14 'l Mynheercn, waer is nu de regtzinnigheid in de kiezingen, welke men fbo hoog opvyzelt? Hoe! zyu de ministers hier, in 1848, niet komen verklarendat zy zich mei geene kiezingen bemoeid hadden? Hebt gy niet gezegd, in de Troonrede, dat het gouvernement zich opzydig had gebonden in den kiesstryk? Zyl gy hier niet, voor u de regtzinnigheid der Nieuwe-Poliljek komen inroepen? En nu, wy zien agenten van hel gouvernementin hunne hoedanigheid van agenten des gouvernements, brieven schryven aen de burgemeesters om hun eenen kandidael op te dringen, en alzoo hel zweerd van Damocles, hunne afzetting, boven hun hoofd houdende! Ten is nog niet al. Ziet hier, mynheeren eeiien anderen brief, welken ik in een dagblad viiide van Dixmude zelve, welke door de nieuwsbla deren van Westvlaenderen uilgeschreven is geweest, en die men nooit heeft gelogenstraft. Dezelve is zekerlyk niel aen al, doch aen een gedeelte der burgemeesters toegezonden geworden, M. de burgemeester «Het Gouvernement hecht groot belang aen de kandidateur van M. Debreyne. Ten dien gevolge, Mynheer, zult gy my rekenschap geven van hetgeen gy ten voordooie van M. Debreyne zult gedaen hebbenmet my het getal stemmen aen te geven, welke gy tot het lukken der NATIONALE ZAEK zult bygebragl hebben. M. Btodenbnch. Hel is'eene schande! Nooit is zulks gehoord M. Diitnorlicr. Ja, dit is ecu sebandael. Zoo dat een arrondissements kommissaris scliryfl aen de burgemeesters onder zvne bevelen datzy hem dag per dag moeten laten weten hoe ve'e stemmen een kandidaet gewonnen leeft. En gy spreekt van regtzinnigheid in de kiezingenen gy dort, in adressen aen den honing, de Kamer verklaren dat gy geenen invloed op de kiezingen uitoefend! Dus, myne heeren Hel gouvernement hecht een groot belang aen de kandidaluer van M. Debreyne. Gy zult my rekening geven van de wer kingen welke gy ten voordeele gedaen zult hebben, en het getal der stemmen doen kennen welke gy verkregen hebt voor den goeden uitslag der NA TI- ONALE ZAEK! Ik houde my hierop by de woorden nationale zaek. Er volgt uit de zelve, datde kiezing van M. Desmaisières tegenstrydig is met de nationale zaekWei hoe is het niet gekenddat de achtbare M. Desmaisières een dier mannen is, wi Ike zich gekenmerkt hebben ten tyde der omwenteling, en onbetwistbare diensten hebben bewezen, sedert 1850, aen de natio nale zaek? Weet men niel, dat de achtbare M. Desmaisières zeventien jaren in deze Kamer gezeteld heeft, en dal hy twee malen minister van den Koning is geweest En, voor de oogen der agenten van het gouvernementis die man een vyand der nationale zaek! De burgemeesters moeten er van verwittigd zyn; zyne kiezing zou de nationale zaek in gevaer stellen Ik herhale hetsedert twintig jaren dat ik in deze Kamer zetele, nooit heb ik eene schandelvker kiesomkooping zien gepleegd worden door de bedienden van het gouvernement. En danrandt men die kiezing aen als besmet zynde met bedrogVraegt nu waer het bedrog iswie de agenten bedriegers zynwaer degenen zyn die, door eene verloeijelyke dringing, de regtzinnigheid der kiezingen trachten tegen te kanten. Maer de kiezing is gedaen. De achtbare M. Desmaisières, niettegen- staende de ongehoorde poogingen tegen hem gebruikten alhoewel men hem uitgegeven hebbe voor eenen vyand der nationale zaek, behaelt de zegcprael Wat gebeurt er? Vooreerst de stemopnemers weigeren zynen nacm uit te roepen. Dat doet niets aen de werking; ’t is de uitslag der stemming dien men in te zien heeft. Later men krygthet in de gedachte de besluiten rakende de.vyf kiezers van Clereken te doen aenzeggen. Teriïs maer alsdan dat men begint te weten dat ervyf kiezers waren welks kiesregt men kon betwisten. Wat doet nu n nog? Menmaekt eene geheime enquête op, niet om dewaerheid te doèn kcnuenniet om de administratieve abusen te bestraffen, maer

HISTORISCHE KRANTEN

Het Boterkuipje (1846-1871) | 1850 | | pagina 10