takken van het hestuer, en dat zyne byzondere aenbood en hy gelukte aldus de meerderheid te 1 In ons vorig artikel hebben wy duidelyk, en met studiën? Was hy niet van die klas van dertien in eene dozyn? Met tegenzin vinden wy ons verpligt hier de grove onwetendheid van den bekladder van 'd.Des maisières aen den dag te brengen. Weel die man en nyverheid door gansch Europa, en in ons land des te grooter door den val der Belgiesche Bank. Inwendige staetskrisis veroorzaekt door het onder zoek en de aenveerding van het vredeverdrag opgelegd door de Londensche Conferentie; uit voering der talryke finantiële schikkingen van dit Verdrag; vereffenings-conferentien te Utrecht; geldgebrek in de schatkist; het weder op te helpen openbaer krediet; beter stelsel ter beteugeling van den sluikhandel voor de Douane-regtenzoo wel besturend als wettelyk daer te stellen; kadastrale werken in Luxemburg en Limburg in te rigten; wederkeering der tolregten op de Schelde, en wegen en middelen te besluiten, om er in te voor zien dusdanig waren de voornaemste moeijelyk- heden dié de Minister te boven te komen haden hy wist er in te gelukken. Hy hielp het openbaer gevoelen zoo wel op, dat, niettegenstaende de vraeg van bemagtiging, den 11 mei 1840, door zynen opvolger aen de Kamers gedaen, om eene leening van 90 millioenen aen te gaen, onze 3 die den 9 January 1840 maer op 69 stond, bereikte van den 20 February af, den koers van 72 s/S G.*, om zich vervolgens den 27 jnly tot 77 Geldté verheffenen dat daerenboven de intrest der schatkistbons kon verlaegd wordente rekenen met 3 maert 1840, op den respectieven taks van 3 t/i, 2 i/a en 2 voor de vervaltyden van wedergaef op 1 jaer, 6 maenden en 3 maenden date. Toen de Kamer de wet onderzocht die deze leening bemagtigde, M. Desmaisières, zich Aldus vooral verkleefd tonnende aen de algemèene be- langens des lands, had de edelmoedigheid het nieuw kabinet dat hetgene verving,waervan hy deel had gemaekt, uil eenen zeer moeijelyken stap te trekken. De ruchtbaerheid en mededinging gingen verpligtende verklaerd worden voor de leening welke het Besluer vroeg te mogen aengaen. Het ministerie was er niet voor bereid en stelde zich gevolgenlyk uit al zyne krachten er tegen dat deze verpligting hem door de wet opgelegd wierde. Doch, by gebrek van andere waarborgen aen te bieden, ging het vervallen en dit was wezenlyk eene zaek van ministerieel bestaen. M. Desmaisières die in de middensektie, de overtuiging verkregen had dat het Ministerie in staet niet was om zich aen school en officier der genie, hem hiertoe op eene algemeen belang, maer ook ten voordeele van het bestaen des kabinets, hetwelkzoo men het denken kan, zich verhaeslte om zich naer zyn amandement te schikken. De wet van 1834 op de graengewassentot welkers aenveerding hy krachtdadiglyk mede ge holpen heeft, en dé wet van 1833 op het vee, voor welkers onderzoek en aenneming, hy de bedie- i ningen van verslaggever der kommissie van nyver- 1 heid, landbouw en koophandel, uilgeoefend heeft, hebben tot in 1845, veel medegewerkt tot den landbouws voorspoed in België, voornamenlyk in den Mpniteur in de hand, bewezen dat M. Des maisières, een der verdienstelykste stadsmannen is waer op België zich mag beroemen; dat hy groote diensten bewezen heeft aen het land in ’t algemeen en aen de Vlaenderen in hel byzonder; dat het aen hem is dat het distrikt Dixmude de twee eenige byzondere voordeelen, welke het sedert 1830 ge noten heeft, te weten de daerstelling van den steenweg van Pervyse op Iseghemdoor Dixmude en Rousselaere, en de verbeteringswerken van het l stelsel voor den afloop der waters van den Yservaert, te danken heeft.' Wy hebben bewezen dat M. Desmaisières, ge durende de vyflien jaren dal hy deel gemaekt heeft van de Kamer der Volksvertegenwoordigers, op de schitterendste wyze en met den besten uitslag ge- f de gevaren der rBclitbaerheid en mededinging werkt heeft voor de goede inrigting van helleger i bloot te stellenbood de Kamer den 9 juny 1840 en voor het invoeren van spaerzaemheden in al de een amandement aen, welk andere waerborgen takken van het bestuer, en dat zyne byzondere „Li... ‘..„iJ kennissen, als oud leerling der polvtechnieke verplaetsen, niet alleen ten voordeele van het f i byzondere wyze bekwaem maekten. Het Weekblad van Dixmude, door welk M. Des maisières op de schandigste en trouweloosste wyze aengevallen is geweest, heeft getracht onze gezeg den eenigzins te weerleggen en M. Desmaisières te verkleinen in de achting der kiezers van ons dis trikt. Maer het bladje is hier in niet gelokt. Het is, zoo als naer gewoonte, meteenige schimpredens en ongerymdheden voor den dag gekomen. M. Des maisières, zegt het, is wezenlyk efen oud leerling der keizerlyke polvtechnieke school, een oud officier by de genie; maer heeft hy uitgemunt in zyne de Vlaenderen en in ons Distrikt. Dit is zoo .vaer, studiën? Was hy niet van die klas van leerlingen dat onze landbouwers de laetsle niet geweest waren om levendige aendriugingen te doen by de wet geving, ten einde de wel op hel vee te verkrygen. --- - niet dat het, in de polvtechnieke school te Parys niet gaet, en dat het, vooral ten tyde van Napoleon, niet ging, gelik by de univeisiteiten van Koning Willem, voor welke men, met protectie en geld, zeer gemakkelyk zyne examens van dokloor of advokaet kon afleggenal ware men een student i geweest van dertig in eene dozyn? Om in de poly- technieke school aenveerd te worden, moet men alreeds blyken gegeven hebben van tenjle bekwaemheid. leerlingen dier schopl d worden uitgekipt uil d®ekwaemsten in de militaire preken, d°ie zou durven houden staen d^lc lihl scholenen op twintig ktlrj’-- bieden, worden er doorgaens niet meer dan vyf aenveerd, om dat het grootste gedeelte aen de strenge examens, diezy te onderstaen hebben, niet kunnen voldoen. Ook is de lytel van oud leerling der polytechnieke school zoo hoog geacht, dat de grootste mannen, de bedreveadste krygshelden nooit nalaten denzelven voor al hunne andere tytels te stellen. Nu komen wy terug tot M. Desmaisières. Het jaer dat hy als Minister van linantien over- bragt (1839) was, zonder tegenzeg, het moeijelykste en het werkzaemste welk eenig Minister, in België, De Koning had besloten eene kerk op te rigteni ten zynen koste, ter gedachtenis van de Koningin, op de plaets alwaet hare sterlëlyke ovcrblyfsels rusten. Het gouvernement dit vernomen hebbende, heeft een besluit afgekondigdhy welk er besloten wordt eene kerk op te rigten te Laeken, ter nage dachtenis van H. M.-de Koningin Louise. De Koning heeft, van nu af, eene som van honderd duizend franks ter beschikking van het gouverne ment gesteld. -- I eene uitmun- J Hare I tSVaerom de kiezers van het distrikt Dixmtide wel jredaen hebben met .11.’ Desmaisièreslid van de kamer der Volksvertegenwoordigers te noemen. (Hel vervolg hierna). Veurnambachlden 14 October 1850. Aen M. den optleller van ’l Boterkuipje. Indien er my een boer moeste zeggendal de lof der landbouw-exposilien niet zou verdienen met goude letters beschreven te worden, ’k zou hem vierkah’e uiilagchen en zeggen dat hy de nieuwe politieke kluglen niet en verstaét. De voordeelendie er uit volgen overtreffen reeds verre de hoop welke wy er nog tol heden toe van opgévathadden. staenders voegden hunne gebeden by de zyne. Op dat oogeublik zegende de heilige Koningin, van in den hemel, hare medevaderlanders, welke haer deze opperste en regt- zinnige hulde bewezen. Hare moeder, Marie-Amelie, bad ookop eenige stappen van de kerk, met hare kleindochter in de kapel van het paleis. Na het eindigen der kerkgebeden, hebben de Koning en zyne familie het lyk eene laetste mael gegroet, en zyn ver trokken. Daerna is het volk traegzaem naer Brussel weder gekeerd. Ia all® sleden van ISel^ic zy n alreeds insehry- vingen geopend, ter oprigting van een gedenkstuk voor de Koningin der ISelgen. BlET 1IOTEI6- EiSJIlME is door eenige voorname persoonen verzocht gew orden ook eene lyst xan’inteekening te kondeniets waeraen wy volgeern [voldoen. Reeds tellen wy verschelde insehryvers. De ge ringste sommen worden aenveerd. -- Laetste oogenlilikken der Koningin. Oostende, tl October. Onze welbeminde Koningin is dezen morgend overle den. Gedurende hare ziektedacht onze vorstin niet eens dat zy in gevaer was van sterven gisteren (donderdag) om 10 ure ’s morgens, viel zy in bezwyming, en als zy tot haer zelven kwam zeide zy aen de beste vriendin harer jeugd Mev. d’Hulstdie van Parys gekomen was om haer té bezorgéil Myne lieve vriendinik* meende dat ik stierf. Inderdaed Majesteit, eene tweede bezwy ming zou kunnen gevaerlyk zyn. «Ik versta u, her nam de Koninginik moet my dan bereiden om de HH. Sakramentén te ontvangen ik bedanke God dat hy my het geluk geeft van in den school myner familie te mogen sterven. «Inderdaed, gisteren donderdag, om 2 ure namiddag ontving II. M.deSakramenien der stervende^uit de handen van M. Guelle, aelmoesscnier harer moeder. Deze plegligheid is zielroerende geweest. De gansche familie woonde,-ze by en smolt in tranen. De Koning, zoowel als de aftdere omstanders, gaf blyken van de grootste godvruchtigheid. «De Koningin is tot hare laetste oogenblikkendie be- wondaringsweerdig geweest zyn, by haer volle verstand gebleven. Zy sprak"aen God om hem de offerande van haer leven te doen en hem hare kinderen aen te bevelen zy verza melde al hare krachten om hun de laetstejjnoederlyke zegening te geven. De toekomst harer kinderen hield den geest der Koningin zeer bezig. Zy bedankte téerhertig al degenen en wel byzonderlyk M. den deken De Coninck, die hare moederlyke zorgen ondersteund hadden. De Koning herhaelde menigmael al snikkende dood, gelyk haer leven, is deze van eene heilige. Ziehier hóg eene aendoenlyke omstandigheid Onze heilige Koningin was om 8 ure 10 minuten over leden. Aenstonds deed hare doorluchtige moeder den heer pastoor van Oostende verwittigen, hem smeekende van ten 6 i/a ure eene mis te willen doenwelke zy met gansch hare familie wilde bywonen. Inderdaed, in een twintigtal rytuigen hebben zich de Koningin-moederde hertogin van Orleans, de prinses Clementine en al de prinsen naer de kerk begeven. Zy zyn fngehaeld geworden door den heer pastoor, die aen de Koningin eenige woorden van rouwbeklag heeft toege- stuerd. «De kerk was opgepropt met geloovigcn, op wie het gezicht eener talryke koninglyke familienedergeknield in eenen zoo plegtigen oogenblik, aen den voel des altaers, eenen ongeloollyken indruk gemaekt heeft. Het lyk der^"Koninginis met eene luisterlyke verlichting omringd; een altaer is in haer Kamer opgerigt om er mis te lezenen Ae leden der gèestelykheid bidden zonder op houden by bet Jigchaetn vart HI. M. M. de minister van biortenlandsche zMred hééft den vol genden omzendbrief ieb dé goüVe'rnréörS tocgezOnden. M, <fe Gouverneur-, België Is door een groot ongeluk getroffen. h De Koningin is niet meer, en hare dood is eene oórzaek van algemeenen rouw. B. M. is gistereó om 8 ure 10 minuten in het paleis to Oostende overleden. Ik verzoek u, M. deh Gouverneur, deze droevige tyding aen de besturen en aen de inwoners uwer provinlte mede te deelen. De minister vnn binnenlandsche zeken. Cu. Rogier. Nooit van geheel my leven zal ik nog willen iemand teg<M scholen, en op twintig lïffiididaten, welke zich aen- mannen van ons nieuw politiek de vernuflsleuitvinders^l gansch de wereld niet zyn. Peisl eens, de vermaerde .expositie van Brugge is nog maer slechts vnorby, en eene nog veel vermaerdere had eenige dagen vroeger, niet ver van hier, in de stad Veurne, plaets gehad zoggen wat al Schoone dingen daer te zien waren, en wel byzonderlyk wal overgroote voor ieelenvolgens ’t zeggen van zommige welgeleerde ezelooren, er daer aen vast waren, dit ware my volstrekt onmogelyk. Niet te min ik ben zoo diep door- drongen van al de nuttigheid dezer nieuwe liberale uitvin dingen, dat ik my alligt gram zou maken en fraei leetyk - kyken op degene welke my zouden durven Contrariëren, -- -o.~, en waerom? om dat ik er de klare bewyzen van geven kan. ooit ontmoet heeft. Krisis in linantienkoophandel ’K wil maer alleenelyk spreken van ’t geen my gisteren zelf, ,t««» .,„.^,,.1. i.'.„„o k,.,i jn laetsgenoemde stad van Veurne, is voorgevallen. ’T was er feeste van vette beesten’k ging er naer toe met de myneen zonder met my zelven te boffen ten waren waeraclitig van de slechste niet. Ik had sedert lang wel willen myne vette ossen t’huis verkoopen maer ats men geene occasie beeft van koopmans, wat moet men doen? /K was verpligt van er mêe ter markt te gaenen waer kon ik toch beter gaen dan naer Veurne om meest profyt te doen? ’k peisde by my zelven,’t is daer ook nog dat er eenen warmen voorstander, gekend om zynen grooten iever voor de exposition woonachtig is; tzal daer wel gelukken of ’t en zal nergens gelukken. Vol moed en courage, ’k trok op met myne vette beesten,- niet twyfelende van er een vet pryzeken voor te kunnen krygenen met hoop van al weer naer huiskeerende er een hertelyk pintje te mogen opzetten. Maer ’t scheelde veel’k en heb van geheel my leven niet schoonder bedrogen geweest.’K heb al myne schoone vette beesten ter markt gestelden niet een koopmanver van er geld voor te bieden, heeft zelf myne ossen willen bekyken, en na aldaer verscheide uren myne patiëntie versleten te hebben, 'k heb myne karre mogen keeren en al sukkelen naer moeder dansen met myn goed juist gelyk. ik er naer toe gegaan was. Gelukkelyk had ik de voorzorg gehad van wat kluiten tn mynen zak te stekenzonder dat ’kzOo er wel m«!e geweest hebben. -*- Nog veel andere boeren met my hebben niet beter gevaren; byna de helft der beesten zyn niet verkocht geweest. Zegt nu nog dat de landbouw-expositien niet nuttig zyn voor de boeren en dat men geen zeventien duizend en oneffen frankjes zou mogen verkwisten voorde boerc leute. Hé, wat zegt gy daer van? Als het alzoo blyft voortgacnde liberalen zullen ons zoo wei loeren boeren, dal welhaesl de luizen uit onzen

HISTORISCHE KRANTEN

Het Boterkuipje (1846-1871) | 1850 | | pagina 2