnaire zinne- beelde omgevenzaten de leden der kommissie van bet banket, onder welke men Maral bemerkte, Je vertegen- woördiger der revolutionnaire drukpers. Een duizendtal gasten woonden dit trroederlyk gastonnet by. De burgers Robespiere, Gracchus-Baboeuf, Saint-Juist en de burg< rm Théroigne de Méricourt namen beurtelings het woord. Burgers, riep Robespierre uit, wy vieren heden de ANNONCEN. 15 cen.timgn den drukregel. Degenen welke tevens in hetzondags SUPPLEMENT moeten geplaetst 600 worden, genieten eene merkelyke prysvermindering. de cypresboomen der vryheid besproeid moeten zyn met bloed. Ziet hoe menigmaelsedert vyf jaren van hier, het aristokratische gespuis toegejuicht heeft by het vallen der hoofden van de edelste onzer broedersHoe dikwyls heeft hel niet aengekondigd dat de omwentelingsgeest verpletterd was en nogthanshebben wydenzelvenaltyd zien weder opstaen sterker en vrecslyker dan ooit.De steenen uit onze stra ten wasemen by de zomerzonden opstand en de dood uit. De tranen zyn voor ons niet meer, maer voorde vyanden van het volk, want, na hunne dood zal er van hen niets anders overblyven dan een geheugen van vervloe king. Welhaestzal den arm van het souvereine volk op hun hoofd nedervallen zonder genade of bermhertigheid 1 Wan neer het volk slaet, is hel noch verschriktnoch edelmoe dig; want hel slaet, niet in zyn eigen belang, maer in hel belang van de eeuwige zedeleer. De woedende volks- inhulding van onze groote en uitmuntende Constitutie. Het aenleider eindigde zyne aenspraek met deze gruwelyke tydstip der vryheid neemt aenvang. Maer vergeet niet dal woorden Oorlog tot de doodtusschen u die niet werken

HISTORISCHE KRANTEN

Het Boterkuipje (1846-1871) | 1850 | | pagina 1